Nieuwe Joodse
vertaling van
de Pentateuch
THEOLOGEN VONDEN
ELKAAR IN BRUSSEL
is bet
program voor omvorming
Zaai vrede
Kritiek op
samengaan met
geref. kerken
Werk van dr. J. Dasberg in
Israël gezet en gedrukt
Verrassend fris
De naam van God
TER OVERDENKING
JAARVERGADERING
VRIJZ. HERVORMDEN
Voor het eerst sedert de eeuwwisseling is de Tora, de vijf boeken
van Mozes. voor Joods gebruik geheel uit het Hebreeuws in het
Nederlands vertaald. Nadat in 1899 een vertaling het licht zag van de
hand van de Joodse geleerde J. Vredenburg en vier jaar later een ver
taling van de Pentateuch tót stand kwam door de latere Amsterdamse
opperrabbijn A. S. Onderwijzer, zijn geen vertalingen meer uitgegeven.
Deze beide vertalingen worden nog steeds gebruikt.
Een nieuwe vertaling van de vijf boeken van Mozes was noodzake
lijk omdat deze oude vertalingen volgens sommigen niet meer aan
sluiten bij het hedendaags taalgebruik en de gehanteerde begrippen,
maar ook omdat zij vrijwel niet meer te verkrijgen zijn. In toenemende
mate moest men ertoe overgaan in Joodse kringen een Pentateuch met
Engelse vertaling te gebruiken. In de vergaderingen van het Neder
lands Israëlietisch Kerkgenootschap werd de laatste jaren dan ook
steeds aangedrongen op een nieuwe Nederlandse vertaling.
„De vereniging van de hervormde met de gere
formeerde kerk wordt om ons niet duidelijke
redenen tegenwoordig als een uiterst urgente zaak
voorgesteld. Er wordt voor die vereniging een
termijn van tien jaar, ja zelfs van vijf jaar ge
noemd. Ik geloof echter niet erg in die vereni
ging," aldus dr. mr. H. van 't Veer, voorzitter
van de Vereniging van Vrijzinnige. Hervormden
In Nederland, op de jaarbijeenkomst van deze
vereniging, die in Alblasserdam gehouden werd.
Hij merkte in dit verband verder op: „Er zijn
veel mensen die denken, dat in wezen alles in de
kerken bij het oude gebleven is. Een dergelijke
bewering lijkt mij niet houdbaar. Er is ongetwij
feld veel veranderd en nog bezig te veranderen.
Het is natuurlijk dat er meer en meer stemmen
opgaan om tot een eenheid van kerken te ko
men. We zouden het evenwel al een grote stap
vooruit vinden we erin zouden slagen wat meer
gemeenschap bussen kerken en kerkmensen te
brengén. Het veel gehoorde argument, dat we als
kerken te gronde gaan als er geen eenheid komt,
lijkt mij niet erg sterk."
Dr. Van 't Veer besteedde in zijn toespraak
veel aandacht aan de Algemene Kerkvergade
ring die met Pinksteren in Driebergen gehouden
werd en begin volgend jaar gecontinueerd zal
worden. In vrijzinnige kring heeft men van meet
af aan positief tegenover dit initiatief gestaan.
Niet in alles kan men zich echter verenigen met
de gang van zaken op de A.K.V. Zo vindt men
het een bedroevende zaak dat nog steeds gec-
oplossing in de bekende zaak-Smits bereikt,
hoewel de kerkvergadering duidelijk heef'
blijken dat de kwestie zo snel mogelijk op een
bevredigende wijze uit de wereld moet worden
geholpen.
Zoals bekend werden ,in 1961 aan prof. dr. P.
Smits, hoogleraar in de kerkelijke sociologie te
Leiden, de rechten als van een emeritus ontno
men om zijn uitlatingen over het lijden van
Christus. Vooral zijn opmerking „Geef mijn
portie maar aan Fikkie", ontlokte toen veel kri
tiek. Op de AKV was over deze maatregelern
stige verontwaardiging uitgesproken. Daarom
werd een commissie benoemd om eèn oplossing
te bereiken.
