Sollicitatiebrief Oude-StZwitserland maakt plaats voor kort verzoek om afspraak MarihuanaGaat er om hoe men het gebruikt Kind is dupe van huidige situatie monnikspij maar L v7 midi voor mannen I Daniël verfilmd Heme in ïe kerk Boek over landbouw Het is te veel voor één man om les én leiding te geven Branden in Eigen briej Teleft Om de roes is gevaarlijk Taken Hoe? Geen metlxkle Sociale drinkers 00)1 0 Voor enige opschudding op een modeshow in New York zorgde deze jongeman. Hij toonde midimode voor mannen: een ruimvallende brui ne cape met capuchon, de blote voeten in sandalen en om de hals een ketting van houten kralen die opvallende gelijkenis met een rozenkrans toont. De prijs van dit ensemble bleek 160 gulden te zijn. Wellicht is iemand geneigd te denken dat de klok teruggedraaid wordt en de mid deleeuwse monnikspijen weer in zwang komen, maar dat is niet zo. Dit is mannenmode 1970. De sollicilatipbrief-oude stijl, bundels afgekloven clichés, waaruit de nederige dienstbaarheid van de sollicitant moest blijken, sterft uit. Sterker nog: Er wor den steeds minder sollicitatiebrieven geschreven. Steeds vaker vervangt de telefoon envelop en briefpapier. In de race om voldoende personeel binnen de poorten te krijgen proberen de bedrijven in deze tijd van efficiency zo snel mogelijk contact te krijgen met de sollicitantenr~Lees de advertenties er maar op na: ..Bel even onze personeels chef om een afspraak te maken. Het nummer is...". Een brief schrijven? Liever niet. maar als het niet anders kan... Want het bedrijfsleven heeft haast. En het moet de sollicitant zo gemakkelijk mo gelijk worden gemaakt. „Ik merk het aan onze leerlingen", zegt de heer H. de Gruiter (32), docent voor de secretariesseopleiding van een groot landelijk instituut voor de scho ling van kantoorpersoneel. Bovendien heeft hij veel contacten met het be drijfsleven, waarvoor hij cursussen ver zorgt. Maar bovendien verandert er hel een en ander in de stijl van alle zakelijke brieven. Wij leven in een tijd van jon ge mensen, die zich vooral eerlijk wil len presenteren. Dat is duidelijk merk baar in de hele scala van handelsbrie ven". „Vroeger schreef je „Wij verzoeken u...Tegenwoordig moet je schrijven: „Is het u mogelijk om...". Dat is dus een heel andere benadering. In de moderne, van alle clichés ontdane brieven, of het nou een sollicitatie is of een offerte, richt degene die de brief schrijft zich op de ander in plaats van op zichzelf, zoals vroeger gebeurde". De heer De Gruiter: „Er verandert dus iets in het solliciteren. Dat betekent niet, dat de sollicitatiebrief overbodig is geworden. De moderne sollicitatiebrief bevat over het algemeen niet meer dan een vraag om een afspraak te mogen maken. De traditionele brief met een opsomming van alle antecedenten wordt nog maar door een kleine groep mensen geschreven". „Ik merk vaak dat mijn leerlingen bang zijn om een sollicitatiebrief te schrijven. Het is immers voor de mees te mensen erg moeilijk om een bedrijf in een brief duidelijk te maken wie je eigenlijk bent. Het is voor het bedrijfs leven veel efficiënter om sollicitatie contacten snel en dus vaak telefo nisch af te handelen". „De grote moeilijkheid is", vindt de heer De Gruiter, „dat als je alle clichés van vroeger laat vervallen, de sollici tant verplicht is een eigen brief te schrijven. Zo'n sollicitatiebrief heeft dus eigenlijk veel meer waarde. Maar aan de andere kant bevordert het de angst van veel mensen om zo'n eerlijke brief te schrijven. Er js een veel grote re schrijfangst dan vroeger". .Natuurlijk is er, vooral bij de mid delgrote bedrijven, nog een