WA T GRIJPT DE SNOEK?
'straks nd 1 oktober!)
HET ALLERLIEF
Op de Hoge Velum
kondigt de herfst
zich al aan
Wildbaan een maand gesloten
Waarméé
Wennen
Drie dagen
De som
Conclusie
Meenemen
Egels zoeken
het dicht
bij huis
Wanmolen wot
de fiets
DAMMEN
BRIDGE
z
door J. M. Bom
door G. J. R. Eörch
1 CRYPTOGRAM
I")e wildbaan, het grote
^centrale deel van het park
De Hoge Veluwe, zal dit jaar,
in verband met de bronsttijd
van de edelherten en de moe
flons, voor het publiek geslo
ten zijn van maandag 14 sep
tember tot en met woensdag 14
oktober.
Het is in deze periode wél
toegestaan om hetzij rij
dend (auto of fiets), hetzij
wandelend gebruik te ma
ken van de autoweg, die van
het Kröller-Müller-Museum
naar „Kemperberg" loopt,
doch het verlaten van de weg
is verboden. Na J.0 uur 's mor
gens is ook de autoweg van de
Compagnieberg naar Oud
Reemst voor bezoekers open
gesteld.
Als in augustus een bezoek
aan de heide er bij is inge
schoten, is het de moeite
waard om in de eerste helft
van de maand september op
een mooie dag op het „Oud-
Reemster Veld" van de nabloei
te gaan genieten.
Bijna aan het eind van de
Reemsterweg, dus niet ver van
Oud Reemst, verkeert de heide
echter in slechte staat: een ge
volg van kaalvreterij door een
rups, de Gele Heideborstel.
Cept ember is de maand van
de bessen en andere vruch
ten. De beuken en eiken (zowel
de inlandse als de Amerikaan
se) dragen goed en het ziet er
dan ook naar uit, dat het grof
wild al in de tweede helft van
de maand kan profiteren van
een rijke val van boomvruch
ten. Let vooral eens op de
azende wilde zwijnen in de la
nen in het noordelijk deel van
het park.
Een bezoek aan de Wildkan-
sel in „De Klep" heeft in sep
tember niet veel zin meer. Dan
is nl. de bronsttijd van het
roodwild begonnen. De herten
(de mannelijke diereh dus), die
zich de gehele zomer zo trouw
hebben vertoond, zullen dan
hun v ri j gezellen -sociëteit
tijdelijk verlaten en ieder voor
zich trachten een roedel „kaal-
wild" (vrouwelijke dieren) te
veroveren.
Dat zal weer de nodige strijd
geven en vooral in de tweede
helft van de maand zal het
„burlen" niet van de lucht zijn.
Van de autowegen in de Wild
baan af kan men er stellig iets
van opvangen.
Fr zijn in september nogal
wat roofvogels in het park
te zien: de rondkringende bui
zerd, de snelle boomvalk
(vóórdat hij als typische zo
mergast naar zuidelijke
streken trekt); ook de merk
waardige wespendief is mis
schien nog present en natuur
lijk zijn er „biddende" toren
valken boven de heide. Veel
kleiner is de kans op een ont
moeting met de sperwer en
een buitenkansje is wel de
waarneming van een havik of
slechtvalk.
Ook dit is 'n klein gevolg van
verstedelijking: egels zie je
alleen nog maar platgereden
op de weg, een bewijs overi
gens, dat ze er nog wel de
gelijk zijn. Maar een enkele
keer verlaten ze toch ook hun
egelstellingen om eens bij de
mensen te komen kijken.
Zoals bij de famine F. J.
Karrem.an aan de Jachtlaan
in Apeldoorn, waar een egel-
gezin van vier leden, elke
avond tegen de tijd van het
tv-journaal hoe zoeken ze
't uit een schoteltje melk
komt halen. De kleintjes la
ten zich daarbij ook wel mee
nemen naar de kamer, zon
der zich afwerend op te rol
len. Wél deden ze dat toen
deze foto wérd gemaakt, ge
heel zonder grenzen is het
vertrouwen dus blijkbaar
niet.
