WA T GRIJPT DE SNOEK? 'straks nd 1 oktober!) HET ALLERLIEF Op de Hoge Velum kondigt de herfst zich al aan Wildbaan een maand gesloten Waarméé Wennen Drie dagen De som Conclusie Meenemen Egels zoeken het dicht bij huis Wanmolen wot de fiets DAMMEN BRIDGE z door J. M. Bom door G. J. R. Eörch 1 CRYPTOGRAM I")e wildbaan, het grote ^centrale deel van het park De Hoge Veluwe, zal dit jaar, in verband met de bronsttijd van de edelherten en de moe flons, voor het publiek geslo ten zijn van maandag 14 sep tember tot en met woensdag 14 oktober. Het is in deze periode wél toegestaan om hetzij rij dend (auto of fiets), hetzij wandelend gebruik te ma ken van de autoweg, die van het Kröller-Müller-Museum naar „Kemperberg" loopt, doch het verlaten van de weg is verboden. Na J.0 uur 's mor gens is ook de autoweg van de Compagnieberg naar Oud Reemst voor bezoekers open gesteld. Als in augustus een bezoek aan de heide er bij is inge schoten, is het de moeite waard om in de eerste helft van de maand september op een mooie dag op het „Oud- Reemster Veld" van de nabloei te gaan genieten. Bijna aan het eind van de Reemsterweg, dus niet ver van Oud Reemst, verkeert de heide echter in slechte staat: een ge volg van kaalvreterij door een rups, de Gele Heideborstel. Cept ember is de maand van de bessen en andere vruch ten. De beuken en eiken (zowel de inlandse als de Amerikaan se) dragen goed en het ziet er dan ook naar uit, dat het grof wild al in de tweede helft van de maand kan profiteren van een rijke val van boomvruch ten. Let vooral eens op de azende wilde zwijnen in de la nen in het noordelijk deel van het park. Een bezoek aan de Wildkan- sel in „De Klep" heeft in sep tember niet veel zin meer. Dan is nl. de bronsttijd van het roodwild begonnen. De herten (de mannelijke diereh dus), die zich de gehele zomer zo trouw hebben vertoond, zullen dan hun v ri j gezellen -sociëteit tijdelijk verlaten en ieder voor zich trachten een roedel „kaal- wild" (vrouwelijke dieren) te veroveren. Dat zal weer de nodige strijd geven en vooral in de tweede helft van de maand zal het „burlen" niet van de lucht zijn. Van de autowegen in de Wild baan af kan men er stellig iets van opvangen. Fr zijn in september nogal wat roofvogels in het park te zien: de rondkringende bui zerd, de snelle boomvalk (vóórdat hij als typische zo mergast naar zuidelijke streken trekt); ook de merk waardige wespendief is mis schien nog present en natuur lijk zijn er „biddende" toren valken boven de heide. Veel kleiner is de kans op een ont moeting met de sperwer en een buitenkansje is wel de waarneming van een havik of slechtvalk. Ook dit is 'n klein gevolg van verstedelijking: egels zie je alleen nog maar platgereden op de weg, een bewijs overi gens, dat ze er nog wel de gelijk zijn. Maar een enkele keer verlaten ze toch ook hun egelstellingen om eens bij de mensen te komen kijken. Zoals bij de famine F. J. Karrem.an aan de Jachtlaan in Apeldoorn, waar een egel- gezin van vier leden, elke avond tegen de tijd van het tv-journaal hoe zoeken ze 't uit een schoteltje melk komt halen. De kleintjes la ten zich daarbij ook wel mee nemen naar de kamer, zon der zich afwerend op te rol len. Wél deden ze dat toen deze foto wérd gemaakt, ge heel zonder grenzen is het vertrouwen dus blijkbaar niet. De egels wonen onder een oude spoorwagon in de tuin, waarvan de familie Karre- man een paardestal heeft ge maakt. Of de egels daar een flatneurose