Proletariaat kreeg met
komst van de Fransen
volop wind in de zeilen
EMBRYONAAL
STIEFKIND
KATER
door
Adriaan P. de Kleuver
NOTARIS
POPULAIR
RUST
BURGELIJKE STAND
EDE
DINSDAG 15 SEPTEMBER 1970
175 JAAR VEENENDAAL
VEENENDAAL ONTRUKTE
ZICH OP 16 SEPTEMBER 1795
AAN RHENEN'S BEWIND
Het boterde niet zo best meer tus
sen Rhenen en Veenendaal. Het on
mondige vlek in de venen werd een
dorpje rond de kerkheuvel en geheel
afgezonderd van Rhenen ontwikkel
de er zich een hechte gemeenschap
zodat men eigenlijk van Veenenda-
lers moest spreken. In de meeste ge
vallen wist de magistraat van de
stad niet eens wat die eigengereide
Veenendalers uitvoerden. De Veen-
raden speelden veelal op eigen gele
genheid magistraatje en er is einde
loos getwist over bestuurszaken die
de bewoners van het kerspel in de
venen zich aanmatigden en die vol
gens de heren regenten van Rhenen
de Stad en Vrijheid van Rhenen toe
behoorden. Maar dat dorpje werd
allengs een dorp met even veel in
woners als het stadje Rhenen.
Dat dorp was opgedeeld in drie
buurtschappen, de Bovenbuurt, de
Middelbuurt en de Benedenbuurt.
Dit alles bij elkaar werd het Veen-
raadschap van de Stichtse Venen
genoemd. Eigenlijk had ik op histo
rische gronden éérst het Veenraad-
schap van de Geldersche Venen be
horen te noemen met óók drie
buurtschappen, dus een Bonenbuurt
(Boveneinde), een Middelbuurt (van
het Bakkersschut tot de Lindeboom)
en een Benedenbuurt (Benedenein
de). Koning Philips II voltooide in
1563 het werk dat zijn vader keizer
Karei V in 1549 begonnen was.
De keizer besliste dat dit hele ge
bied kerkelijk een eenheid moest
worden en bepaalde dat de kerspel-
grenzen ongeveer het gebied van de
ze zes buurschappen zouden vormen.
Philips II ging nóg verder en maak
te er één Veenraadschap van, dat
van de Geldersche en Rhenensche
Venen. Maar al spoedig werd dat
Rhenensche vervangen door Sticht-
sche en het gebied werd op kerke
lijk en waterstaatkundig gebied au
tonoom.
Geldersch-Veenendaal bezat een
eigen onderschout en ook Stichts-
Yeenendaal bezat zo'n ambtsdrager.
Ieder had 6 buurmeesters tot zijn
beschikking. Het enige dat nog bin
ding gaf was de verantwoordelijk
heid jegens de hoofdschouten van
Ede en Rhenen.
Zo moest de onderschout te Vee
nendaal maar zien te manipuleren
tussen eensdeels de ontevreden
hoofdschout te Rhenen en ander
deels de wensen vart de bewoners
van het Veenraadschap en kerspel
\an Veenendaal en de Geldersch-
Veenendaalse ambtgenoot idem dito
met het ambt Ede. Reeds 95 jaar.
vanaf 1689. rees telkens hoog op
laaiend verschil van mening over
het recht van houden van een vette
beesten ossen) markt, maar toen
Rhenen in 1784 import begon te hef
fen op ieder stuk vee dat van vele
zijden naar de Veenendaalse herfst-
markten (twee in oktober en twee in
november) gebracht werden zullen
de burgemeesters en raden van de
goede stad Rhenen niet gedroomd
hebben dat dit nu juist de druppel
werd die de emmer deed overlopen.
De halve-wees Veenendaal begon
te begrijpen dat naast moeder Rhe
nen een vader bestond en die heette
Vrijheid, 't Is wel toevallig dat Vee
nendaal nu juist in de Vrijheid van
Rhenen lag. Dat modewoord uit
Frankrijk overgewaaid kende men
reeds, maar in zo geheel andere be
tekenis. Voor de Veenendalers bete
kende het geketend zijn aan Rhenen.