grote groep personeelschefs, die in hun hart meer prijs stellen op zo'n traditionele sollici tatiebrief vol clichés, dan op die korte episteltjes, die alleen worden geschre ven om een afspraak te maken. Deze mensen hangen zó erg aan traditie, dat zij de nieuwe ontwikkelingen niet kun nen of willen begrijpen". „Maar het komt toch niet vaak voor, dat een personeelschef een sollicitant afwijst, omdat deze een moderne brief heeft geschreven. Onder druk van het personeelstekort moet zo'n chef deze vernieuwingen wel accepteren". ZiiRIC'H Ruim 40 procent van alle branden in Zwitserland is verleden jaar veroorzaakt door menselijke fouten. Het aantal brandstichtingen was echter gering. De Zwitserse brandverzekerings maatschappijen, die melding maken van een totale brandschade van 120 miljoen frank (28 miljoen dollar), zeg gen, <.ot 40,5 procent van alle branden t.e wijten was aan menselijke fouten. Voornaamste oorzaken waren niet-ge- isoleerde lampen, lucifers, elektrische apparaten, roken in bed en elders als mede met vuur spelende kinderen, De op een na voornaamste oorzaak van branden was blikseminslag daardoor ontstonden 28,5 procent van alle branden. Branden in bedrijfspan den waren met 18,2 procent derde en licht brandbare materialen met 6.7 pro cent vierde. De brandweer kreeg lof toegezwaaid voor het feit, dat zij erin slaagde de meeste branden te blussen voordat ze uit de hand liepen. ROME In een beroemde basiliek van Rome is het tot een vechtpartij ge komen tussen een aantal conservatieve katholieken en jongeren die met bege leiding van gitaren een „folk-mis" vier den in de kerk. De Romeinse geestelijkheid heeft het incident in de doofpot proberen te stop pen maar er zijn toch berichten in de Italiaanse pers verschenen. Drie conservatieven twee jongeren en een oudere dame zijn door de politie aangehouden wegens ordeversto ring. Tegen hen is een aanklacht inge diend. Het incident vond plaats in de basi liek van St. Paulus buiten de muren na Ie St. Pieter de grootste kerk van Rome. Nauwelijks was de folk-mis begon nen of tien conservatieven bestormden het altaar, rukten de daar spelende groep de gitaren uit de hand en braken de geluidsinstallatie af. De ongeveer 1000 gelovigen die de mis bijwoonden wisten aanvankelijk niet wat hen overkwam, maar al spoe dig greep een aantal van hen krachtig in en werkte de conservatieven met harde hand de kerk uit. Veel sollicitatiecontacten komen dus telefonisch tot stand. In het uiterste ge val wordt er toch nog een kort briefje geschreven. Maar hoe zal de toekomst eruit zien? Zal de sollicitatiebrief dan helemaal verdwijnen? De heer De Gruiter: „De traditionele sollicitatiebrief is nog niet helemaal uitgestorven. Voor de hogere functies schrijven de sollicitanten nog steeds de met clichés en antecedenten doorspekte brieven. In sommige gevallen wordt voor deze functies nog wel eens de te lefoon gebruikt. Maar voor topfuncties is de telefoon nog een groot taboe. Daar worden alleen nog maar de brieven uit de goeie ouwe tijd geschreven". „Nee, de moderniseringen voltrekken zich voornamelijk in de regionen van het lagere personeel. Want juist in deze groepen is de schrijfangst het grootst, omdat men daar de meeste moeite heeft om zich op papier goed uit te drukken". Met het doel een aantal misverstanden over de agrarische samenleving weg te nemen en de noodzaak van een aanzienlijke versterking van een juist landbouwbeleid nog eens extra aan te tonen heeft het Landbouwschap een kleine brochure uitgegeven, het zogenaamde „Groenboek", waarin de belan gen van rond tweehonderdduizend gezinnen, werkzaam