De egels wonen onder een
oude spoorwagon in de tuin,
waarvan de familie Karre-
man een paardestal heeft ge
maakt. Of de egels daar een
flatneurose aan zullen over
houden is niet bekend, maar
mogelijk is het zeker, want
het paard staat, zoals paar
den dat plegen te doen, 's
nachts gezellig op de vloer te
stampen. En een centimeter
of twintig daaronder zitten de
egels. Hoewel misschien
zijn ze het grootste gedeelte
van de nacht wel op pad en
overdag loopt het paard bui
ten.
Binnenkort zullen de egels
hun dagelijkse bezoek wel
staken, want de kleintjes
worden groter en leren, van
wie dan ook schuw te wor
den. Maar tot zolang is het
telkens weer een uurtje vol
verrassingen. Zoals bijvoor
beeld dezer dagen. Toen een
van de kleintjes zich toch
maar van het schoteltje af
wendde en bij z'n moeder
ging drinken, die zelf onge
stoord van het schoteltje
bleef lebberen.
Dij Agromisa, een stichting
van studenten aan de
Landbouwhogeschool in Wa
peningen voor ontwikkelings
hulp, zitten geboren knutse
laars: zij hebben nu een wan
molen ontworpen voor het
scheiden van kaf en koren,
die voortbewogen wordt door
een fiets. En dat is volstrekt
niet iets waarover een aan
automatisering en mechanisa
tie gewend mens alleen maar
even hoeft te glimlachen: in
vele ontwikkelingsgebieden
kent men immers geen elek
triciteit, maar wél fietsen. De
wanmolen zit zó eenvoudig
in elkaar, dat iedere dorps
smid 't ding kan namaken.
Het is ook de bedoeling dat
het zo gebeurt. Ethiopië heeft
al belangstelling getoond voor
de nieuwe uitvinding bij mon
de van de minister van Land
bouw, die zijn dorpssmeden
inderdaad aan de fabricage
van de wanmolen-voor-de-
fiets wil hebben. Hij vindt 't
echt 'n trap in de goede rich
ting.
Velen woelen zich pas
echt sportvisser als hel. sei
zoen voor de snoek weer open
gaat. Heel de zomer hebben we
de snoek met rust gelaten,
maar het is een onjuiste ver
onderstelling dat het nu weer
mag. Ja, volgens de wet wel.
Maar er woirdt te vaak verge
ten, dat verschillende henge
laarsverenigingen een vrijwil
lige bescherming van de snoek
op zich hebben genomen. Er
mag dan wel op de kleine vis-
akte de datum 1 juli staan,
maar doorslaggevend is wat de
rechthebbende op het water
met de snoekdatum heeft ge
daan. Van die rechthebbende
heeft men een vergunning no
dig en daarop staat de juiste
datum vermeld.
In de meeste hengelsportge-
bieden van Nederland gaat het
snoekseizoen pas op 1 oktober
open. Dat komt doordat velen
tot de conclusie zijn gekomen,
dat ons watergebied al lang
niet meer in verhouding staat
tot het steeds groeiende aantal
sportvissers. Als die allemaal
al in juli, augustus of septem
ber op de snoek gaan, wordt de
snoekstand ernstig geschaad.
Dat is een ervaring.
Vandaar dat verstandige be
heerders en rechthebbenden
hebben gezegd: 1 oktober!.
Nog een klein maandje
wachten dus.
Toch kan het geen kwaad nu
alvast eens iets over de snoek
te vertellen, vooral omdat er
onlangs een interessant onder
zoek is gedaan naar het gedrag
van de snoek.
In menig hengelaarscafé en
aan menig viswater zal inmid
dels wel het oude twistgesprek
ontbrand zijn over de vraag:
Wat vist beter op de snoek:
Levend aas of kunstaas?