Zo te zien leek een en ander op
een interne vete die de rivalen Rhe
nen en Veenendaal al bekvechtend
naar de spits dreven. Maar dit zou
een totaal verdraaid beeld van de
werkelijke toestand geven. Overal in
de Nederlanden heersten nog zulke
feodale toestanden. Het was gevolg
van een algemeen gevoel van onbe
hagen tegen het regentendom dat
het proletariaat ertoe dreef zelf het
heft in handen te nemen.
De 5e halve Brigade Hollandse Mili
tairen werd te Veenendaal gelegerd en
dat was de reden van Wulfert van Gin-
kels allerhartelijkst welkom.
De bewoners van Veenendaal wa
ren verarmd. De turfnering verliep en
wat eens puike natuurw eilanden
f blauw graslanden) waren waarvan met
weinig moeite goed grasland voor de
veeteelt van gemaakt had kunnen wor
den. dat was in poelen en moerassen
veranderd.
175 JAAR MI ln het dorp hadden
zich enige wolkammers uit andere
plaatsen gevestigd (Bomas uit Amster
dam en Van Schuppen via Amsterdam
uit An holt (Did.); Hienseh. een hoge
hoedenfabrikant. uit het Rijnland en
Zeewolt uit Arnhem Dèt werden de
grote mannen en daarnaast kwamen
nog families als Van Broeckhuijsen,
Beijer, Van Woudenberg. De Waal. etc..
die ook de wolkammeri.i en weverij ter
hand namen
Het aakenleven wend beheerst door
enige Joodse families en daarnaast had
men die grote groep veengravers en ge-
legenheidswolkammers die te /.amen het
18e eeuwse proletariaat van Veenendaal
vormden. Toen het puikje van het in
het uitvoeren van revoluties bedreven
Franse proletariaat bij Lobith de be
vroren Rijn overtrok behoefden in de
republikeinse Nederlanden geen ge
kroonde hoofden te vallen. De oude
landadel was meer boer dan vechtjas
en toen Daendels met zijn Hollandse
huzaren in 1795 te Amsterdam zijn „in
tocht" hield werden de slimme oude
wtten die zitting als regenten hadden
eenvoudig tot ambteloze burgers ge
maakt.
Overal in de steden werden „volgse
manicipoliteiten gevormd, een soort
embryonale gemeenteraad dus. en zo
volgden ook de voornaamste heerlijk
heden en gerechten.
Aanvankelijk handhaafde men nog
de oude Statengrenzen. maar men
vreesde heropleving van het oude re
gentendom en verdeelde de Nederlan
den onder de naam van Bataafse Repu
bliek in departementen met landschap
pelijke benamingen.
De oude adel strafte men door de
wapenborden uit de kerken te laten
verwijderen en de wapens van de graf
zerken te laten hakken (zie eens hoe ze
ln het koor van de Eusebiuskerk te Am-
hem hebben huisgehouden), een vreem
de vorm van vernielzucht en in feite
een „beeldenstorm" in" omgekeerde vol
gorde.
De Bataafse Republiek (1795-1806)
was een papieren republiek en „onze"
revolutie een fluwelen revolutie. Wie
om het hardst de Fransen prees en ont
haalde tot ze zich dik gevreten hadden
won het pleit.
En die Veenendalers visten van wan
ten! Op de markt werd de Vrijheids
boom geplant en er omheen dansten
„hand in hand. kameraden" (maar niet
zo eensgezind als de Feijenoorders) stij-
I« en strenge Calvinisten met Franse,
losgeslagen vereerders van de Eredienst
van de Rede.
Want het ging om dat ene. dat bege
renswaardige goed: de vrijheid! Dat al
le mensen gelijk (geschapen) waren ge
loofden die Veenendalers wel en met
die broederschap zou het wel loslopen.
Zo meende men».
Rhenen had zich nooit erg toeschiete
lijk getoond en dat „schuldloze" stief
kind Veenendaal kort gehouden. Dus
waagde men het er maar op met die
Franse schelmen. Per slot van zaken
waren wij nu vrije Bataven (welk een
pure onzin!). Dat die vrijheid spoedig in
berusting zou over moeten gaan, wie
dacht daar aan.