Dr. Van 't Veer vond het onbegrijpelijk dat de
kerk de verbinding nog steeds niet heeft hersteld
en het onrecht ongedaan heeft gemaakt. Dat zou
naar zijn. mening nodig zijn om het geschokte
vertrouwen te herstellen en om vrede over dit
punt te verkrijgen. Uit het feit dat de commissie,
waarop de AKV had aangedrongen, zelfs nu nog
niet eens samengesteld is, concludeerde hij dat
men geen al te optimistische verwachtingen moet
hebben.
Dr. Van 't Vëer had ernstige kritiek op de
synode die voor de handelwijze in feite aanspra
kelijk moet worden gesteld (de suggestie voor
de benoeming van een commissie was van haar
afkomstig). Hij meende dat men op deze manier
probeert de zaak onder de tafel te werken en de
critici met een kluitje in het riet te sturen.
Daarnaast acht hij een juridische hantering van
de tucht in strijd met het karakter van de Ned.
Herv. Kerk: ..Het systeem van schorsingen en
afzettingen waaraan o.m. de Gereformeerde Ker
ken in 1926 en 1944 een zo zware tol betaalden,
is in de Hervormde Kérk ondenkbaar en ten
enen male onaanvaardbaar".
Beginselverklaring
O O
Op de jaarbij eenkomst is intensief
gediscussieerd over het ontwerp „Uit
gangspunten en doelstellingen" dat in de plaats
moet komen van de oude beginselverklaring, die
reeds in 1937 werd opgesteld en niet meer aan
de eisen des tijds beantwoordt. De oude begin
selverklaring draagt in sterke mate het stempel
van de reorganisatiestrijd uit die jaren. Prof. dr.
H. G. Hubbeling, voorzitter van de commissie
voor de herziening van de beginselverklaring,
stelde dat men het nieuwe concept in de huidige
vorm vooral moet zien als een uitgangspunt voor
de discussies in de gemeenten en kringen, De
definitieve formulering zal dan ook afhangen
van de meningen die uit de gemeenten naar vo
ren komen. Aan het nieuwe concept heeft men,
volgens» prof. Hubbeling, een sterk ethisch-
sociaal karakter willen geven, hetgeen geen
breuk met het vrijzinnig verleden inhoudt, om
dat het vrijzinnig protestantisme vanouds aan
dacht heeft, gehad voor de waarde van de men
selijke persoonlijkheid.
In het ontwerp wordt o.a. gezegd dat de ver
eniging met de gehele christelijke kerk leeft
vanuit de bijbelse vrijheid, die geschonken is in
het evangelie van Jezus Christus, gericht op het
koninkrijk van God en daarom zowel eén gave
als een opdracht is. Er wordt een sterke nadruk
gelegd op de bijbelse vrijheid, met gróte
openheid zowel naar links als naar rechts. Ook
wordt in het ontwerp gezegd dat de vrijzinnigen
streven naar een ontmoeting met andere christe
lijke kerken en stromingen om te kómen tot één
kerk, die één in Christus is. Prof. Hubbeling
meende dat men met het centraal stellen van het
vrijheidsbegrip in een vrijzinnige traditie staat.
Deze traditie is die van het humanistisch chris
tendom, waarbij meer dab traditioneel door de
orthodoxie is gebeurd de waarde van de mense
lijke persoonlijkheid wordt onderstreept. Met de
nieuwe beginselverklaring willen wij, aldus prof.
Hubbeling, duidelijk onze plaats bepalen binnen
de kerk.
Het ligt in de bedoeling om op de Algemene
Vergadering van volgend jaar de definitieve
tekst van de nieuwe beginselverklaring vast te
«tellen.
