't Enge bos van 't Harde wordt
(voor de volgende generatie)
misschien 't beloofde woud
Ford keert terug tot
de Taunussen
GRIEVEN VAN EEN
GARAGEHOUDER
Volvo met
injectie
Het bos achter het Artillerie
Schietkamp in de gemeente Ol-
debroek is onbrandbaar geworden.
Het is niet mogelijk op de steppe
achtige grond een vuurtje te stoken:
ook militairen kunnen met hun hou-
witzer-granaten de brand er niet
meer inkrijgen.
Het zullen dus weer hoofdzakelijk
naaldsoorten moeten worden en
uit het oogpunt van produktie is dat
wel gunstig want het naaldhout is
belangrijker voor de houtwerkende
industrieën dan loofhout. Misschien
slaagt men erin rond 't Harde een
gevarieerd bos te planten, waarin on
ze nazaten met vreugde zullen toe
Acbterbrug
Nieuwe motoren
Nieuwgaatje"
voor de
autohandel
Tot 18 juni van dit jaar was de
situatie geheel anders: regelmatig
rukte het brandwagentje van de mili
tairen uit om een beginnend brandje
te blussen en nooit was er iets aan
de hand. Op die fatale datum 18 juni
liep echter zo'n gewoon oefenbrandje
uit de hand en omdat het verzoek
om assistentie aan de goed geoutil
leerde bosbrand weer wat aan de late
kant uitviel, brandde bijna 300 hec
tare kostbaar en kostelijk bos af.
Van de fraaie recreatieve omge
ving van het snel groeiende dorp 't
Harde bleef een troosteloze verzame
ling kale stammen over. De eenzame
wandelaar die moed heeft verza
meld deze spookachtige omgeving te
betreden hoort bij iedere stap de
knisperende as. waarin zijn voetstap
lichtelijk wegzinkt en soms kan hij
hier en daar een centimeters hoog
denneplantje ontdekken dat weer
aan het leven begonnen is. Met een
beetje geluk wordt het straks een
volwassen exemplaar, waarvan de
naalden gestaag neervallen om zich
zelf te voeden.
Het is fijn over een tapijt van den-
nenaalden te lopen: ze zijn zacht en
doen in de schemering van de avond
romantisch aan. Maar de laag naal
den tussen de stervende bomen in 't
Harde lijkt op een doodskleed met
een grauwbmine tint. Eronder be
vindt zich een dikke laag as als een
symbool van de dood.
Het verbrande bos van 't Harde is
In enkele uren gestorven of terdood-
gedoemd geworden. Massaal.
Motorgeronk van een cirkelzaag
verraadt dat het leven hier niet
bij de dood is opgehouden: de mens
is volhardend en de natuur is taai.
Op de geblakerde grond doen de
mens en de natuur eendrachtig po
gingen om te komen tot een herstel.
Niet een herstel van de oude situatie,
want de moderne mens probeert al
tijd munt te slaan uit fouten die ge
maakt zijn op een moment toen men
niet wist dat het fout was.
De driehonderd hectare verbrand
gebied het enge bos zal eens
weer het beloofde woud zijn van de
fabelfiguur Bor de Wolf. maar er zal
een generatie overheen gaan. want
bomen hebben veel meer tijd nodig
om te groeien en volwassen te wor
den dan mensen. Dit impliceert te
vens dat de bosbrandgevolgen voor
deze generatie niet ongedaan gemaakt
kunnen worden. We kunnen de bo
men kappen en de grond omploegen
en jonge plant verrichten, maar zelf
kunnen we niet meer door zo'n
woud lopen. Over tien, dertig, vijftig
jaar wanneer er steeds minder
sporen van deze enorme brand te
vinden zijn kunnen we aan kinde
ren. klein- en achterkleinkinderen ver
tellen, dat we in het jaar 1970 zo on
voorzichtig met iets onvervangbaars
hebben omgesprongen.