aan zullen over houden is niet bekend, maar mogelijk is het zeker, want het paard staat, zoals paar den dat plegen te doen, 's nachts gezellig op de vloer te stampen. En een centimeter of twintig daaronder zitten de egels. Hoewel misschien zijn ze het grootste gedeelte van de nacht wel op pad en overdag loopt het paard bui ten. Binnenkort zullen de egels hun dagelijkse bezoek wel staken, want de kleintjes worden groter en leren, van wie dan ook schuw te wor den. Maar tot zolang is het telkens weer een uurtje vol verrassingen. Zoals bijvoor beeld dezer dagen. Toen een van de kleintjes zich toch maar van het schoteltje af wendde en bij z'n moeder ging drinken, die zelf onge stoord van het schoteltje bleef lebberen. Dij Agromisa, een stichting van studenten aan de Landbouwhogeschool in Wa peningen voor ontwikkelings hulp, zitten geboren knutse laars: zij hebben nu een wan molen ontworpen voor het scheiden van kaf en koren, die voortbewogen wordt door een fiets. En dat is volstrekt niet iets waarover een aan automatisering en mechanisa tie gewend mens alleen maar even hoeft te glimlachen: in vele ontwikkelingsgebieden kent men immers geen elek triciteit, maar wél fietsen. De wanmolen zit zó eenvoudig in elkaar, dat iedere dorps smid 't ding kan namaken. Het is ook de bedoeling dat het zo gebeurt. Ethiopië heeft al belangstelling getoond voor de nieuwe uitvinding bij mon de van de minister van Land bouw, die zijn dorpssmeden inderdaad aan de fabricage van de wanmolen-voor-de- fiets wil hebben. Hij vindt 't echt 'n trap in de goede rich ting. Velen woelen zich pas echt sportvisser als hel. sei zoen voor de snoek weer open gaat. Heel de zomer hebben we de snoek met rust gelaten, maar het is een onjuiste ver onderstelling dat het nu weer mag. Ja, volgens de wet wel. Maar er woirdt te vaak verge ten, dat verschillende henge laarsverenigingen een vrijwil lige bescherming van de snoek op zich hebben genomen. Er mag dan wel op de kleine vis- akte de datum 1 juli staan, maar doorslaggevend is wat de rechthebbende op het water met de snoekdatum heeft ge daan. Van die rechthebbende heeft men een vergunning no dig en daarop staat de juiste datum vermeld. In de meeste hengelsportge- bieden van Nederland gaat het snoekseizoen pas op 1 oktober open. Dat komt doordat velen tot de conclusie zijn gekomen, dat ons watergebied al lang niet meer in verhouding staat tot het steeds groeiende aantal sportvissers. Als die allemaal al in juli, augustus of septem ber op de snoek gaan, wordt de snoekstand ernstig geschaad. Dat is een ervaring. Vandaar dat verstandige be heerders en rechthebbenden hebben gezegd: 1 oktober!. Nog een klein maandje wachten dus. Toch kan het geen kwaad nu alvast eens iets over de snoek te vertellen, vooral omdat er onlangs een interessant onder zoek is gedaan naar het gedrag van de snoek. In menig hengelaarscafé en aan menig viswater zal inmid dels wel het oude twistgesprek ontbrand zijn over de vraag: Wat vist beter op de snoek: Levend aas of kunstaas? Het is al zeker twintig jaar geleden, dat wij er met de toenmalige kampioen precisie- werpen Ronald Fenger mee over de stengen hangen. Haast iedere snoeker beantwoordt deze vraag op zijn eigen wijze, vooral op grond van zijn eigen ervaringen. Wetenschappelijk onderzoek naar dergelijke za ken is nog maar schaars. Het is er echter wel Dr. J.'J. Beukema heeft de vraag onderzocht of in water waarin vrij veel op snoek