(Van een medewerker)
De Vijf Boeken van Mozes, in het He
breeuws met de Engelse tekst op te
genoverliggende pagina's, en speciaal voor
de toeristen die Israël doen, beslagen met
een tïlveren band en versierd met Israëli
sche siersteen.
Het is de in juni jl. afgetreden voorzitter
van dit kerkgenootschap dr. Jitschak Das
berg, die de Nederlandse vertaling van de
Pentateuch voor zijn rekening heeft geno
men. Het is bij Monoline Press in Ramat
Gan in Israël gezet en gedrukt en bij Van
Gennep in Amsterdam 70,-) uitgegeven.
Het eerste boek bevat zowel in het He
breeuws als in het Nederlands de bijbel
boeken Genesis en Exodus van de in twee
delen verschijnende Pentateuch. In zijn
voorwoord zegt' hij daarvan: „Ik heb, ge
dachtig aan de uitspraak in de Talmoed:
„Probeer daar, waar geen mannen zijn
een man te zijn", eens geprobeerd voor
mezelf een vertaling te maken. Maar ook
merkt hij op: „Ik ben maar een begin
nend amateur die, bij gebrek aan een
ander in onze kring, misschien een veel te
zware taak als hobby op me genomen heb"
Dr. Jitschak Dasberg, is wat de Joodse
bronnen betreft niet zo een amateur. Hij
werd in 1900 in Dordrecht geboren als
z.odti van een rabbijn. Voóral An de naoor
logse jaren heeft hij zich zeer aan hel
Joods kerkgenootschappelijke leven ge
wijd. Vele jaren was hij voorzitter van de
Nederlandse Israëlietische Hoofdsynagoge
te Amsterdam en van het Nederlands Is-
raëlietisch Kerkgenootschap. Met zijn ver
taling van de vijf boeken van Mozes heeft
hij als orthodoxe Jood teruggegrepen op
de uitspraken en verklaringen van de tra
ditionele Joodse wijzen. Hij merkt daar
over op: „Ik heb me intens verdiept in de
tekst en me door het lezen van diverse
commentatoren, oude zowel als nieuwe,
een voorstelling gemaakt van de bedoeling
en de betekenis daarvan. Daarna schreef
ik mijn vertaling. De op deze wijze ver
kregen vertaling vergeleek ik dan met ve
le andere en ik nam wat ik beter of
mooier vond over. Dit is dus het maken
van een keus uit verschillende mogelijk
heden".
Een verklaring voor zijn keus geeft hij,
in tegenstelling tot vele vroegere vertalers
echter niet. Maar uit verschillende zin
sneden blijken de opvattingen van Joodse
geleerden. Dr. Dasberg heeft er Waar ge
streefd zijn vertaling is modern, makkelijk
leesbaar Nederlands te stellen. Daarom
heeft hij uit het Hebreeuws geen woord-
vertaling toegepast maar veeleer een be
gripsvertaling. Dasberg haalt ter verdedi
ging van deze vorm van vertalen de Jood
se wijsgeer Maimonides aan die aan het
einde van de twaalfde eeuw opmerkte:
„Het is onmogelijk ieder woord uit het
oorspronkelijk werk door een woord in
de andere taal weer te geven, evenmin
kan men zich slaafs houden aan de volg
orde der woorden en zinsdelen. Zo zou
men onoverkomelijke moeilijkheden
krijgen en vruchteloze arbeid verrichten,
want de vertaling zou stroef en onver
staanbaar worden en geenszins de juiste
zin weergeven". Ook verwijst hij naar
de Talmoedische uitspraak: „Hij die een
bijbelvers letterlijk naar zijn uiterlijke
vorm vertaalt, hij is een leugenaar".