]\u vandaag moeten we
vaststellen, dat we iets tot stand
gebracht hebben, waarvan we de
waarde die verloren is gegaan, niet
kunnen bepalen. Eigenlijk zijn we en
worden we niet direct geconfronteerd
met de geldelijke waarde van bo
men. Niemand weet de kosten die
aangewend moeten worden om het
woud in 't Harde terug te krijgen.
Zeker is, dat er vanuit landschappe
lijk oogpunt verbeteringen zullen
worden aangebracht, maar wie weet
de waarde van een dertig jaar oude
den? Een verbrande stadswijk, een
villia. die door stormschade hersteld
moet worden, komen terug binnen
een tijdsbestek dat wij zelf bepalen
kunnen en waarvan de kosten vooraf
precies berekend kunnen worden.
Met veertig miljoen gulden kan
Staatsbosbeheer niet het verbrande
bos in 't Harde herstellen. Misschien
kost het wel een miljard gulden, mis
schien 20 miljoen.
Ir. H. Verheul van Staatsbosbe
heer zegt: „Over een jaar of veertig
kan er weer een behoorlijk bos
staan". Daar twijfelt niemand aan.
Over tien jaar al zullen de berken al
een flinke hoogte hebben bereikt en
de dennen zijn al aardig op weg gro
te, slanke exemplaren te worden.
Over tien jaar ook broeden de vogels
in de zwiepende takken en komen de
toeristen met lucifer en sigaretten
zich koesteren in de dunne schaduw.
Nu is het een eng bos: de be
groeiing is verbrand en ook de vo
gelnesten, de schimmels en insekten.
Het wild is gevlucht. De grond is
steriel en het enige leven openbaart
zich via de koffievuurtjeszwam, een
schimmel die overvloedig bloeit op
schroeiplekken. Het gevaar van de
knobbels waarmee de aanwezig
heid wordt verraden is, dat de
schimmel zich uitbreidt naar levende
boomwortels, deze aantast en ten
slotte de wortels doet sterven. Om
die redenen mag er in het Neder
landse bos geen vuurtje gestookt
worden, zoals vroeger bosarbeiders
deden om hun koffie op te warmen
(van daar de naam). Overigens is de
ze boommoordenaar niet zo'n lang
leven'beschoren! Wanneer er geen le
vende wortels meer zijn, sterven de
schimmels. De verwachting is dat de
koffievuurtjeszwam na twee jaar in
't Harde is uitgewerkt, maar gedu
rende die periode kan niet met nieu
we aanplant worden begonnen, om
dat de jonge planten onder invloed
van de zwam zullen sterven.
gen tweede reden om te wachten
met de aanplant is een schaarste
aan bomen. De kwekers kunnen de
vraag niet bijhouden en de methode
om lukraak een bouwrijp terrein te
voorzien van jonge plantjes en later
een selectie toe te passen, is tijdro
vend en kost (te)veel geld. Overigens
wordt de kwaliteit van de plant be
ter. wanneer vanaf het begin de
ruimte royaal wordt gegeven. Het
aantal wordt op die manier wel klei
ner. maar de kwaliteit veel beter. De
schaarste aan jonge aanplant wordt
mede veroorzaakt door de bebossing
in de nieuwe IJssselmeerpolders. De
opdracht aan de kwekers moet jaren
van te voren worden gegeven.
De eigenaren van het verloren bos
in de gemeenten Doornspijk en Ol-
debroek (waaronder Staatsbosbeheer
en enkele particulieren) maken dus
niet al te veel haast met het kappen
van de stammen. Het is een smerig
karwei en bovendien levert het werk
weinig rendement op. Het bos was
produktiebos, bestemd voor de
spaanplaat-industrie en houtcellulo-
se. maar de houtverwerkende indus
trieën hebben voor de verbrande
bomen van 't Harde geen belangstel
ling. De verkoolde bast is er nooit
helemaal af te krijgen en daarom
kunnen de stammen voornamelijk
alleen nog worden aangewend voor
afrasteringen e.d. Het kappen en ver
werken van dit hout kost extra tijd
en dus ook extra geld. De bomen
worden dan ook op de conventionele
manier gekapt: er komen geen slag
maaiers aan te pas.