Het is al zeker twintig jaar
geleden, dat wij er met de
toenmalige kampioen precisie-
werpen Ronald Fenger mee
over de stengen hangen. Haast
iedere snoeker beantwoordt
deze vraag op zijn eigen wijze,
vooral op grond van zijn eigen
ervaringen. Wetenschappelijk
onderzoek naar dergelijke za
ken is nog maar schaars. Het
is er echter wel
Dr. J.'J. Beukema heeft de
vraag onderzocht of in water
waarin vrij veel op snoek
wordt gevist, de snoek mis
schien als zij na het vangen
wordt uitgezet, wat steeds
meer hengelaars met de kleine
re exemplaren doen aan een
bepaald aas, aan een bepaalde
mannier van vissen zouden
wennen. Dat onderzoek is be
schreven in het jaarverslag
'68'69 van de Organisatie ter
Verbetering van de Binnen
landse visserij
Het is zó boeiend, dat het
ons heeft verbaasd dat er door
hengelaars en hengelvereni-
gingen blijkbaar zo betrekke
lijk weinig aandacht aan is be
steed.
Daarom halen we hier dat
onderzoek van dr. Beukema
nog eens op.
De O.V.B. liet op haar proef
bedrijf in Beesd ervaren
snoekvissers op 79 genummer
de snoeken vissen, afwisselend
enkele uren met aasvisjes en
met steeds dezelfde spinner,
een van 4 bij 2 cm, blank blad
met enige rode strepen. De ge
vangen snoek werd steeds di
rect terugezet. Op meer dan
honderd vangsten bleken er
later, toen men de vijver liet
leeglopen, zes dood.
Drie dagen
De snoeken, meest tussen 45
en 52 cm, kwamen uit water
van een beroepsvisser die geen
sportvisserij toestaat. Men kan
er dus op vertrouwen dat ze
nooit eerder met sportvissers
„kennis gemaakt" hadden.
Drie dagen nl. twee achter-
eenvolgende en een week later
weer een dag werd er gevist.
De eerste dag werd iets be
ter aan de spinner gehangen
dan aan levend aas. (dat kan
toeval zijn, schrijft Dr. Beuke
ma).
De tweedy en de derde dag
werd echter aan levend aas
duidelijk meer gevangen; „Het
is heel onwaarschijnlijk dat
het toeval verantwoordelijk is
voor die verschillen", schrijft
dr. Beukema. De vangsten aan
levend aas waren nl. alle drie
de dagen ongeveer evengroot,
nl. steeds één a twee snoeken
per man per uur. Maar na de
eerste dag kwamen de vang
sten aan het kunstaas op zeer
laag niveau te liggen: voor el
ke snoek moest er toen met de
spinner zo'n tien uur worden
gevist! Dat verschil met de
eerste dag, toen er ongeveer
een half uur met de spinner
moest worden gevist eer men
een snoek had, is wel zéér op
vallend vooral omdat de
vangsten aan levend aas zo
constant bleken.
Conclusie: na dc eerste dag
was de vangbaarheid aan de
spinner duidelijk achteruit ge
gaan. „Het was alsof de snoek
geleerd had specifiek de spin
ner te vermijden, zonder dat
zij anders ging reageren op de
aasvisjes".
Telt men alle op de eerste
visdag met de spinner gevan
gen plus daaraan verspeelde
snoeken bij elkaar, dan komt
men heel dicht bij het totaal
aantal snoeken. Het is dus in
derdaad mogelijk, dat alle
snoeken op de eerste dag al
meteen e'en slechte ervaring
met de spinner hadden opge
daan.
Het is echter onwaarschijn
lijk dat veel snoeken die eer
ste dag meer dan één slechte
ervaring met de spinner heb
ben gehad. Het is dus waar
schijnlijk dat een snoek al na
één ervaring met een haak
dressuur vertoont.
Dat komt aardig overeeen
met een vroeger onderzoek
van deze aard naar karper.