Rhenen verzette rich heftig maar
móést 7.ij het op eervolle wijze
toch de strijd opgeven. De Veense turf
trappers begrepen wel niet zo veel van
de wereldpolitiek die hele staten aan
bet wankelen bracht, maar als het om
dat vermaledijde Rhenen met zijn re-
gentenkliek ging, dan werd revolutie
«en toverwoord.
Bezien wij de lijst van Veenendaalse
ondertekenaars die om vrijheid,
d.wjr. om een eigen manicipaliteit en
een eigen gerecht gingen vragen dan
treffen wij naast een paar op een
goed baantje uitzijnde kopstukken
geen bezadigde Veenraden maar heel
gewone uit het volk gekomen men
sen.
Anthonie de Bij 11 en niet te vergeten
de ontwikkelde Wulfert van Ginkels
marcheerden vooraan in de strijd. Daar
was er de 9tille achtergrondfiguur die
vooruitgeschoven moest worden om het
spel te winnen: Jan Smith! Br is wel
gezegd dat Jan Smith een hazenhart
bezat, maar vraagt men het mij dan zie
ik in die figuur meer de diplomaat. Wij
zullen wel zien.
LANDVERRAAD
Pleitbezorger Wulfert van Ginkel ge
bruikte de stroopkwast en wist over de
heren regeerders van Rhenen fraaie
gruwelverhalen op te dissen. Hoe beju
belde hij in 1799 de inlegering te Vee
nendaal van de (eigen) Bataafse troe
pen en hoe wist hij de volksziel te be
spelen met woorden ais; „Velen Uwer
(en waar het al eerder de arme Vee
nendalers betrof velen van ons) dragen
de zichtbare tekenen van wat de roof
zuchtige Britten en barbaarse Russen
(en waar het de Veenendalers betrof de
regeerders van Rhenen) U (ons!) heb
ben aangedaan.
Voor onze hedendaagse begrippen be
tekende dat landverraad. Maar voor
Wulfert c.s. vrijheid. Zo dachten per
slot van rekening de NSB-ers óók over
wat nu weer die beste brave Duitsers
zijn. Woorden van toen waren meer als
dank bedoeld voor het feit van de af
scheiding van Rhenen zullen wij dan
maar denken. Men kan het evengoed
zo stellen dat de oude en wijze regenten
van Rhenen in de maag zaten met een
stelletje progressieve en in eigen ogen
gediscirm in eerde Veenendalers.
In het valleidorp woonden al meer
zielen dan in het stadje Rhenen. Toen
in februari 1795 een troepje Fransen in
het dorp kwam „te liggen" werd de
vrijheid meteen maar gevierd met je
never en een goed glas wijn.
De Fransen vonden die Veenendalers
echt aardige lui. En daar toog dan een
deputatie uit Veenendaal, Wulfert van
zelf vooraan, naar het vernieuwde be
stuur van de „staat" Utrecht, de Repre
sentanten *s Lands van Utrecht". Dat
waren geen deftige regenten meer maar
pientere jongens uit het volk die met
behulp van een paar omgezwenkte „re
volutionairen.. uit de vroegere periode
het best rooiden.
Wij zeiden het reeds dat er een inde
ling in geografische departementen op
komst was omdat men beïnvloeding
van de oude Heren Staten vreesde,
maar zó ver was het in februari 1795
nog niet. Na een paar maanden voelden
de Representanten er wel voor Veenen
daal zelfstandiger te maken dan het al
was.
Rhenen stond over de gedragingen
van de vrijheidslievende blauwkousen
al jaren letterlijk op de achterste be
nen. Rhenen zond een deftige commis
sie naar Veenendaal, de klok klepte de
vergadering op en in de Oude Kerk op
de Markt werd vergaderd. Geloof maar
dat niemand thuis bleef.
