Nieuwe Joodse vertaling van de Pentateuch THEOLOGEN VONDEN ELKAAR IN BRUSSEL is bet program voor omvorming Zaai vrede Kritiek op samengaan met geref. kerken Werk van dr. J. Dasberg in Israël gezet en gedrukt Verrassend fris De naam van God TER OVERDENKING JAARVERGADERING VRIJZ. HERVORMDEN Voor het eerst sedert de eeuwwisseling is de Tora, de vijf boeken van Mozes. voor Joods gebruik geheel uit het Hebreeuws in het Nederlands vertaald. Nadat in 1899 een vertaling het licht zag van de hand van de Joodse geleerde J. Vredenburg en vier jaar later een ver taling van de Pentateuch tót stand kwam door de latere Amsterdamse opperrabbijn A. S. Onderwijzer, zijn geen vertalingen meer uitgegeven. Deze beide vertalingen worden nog steeds gebruikt. Een nieuwe vertaling van de vijf boeken van Mozes was noodzake lijk omdat deze oude vertalingen volgens sommigen niet meer aan sluiten bij het hedendaags taalgebruik en de gehanteerde begrippen, maar ook omdat zij vrijwel niet meer te verkrijgen zijn. In toenemende mate moest men ertoe overgaan in Joodse kringen een Pentateuch met Engelse vertaling te gebruiken. In de vergaderingen van het Neder lands Israëlietisch Kerkgenootschap werd de laatste jaren dan ook steeds aangedrongen op een nieuwe Nederlandse vertaling. „De vereniging van de hervormde met de gere formeerde kerk wordt om ons niet duidelijke redenen tegenwoordig als een uiterst urgente zaak voorgesteld. Er wordt voor die vereniging een termijn van tien jaar, ja zelfs van vijf jaar ge noemd. Ik geloof echter niet erg in die vereni ging," aldus dr. mr. H. van 't Veer, voorzitter van de Vereniging van Vrijzinnige. Hervormden In Nederland, op de jaarbijeenkomst van deze vereniging, die in Alblasserdam gehouden werd. Hij merkte in dit verband verder op: „Er zijn veel mensen die denken, dat in wezen alles in de kerken bij het oude gebleven is. Een dergelijke bewering lijkt mij niet houdbaar. Er is ongetwij feld veel veranderd en nog bezig te veranderen. Het is natuurlijk dat er meer en meer stemmen opgaan om tot een eenheid van kerken te ko men. We zouden het evenwel al een grote stap vooruit vinden we erin zouden slagen wat meer gemeenschap bussen kerken en kerkmensen te brengén. Het veel gehoorde argument, dat we als kerken te gronde gaan als er geen eenheid komt, lijkt mij niet erg sterk." Dr. Van 't Veer besteedde in zijn toespraak veel aandacht aan de Algemene Kerkvergade ring die met Pinksteren in Driebergen gehouden werd en begin volgend jaar gecontinueerd zal worden. In vrijzinnige kring heeft men van meet af aan positief tegenover dit initiatief gestaan. Niet in alles kan men zich echter verenigen met de gang van zaken op de A.K.V. Zo vindt men het een bedroevende zaak dat nog steeds gec- oplossing in de bekende zaak-Smits bereikt, hoewel de kerkvergadering duidelijk heef' blijken dat de kwestie zo snel mogelijk op een bevredigende wijze uit de wereld moet worden geholpen. Zoals bekend werden ,in 1961 aan prof. dr. P. Smits, hoogleraar in de kerkelijke sociologie te Leiden, de rechten als van een emeritus ontno men om zijn uitlatingen over het lijden van Christus. Vooral zijn opmerking „Geef mijn portie maar aan Fikkie", ontlokte toen veel kri tiek. Op de AKV was over deze maatregelern stige verontwaardiging uitgesproken. Daarom werd een commissie benoemd om eèn oplossing te bereiken. Dr. Van 't Veer vond het onbegrijpelijk dat de kerk de verbinding nog steeds niet heeft hersteld en het onrecht ongedaan heeft gemaakt. Dat zou naar zijn. mening nodig zijn om het geschokte vertrouwen te herstellen en om vrede over dit punt te verkrijgen. Uit het feit dat de commissie, waarop de AKV had aangedrongen, zelfs nu nog niet eens samengesteld is, concludeerde hij dat men geen al te optimistische verwachtingen moet hebben. Dr. Van 't Vëer had ernstige kritiek op de synode die voor de handelwijze in feite aanspra kelijk moet worden gesteld (de suggestie voor de benoeming van een commissie was van haar afkomstig). Hij meende dat men op deze manier probeert de zaak onder de tafel te werken en de critici met een kluitje in het riet te sturen. Daarnaast acht hij een juridische hantering van de tucht in strijd met het karakter van de Ned. Herv. Kerk: ..Het systeem van schorsingen en afzettingen waaraan o.m. de Gereformeerde Ker ken in 1926 en 1944 een zo zware tol betaalden, is in de Hervormde Kérk ondenkbaar en ten enen male onaanvaardbaar". Beginselverklaring O O Op de jaarbij eenkomst is intensief gediscussieerd over het ontwerp „Uit gangspunten en doelstellingen" dat in de plaats moet komen van de oude beginselverklaring, die reeds in 1937 werd opgesteld en niet