Daarbij ging het natuurlijk
niet om de vraag of spinner
dan wel levend aas beter was.
maar alleen om de vraag of de
karper die met de haak was
gevangen, uit die ervaring iets
had „geleerd". Inderdaad
bleek 't onderzoek dat een
éénmaal aan de haak gevan
gen karper al meteen een hei
lige afkeer van de haak had
gekregen.
Uit vergelijking van de
nummers die iedere snoek
droeg, bleek na het experi
ment, dat maar één enkele
snoek twee keer aan de spin
ner was gevangen, tegen maar
liefst vijftien die zich twee
keer door het aasvisje lieten
verschalken.
Dr. Beukema concludeert:
„een vang-ervaring aan de
spinner maakt de snoek dus
minstens een week u her
innert zich: tussen de tweede
en derde dag van het experi
ment lag een week veel
moeilijker vangbaar met een
zelfde spinner, maar op de
vangbaarheid met een aasvisje
bleek een onaangename erva
ring van de vis, opgedaan met
een spinner, geen invloed te
hebben. En ook bleek niet veel
invloed van een ervaring met
het aasvisje op verdere vang
baarheid met visjes".
Snoek, zo mag de conclusie
zijn, is dus zeer snel te dres
seren op tenminste één ty
pe kunstaas. Verdere proeven
zullen nog moeten uitwijzen of
deze dressuur bij alle gebrui
kelijke soorten kunstaas tot
stand komt en hoe snel dat
dan gaat.
Ook is de vraag belangrijk
of het ene type kunstaas ge
volgen heeft voor de vang
baarheid van de snoek aan een
ander type kunstaas, dus of
snoeken die na een ervaring
moeilijk vangbaar worden aan
het ene type spinner het voort
aan ook zullen zijn aan een
ander type, aan de lepel of
plug. Ook zouden de onder
zoekers willen weten hoe lang
de snoeken hun slechte erva
ringen vasthouden.
Met andere woorden: er is
nog werk genoeg aan de win
kel! Maar wel heeft dat eerste
onderzoek al aangetoond, dat
het in ieder geval verstandig
is, als# men straks op snoek
gaat, toch altijd ook wat aas
visjes en de spullen daarvoor
mee te voeren, zelfs al is men
nog zo'n pikeur met het kunst
aas. En dat zou dan te sterker
gelden
naarmate het seizoen vor
dert en dus meer snoek kennis
heeft gemaakt met de spinner;
vooral in water waarin
veel met kunstaas wordt gevist
(verenigingswater
bijvoorbeeld);
en met name in water
waarin veel gevangen snoek
wordt teruggezet.
Wie daar met levend aas vist
heeft, zo zou men uit dr. Beu-
kema's onderzoek willen con
cluderen een tijdje na het be
gin van het seizoen waar
schijnlijk betere kansen heeft
dan de man die bij kunstaas
zweert.
In Debrecen (Hongarije) is een in
ternationaal toernooi gehouden ter
gelegenheid van het feit dat de be
roemde Hongaarse grootmeester
Geza Maroöty 10Ó jaar geleden
werd geboren. De wedstrijd werd
gewojïnen door de internationale
meester Sawon (Sowjetunie) en de
internationale grootmeester Bilek
(Hongarije).
Een bijzonder aardige partij
speelde de Russische grootmeester
Eduard Yettmovich Gufeld (34) te
gen een van de hekkesluiters. Gu
feld is buiten de grenzen van zijn
vaderland niet erg bekend. Dat hij
evenwel een geducht tegenstander is
bleek in dit toernooi, waarin hij de
derde prijs won.
Wit: GUFELD. Zwart: OZS-
VATH. (Debrecen 1970.) Joegosla
vische verdediging.
1. e2-e4, d7-d6 2. d2-d4, Pg8-f6 3.
Pbl-c3, g7-g6 4. Pgl-f3 (Een rusti
ge opzet. Weerleggingspogingen
gaan gewoonlijk uit van het scherpe
4. f4, maar het zijn altijd pogingen
gebleven.)