Een deel van de Veenendalers twij
felde nog Vreesden die dat wat men
voor ..vrijheid" hield slechts een kater
kon bezorgen zo men er zich aan be
dronk? Maar lui die spelen met revolu
tionaire gedachten luisteren niet naar
bedachtzame mensen. Die hielden meer
van het type Veenendalers dat zich on
bezonnen pardoes in het avontuur
stortte.
De Representranten te Utrecht kregen
waar voor hun geld. De Veenendalers
schreeuwden moord en brand: „De
stedelijke regering van Rhenen liet
voor straf iedere dag een dikke vijf
tig Veenendalers in de bitterste kou
hout in de bossen hakken, betaalde er
geen cent voor zodat vrouw en kin
deren zonder brood zaten, terwijl er
al mannen rondliepen met bevroren
ledematen."
Ziezo, zo dachten de oproerkraaiers,
dat zal de deur wel tee doen en het
sorteerde succes! „Ongehoord", zo riep
men in Utrecht uit," daar gaan wij wel
een einde aan maken.
Maar ambtelijke molen* malen nu
eenmaal langzaam en na veel over en
weer gepraat kwam op de voor Vee
nendaal zo gedenkwaardige 16e septem
ber 1795 een deputatie uit Utrecht naar
het dorp en weer klepte de klok de „in-
en opgezetenen" ter vergadering bijeen
in de Oude Kerk. Zo goed als niemand
voelde er voor nog langer onderdaan
van Rhenen te blijven. Gevolg was dat
Veenendaal op die dag een zelfstandig
gerecht werd en zou gaan behoren tot
het kwartier van Eemland.
Dat laatste is zéér zijzonder! Rhenen
met inbegrip van de Vrijheid (Achter
berg, de Grebbe, Remmerden, Eist en
Veenendaal) behoorde tot het Neder-
kwartier.
Door Veenendaal in te delen bij
Eemland kwam het gerechtelijk onder
de maarschalk van Eemland, waartoe
ook Renswoude behoorde Voor zover
het de rechtspraak betrof had dus Vee
nendaal niets, maar dam ook helemaal
niets meer met Rhenen van doen. De
afscheiding van Rhenen was compleet.
Anthonie de Bojll, een van de andere
uitslover Wulfert van Ginkel secretaris.
Gelijk met Stichtsch-Veenendaal ge
creëerd. Jan Smith werd maire van het
kersverse Stichtse Veenendaal en C.
Slok maire van het Gelderse deel van
het dorp. Deze heer Slok is later nog
notaris van Veenendaal geworden.
Het Utrechtse Veenendaal kreeg een
manicipaliteit bestaande uit de heren
Jacobus Anbeek. Willem de Fluiter,
Frederik van Kessel, Andries Ver-
burch, Hendrik Vallewens en Albert
van Wakeren. Zo te zien vertegen
woordigde dit zestal wel de brede
laag van de bevolking. Alleen Jan
Smith, de maire, was doorkneed in
bestuurlijke zaken. Mogelijk is het
dat hij meer burgerlijk dan politiek
dacht.
Geboren in 1754 in Veenendaal als
zoon van Jan Smith en van Joffrouw
Aaltje de Waal had hij het in 1792 tot
„drossaert" (dus drost of zakelijk verte
genwoordiger) van de Hoge en Vrije
heerlijkheid Renswoude gebracht, maar
woonde te Veenendaal
Op 1 november 1792 huwde hij te
Rhenen met Juffrouw Alida Meruso,
Zandstraat met grift ca. 1890.
Hoewel honderd jaar later gemaakt
geeft deze afbeelding op bijzonder
goede wijze de sfeer van dat oude
Veenendaal weer. Als bijzonderheid
vermelden wij dat het alleenstaande
jongetje op het vermaarde fabricks-
bruggetje van de Wed. D. S. van
Schuppen en Zoon de vader is van de
schrijver, schoenwinkelier Jan de
Kleuver.
weduwe van de Weleerwaarde heer
Willem van der Roch, in leven predi
kant te Cuyck, die te Rhenen woonde
en daar geboren was in 1750 als dochter
van Hendrik Menso, burgemeester van
Rhenen en van Vrouwe Johanna Chris
tina Bouwensch.