Toch is Dasberg er niet geheel in ge
slaagd zijn in is gangbaar Nederlands te
houden. Zo af en toe is zijn vertaling met
een enkel woord nog plechtstatig. En dat
vaak juist in de spreektaal die toch over
het geheel verrassend fris aandoet. Dat
komt uiteraard ook omdat hij, met uitzon
dering van de dialogen tussen God en
mensen, en ouders met hun kinderen, niet
u gebruikt maar je. Dasberg zegt daarvan:
„Ik heb geprobeerd de deftige kanselstijl
te vermijden. Volgens sommigen moet de
laai als die van de Staten-vertaling zijn,
de „tale Kana'ans". Deze „tale Kana'ans"
is de meest letterlijke vertaling in de
spreektrant zoals die ten tijde van de
Dordtse synode werd gebruikt door geleer
de, gebefte heren, die behalve het geven
van een vertaling ook een dogmatische
doelstelling nastreefden. Volgens mij zijn
de dialogen tussen mensen in Tenach pre
cies eender geleverd als de gesprekken
tussen hedendaagse mensen".
Het meest opmerkelijke aan de vertaling
van Dasberg is echter niet dat het He-
breeuws in het vandaag de dag gebruike
lijke Nederlands is overgezet. Het verras
sende is de weergave van het tetragamma-
ton. De Hebreeuws vierletterige Godsnaam
heeft vanouds reeds grote moeilijkheden
gegeven, omdat de eerste aanduiding van
de betekenis van deze naam in Exodus 3,
13 en 14 een van de moeilijkst te duiden
plaatsen is. Dasberg vertaalt de vierlette
rige naam met de Eeuwige. Bijzonder tref
fend is de vertaling van Exodus 3:14, als
Mozes uit Go'ds mond hoort wat Diens
naam is. Zo yertaalt Dasberg het: „God zei
tot Moshé: Ik ben die Ik altijd zal zijn. En
Hij zei: Zo moet je het zeggen tot de Kin
deren van Jisraël. IK BEN heeft me naar
jullie gezonden."
Het is te verwachten dat de vertaling
van Dasberg zijn invloed op het kerkelijk
leven (en dat niet alleen op het Joodse) zal
hebben. En wel in het bijzonder bij de
naamgeving. Want het is bijzonder verras
send dat hij de namen uit.de Pentateuch
onvertaald heeft gelaten. Dasberg merkt
daarover op: „De namen in Tenach wor
den in de meeste Joodse vertalingen over
genomen uit de niet-Joodse vertalingen. Ik
vind dit voor een vertaling uit Joods oog
punt onjuist. Zeker nu de namen uit Te
nach in Israël weer herleven en ook bui
ten Israël door vele ouders in hun He
breeuwse vorm aan hun kinderen worden
gegeven. Daarom geef ik de transcriptie
van de namen volgens de Iwrieth uit
spraak, en spreek dus van Chavah en niet
van Eva, van Awraham en Jitschak,
Ja'akov en Jisraël, E'sav, Moshé en Aha-
ran".
Het zal even wennen zijn dat de eerste
mensen niet Adam, en Eva waren maar
Adam en Chavah!
Antoine van den Boogaard, voorzitter
van de Belgische stichting „Concilium",
moet een tevreden mens geweest zijn
op die zaterdag de 12e september. De
stichting die een blad uitgeeft dat de
zelfde naam draagt, had het plan opge
vat een groot theologencongres te hou
den, allereerst van de eigen geloofsge
noten, de roomskatholieken, maar daar
naast ook theologen en andere weten
schapsmensen van andere geloofsrich
tingen als waarnemers uit te nodigen
Welnu, toen op die zaterdag kardinaal
Suenens, de rooms-katholieke primaai
van België, de openingsrede hield had
hij onder zijn gehoor omstreeks 230 ka
tholieke theologen en liefst 800 waarne
mers. tezamen zo ongeveer de gehele
wereld vertegenwoordigend. Van hein
de en ver was men naar Brussel geko
men om samen die ene, allesoverheer
sende vraag te bespreken: hoe ziet de
kerk van de toekomst er uit? Of om het
met de woorden van kardinaal Suenens
te zeggen: „Wat zal God betekenen
voor de komende generatie: een woord
zonder inhoud, een verouderde hypo
these, opium of vergeefse hoop?"