4Lf8-g7 5. Lfl-e2, 0-0 6. 0-0.
c7-c6 (Heeft ten doel na een even
tuele opmars e4-e5 met het paard
naar d5 uit te wijken.)
7. Tfl-èl, Pb8-d7 (Boleslavskv
geeft 7Dc7 8. Lf4, Ph5! 9. Le3, e5
als het sterkste aan. De kansen zijn
dan ongeveer gelijk.)
8. Lel-f4, Pf6-e8? (Met de bedoeling
e7-e5 door te zetten. Op 8. Dc7 is
9. e5, Ph5 10. exd6, exd6 11. Le3 gun
stig voor wit. Juist is evenwel 8
Ph59. Le3, e5.)
9. Ddl-d2, Pe8-c7. (De bezwaren
van zwarts opzet worden al zicht
baar: 9.«5 gaat namelijk niet we
gens 10. dxe5, dxe511. Lxe5.)
10. Tal-dl, Tf8-e8 (Nu dreigt ein
delijk e7-e5.)
11. e4-e5'. d€-d5 12. h2-h4 (Wit
heeft de tegenstander in de opening
duidelijk overspeeld en hij gaat nu
tot de directe aanval over.
12.Pc7-e6 13. Lf4-h6, Lg7~h8 14.
h4-h5, Pd7-f8 15. h5xg6, n7xg6 16.
g2-g3. (Alles is glashelder: nadat de
h-lijn open is gebroken gaat wit de
ze lijn met zijn torens bezetten.
16. Pe6-g7 17. Kgl-g2, Lc8-g4
18. Tel-hl, f7-f6 (Hij treft voorbe
reidingen om de koning eventueel
naar veiliger oorden over te bren
gen via f7.)
19. Thl-h2, Pg7-f5 (Direct 19.
Kf7 gaat niet wegens 20. Pg5f, fxg5
21. Lxg4.)
20. Lh6xf8, Te8xf8 21. Pf3-h4!,
Pf5xh4f (Niet 21Lxe2 22. Pxf5,
Lxdl? wegens 23. Txh8f!, Kxh8 24.
Dh6f en mat.)
22. Th2xh4, Lg4-f5! (Vooral niet
22Lxe2 met het oog op 23.
Txh8f!, Kxh8 24. DxgCt. Kh8 25.
Thlf en mat.)
In iedere sport is het na elk seizoen
de goede (of slechte?) gewoonte, te
onderzoeken welke prestatie de
beste is geweest. Soms valt dat niet
mee. omdat de kwantiteit der pres
taties vaak zover uit elkaar ligt, dat
een vergelijk uiterst moeilijk, zo
niet onmogelijk wordt.
In het zo juist afgelopen "damjaar"
hoeft er echter geen twijfel over te
bestaan, dat het indrukwekkendste
resultaat ongetwijfeld is geboekt
door ex-wereldkampioen Tsjegolev.
De Moscoviet, die de laatste jaren
iets op de achtergrond was geraakt,
stelde plotseling weer zijn kandida
tuur voor de allerhoogste glorie
door het uiterst zware invitatie-
toernooi van Samarkand zonder een
enkele verliespartij te winnen vóór
wereldkampioen Andreiko, ex-titel-
houder en uitdager Koeperman en
de Russische nationale titelhouder
Gantwarg.
Hieronder zijn glanzende overwin
ning op Anatole Gantwarg:
WIT. A. Gantwarg; ZWART: W.
Tsjegolev; Samarkand 2 mei 1970.
1. 32 - 28 18-23 2. 38-32 12-18; 3.
31-27 7-12; 4. 43-38 17-21; 5. 37-3i
23-29; .Na (21-28) 49-43 (26x37)
42x31 ontstaat het "Kellêr-Sys-
teem" dat Wit het initiatief brengt.
De door Tsjegolev toegepaste "Moli-
mard-Variant" wint na jaren van
impopulariteit weer terrein.
6. 34 x 23 18 x 29 7. 33 x 24 20 x 29; 8.