Die eerste maire van Veenendaal be
hoorde wat men noemt tot de „boven
laag" van de bevolking. Zo werd hij in
1812 officieel burgemeester en was in
1820 tevens ter plaatse notaris
Bovendien trad hij na 1812 op als
^waarnemend schout van de burgerlijke
staat. Zijn overlijdensacte vermeldt dat
hij te Veenendaal op 74-jarige leeftijd
als burgemeester overleed en weduw
naar was van Vrouwe Alida Menso op
26 september 1827.
Wat heeft zo'n man veel meege
maakt! Ook valt het op hoe de deftige
stand naar de ogen gekeken werd. De
burgemeesterswoning lag aan de Kerk
straatzijde van de toenmalige Kercken-
wijck die de Hoofdstraat in tweeën
deelde. Een man dus die met recht
heeft moeten schipperen met talloze re
geringsvormen.
Keren wij nog even terug tot het al
gemene wereldbeeld. In ieder geval
moeten wij niet uit het oog verliezen
dat Frankrijk in 1795 met de Republiek
vrede gesloten had evenals met Prui
sen en Spanje. De komst van de Franse
soldaten zou men vriendschappelijk
kunnen noemen. Wij stelden het toch al
zo dat wij een fluwelen revolutie door
maakten. Maar daar aan de andere zij
de van de Noordzee lag Engeland en
daór viel niet mee te spotten.
Uil de befaamde „Aanspraak" van
Wulfert van Ginkel in 1799. waarbij hij
als secretaris optrad namens beide gr
Koning Willem 1 (foto uiterst links).
Zonder veel „alarm in de venen"
bleef bij de aanvaarding van de sou-
vereiniteit over de Nederlanden als
koning de gemeente Veenendaal voort
bestaan.
bodewijk Napoleon, koning van Hol
land (1806-1810).
Door uitwissing van de oude Staten
grenzen verenigde deze scherts-ko-
ning, bijgenaamd ,.de lamme" van
wege zijn slappe houding in staats
zaken beide gemeenten Veenendaal
tot één gemeente, een toestand die
nadien in 1960 eerst werkelijkheid
werd.
meenten Veenendaal komt de haat je
gens Engeland onverbloemd tot uiting.
Er bestond met Frankrijk geen oorlogs
toestand en in zekere zin liet men ons
onze 'gang gaan. Generaal Bonaparte
was populair aan het worden. Robes
pierre had trouwens reeds ingezien dat
de Eredienst van de Rede opgeheven
diende te worden en het voor de prole
tariërs toch maar beter was dóór zijn
geloof uitzicht op een beter hierna
maals te behouden. De ontevredenheid
van hei grauw doet de allerarmsten
eenvoudig stormlopen tegen een sper
vuur.
Zelfs na onze 16e september moest
Bonaparte op 4 oktober 1795 nog de
opstand van het gepeupel te Parijs met
artillerievuur onderdrukken. Zo kwam
het jaar 1799 waarop Napoleon de
grondwet proclameerde op het moment
waarop de tijd daar rijp voor was. De
dictator greep naar de macht.
De wolkammerij gang in Veenendaal
rustig door. Van de blokkade door
Engeland bemerkte men wel gebrek
aan koffie, suiker en specerijen. Maar
het is zelfs niet te gewaagd te veron
derstellen dat de Joodse firma Van
Aalten voor een pijpje tabak kon zor
gen. Wol en tabak waren inmmers
grondstoffen van eigen bodem!
Zo kreeg maire Jan Smith op zekere
dag een schrijven dat hem een boek in
de Franse taal gezonden zou worden
om Steven van Schuppen ter hand te
stellen en dat handelde over de wolbe
werking. De maire haastte zich evenwel
te schrijven dal zo'n boek beslist niet
nodig was omdat Van Schuppen het
wolkammersvak verstond als geen an
der. Of onze Steven ooit zo'n boek ont-
-tngen heeft is mij niet bekend.