Nu moeten we eerst een restrictie
maken op de uitspraak dat de hele we
reld hier vertegenwoordigd was: het
Vaticaan was hier namelijk niet offi
cieel aanwezig. En dat leidt alweer tot
de volgende restrictie: de hier verza
melde rooms-katholieken waren en zijn
stuk voor stuk meer of minder „pro
gressief" te noemen mensen die het ze
ker niet in alle opzichten eens zijn met
de gang van zaken in de kerk van Ro
me. Maar daarom te meer mannen die
zich met grote energie én met heel hun
ziel wilden verdiepen iri die vragen
oVer de toekomst van de kerk.
Nu liep het in het begin allemaal niet
zo vlot,, want democratisering en in
spraak zijn in de rooms-katholieke
kerk nog geen gemeengoed geworden
Natuurlijk was er van te voren al heel
wat georganiseerd. Zo was het thema
verdeeld in drie hoofdstukken: a. Wat
is de christelijke boodschap?: b. De
a-mwezigheid van de kerk in de maat-
schappi' van morgen: en c. Structuren
in ae kerk van de toekomst. Voor elk
van de hoofdstukken waren werkgroe
pen samengesteld met van te voren
aangewezen voorzitters en secretarissen
en er waren ook van te voren alvast
ontwerp-resoluties ontworpen maar
dat ging allemaal niet door! De deelne
mers eisten dat zij zelf hun voorzitters
enz. zouden mogen kiezen en dat de
ontwerp-resoluties desnoods door heel
andere ontwerpen konden worden ver
vangen. Daarmee had de voorzitter van
het congres, de Nijmeegse hoogleraar
prof. dr. E. Schillebeeckx. het niet ge
makkelijk maar hij slaagde er in al de
ze procedurekwestie» tot 'tevredenheid
op te lossen. Opdat men in die vijf da
gen die voor het congres waren uitge
trokken, tot werkelijke zaken kon ko
men.
Is dat ook inderdaad gebeurd? Is An
toine van den Boogaard ook nu, nu hij
de resultaten van het congres enigerma
te kan overzien, nog een tevreden man?
Is er wat uitgekomen of is er, alleen
maar veel gepraat zoals dat op vele
kerkelijke vergaderingen het geval
pleegt te zijn? Men zal zich moeten
realiseren dat dit congres niets te be
slissen had de resoluties die uitein
delijk uit de (stem)bus zijn gekomen
met de vereiste tweederde meerderheid,
hebben geen enkéle bindende kracht.
Maar gegeven het feit dat zovele zeer
vooraanstaande rooms-katholieken hier
aanwezig waren zal men in Rome deze
uitspraken niet bonder meer kunnen
negeren ze geven zeker een indicatie
over de toekomst van de kerk
Natuurlijk kunnen we hier maar een
kleine greep doen uit de resoluties die
uiteindelijk de meerderheid gehaald
hebben. In willekeurige volgorde:
Besloten werd dat de kerk samen
met de leken te werk moet gaan bij 't
kiezen van 'n paus, bisschop of pastoor
(met een meerderheid van 149 stem
men voor en 20 tegen). Over de vraag
hoe dat dan zou moeten gebeuren
kon geen overeenstemming worden
bereikt. Al eeuwen lang wordt de
paus gekozen door het college van
kardinalen; de paus zelf benoemt de
bisschoppen en deze wijden op hun
beurt weer priesters. Hoe de leken in
deze gang van zaken moeten worden
ingepast is een open vraag gebleven.
Discriminatie in de kerk jegens
vrouwen wordt verwerpelijk geacht.
Met 143 tegen 21 stemmen sprak het
congres zich uit voor de noodzaak
van een diepgaand onderzoek welke
taken de vrouw in de kerk kan ver
vullen. (Terzijde: aan het congres
werd door slechts negen vrouwen
deelgenomen de organisatoren ver
ontschuldigden zich hiervoor met de
opmerking dat men er 24 had uitge
nodigd!).