41-37 21-26; 9. 49- 43 19-24; 10.39-33
24-30, 11. 35 x 24 29 x 20; Zeer in
structief speelt de ex-wereldkam-
Het probleem van vorige week was
een double dummy probleem, dat
voorkwam in het gemengde pa ren-
toernooi van de wereldkampioen
schappen in Stockholm.
Sch V B 10 9 2
Ha B
Ru VB
KI A H V 6 2
tenboord zijn, behoren natuurlijk
tot de zeldzame verschijnselen aan
de bridgetafel. Toch wisten in
Stockholm enkele noordspelers dit
huzarenstukje te volbrengen en dan
meestal nog onder het genot van een
doublet. Het biedverloop was dan
meestal iets geweest in de trant van:
Noord oost
zuid
west
Sch A H 8 7 4 3
Ha 9 2
Ru 9 5
KI 7 5-3
N
W O
Sch-
Ha AH 87 6
Ru A 864 3
KI 10 8 4
3 KI
3 SA
pas
2 Sch
pas 3 Ha pas
doublet pas pas
Sch 6 5
Ha V 10543
Ru H 10 7 2
KI B 9
West is gever en niemand is k-ets-
baar. Noord moet 3 SA spelen. Oost
komt uit met harten 7. De vraag
was: Hoe kan dit contract gemaakt
worden tegert het beste tegenspel
Welnu, de eerste slag is natuurlijk
voor harten boer. Als u er in slaagt
ook nog 3 ruitenslagen te maken,
bent u thuis met 5 klaverslagen, 3
ruitenslagen en 1 hartenslag. In de
tweede slag speelt u daarom ruiten
vrouw na.
Laten we aannemen, dat oost u deze
ruiten vrouw laat houden. Nu speelt
u al uw klavers af. Oost moet op die
klavers tweemaal afgooien. U ruimt'
uit zuid beide schoppens en een klei
ne harten op. Hoe-oost ook afgooit, u
speelt in elk géval in de achtste slag
ruiten boer.
Als oost nu het aas neemt, is het
pleit direct beslecht Als oost duikt,
neemt u op tafel over met de heer. U
hebt nu al 8 slagen verzameld en het
enige waar het nog om gaat, is een
negende slag te maken. Dat lukt u in
elk geval door hartenvrouw te spe
len, want als die genomen wordt, zal
oost u altijd nog weer een slag moe
ten komen brengen.
Spellen, waarin u 3 'SA kufit ma
ken, terwijl er 5 vaste slagen bui-
Als double dummy probleem is dit
spel niet helemaal waterdicht, want
er is nog een andere oplossing mo
gelijk. In de derde slag mag ook al
vast ruiten boer worden gespeeld.
Oost moet dan natuurlijk het aas
ophouden. Nu wordt overgenomen
met de heer en harten vrouw wordt
nagespeeld. Hiermee wordt de laat-
ste.rode kaart bij west weggehaald.
De O-W partij moet nu uitkijken
dat zq geen overslag gaat laten ma
ken. Oost komt met harten heer aan
;slag en hij kan de dreigende over
slag slechts op twee manieren voor
komen: door harten aas te incasse
ren en harten (of klaver) na te spe
len. Hiermee maakt hij direct de
negénde slag. hoog, maar hij voor-
komt erger. Als hij niet één van de
rode tophonneurs zou incasseren,
maar meteen klaver zou naspelen,
blijft de buit voor de O-W partij be
perkt tot harten heer en schoppen
aas en heer.
"Deze variant om het contract bin
nen te brengen is bij mijn weten in
Stockholm door niemand gevonden.
Dat is ook wel logisch, wént deze
variant gaat alleen op als west een
doubleton heeft in beide rode kleu
ren, zodat inderdaad alle rode kaar
ten uit de westhand verdwenen zijn.
De variant, die ik'u eerst noemde,
gaat op zolang oost een renonce
schoppen heeft en de drie rode top
honneurs. Die renonce schoppen is
wel duidelijk als na een 2 Sch ope-
OZSVATH
GUFELD
De opgave van de week: hoe won
wit de partij vanuit de diagramstel
ling?