wordt gevist, de snoek mis schien als zij na het vangen wordt uitgezet, wat steeds meer hengelaars met de kleine re exemplaren doen aan een bepaald aas, aan een bepaalde mannier van vissen zouden wennen. Dat onderzoek is be schreven in het jaarverslag '68'69 van de Organisatie ter Verbetering van de Binnen landse visserij Het is zó boeiend, dat het ons heeft verbaasd dat er door hengelaars en hengelvereni- gingen blijkbaar zo betrekke lijk weinig aandacht aan is be steed. Daarom halen we hier dat onderzoek van dr. Beukema nog eens op. De O.V.B. liet op haar proef bedrijf in Beesd ervaren snoekvissers op 79 genummer de snoeken vissen, afwisselend enkele uren met aasvisjes en met steeds dezelfde spinner, een van 4 bij 2 cm, blank blad met enige rode strepen. De ge vangen snoek werd steeds di rect terugezet. Op meer dan honderd vangsten bleken er later, toen men de vijver liet leeglopen, zes dood. Drie dagen De snoeken, meest tussen 45 en 52 cm, kwamen uit water van een beroepsvisser die geen sportvisserij toestaat. Men kan er dus op vertrouwen dat ze nooit eerder met sportvissers „kennis gemaakt" hadden. Drie dagen nl. twee achter- eenvolgende en een week later weer een dag werd er gevist. De eerste dag werd iets be ter aan de spinner gehangen dan aan levend aas. (dat kan toeval zijn, schrijft Dr. Beuke ma). De tweedy en de derde dag werd echter aan levend aas duidelijk meer gevangen; „Het is heel onwaarschijnlijk dat het toeval verantwoordelijk is voor die verschillen", schrijft dr. Beukema. De vangsten aan levend aas waren nl. alle drie de dagen ongeveer evengroot, nl. steeds één a twee snoeken per man per uur. Maar na de eerste dag kwamen de vang sten aan het kunstaas op zeer laag niveau te liggen: voor el ke snoek moest er toen met de spinner zo'n tien uur worden gevist! Dat verschil met de eerste dag, toen er ongeveer een half uur met de spinner moest worden gevist eer men een snoek had, is wel zéér op vallend vooral omdat de vangsten aan levend aas zo constant bleken. Conclusie: na dc eerste dag was de vangbaarheid aan de spinner duidelijk achteruit ge gaan. „Het was alsof de snoek geleerd had specifiek de spin ner te vermijden, zonder dat zij anders ging reageren op de aasvisjes". Telt men alle op de eerste visdag met de spinner gevan gen plus daaraan verspeelde snoeken bij elkaar, dan komt men heel dicht bij het totaal aantal snoeken. Het is dus in derdaad mogelijk, dat alle snoeken op de eerste dag al meteen e'en slechte ervaring met de spinner hadden opge daan. Het is echter onwaarschijn lijk dat veel snoeken die eer ste dag meer dan één slechte ervaring met de spinner heb ben gehad. Het is dus waar schijnlijk dat een snoek al na één ervaring met een haak dressuur vertoont. Dat komt aardig overeeen met een vroeger onderzoek van deze aard naar karper. Daarbij ging het natuurlijk niet om de vraag of spinner dan wel levend aas beter was. maar alleen om de vraag of de karper die met de haak was gevangen, uit die ervaring iets had „geleerd". Inderdaad bleek 't onderzoek dat een éénmaal aan de haak gevan gen karper al meteen een hei lige afkeer van de haak had gekregen. Uit vergelijking van de nummers die iedere snoek droeg, bleek na het experi ment, dat maar één enkele snoek twee keer aan de spin ner was gevangen, tegen maar liefst vijftien die zich twee keer door het aasvisje lieten verschalken. Dr. Beukema concludeert: „een vang-ervaring aan de spinner maakt de