Vastgesteld werd dat de kerk
voor de vrijheid moet gaan vechten
en voorzichtig moet zijn ten opzichte
van elke mogelijke schakel tussen de
kerk en de machten der onderdruk
king. „Christelijke gemeenschappen
moeten actief trachten de onderdruk
ten te bevrijden, of deze nu het
slachtoffer zijn van rassendiscrimina
tie, de industriële bedrijven of totali
taire regimes". (Aangenomen met
156 tegen 19 stemmen).
Een van de meest markante
sprekers van het Brusselse
theologencongres was zonder
enige twijfel prof. dr. Hans
Kiing en dat niét alleen om
dat hij in de rooms-katholieke
kerk een veelbesproken figuur
is hij weigerde zich in Ro
me te komen verantwoorden
voor,de Curie toen zijn boek
over de kerk de toorn opwek
te van de vroegere Curie-kar
dinaal Ottaviani maar zeker
ook omdat deze man een vi
sie, een boodschap heeft die zo
door en door bijbels is dat ze
de christen wel móet aanspre
ken. Zijn redevoering in Brus
sel was zo treffend van een
voud dat we die hieronder
graag zij het zeer verkort
afdrukken.
Prof Kueng stelde in zijn
rede onomwonden dat de
christelijke boodschap riiets
anders is dan Christus zelf.
„In het licht en de macht
van Jezus kan de mens in
deze wereld leven, handelen,
lijden en sterven op echt
menselijke wijze, omdat hij
totaal afhankelijk is van
God en volkomen verbonden
met zijn medemens".
„Jezus predikte geen theorieën
of wetten, maar het Ko
ninkrijk Gods. Hij was
geen politieke revolu
tionair, geen asceet in strik
te zin en geen godvruchtige
moralist zoals de farizeeërs.
Zijn leven was een uitda
ging, zowel aan de liberalen
als aan de conservativen
van zijn tijd. Hij ontkende
de absolute aanspraken van
geheiligde tradities, instel
lingen en wetten, ook reli
gieuze. omdat tradities, in
stellingen en wetten er
voor de mens zijn en
niet omgekeerd. Hij predikte
de liefde en indentificeerde
zich met „ketters" als de
Samaritanen voor de Joden
waren, met prostituees en
overspeligen. collaborateurs
en mensen die door de maat
schappij waren verworpen
zoals de zieken en de armen.
Hij predikte vergeving en
dit is het goede nieuws, de
blijde boodschap van het
evangelie".
Maar zijn boodschap en ge
drag leidden onvermijdelijk
tot zijn dood. De Joodse lei
ders zagen in Hem een ver
achter van de wet en de
tempel; de Romeinen ver
oordeelden hem ter dood als
een politieke rebel. De wet
bracht Hem om. Maar de ge
kruisigde Christus leeft. De
dood van Jezus aan het
kruis is de heilbrengende
gebeurtenis bij uitstek. Door
het kruis is het Koninkrijk
Gods de geschiedenis bin
nengekomen, het koninkrijk
van verzoening, vrijheid,
rechtvaardigheid, liefde en
vrees. Het kruis is niet al
leen een voorbeeld het is
de bron en de kracht van
het geloof. Het is het ele
ment dat het christelijk ge
loof radicaal doet verschil
len van alle andere gods-
diensten. Het kruis van
Christus is geeh tijdloze
mythe, maar een wreed en
duidelijk historisch feit".
„Christus en zijn Kruis dienen
nagevolgd te worden maar,
dit betekent geen imitatie.
Wij leven niet meer in
Christus tijd. Daarom moet
zijn boodschap altijd ver
taald worden. Het geloof in
de gekruisigde Christus
schenkt de mens vrede met
God en zichzelf, maar het
negeert niet de vraagstuk
ken van de wereld. Het ge
loof maakt rechtvaardigheid
niet overbodig en wil ook
niet de macht bannen uit de
menselijke gemeenschap.