OPLOSSING
Wit (O'KELLY): Kh2, Dd2. Le3,
Pb5 en hl, pionnen a4, b3, c4, d5, f4,
h3.
Zwart (Kavalek): Kh8, Dg7, Lh4,
Pb4 en h5, pionnen a5, b7, c5, d6, e4,
f5.
Zwart won als volgt: 39
Pb4-d3! 40. Le3-f2 (40. Pxd6, Pel'
gevolgd door Pf3f.) 40. Lh4xf2 41.
Phlxf2, Dg7-g3t en wit gaf het op.
pioen vanaf dit moment tegen het
robuuste witte centrum:
12. 43-39 14-19; 13. 33-29 10-14; 14.
40-34 5-10; 15.45-40 20-25; 16. 38-33
12-17; Uiterst consequent bestrijdt
zwart wits centrumoverwicht via
zijn beide vleugels. 17. 27-22 Anders
is na (42-38) 17-21 wits linkervleu
gel totaal onspeelbaar.
17.19-24; 18. 29x20 15x24; 19.
42-38. Sterker lijkt eerst 34-29.19.
1-7; 20. 47-42 7-12; 21. 50-45
10-15; 22. 31-27. Stuurt op een over
machtige centrumaanval aan. 22.
24-30! Aanvaardt alle gevol
gen van zijn omsingelingsactie.
23. 33-29 30-35; 24. 39-33 14-20; 25.
37-31. Durft 36-31 blijkbaar niet
aan, maar dit is vermoedelijk ster
ker dan de tekstzet. Onbarmhartig
legt zwart nu de zwakke plekken in
wits positie bloot:
25.26 X 37; 26. 42x31 13-19; 27.
46-41?? (zie diagram).
Schitterend toont zwart de zwakte
van deze zet aan: 27. --20-24!! 28.
29 x 20 15 x 24! De dubbele damdrei-
ging naar 46 èn naar 50 door (19-23)
dwingt wit tot: 29. 22-18 12 x 23; 30.
34-30 25x34 3140x20."Schijnt zich
gemakkelijk ie nebben onttrokken
aan zwarts druk, maaraan de le
zers de opgave: hoe forceerde zwart
op dit moment schitterend de winst
van een stuk?
OPLOSSING
Wit: JSretenski) 24. 26. 28, 31. 33, 36.
38. 39,40,48fïfrsx.)
Zwart: (De Ruiter) 6,8,10,11,12, 13,
14,17,18,22(10st)
Zwart had op de volgende fraaie
lokzet kunnen spelen: (18-23) 28x19
(14x23), waarna 24-20 schijnbaar
snel tot winnende aanval op zwarts
linker vleugel voert. Zou wit dat
echter hebben gespeeld, dan zou de
volgende fraaie mogelijkheid op het
bord hebben kunnen komen.
(13-1911) dreigt nu zowel (17-21) als
(10-sl5). Op 38-32 volgt (22-28)
33 x 22 (17 x 37) 31x42 en (10-15). Op
(20-14) volgt (10-15!) en om (17-21)
tegen te gaan moet nu 26-21 (17 x 37)
14-9 (8-13;) 9x16 (22-27) gevolgd
door (27—31) met doorbraak. Óp
31-27 (22 x 31) 38 x 27 volgt (11-16)
27-21 (Of?) (16 X 27) 20-14 (12-18)
14 X 5 (17-21) 26X17 (18-22) enz., re
mise.
ning niet met die kleur wordt ge
start
Als intermezzo in de*e reeks spellen
die alle voorkwamen in de afgelo
pen wereldkampioenschappen, wil
ik u deze week een spel voorleggen,
dat eens .door de Franse topspeler
Georges Théron werd gespeeld.
Théron is kort geleden in de leeftijd
van 27 jaar aan een hartaanval
overleden. Het spel dat ik u hier
geef, speelde hij in zijn jonge jaren.