in en verbonden met de land- en tuinbouw, aan de hand van uitvoerig cijfermateriaal worden toe gelicht. Het landbouwprobleem, zoals dit zich vandaag de dag in heel sterke mate aandient is, aldus de voorzitter van het Landbouwschap, ir. C. S. Knottnerus, in het voorwoord, helemaal geen kwestie meer van een groepsbelang, maar een van de grootste sociaal-economische vraagstukken van de moderne in dustriële samenleving. De trek uit de landbouw, de laatste twintig jaar gemiddeld dertig man per dag, hoe betreurenswaardig misschien ook, heeft anderzijds een waardevolle bijdrage aan het bedrijfsleven geleverd, want vele jongeren, die in de agra rische sector geen boterham meer konden verdienen, zijn naar ondernemin gen op een ander vlak overgestapt, die mede daardoor tot bloei konden wor den gebracht. Het groenboek stelt dat er zeker ook in de landbouw nog veel moet verande ren en verbeteren, een zaak die niet alleen de boeren, maar ook de overheid aangaat. Maar men stelt aan het slot, dat het Nederlandse volk nu toch einde lijk eens moet inzien dat goed voedsel, door land- en tuinbouwers geprodu ceerd, zodanig betaald dient te worden dat de mensen die voor acht procent bijdragen aan ons nationaal inkomen en voor vijfentwintig procent aan onze export, zeker een menswaardig bestaan waard zijn. SCHOOLHOOFD KAN 'T WERK NIET MEER AAN AMSTERDAM Hei schoolhoofd bij het lager onderwijs kan het werk niet aan. Zijn taak als leider van de school is de atgelopen jaren sterk uitgebreid. Toch moet hij normaal voor de klas blijven staan. Op de jaarvergadering van de Algemene Bond van onderwij zend personeel is krachtig aangedron gen op hulpmaatregelen. De heer C. van Ooyen kan er van meepraten. Hij is hoofd van een school openbare lagere school Burgemeester Fock in het Amsterdamse Slotermeer. Tijd en gele genheid om die taak te vervullen heeft hij niet. De zorg voor de tienklassige school met zo'n driehonderd leerlingen, moet hij tussen zijn werk maar zo'n beetje waarmaken, want zijn taak is in de eerste plaats les te geven aan de vijfde klas. De heer Van Ooijen verkeert In de gelukkige omstandigheid dat er aan zijn school een concierge is verbonden. Terwijl hij met iemand praat, contro leert de concierge of de vijfde-klassers met de vereiste geestdrift aan een uit geschreven taak arbeiden. De bovenmeester van vroeger was toch ook klasse-onderwijzer: waarom Is die dubbele functie nu niet meer goed uit te voeren? „Vroeger kwam een kind naar school om zich in een bepaald leersysteem te passen. Lukte dat niet. nu dan werd de school voor dat kind geen succes. We zijn gelukkig zover gekomen, dat we hebben ontdekt dat de school zich moet richten naar het kind en niet omge keerd. Dat vereist een totaal nieuwe schoolleiding. Deze nieuwe functie kost veel lijd. veel energie, veel denkwerk en veel begeleiding". Welke taken van het schoolhoofd komen nu in het gedrang? „De leiding van een goede lagere ■chool moet voortdurend contacten on derhouden met maatschappelijke dien sten, met schoolartsen, psychotechni sche bureaus, ouders en oudercommis- •ies. Bovendien moet de schoolleiding de gelegenheid hebben om leerkrachten te begeleiden, om veranderingen uit te denken en in te voeren, om in te grij pen of bij te sturen als er ergens op school een ontsporing dreigt. Kortom, de bovenmeester van vroeger, die zo nodig bulderend de voor altijd vastge stelde schoolorde moest bewaren, moet hoognodig worden vervangen door een schoolleider". -=■ Een schoolhoofd dat niet meer voor de klas staat, verliest gauw het contact met leerlingen en leerkrach ten. „Wij willen het