Toen overal verzet rees tegen het be
wind van Napoleon Bonaparte,
schreef Jan Smith dat men zich over
Veenendaal niet bezorgd behoefde te
maken. Alles was hier rustig. Ja, men
hield zich uiteraard rustig. Want wat
zou er gebeuren als de Fransen hun
hielen gelicht hadden? Oh, bange
vraag...
Dan komt na de kronong lot keizer
an Napoleon 1 voor ons land een on
bekend vreemde toestand. Napoleons
>roer Lodewijk Napoleon wordt koning
over het door de keizei- gecreëerde ko
ninkrijk Holland. Een keizer moet van
zelf koningen, hertogen, graven, etc.
onder zich hebben. Dub maak je er
maar wal.
Die Hollandse koning wilde één con-
traal bewind en wiste de oude lands-
grezen uit. Bij decreet van 1807 werden
beide gescheiden delen van het dorp
Veenendaal tot één gemeente gemaakt
en dat bleef zo toen de „lamme koning"
in 1810 bij zijn grote broer in ongenade
viel en ons land eenvoudig bij Frank
rijk ingelijfd werd.
Eerst bij het herstel van de oude Sta
ten in 1813 werden op last van koning
Willem I de oude grenzen weer her
steld. Toen ging het er om: Zou een
gemeente als Veenendaal voort blijven
bestaan? Het viel allemaal mee.
Nog berusten in het archief van Vee
nendaal de Burgerlijke Standregisters
uit het jaar 1811 van de toenmalige o
zo kleine gemeente Geldersch-Veenen-
daal.
Geldersch-Veenendaal evenwel werd
weer bij de gemeente Ede gevoegd.
Landsgrenzen zijn landsgrenzen, zo re
deneerde men toen. En hoeveel (vuil)
water is er wel door de grift gestroomd
eer in 1960 eindelijk een beetje drage
lijke toestand ontstond.
Tot besluit iets over de oude Veen-
raadschapsgrenzen van Veenendaal.
Op gevaar af dat men in Rhenen zal
denken dat ik op een nieuwe grens
verlegging aanstuur. Maar stel u ge
rust. het gaat mij alléén om wat his
torisch vaststaat.
De oude Veen ra adsc hapsgrenzen zijn
niet aangehouden bij he* vaststellen
van de gemeentegrenzen. Met Gelder
land vormde dat geen probleem. Daar
hield men de oude landsgrens uit de
hertogelijke tijd aan. Het Veenraad
schap viel, zoals wij reeds z^gen, zowel
onder de Staten van Gelderland als van
Utrecht en ieder deel bestond uit drie
buurtschappen, de Stichtse ook Rhe-
nense Venen genaamd. De grens langs
de zg. Dijkergoederen (de hofstede de
Kampjes ligt nog juist in de gemeente
Veenendaal) is wel juist. Dat ziet men
op alle oude kaarten duidelijk aangege
ven. Maar wat de drie buurtschappen
betreft zou de grens boven de Boven
buurt behoren te liggen.
Ze werd evenwel ongeveer op de
helft van de Boven- en de Middelbuurt
gecreëerd, dus boven de Middelbuurt.
Uit historisch oogpunt behoren Blaau-
wendraat en Engelenburg nog tot het
Veenraadschap. Een oude kaart heeft
de vrij smalle en zeer lange percelen
allen tot de Cuneraweg. Ja, en dan be
hoorde Prattenburg ook tot het Veen
raadschap tot aan de aanzet van dB
Slaperdijk toe.
Voor mij behoeft er geen grenswijzi
ging meer te komen. Maar men hééft
Veenendaal indertijd te kort gedaan. Of
wilden de bewoners van Prattenburg
niet van Rhenen gescheiden worden?
Wij weten het niet. Maar wel dat ze
ons opgescheept hebben met de slechtst
denkbare „grond": moerassen en water
en voor de rest met een kerkhueveltje.
Snapt u er eigenlijk wat van dat daar
uit zo iets groots voort kon komen?
Geboren: Ingeborg B. T., d.v. J. Ka
reis en J. C. Vis; Jan, z.v. G. Boon en
C. W, van Esseveld; Albartus, z.v. G.
Snel en S. H. den Hatert; Aline G. d. v.