Hij werd toen al ais één van de vel
belovende Franse spelers gezien en
naar zijn latere resultaten hebben
aangetoond niet ten onrechte. Ik zal
u dit spel als double dummy pro
bleem geven. N-Z kwetsbaar en de
kaarten lagen als volgt:
Sch V 63
Ha H 10 5
Ru V 7 4 3
KI H 6 2
sch98?
Ha B 7 4 3
Ru 6 2
KI B 10 8 5
N
W O
z
Sch 10
Ha A V 8 6 2
Ru B 10 9 8
KI V 9 7
Sch AH B 54 2
Ha 9
Ru AH5
KI A 43
Théron moest als zuid 6 Sch spe
len, een contract dat bereikt was via
het volgende biedverloop:
noord
oost
zuid
'west
pas
pas
1 Ha
2 Ha
3 Ha
3 SA
4 Ha
4 Sch
pas
4 SA
pas
5 Sch
paa
6 Sch
pas
pas
pas
West kwam uit met harten 3, op ta
fel werd de 5 gelegd en oost nam
met de vrouw. Oost speelde ruiten
boer na. Hoe wordt dit slem nu te
gen de beste verdediging gemaakt?
HORIZONTAAL:
1. De ruif van Sints paard (9)
6. Dit is met genoegen (5)
9. Zij zijn niet erg zelfstandig (7)
10. Niet doen in het belang van de erf
genamen (7)
11. Beleefd opmerkzaam (6)
12. Het huiselijke deel van de wereld
(8)
14. Wigpaddestoel (9)
15. Grote hap (4)
18. Reeds u zit in het wier (4)
20. Aantrekkelijk beroep (9)
24. Opgelet! (8)
25. Zij behoeft een zeer «oliede basis
(6)
27. Vroeger rustte het leger er op (7)
28. Deftig opspelen (7)
29. Uiting van schoonmaakwoede (5)
30. Hem overleef je niet
VERTICAAL:
1. Stevig, maar een beetje pijnlijk (8)
2. Zulk een dak kan niet wegwaaien
(7)
3 Dit is echt een persoonlijke dode
(8)
4. Smaakvolle vis (4)
5. Mijlpaal op de weg naar de vol
wassenheid (10)
6. Dit berust op een vast vertrouwen
7. Aetherhark (7)
8. Het krijgen van voordelen (8)
13. De dierenkop in de mast (10)
16. Een godheid en een Britse kapper
samen in de pan (8)
17. Beeldschoon keukenkatje (8)
19. Wel schappelijk, maar uit de hoog
te (7)
21. De narigheid van een taille, die
nog geen meter meet (7)
22. Zulk een bezigheid wekt de eetlust
op (6)
23. Poguteir, maar hardhandig ge-
36. Ala men de rots stuk .iaat kan
a ar wel pp liggen (4)
'HORIZONTAAL:
1. kaas, 4. boter, 8. room, 11. Ans, u
'.if Elre' 18 *erak- 17- Aken
19. leden. 21. Ran. 22. brand, 23. kom 25
me* 28. kanarie. 33. trio,-38. lenen. 37. be-'
te, 39. soldaat, 40. naderen, 41. Eede. 42
reder. 44 Kelt, 45. piloten, 48. vla, 49. tap
52. roman. 54. pit, 36. titel, 50. Amer 60
VERTiCAAL:
1. keel, 2. aard, 1 Sn eek, 5. Oder. Ta-
rakan. 7. elan. a raars, 9. orka, 10. mond.
15. iep, 18. Ens, 20. nok, 22. bee. 24 mala
ria, 25. minaret, 28. etsen, 27. wilde. 29. ne
tel, 30. renet, 31. merel, 32. rente, 34. roe,
35. ode, 37. bek, 38. tel, 43. dominee, 45.
pia 46. nat, 47. som, 48. varia, 30. piano
£1 rr*' roeel' 34 poel, SB. tent.
07. trek, 96. laar.