Het ontkent wel de absolute
aanspraken van beide en
het maakt de mens waarlijk
mens omdat hij echt ver
bonden is met zijn mede
mens en voortdurend in
staaj tot vergeving en ver
zoening."
De kerk als gemeenschap van
in liefde verbonden gelovi
gen moet déze nieuwe mens
mogelijk helpen maken door
de barrières van cultuur,
ras, sex, geld en klasse te
overwinnen. Zo kan de
Christelijke boodschap de
maatschappij beïnvloeden
en het Koninkrijk Gods hel
pen voorbereiden dat als
een gave van God tot ons
zal komen."
Maar nogmaals: Jezus is die
boodschap zelf, het concrete
program voor de omvorming
van de wereld. Hij en Hij
alleen is dit program, niet
Socrates, Boeddha, Mozes.
Mohammed, Marx of
Freud. De christelijke bood
schap heeft de wereld ver
anderd. Maar niet grondig
genoeg en dit is de schuld
van het christendom zelf".
Aldus prof. dr. Hans Kueng
Zalig de vredestichters, want zij
zullen kinderen Gods worden
genoemd - Matth. 5:9
Vrede is een begerenswaardig goed
Daar zijn we het allemaal over een»
Zonder, vrede kunnen we niet echt le
ven in onze maatschappij en zeker niet
in groter wereld ver band. En oorlog i*
iets afschuwelijks. Zeker in onze tijd
met zijn ontstellende kracht van de
moderne wapenen. Meer dan ooit is het
nu nodig dat de volken en machten to*
bezinning komen!
Het motto van de Vredesweek is nu:
Verenig de Naties! Een aardige vondst,
want de Verenigde Naties bestaan dit
jaar een kwart eeuw.
En hierin zit dezelfde gedachten: wij
mensen hebben op aarde vrede nodig.
De Volkenbond werd wel een misluk
king. Maar na de verschrikkingen va*
de tweede wereldoorlog probeerden wij
het opnieuw. En door de Ver. Naties
er zeker ook naast de functie van
ontmoetinsplaats van oudere en jonge
naties wel een en ander ten behoeve
van de wereld gedaan. Maar het is veel
te weinig, zegt u. Zeker, u hebt gelijk.
Leest u uw krant maar. Zie elke avond
het journaal voor de TV. Het geweld
en de wapens voeren de boventoon. Ja,
in deze vredesweek zelfs wel heel sterk.
Eri je vraagt je telkens af, wat kun
nen wij daar nu aan doen als klein»
mensen in deze wereld. Komen de din
gen niet als een onafwendbaar lot op
ons af? Zet het nog wel zoden aan de
dijk om als enkele mens, of als groep
van mensen b.v. als christelijke ge
meente zich in te zetten voor de vrede?
Velen zeggen nu nog mee dan we
denken: vrede maken is een ongemoge-
lijke zaak.
Jezus echter denkt daar anders over.
Als Hij in de bergrede spreekt over de
gang van zaken in Zijn Rijk, zegt Hij
o.a. zalig de vredestichters, want zij
zullen kinderen God's genoemd worden.
M.'a.w. je kunt behoren bij de mensen,
die' niet alleen voor zichzelf vrede heb
ben, maar die ook vrede stichten, en
die echt vrede brengen onder de men-
zen. En als iemand dat zeker weet, dan
is het Jezus Christus zelf. Hij is de oru?
van God gegeven Vredesvorst. De Ko
ning, die de verzoening en vrede ge
bracht heeft in de grote oorlog van de
opstand der wereld tegen God. Aan het
kruis van Golgotha heeft Hij met zijn
bloéd het vredesverbond tussen God en
de wereld getekend. Gerechtvaardigd
door het geloof, mogen wij nu vrede
hebben met God. Volle vrede nu al op
aarde met Hem. En ook met onze me
demens. Onderdanen van de Vredes
vorst kunnen niet anders, dan echt hun
Héér volgen in het brengen van wede.