snoek dus minstens een week u her innert zich: tussen de tweede en derde dag van het experi ment lag een week veel moeilijker vangbaar met een zelfde spinner, maar op de vangbaarheid met een aasvisje bleek een onaangename erva ring van de vis, opgedaan met een spinner, geen invloed te hebben. En ook bleek niet veel invloed van een ervaring met het aasvisje op verdere vang baarheid met visjes". Snoek, zo mag de conclusie zijn, is dus zeer snel te dres seren op tenminste één ty pe kunstaas. Verdere proeven zullen nog moeten uitwijzen of deze dressuur bij alle gebrui kelijke soorten kunstaas tot stand komt en hoe snel dat dan gaat. Ook is de vraag belangrijk of het ene type kunstaas ge volgen heeft voor de vang baarheid van de snoek aan een ander type kunstaas, dus of snoeken die na een ervaring moeilijk vangbaar worden aan het ene type spinner het voort aan ook zullen zijn aan een ander type, aan de lepel of plug. Ook zouden de onder zoekers willen weten hoe lang de snoeken hun slechte erva ringen vasthouden. Met andere woorden: er is nog werk genoeg aan de win kel! Maar wel heeft dat eerste onderzoek al aangetoond, dat het in ieder geval verstandig is, als# men straks op snoek gaat, toch altijd ook wat aas visjes en de spullen daarvoor mee te voeren, zelfs al is men nog zo'n pikeur met het kunst aas. En dat zou dan te sterker gelden naarmate het seizoen vor dert en dus meer snoek kennis heeft gemaakt met de spinner; vooral in water waarin veel met kunstaas wordt gevist (verenigingswater bijvoorbeeld); en met name in water waarin veel gevangen snoek wordt teruggezet. Wie daar met levend aas vist heeft, zo zou men uit dr. Beu- kema's onderzoek willen con cluderen een tijdje na het be gin van het seizoen waar schijnlijk betere kansen heeft dan de man die bij kunstaas zweert. In Debrecen (Hongarije) is een in ternationaal toernooi gehouden ter gelegenheid van het feit dat de be roemde Hongaarse grootmeester Geza Maroöty 10Ó jaar geleden werd geboren. De wedstrijd werd gewojïnen door de internationale meester Sawon (Sowjetunie) en de internationale grootmeester Bilek (Hongarije). Een bijzonder aardige partij speelde de Russische grootmeester Eduard Yettmovich Gufeld (34) te gen een van de hekkesluiters. Gu feld is buiten de grenzen van zijn vaderland niet erg bekend. Dat hij evenwel een geducht tegenstander is bleek in dit toernooi, waarin hij de derde prijs won. Wit: GUFELD. Zwart: OZS- VATH. (Debrecen 1970.) Joegosla vische verdediging. 1. e2-e4, d7-d6 2. d2-d4, Pg8-f6 3. Pbl-c3, g7-g6 4. Pgl-f3 (Een rusti ge opzet. Weerleggingspogingen gaan gewoonlijk uit van het scherpe 4. f4, maar het zijn altijd pogingen gebleven.) 4Lf8-g7 5. Lfl-e2, 0-0 6. 0-0. c7-c6 (Heeft ten doel na een even tuele opmars e4-e5 met het paard naar d5 uit te wijken.) 7. Tfl-èl, Pb8-d7 (Boleslavskv geeft 7Dc7 8. Lf4, Ph5! 9. Le3, e5 als het sterkste aan. De kansen zijn dan ongeveer gelijk.) 8. Lel-f4, Pf6-e8? (Met de bedoeling e7-e5 door te zetten. Op 8. Dc7 is 9. e5, Ph5 10. exd6, exd6 11. Le3 gun stig voor wit. Juist is evenwel 8 Ph59. Le3, e5.) 9. Ddl-d2, Pe8-c7. (De bezwaren van zwarts opzet worden al zicht baar: 9.«5 gaat namelijk niet we gens 10. dxe5, dxe511. Lxe5.) 10. Tal-dl, Tf8-e8 (Nu dreigt ein delijk e7-e5.) 11. e4-e5'. d€-d5 12. h2-h4 (Wit heeft de tegenstander in de opening duidelijk overspeeld en hij gaat nu tot de directe aanval over. 12.Pc7-e6 13. Lf4-h6, Lg7~h8 14. h4-h5, Pd7-f8 15. h5xg6, n7xg6 16. g2-g3. (Alles is glashelder: nadat de h-lijn open is gebroken gaat wit de ze lijn met zijn torens bezetten. 