G. Jacobsen en M. W. van Loenen; Jea-
nien A., d.v. J. S. Nijhoving en J.
Geerts; Arie, z.v. J. B. Hooijer en J.
van Laar; Ingrid, d.v. H. Kas en T. van
Asselt; Merie, d.v. K. A. Gerritz en M.
Jansen; Jacob, z.v. H. Peelen en H. W.
Evertse; Simone, dv. G. W. Teunissen
en A. C. Beekhuizen; Maria R., d.v. E.
J. van den Ham en B. Maduro; Wil ma,
d.v. L. Post en A. van Bruxvoort; Pe
ter, z.v. M. van Dookum en J. Schut;
Gerrit, z.v, A. Braaf hart en W. VAN
Binsbergen; Geertje J„ d.v. H. Lok en
C. E. Hazeleger; Jerome, z.v. J. van de
Kuit en J. Meijer; Kil C„ z.v. T. van
Eek en C. de Koning; Nicolette A., d.v,
W. Rozendaal en A. Hell; Anita E. d. v.
G. A. Top en M M. Venhorst; Froukje
H. J., d.v. J. de Weeger en H. F, H. van
Barneveld; Johannes z v. W. Achter
berg en G. A. Adams: Marrigje G. A.,
d.v. W. Achterberg en G. A. Adams;
Peter, z.v. A. J. P. M. van den Bremer
en G. C. E. van den Brink; Kemal z. v.
S. Seref en M. Gunaydin; Sven E., z.v,
J Iedema en G. Looijs; Ar is je A., d.v.
H. E. van Harskamp en A. Westerhuis;
Hendrika J. P., d.v. H. A. van Baten-
buig en A. van de Kraats; Mary J„ d.v,
B. W. J. van Kooten en C. H. Fintel-
man; Huig, z.v. IC. J. van der Sluijs en
B. W. Vonk.
Ondertrouwd: Barend Navest en Jo
hanna P. Bosch; Petrus Q. de Block en
Alice G. Iprenburg; Wouterus van den
Brink en Greta Brobbel Dorsman; Arie
Schut en Evert je Schuur; Willem J.
Krul en Henriëtte A. van Dijk; Johnny
Willemsen en Margaretha van Roekei;
Hendrikus de Vries en Joyce S. Keil
man; Michiel W Thieme en Louise
J. Berck: T. Heijman en Willempje
Ploeg; Jan L. van Gelder en Carolina
van der Zijde; Derk A. C. Bosman en
Sieuwke M. Burgers; Albertus Staal en
Aaltje M. van Bodegom; Jochem Ha-
zenboom en Willemfc» van Huimik;
Hendrik Brunekreeft en Geertruida
Nap.
Getrouwd: R B. W. M. Lucassen en
Elizabeth I. Weijland; G. van de Vendel
en E. B. van den Brink; H. J. van Beek
en G. Meerveld; H. Gunther en A.
Snapper: H. van der Hoven en J. Weij-
man; J. Texer en P. W. J. van Ree; H.
Stuurman en T. de Jong; E. J. Kooren
en G. van Surksum; G. W. H. Hobbe-
link en J. M. A. Groenendijk; 1/. Don
ker en A. Wisserhof; C. H. J. Meerveld
en H. J. Burgers. A. de Winter en R.
Kostic; A. van de Pol en A. Akkerman;
C. P. Gootjes en A. M. van de Fliert; A.
van Zwetselaar en W. M. van der Aa.
Overleden: Marinus Brouwer, 93 jr;
Geurt A. M. Diepeveen. 69 jr; Maria C.
Heij, 31 jr; Teunis Klaassen, 86 jr;
Hendrika van de Kieft, geh. gew. met
J. C. de Bruijne, 76 jr; Johanna E. de
Jong, geh. gew. met K. Botter, 88 jr;
Johannes Fellinger, 78 jr; Jan C. Vlas-
tuin, 84 jr; Hendrika C. F. Knaap, geh.
gew. met G. A. Frederiks, 88 jr; Moni
que Hagen, 2 jr; Jacomijntje Folsche,
geh. gew. met M. de Munnik. 83 jr.