gij dit alles blijven er tenminste
nog twee belangrijke vragen
over: hoe zit het met de schaderege
ling en wat voor bos kan men de vol
gende decennia verwachten. Er is 270
hectare verloren gegaan. Deels be
hoorde het toe aan Staatsbosbeheer,
een ander deel is in gebruik bij de
fensie en ook particulieren kunnen
aanspraak maken op schadevergoe
ding. Burgemeester Luiting Maten
van Oldebroek heeft te kennen gege
ven dat men in de bus van het ge
meentehuis een claim kan depone
ren, maar wat er nu precies mee ge
daan wordt, is nog steeds niet be
kend. De verzekeringsmaatschappij
en zijn uiteraard niet eerder bereid
tot uitbetaling nadat men weet op
wie ze hun onkosten kunnen verha
len. Daarvoor moest de schuldvraag
worden opgelost en daar zit 't 'm nu
in.
De brand is ontstaan op de schiet-
heide van de militairen en minister
Den Toom heeft geantwoord op des
betreffende vragen dat de militaire
autoriteiten wat laks geweest zijn bij
het waarschuwen van de burger
brandweerploegen. maar of nu De
fensie aansprakelijk gesteld moet
worden, is niet bekend. Daarom
heeft geen boseigenaar enige vergoe
ding gekregen.
Ook de schade aan huisjes, villa's
e.d. is niet uitbetaald, maar omdat
via de Boswet geregeld is dat de bos
sen rond 't Harde herbeplant moeten
worden en voor zo'n herbeplanting
vijftig procent rijkssubsidie te ver
wachten is. behoeft het herstel in
eerste instantie niet vertraagd te
worden. Dé taxatiecommissie lijkt op
volle toeren te werken.
gekend is dat nieuwe ideeën over
nieuwe bebossing onderwerp
van besprekingen zijn. De oude op
vattingen wil men kwijt. De land
schapsarchitecten laten de „ouder
wetse" opvatting van lange aaneen
gesloten bospercelen varen en den
ken aan meer parkachtige bossen,
waarin vele open ruimten te vinden
zijn en ook heidevlakten en mis
schien zelfs moerassen. De belangrij
ke plaats die de recreatie inneemt is
hieraan niet vreemd. Verwacht mag
worden dat honderd hectare, welke
niet tot het militaire oefenterrein be
hoort benut zal worden om ervan
uit landschapsarchitectuur iets an
ders, iets aantrekkelijks van te ma
ken en daarbij moet rekening gehou
den worden met de wat vreemde,
planologische ligging naast het oefen
terrein. Staatsbosbeheer wil graag
samenwerken met de eigenaren om
te komen tot een zo'n goed mogelijk
harmonieus geheel.
Op de bodemgeschiktheidskaart
van de. Veluwe wordt het gebied
rond 't Harde aangegeven met rood
bruin, d.w.z. grond die niet geschikt
is voor opgaand bos, zodat er geen
beuken, essen en andere loofhout
soorten geplant kunnen worden. Ook
eiken en berken zullen een moei
zaam bestaan leiden. Maar pinus-
soorten: de Corsicaanse, Oostenrijk
se, Poolse of grove den zullen 't er
wel doen. Ook de zilverspar en dou-
glas zullen wel wortel schieten en
hier en daar een berk. Tenslotte
stonden deze laatstgenoemde bomen
ook regelmatig in de baan van de
tanks die ijverig brandsingels maak
ten en daarbij bedacht de bemanning
hoe moesten zij dat ook weten?
niet dat juist aan de randen van
bossen loofhout geplant wordt om
het brandgevaar tegen te gaan....
ven. Misschien ook heeft de brand
van 18 juni ons iets geleerd omtrent
het onvervangbareMisschien be
grijpen we waarom een gasleiding
om een tweehonderd jaar oude beuk
moet worden hééngeleid. Zo'n beuk
en ook die veertig jaar oude grov®
den zijn eigenlijk antieke dingen,
monumenten!