16. Pe6-g7 17. Kgl-g2, Lc8-g4 18. Tel-hl, f7-f6 (Hij treft voorbe reidingen om de koning eventueel naar veiliger oorden over te bren gen via f7.) 19. Thl-h2, Pg7-f5 (Direct 19. Kf7 gaat niet wegens 20. Pg5f, fxg5 21. Lxg4.) 20. Lh6xf8, Te8xf8 21. Pf3-h4!, Pf5xh4f (Niet 21Lxe2 22. Pxf5, Lxdl? wegens 23. Txh8f!, Kxh8 24. Dh6f en mat.) 22. Th2xh4, Lg4-f5! (Vooral niet 22Lxe2 met het oog op 23. Txh8f!, Kxh8 24. DxgCt. Kh8 25. Thlf en mat.) In iedere sport is het na elk seizoen de goede (of slechte?) gewoonte, te onderzoeken welke prestatie de beste is geweest. Soms valt dat niet mee. omdat de kwantiteit der pres taties vaak zover uit elkaar ligt, dat een vergelijk uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk wordt. In het zo juist afgelopen "damjaar" hoeft er echter geen twijfel over te bestaan, dat het indrukwekkendste resultaat ongetwijfeld is geboekt door ex-wereldkampioen Tsjegolev. De Moscoviet, die de laatste jaren iets op de achtergrond was geraakt, stelde plotseling weer zijn kandida tuur voor de allerhoogste glorie door het uiterst zware invitatie- toernooi van Samarkand zonder een enkele verliespartij te winnen vóór wereldkampioen Andreiko, ex-titel- houder en uitdager Koeperman en de Russische nationale titelhouder Gantwarg. Hieronder zijn glanzende overwin ning op Anatole Gantwarg: WIT. A. Gantwarg; ZWART: W. Tsjegolev; Samarkand 2 mei 1970. 1. 32 - 28 18-23 2. 38-32 12-18; 3. 31-27 7-12; 4. 43-38 17-21; 5. 37-3i 23-29; .Na (21-28) 49-43 (26x37) 42x31 ontstaat het "Kellêr-Sys- teem" dat Wit het initiatief brengt. De door Tsjegolev toegepaste "Moli- mard-Variant" wint na jaren van impopulariteit weer terrein. 6. 34 x 23 18 x 29 7. 33 x 24 20 x 29; 8. 41-37 21-26; 9. 49- 43 19-24; 10.39-33 24-30, 11. 35 x 24 29 x 20; Zeer in structief speelt de ex-wereldkam- Het probleem van vorige week was een double dummy probleem, dat voorkwam in het gemengde pa ren- toernooi van de wereldkampioen schappen in Stockholm. Sch V B 10 9 2 Ha B Ru VB KI A H V 6 2 tenboord zijn, behoren natuurlijk tot de zeldzame verschijnselen aan de bridgetafel. Toch wisten in Stockholm enkele noordspelers dit huzarenstukje te volbrengen en dan meestal nog onder het genot van een doublet. Het biedverloop was dan meestal iets geweest in de trant van: Noord oost zuid west Sch A H 8 7 4 3 Ha 9 2 Ru 9 5 KI 7 5-3 N W O Sch- Ha AH 87 6 Ru A 864 3 KI 10 8 4 3 KI 3 SA pas 2 Sch pas 3 Ha pas doublet pas pas Sch 6 5 Ha V 10543 Ru H 10 7 2 KI B 9 West is gever en niemand is k-ets- baar. Noord moet 3 SA spelen. Oost komt uit met harten 7. De vraag was: Hoe kan dit contract gemaakt worden tegert het beste tegenspel Welnu, de eerste slag is natuurlijk voor harten boer. Als u er in slaagt ook nog 3 ruitenslagen te maken, bent u thuis met 5 klaverslagen, 3 ruitenslagen en 1 hartenslag. In de tweede slag speelt u daarom ruiten vrouw na. Laten we aannemen, dat oost u deze ruiten vrouw laat houden. Nu speelt u al uw klavers af. Oost moet op die klavers tweemaal afgooien. U ruimt' uit zuid beide schoppens en een klei ne harten op. Hoe-oost ook afgooit, u speelt in elk géval in de achtste slag ruiten boer. Als oost nu het aas neemt, is het pleit direct beslecht Als oost duikt, neemt u op tafel over met de heer. U hebt nu al 8 slagen verzameld en het enige waar het nog om gaat, is