schoolhoofd ook niet buiten de klas zetten: het schoolhoofd moet alleen voldoende tijd krijgen om de school te leiden. Voorlopig lijkt het ons al heel mooi, als hij bijvoorbeeld de helft van zijn werktijd voor de klas zou staan en de andere helft zou kunnen besteden aan zijn taak als schoolhoofd". De heer Van Ooijen is 41 jaar. Hij staat al twintig jaar voor de klas en daarvan is hij zeven jaar schoolhoofd' Hij is voorzitter van de Amsterdamse afdeling „schoolhoofden" van de Alge mene bond van onderwijzend perso neel: Abop. „Wij zijn misschien wel de meest idealistische vakbond in Nederland", zegt hij. Bij ons heeft het kind altijd centraal gestaan. Ook nu weer: in de eerste plaats wordt het kind de dupe van de huidige situatie. Er wordt te recht gezegd dat er een algehele onder wijsvernieuwing moet komen, maar hoe kan dat als op school niemand de gele genheid krijgt om zich in deze vernieu wing te verdiepen en om plannen uit te werken?" De onderwijzers vragen kleinere klassen en minder lesuren voor de schoolhoofden; waar moeten de extra leerkrachten voor deze reorganisatie vandaan komen? „Er zijn in Nederland duizenden huis vrouwen die vroeger onderwijzeres wa ren. Velen van hen zouden wat graag enkele uren per dag of per week weer voor de klas staan. Bij hen ligt de oplossing van het personeelsprobleem: laat hen voor een gedeeltelijke dagtaak terugkomen in het onderwijs. Dat vereist een andere financiering van het basisonderwijs maar de belan gen dip op het spel staan zijn amper in geld uit te drukken, het gaat om de vorming van nieuwe generaties die in een totaal veranderde maatschappij zullen moeten kunnen leven. De lagere school is voor velen helaas nog de enige leerschool om zich met die nieu we samenleving vertrouwd te^maken". Met 't voor de klas komen van leer krachten die slechts een gedeeltelijke dagtaak op school vervullen, gaat de vertrouw de klasseonderwijzer(es) verdwijnen. „Voor de lagere klassen moet de klasse-onderwijzer(es) worden gehand haafd, want jonge kinderen zien het onderwijs erg persoonsgebonden. In de hogere klassen benaderen de kinderen, ook op de lagere school, het onderwijs veel zakelijker. Invoering van vakonderwijzers(essen) kan daar geen kwaad. Bovendien zou men in di hogere klassen ook tot een vorm van specialisatie kunnen komen". Verwacht u dat de wensen van de Abop spoedig vervuld zullen w:orden? den? „Men zal wel spoedig tot het aanstel len var. onderwijzers(essen) met een gedeeltelijke dagtaak overgaan. Ook het schoolhoofd zal wel in ruimere ma te worden vrijgemaakt voor het leiden van de school. Maar de hele onderwijs vernieuwing zie ik vrij schoksgewijs verlopen. „Het is alsof men in Den Haag alleen maar bereid is wat te doen als de kort sluitingtri duidelijk te voorschijn ko men. Zo zal men binnen zeer korte tijd geconfronteerd worden met een groot tekort aan schoolhoofden voor het lager onderwijs in de Randstad gedeel telijk omdat steeds minder mensen in de Randstand willen leven, maar ook omdat steeds minder onderwijzers er iets voor voelen om in de huidige situa tie de verantwoordelijkheid voor een school te aanvaarden!" UTRECHT De grote vraag k of het marihuanagebruik in grote trek ken kan worden vergeleken met het drinken van alcoholische dranken om op aangename wijze het smaakorgaan S te strelen uit society-gewoonte óf om dat men de marihuana gaat gebruiken ak middel om in een roes te raken, dat wil /eggen de vergetelheid te zoeken. Is dit laatste het geval en veel mededelingen over de wijze van ge- j I bruik en beschrijvingen van groepen. die zich aan marihuanagebruik overge- ven wijzen