Ford-Duitsland heeft een nieuwe
serie auto's uitgebracht onder de oude
•n vertrouwde naam Taunus. Tege
lijk is de 12/15M-serie uit produktie
genomen.
Het grote nieuws van de Taunus is
eigenlijk dat Ford voor deze auto af
stapte van de viercilinder V-motoren
»n van de voorwielaandrijving. Beide
zaken werden destijds met veel
tam-tam geïntroduceerd. Nu wordt
over het laten vallen van de V-4 mo
tor geen woord vuil gemaakt, terwijl
over het afstappen van de voorwiel
aandrijving slechts wordt opgemerkt
dat met de klassieke opstelling van
motor vóór een aandrijving achter bij
dit formaat auto tenminste even goe
de, zo geen betere, wegligging en be
sturing vallen te bereiken. Daar heeft
Ford-Duitsland nog een keer groot
gelijk in ook, alleen was de fabriek
het even vergeten toen de 12/15M
werd geïntroduceerd.
Nieuw aan deTaunussen is ook dat
Ford-Duitsland nu voor het eerst eens
grondig aandacht aan de achterbrug
he,»ft besteed. De fabriek hield het op
de starre achteras, maar bevestigde,
die nu eens niet op de allergoedkoop
ste manier, aan bladveren, maar aan
twee draag- en aan twee reactie-
armen, terwijl de vering door twee
schroefveren wordt verzorgd. Dat is
een hele vooruitgang, die merkbaar
positief bijdraagt aan de weligging.
De nieuwe Taunus wordt meteen in
vier versies gemaakt: tweedeurs se
dan, vierdeurs sedan, tweedeurs cpu-
pé, vijfdeurs combi. Voor alle typen
geldt dat de stilisten van Ford-Duits
land weer eens goed werk hebben
geleverd.
Ford-Duitsland maakte twee nieu
we motoren voor de Taunussen; een
1285 cc DIN-pk motor voor de
Taunus 1300 en een 1576 cc. 72
Din-pk's motor voor de 1600. Van de.
laatste motor werd een sterkere, 88
Volgens Goodyear gaat een mo
derne personenwagenband (dat noet
dan een radiaalband zijn) gemiddeld
ongeveer 64.000 kilometer mee. Dat
kilometrage is twee keer zo hoog dan
in 1935, acht keer zo hoog als in 1912.
21 keer zo hoog als in 1905.
Nieuwe Ford Taunus Coupé en
de vierdeurs sedan. De sedan is een
1600 of een 2000, in GLX-uitvoering.
Het eerste blijkt uit de rechthoekige
koplampen; de 1300 heeft ronde kop
lampen.
ges willen stellen, moeten bereid zijn
nog aanzienlijk hogere werkplaatstarie
ven te betalen dan ze nu al doen (dat is
de enige manier om goede monteurs
een passend loon te betalen, zodat ze
niet liever in de haven gaan werken of
chauffeur worden) en ze moeten de ga
rages hun redelijke winst op verkopen
gunnen.
De garagewereld moet het de laatste
Jaren nogal eens ontgelden. Aan de
hand van steekproeven, tests van con
sumentenorganisaties en een serie
klachten van automobielbezitters wor
den er stevige vegen uit de pan gege
ven ten aanzien van het onderhoud en
de reparaties.
Naar aanleiding van een recent rap
port over 10.000 km-beurten va de
Consumentenbond en de ANWB ont
vingen wij volgend commentaar van
een garagehouder die ook wel eens zijn
grieven naar voren wil brengen. Die
zijn
1. Welke waarde moet er worden ge
hecht aan de techno-keuringen van de
ANWB, uitgevoerd in anderhalf uur
tijds en raison van 57,50 gulden? Het
zijn de slechte garagehouders die de
rapporten gnuivend ontvangen. Als alle
opmerkingen van de rapporten worden
verwerkt, valt de rekening daarna voor
de klant veelal drie keer zo hoog uit als
wanneer deze de garagehouder had la
ten uitmaken wat er moest gebeuren.
Er worden nota bene reparaties aanbe
volen die pas 30.000 km. later nodig
zijn.