een negende slag te maken. Dat lukt u in elk geval door hartenvrouw te spe len, want als die genomen wordt, zal oost u altijd nog weer een slag moe ten komen brengen. Spellen, waarin u 3 'SA kufit ma ken, terwijl er 5 vaste slagen bui- Als double dummy probleem is dit spel niet helemaal waterdicht, want er is nog een andere oplossing mo gelijk. In de derde slag mag ook al vast ruiten boer worden gespeeld. Oost moet dan natuurlijk het aas ophouden. Nu wordt overgenomen met de heer en harten vrouw wordt nagespeeld. Hiermee wordt de laat- ste.rode kaart bij west weggehaald. De O-W partij moet nu uitkijken dat zq geen overslag gaat laten ma ken. Oost komt met harten heer aan ;slag en hij kan de dreigende over slag slechts op twee manieren voor komen: door harten aas te incasse ren en harten (of klaver) na te spe len. Hiermee maakt hij direct de negénde slag. hoog, maar hij voor- komt erger. Als hij niet één van de rode tophonneurs zou incasseren, maar meteen klaver zou naspelen, blijft de buit voor de O-W partij be perkt tot harten heer en schoppen aas en heer. "Deze variant om het contract bin nen te brengen is bij mijn weten in Stockholm door niemand gevonden. Dat is ook wel logisch, wént deze variant gaat alleen op als west een doubleton heeft in beide rode kleu ren, zodat inderdaad alle rode kaar ten uit de westhand verdwenen zijn. De variant, die ik'u eerst noemde, gaat op zolang oost een renonce schoppen heeft en de drie rode top honneurs. Die renonce schoppen is wel duidelijk als na een 2 Sch ope- OZSVATH GUFELD De opgave van de week: hoe won wit de partij vanuit de diagramstel ling? OPLOSSING Wit (O'KELLY): Kh2, Dd2. Le3, Pb5 en hl, pionnen a4, b3, c4, d5, f4, h3. Zwart (Kavalek): Kh8, Dg7, Lh4, Pb4 en h5, pionnen a5, b7, c5, d6, e4, f5. Zwart won als volgt: 39 Pb4-d3! 40. Le3-f2 (40. Pxd6, Pel' gevolgd door Pf3f.) 40. Lh4xf2 41. Phlxf2, Dg7-g3t en wit gaf het op. pioen vanaf dit moment tegen het robuuste witte centrum: 12. 43-39 14-19; 13. 33-29 10-14; 14. 40-34 5-10; 15.45-40 20-25; 16. 38-33 12-17; Uiterst consequent bestrijdt zwart wits centrumoverwicht via zijn beide vleugels. 17. 27-22 Anders is na (42-38) 17-21 wits linkervleu gel totaal onspeelbaar. 17.19-24; 18. 29x20 15x24; 19. 42-38. Sterker lijkt eerst 34-29.19. 1-7; 20. 47-42 7-12; 21. 50-45 10-15; 22. 31-27. Stuurt op een over machtige centrumaanval aan. 22. 24-30! Aanvaardt alle gevol gen van zijn omsingelingsactie. 23. 33-29 30-35; 24. 39-33 14-20; 25. 37-31. Durft 36-31 blijkbaar niet aan, maar dit is vermoedelijk ster ker dan de tekstzet. Onbarmhartig legt zwart nu de zwakke plekken in wits positie bloot: 25.26 X 37; 26. 42x31 13-19; 27. 46-41?? (zie diagram). Schitterend toont zwart de zwakte van deze zet aan: 27. --20-24!! 28. 29 x 20 15 x 24! De dubbele damdrei- ging naar 46 èn naar 50 door (19-23) dwingt wit tot: 29. 22-18 12 x 23; 30. 34-30 25x34 3140x20."Schijnt zich gemakkelijk ie nebben onttrokken aan zwarts druk, maaraan de le zers de opgave: hoe forceerde zwart op dit moment schitterend de winst van een stuk? OPLOSSING Wit: JSretenski) 24. 26. 28, 31. 33, 36. 38. 