daar toch wel op dan zal men zich toch wel ernstig moeten be zinnen of men in dit stadium, waarin voortdurend de onschadelijkheid van I deze stof hemelhoog wordt geprezen. I dit hallucinogeen onbeperkt vrij zal moeten geven. Dit stelt prof. dr. F. H. L. van Os, hoogleraar in de farmacognosie, galeni- sche farmacie tn receptuur aan de rijks universiteit in Groningen, in het Phar- maceutisch Weekblad van de Konink- i lijke Nederlandse Maatschappij ter Be vordering der Pharmacie. Prof. Van Os is voorzitter van de redactiecommissie van dit blad. Hij zegt, dat het vooral voor mari- huana uiterst moeilijk is om een ver- j antwoorde uitspraak in farmacologisch opzicht te doen. De kwaliteiten lopen' zeer uiteen en alleen al op grond van hun samenstelling is het volgens hem uitgesloten, op grond van ervaringen met toevallig binnengekomen patiënten onmogelijk betrouwbare uitspraken te doen over het al of niet .schadelijk zijn van marihuanagebruik in medisch op- I zicht. Kr bestaat ook nog geen betrouwba- j re methode om deze stoffen in li chaamsvloeistoffen te bepalen. Volgens prof. Van Os is het zeer moeilijk, in een dergelijke sfeer van onzekerheid wette- I lijke maatregelen voor het verkeer met deze toch fysiologisch zo actieve stoffen te treffen. In dit opzicht weet men van produkten als LSD en alcohol veel meer. omdat dat zuivere stoffen zijn. Bij alle beperkende maatregelen gaat i het om stoffen die lichamelijk en of psychisch zeer schadelijke gevolgen I kunnen hebben. De grond voor het aan banden leggen van het gebruik van opium is de verslaving met onthou dingsverschijnselen. Als men spreekt over legaliseren van het druggebruik zal men zich moeten afvragen of mari huana bij de opium of de alcohol moet worden gerangschikt. Er is een sterke neiging, aldus prof. Van Os. het laatste te kiezen en juist om dit te bepleiten tracht men vaak de bezwaren die aan het gebruik van ma rihuana kleven te verkleinen. ln dit verband merkt hij op dat maar weinig van de „sociale drinkers" alco hol gebruiken om zich aan de moeilijk heden van het leven te onttrekken. Zij die in de alcohol vergetelheid zoeken behoren spoedig tot de verslaafden en zijn er in wezen misschien even erg aan toe als de aan opium verslaafden Het aantal gederailleerde alcoholge bruikers is betrekkelijk gering, omdat van jongsaf op de gevartn van over matig gebruik is gewezen. Bij marihua na klinken de waarschuwingen zeld zaam en zwak. aldus prof. Van Os. Hij voegt hieraan toe. dat de vlucht uit de 'werkelijkheid een zwak middel is ofn zich tegen die werkelijkheid te wape nen. Niet iedereen die een keer marihuana rookt wordt een verslaafde maar voor hen, die zwak in de wereld staan of zich tegen haar materialistische leef wijze verzetten, en die daarom een roes zoeken die hun de problemen doel vergeten, kan het marihuanage bruik een ramp betekenen en dat be treft juist de jeugd. Prof. Van Os concludeert, dat men, voordat men kan pleiten voor een vrij geven van het marihuana-verkeer, eerst duidelijk zal moeten vastleggen wat marihuana is en be ter zal moeten weten wat met het marihuanagebruik wordt beoogd roes of society- gewoonte maar dat men bovenal ou deren en jongeren duidelijk zal moeten maken welke gevaren kunnen schuilen in een onjuist gebruik dat tot afhanke lijkheid van deze stof leidt. LAGE VUURSCHE in de bossen bij Lage Vuursche is Erik Terpstra bezig opnamen te maken voor de film Daniel. Helmert Woudenberg en Bob de Lange spelen er hoofdrollen in. U zit hier Erik Terpstra met de beide acteurs het script doornemen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 10