2. In de 25 na-oorlogse jaren is de
overheid noch de ANWB noch het Ver
bond voor veilig verkeer in staat geble
ken ook maar de elementairste waar
borgen te geven voor de veiligheid van
auto's. Er wordt druk gepraat en ge
daan, maar alle acties op dit punt zijn
voor mij waardeloos zolang het nog
mogelijk is voor vijftig gulden een zo
veelste hands auto te verkopen met
stuurkogels die met ijzerdraad vastzit
ten en doorgeroeste remleidingen die
met plastic slang zijn „hersteld". In ruil
daarvoor zijn dergelijke auto's dan
vaak wel voorzien van het veiligheids
vignet.
3. Er is een categorie klanten die al
tijd zanikt over rekeningen, altijd leu
tert over service en garantie. Diezelfde
groep bezuinigt veelal op voorgeschre
ven onderhoud en pleegt bij aankoop
van een nieuwe auto tot in het oneindi
ge te zeuren over inruilprijzen en gratis
radio's. Het is kennelijk een groep die
zich eigenlijk geen auto kan permitte
ren. En mensen die het autorijden niet
kunnen betalen moeten er niet aan be
ginnen.
4. De werkplaatsen van garages wer
ken door de noodzakelijke enorme in
vesteringen, huurprijzen en arbeidslo
nen vrijwel zonder winst. De winst
moet van de verkoop van auto's, onder
delen en accessoires komen. Zulks ter
wijl de automobilisten al hun best doen
zich zoveel mogelijk van de winstmarge
op nieuwe auto's toe te eigenen, terwijl
zij onderdelen en accessoires waar mo
gelijk uit allerlei winkeltjes bij elkaar
halen. Klanten die hoge eisen aan gara-
Volvo levert de extra fraai uitge
voerde en extra volledig uitgeruste
144 Grand Luxe voortaan met een in
jectiemotor. Het gaat om de 1986 cc
viercilinder 130 SAE-pk's motor met
het elektronisch gestuurd injectiesy
steem van Bosch, dat Vdlvo eerder al
voor de coupé 1800 benutte. Dat Volvo
het systeem nu gebruikt voor een
goedkopere auto, duidt er kennelijk
op dat de fabriek door' wil gaan met
dit systeem, goeddeels natuurlijk met
het oog op de minder vuile uitlaatgas
sen.
De 144 Grand Luxe als een „goed
kopere auto" betitelen gaat trouwens
alleen maar op in verhouding tot nog
duurdere Volvo's. De auto kost 18.700
gulden. Bij de extra uitrusting horen
onder andere een schuifdak en een
overdrive.
De tegenpool van de 144 Grand
Luxe in de 140-serie is de 142, die tot
dusverre Volvo Europa heette. Deze
142 van 12.875 gulden fungeert als het
standaardtype van Volvo. Nieuw aan
de auto is de elektrisch verwarmde
achterruit, die nu standaard wordt
geleverd op alle Volvo's.
De 142 is voortaan gemakkelijk her
kenbaar aan zijn grille, die bleef zoals
hij was. Alle andere 140's kregen een
grille met verticale zwarte spijltjes en
traditionele Volvo-embleem.
Nieuw voor de zesciünder Volvo, de
164, is de stuurbekrachtiging die voort
aan standaard is. De stuurbekrachti
ging maakte tegelijk bredere velgen
mogelijk.
Een laatste Volvonieuwtje voor 1971
is dat de fabriek zelf een opvoerset
heeft ontwikkeld voor de viercilinder
motoren, die het vermogen op 140
DIN-pk bij 6000 toeren brengt. Deze
fabrieksset maakt het mogelijk om
een splinternieuwe auto op te voeren
zonder dat de fabrieksgarantie verlo
ren gaat.
Slimme Nederlandse autohande
laren houden zich tegenwoordig
ook bezig met de export. Zij voe
ren in Duitsland gemaakte en naar
Nederland geëxporteerde Opeis
weer uit naar Duitsland. Vervol
gens kunnen zy de Nederlandse
Opeis dan een vijfhonderd tot dui
zend gulden onder de Duitse prij
zen aanbieden.