39,40,48fïfrsx.) Zwart: (De Ruiter) 6,8,10,11,12, 13, 14,17,18,22(10st) Zwart had op de volgende fraaie lokzet kunnen spelen: (18-23) 28x19 (14x23), waarna 24-20 schijnbaar snel tot winnende aanval op zwarts linker vleugel voert. Zou wit dat echter hebben gespeeld, dan zou de volgende fraaie mogelijkheid op het bord hebben kunnen komen. (13-1911) dreigt nu zowel (17-21) als (10-sl5). Op 38-32 volgt (22-28) 33 x 22 (17 x 37) 31x42 en (10-15). Op (20-14) volgt (10-15!) en om (17-21) tegen te gaan moet nu 26-21 (17 x 37) 14-9 (8-13;) 9x16 (22-27) gevolgd door (27—31) met doorbraak. Óp 31-27 (22 x 31) 38 x 27 volgt (11-16) 27-21 (Of?) (16 X 27) 20-14 (12-18) 14 X 5 (17-21) 26X17 (18-22) enz., re mise. ning niet met die kleur wordt ge start Als intermezzo in de*e reeks spellen die alle voorkwamen in de afgelo pen wereldkampioenschappen, wil ik u deze week een spel voorleggen, dat eens .door de Franse topspeler Georges Théron werd gespeeld. Théron is kort geleden in de leeftijd van 27 jaar aan een hartaanval overleden. Het spel dat ik u hier geef, speelde hij in zijn jonge jaren. Hij werd toen al ais één van de vel belovende Franse spelers gezien en naar zijn latere resultaten hebben aangetoond niet ten onrechte. Ik zal u dit spel als double dummy pro bleem geven. N-Z kwetsbaar en de kaarten lagen als volgt: Sch V 63 Ha H 10 5 Ru V 7 4 3 KI H 6 2 sch98? Ha B 7 4 3 Ru 6 2 KI B 10 8 5 N W O z Sch 10 Ha A V 8 6 2 Ru B 10 9 8 KI V 9 7 Sch AH B 54 2 Ha 9 Ru AH5 KI A 43 Théron moest als zuid 6 Sch spe len, een contract dat bereikt was via het volgende biedverloop: noord oost zuid 'west pas pas 1 Ha 2 Ha 3 Ha 3 SA 4 Ha 4 Sch pas 4 SA pas 5 Sch paa 6 Sch pas pas pas West kwam uit met harten 3, op ta fel werd de 5 gelegd en oost nam met de vrouw. Oost speelde ruiten boer na. Hoe wordt dit slem nu te gen de beste verdediging gemaakt? HORIZONTAAL: 1. De ruif van Sints paard (9) 6. Dit is met genoegen (5) 9. Zij zijn niet erg zelfstandig (7) 10. Niet doen in het belang van de erf genamen (7) 11. Beleefd opmerkzaam (6) 12. Het huiselijke deel van de wereld (8) 14. Wigpaddestoel (9) 15. Grote hap (4) 18. Reeds u zit in het wier (4) 20. Aantrekkelijk beroep (9) 24. Opgelet! (8) 25. Zij behoeft een zeer «oliede basis (6) 27. Vroeger rustte het leger er op (7) 28. Deftig opspelen (7) 29. Uiting van schoonmaakwoede (5) 30. Hem overleef je niet VERTICAAL: 1. Stevig, maar een beetje pijnlijk (8) 2. Zulk een dak kan niet wegwaaien (7) 3 Dit is echt een persoonlijke dode (8) 4. Smaakvolle vis (4) 5. Mijlpaal op de weg naar de vol wassenheid (10) 6. Dit berust op een vast vertrouwen 7. Aetherhark (7) 8. Het krijgen van voordelen (8) 13. De dierenkop in de mast (10) 16. Een godheid en een Britse kapper samen in de pan (8) 17. Beeldschoon keukenkatje (8) 19. Wel schappelijk, maar uit de hoog te (7) 21. De narigheid van een taille, die nog geen meter meet (7) 22. Zulk een bezigheid wekt de eetlust op (6) 23. Poguteir, maar hardhandig ge- 36. Ala men de rots stuk .iaat kan a ar wel pp liggen (4) 'HORIZONTAAL: 1. kaas, 4. boter, 8. room, 11. Ans, u '.if Elre' 18 *erak- 17- Aken 19. leden. 21. Ran. 22. brand, 23. kom 25 me* 28. kanarie. 33. trio,-38. lenen. 37. be-' te, 39. soldaat, 40. naderen, 41. Eede. 42 reder. 44 Kelt, 45. piloten, 48. vla, 49. tap 52. roman. 54. pit, 36. titel, 50. Amer 60 VERTiCAAL: 1. keel, 2. aard, 1 Sn eek, 5. Oder. Ta- rakan. 7. elan. a raars, 9. orka, 10. mond. 15. iep, 18. Ens, 20. nok, 22. bee. 24 mala ria, 25. minaret, 28. etsen, 27. wilde. 29. ne tel, 30. renet, 31. merel, 32. rente, 34. roe, 35. ode, 37. bek, 38. tel, 43. dominee, 45. pia 46. nat, 47. som, 48. varia, 30. piano £1 rr*' roeel' 34 poel, SB. tent. 07. trek, 96. laar.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 17