Als een ander over „vredestichters"
zou spreken, zouden wij onze schouder*
kunnen ophalen. En we zouden kunnen
zeggen: Ja, er wordt zo vaak vrede,
vrede geroepen, maar pas op, ze probe
ren je te overrompelen. Maar nu zegt
Jezus Christus: zalig de vredestichters.
En Hij is. de Vrede zelf.
Bij Zijn Rijk horen zij, die ook in
Zijn weg gaan. Die weg is niet ons ver
zonnen ideaal, maar de werkelijkheid
van de door God gegeven vrede.
Maar hoe moeten we dat doen? Echt
vrede stichten deed Christus zelf door
Zijn offer aan het kruis voor de schuld
van onze zonden. Zo bracht Hij ons
vrede op aarde. En in Zijn leven op
aarde toonde Hij ons wat die vrede nu
al betekent. Zijn heil houdt in, dat Hij
zonden vergaf, zieken genas, de dood
aanvocht, mensen hielp in levensgevaar
op zee, hongerenden voerde, verknoei
de levens van rijken en armen, geëerde*
en verachten herstelde, vijandschappen
wegnam enz. Zo is de gang van zaken
In Zijn Rijk, heeft Jezus ons getoond.
En dit is de weg ook voor ons.
Dat vraagt opoffering en zelfverloo
chening. Paulus zegt: Laat die gezind
heid bij u zijn, die ook in Christus Je
zus was, die in de gestalte Gods zijnde,
het Gode gelijk zijn niet als een ^oof
heeft geacht, maar zichzelf ontledigd
heeft en de gestalte van een dienst
knecht heeft aangenomen..
Zichzelf ontledigen en dienstknecht
worden is Gods vredesweg. Zo komt
vrede tot stand.
Een man zei eens van zijn overleden
vrouw: zij was een kind Gods. Als wij
eens iets hadden zei zij altijd tegen
mij: voordat we gaan slapen praten we
het uit. En zo gebeurde het.
In een gezin is er de moeilijkheid van
het niet begrijpen van ouders en kinde
ren over en weer. Maar de ouders en
kinderen ontledigen zich en spreken
met elkaar. Zij geven zich verbonden
aan Christus aan elkaar. Dat ie
vrede stichten.
Lijden en ziekten dichtbij en veraf,
honger en gebrek, levensverwoesting en
haatgevoelens bestrijden, omdat Chris
tus'' heil dit inhoudt, dat is vrede bren
gen. Zo volgen Gods kinderen nu God»
Eniggeboren Zoon.
Misschien zegt u: maar werkt dit wel
wat uit in onze wereld? Er staat toch
ook in de bijbel iets over oorlogen en
geruchten van oorlogen, die er zullen
zijn. Ja, zeker, de bijbel zegt ons, dat
de machten van verderf, zonde en dui
vel sterk zijn. Wee ons, als wij hiervoor
onze ogen zouden sluiten en onwerke
lijke dromers zouden zijn. Maar als er
in de bijbel over oorlogen en geruchten
wordt gesproken, betekent dat geen
noodlot. Dan is dat profetie, bijbelse
profetie, d.w.z. als de mens de weg
Gods niet zal willen gaan, dan zullen
deze dingen geschieden. Dat zegt God»
Woord ons aan.
Dè weg van vrede is Jezus Christu*
volgen. Nu. En beslist. Leven uit Zijn
vrede. En die vrede uitdragen. Voor en
keling, in gezin, maatschappij en we
reld. Als medewerkers Gods. En de
vruchten? Er zal zaad van vrede in on
vruchtbare aarde vallen. Maar* er zal
ook de oogst groeien. Die zal groot zijn
in Gods rijk: 30, 60, ja, honderdvoudig!
Ondertussen is nu wel de vraag: Hoe
veel zaad van vrede strooien wij uit?
Veenendaal, Ds. H. Nijeboer