Dat is dus precies het omgekeer
de van de zogenaamde grijze im
port van Opeis in Nederland: Ne
derlandse handelaren die hele par
tijen Opeis buiten de officiële ka
nalen om naar Nederland brengen
en die dan flink onder de prijzen
(van de dealers) verkopen.
De Nederlandse „grijze impor
teurs" doen het nog veel uitge
kookter. Zij maken een sluw ge
bruik van de bepaling dat de in
voerrechten en de belastingen die
op een uit de EEG afkomstige
nieuwe auto zijn betaald, worden
geretourneerd aan de handelaar
die deze auto weer uitvoert naar
een ander larfd in de EEG. Op die
nanicr komt dezelfde auto die in
Nederland meer kost dan in Duits-
md, uiteindelijk in Duitsland be
duidend onder de Duitse prijzen.
Zo kan een „Nederlandse" Opel
Kadett in Duitsland tenslotte een
'.jfhonderd mark onder de door
Opel zelf gehanteerde prijs worden
mgeboden, terwijl het verschil
bij een circa twee keer zo dure
nmmodore op een duizend Mark
neerkomt.
Alsof dat prijsverschil al niet
aantrekkelijk genoeg is, zijn de uit
Nederland afkomstige Opeis veelal
ook nog van diverse extra's (te
verwarmen achterruiten, vloerver
snellingen, banden met witte zij
kanten) voorzien, waarvoor de ko
per van de Duitse Opel een meer
prijs moet betalen.
Tegenover dat alles moet de
Duitse koper dan zelf aan de grens
wat formaliteiten vervullen en
moet hij zich er bij neerleggen dat
de Duitse Opeldealer bij wie hij
aanklopt om service, eventueel
zelfs voor garantie, hem niet be
paald met open armen zal verwel
komen. Belangrijker is waarschijn
lijk nog dat de Nederlandse hande
laren zich niet met inruil bezig
houden.
Het nieuwste is nu dat drie Lim
burgse handelaren bezig zijn geza
menlijk een showroom in Duits
land in te richten, van waaruit zij
dan de meest voorkomende model
len en typen uit voorraad gaan le
veren
zogenaamde uitrustingspakketen.
Pakket L maakt de auto van binnen
luxueuzer, pakket X maakt deuitrus-
ting sportiever, pakket G doet dat
laatste nog weer in een overtreffende
trap.
Door de keuze in motoren, trans
missies en uitrustingen ontstaat er
natuurlijk een enorme prijslijst. De
exacte prijzen moeten nog bekend
worden gemaakt, maar het lijstje zal
vermoedelijk in de buurt van de 6500
gulden beginnen en flink over de
tien-millegrens komen.
Al de auto's, worden met een hand-
?eschakelde vierbak geleverd, terwijl
ze, op de 1300 na, ook leverbaar zijn
met automatische transmissies. De
prestaties lopen natuurlijk met de
motor uiteen, van 135 tot 163 km/u
topsnelheid en van 13,6 tot 22,2 sec.
acceleratietijd voor 0100 km/uur.
Ford levert de auto's weer met dt
Een nieuwe Britse sportwagen
heeft een veiligheidsvoorziening die
tot dusverre slechts bij racewagens
werd aangetroffen, namelijk een
kraan die de brandstoftoevoer auto
matisch afsluit bij botsingen en zo het
brandgevaar zeer aanzienlijk vermin
derd. De auto in kwestie is de nieuwe
Mantis coupé, van Marcos Cars Ltd.
Deze fabrikant is gespecialiseerd in
het bouwen van sportwagens met een
polyester carrosserie, met het mecha
niek van andere auto's als uitgangs
punt. Zo werd voor de mantis gebruik
gemaakt van de Triumph 2.5 PI.
DIN-pk versie gemaakt voor de 1600
GT. Tenslotte wordt ook de bekende
zescilinder twee liter 90 DIN-PK mo
tor van Ford-Duitsland gebruikt voor
de Taunus 2000.