meer aan de eisen des tijds beantwoordt. De oude begin selverklaring draagt in sterke mate het stempel van de reorganisatiestrijd uit die jaren. Prof. dr. H. G. Hubbeling, voorzitter van de commissie voor de herziening van de beginselverklaring, stelde dat men het nieuwe concept in de huidige vorm vooral moet zien als een uitgangspunt voor de discussies in de gemeenten en kringen, De definitieve formulering zal dan ook afhangen van de meningen die uit de gemeenten naar vo ren komen. Aan het nieuwe concept heeft men, volgens» prof. Hubbeling, een sterk ethisch- sociaal karakter willen geven, hetgeen geen breuk met het vrijzinnig verleden inhoudt, om dat het vrijzinnig protestantisme vanouds aan dacht heeft, gehad voor de waarde van de men selijke persoonlijkheid. In het ontwerp wordt o.a. gezegd dat de ver eniging met de gehele christelijke kerk leeft vanuit de bijbelse vrijheid, die geschonken is in het evangelie van Jezus Christus, gericht op het koninkrijk van God en daarom zowel eén gave als een opdracht is. Er wordt een sterke nadruk gelegd op de bijbelse vrijheid, met gróte openheid zowel naar links als naar rechts. Ook wordt in het ontwerp gezegd dat de vrijzinnigen streven naar een ontmoeting met andere christe lijke kerken en stromingen om te kómen tot één kerk, die één in Christus is. Prof. Hubbeling meende dat men met het centraal stellen van het vrijheidsbegrip in een vrijzinnige traditie staat. Deze traditie is die van het humanistisch chris tendom, waarbij meer dab traditioneel door de orthodoxie is gebeurd de waarde van de mense lijke persoonlijkheid wordt onderstreept. Met de nieuwe beginselverklaring willen wij, aldus prof. Hubbeling, duidelijk onze plaats bepalen binnen de kerk. Het ligt in de bedoeling om op de Algemene Vergadering van volgend jaar de definitieve tekst van de nieuwe beginselverklaring vast te «tellen. (Van een medewerker) De Vijf Boeken van Mozes, in het He breeuws met de Engelse tekst op te genoverliggende pagina's, en speciaal voor de toeristen die Israël doen, beslagen met een tïlveren band en versierd met Israëli sche siersteen. Het is de in juni jl. afgetreden voorzitter van dit kerkgenootschap dr. Jitschak Das berg, die de Nederlandse vertaling van de Pentateuch voor zijn rekening heeft geno men. Het is bij Monoline Press in Ramat Gan in Israël gezet en gedrukt en bij Van Gennep in Amsterdam 70,-) uitgegeven. Het eerste boek bevat zowel in het He breeuws als in het Nederlands de bijbel boeken Genesis en Exodus van de in twee delen verschijnende Pentateuch. In zijn voorwoord zegt' hij daarvan: „Ik heb, ge dachtig aan de uitspraak in de Talmoed: „Probeer daar, waar geen mannen zijn een man te zijn", eens geprobeerd voor mezelf een vertaling te maken. Maar ook merkt hij op: „Ik ben maar een begin nend amateur die, bij gebrek aan een ander in onze kring, misschien een veel te zware taak als hobby op me genomen heb" Dr. Jitschak Dasberg, is wat de Joodse bronnen betreft niet zo een amateur. Hij werd in 1900 in Dordrecht geboren als z.odti van een rabbijn. Voóral An de naoor logse jaren heeft hij zich zeer aan hel Joods kerkgenootschappelijke leven ge wijd. Vele jaren was hij voorzitter van de Nederlandse Israëlietische Hoofdsynagoge te Amsterdam en van het Nederlands Is- raëlietisch Kerkgenootschap. Met zijn ver taling van de vijf boeken van Mozes heeft hij als orthodoxe Jood teruggegrepen op de uitspraken en verklaringen van de tra ditionele Joodse wijzen. Hij merkt daar over op: „Ik heb me intens verdiept in de tekst en me door het lezen van diverse commentatoren, oude zowel als nieuwe, een voorstelling gemaakt van de bedoeling en de betekenis daarvan. Daarna schreef ik mijn vertaling. De op deze wijze ver kregen vertaling vergeleek ik dan met ve le andere en ik nam wat ik beter of mooier vond over. Dit is dus het maken van een keus uit verschillende mogelijk heden". Een verklaring voor zijn keus geeft hij, in tegenstelling tot vele vroegere vertalers echter niet. Maar uit verschillende zin sneden blijken de opvattingen van Joodse geleerden. Dr. Dasberg heeft er Waar ge streefd zijn vertaling is modern, makkelijk leesbaar Nederlands te stellen. Daarom heeft hij uit het Hebreeuws geen woord- vertaling toegepast maar veeleer een be gripsvertaling. Dasberg haalt ter verdedi ging van deze vorm van vertalen de Jood se wijsgeer Maimonides aan die aan het einde van de twaalfde eeuw opmerkte: „Het is onmogelijk ieder woord uit het oorspronkelijk werk door een woord in de andere taal weer te geven, evenmin kan men zich slaafs houden aan de volg orde der woorden en zinsdelen. Zo zou men onoverkomelijke moeilijkheden krijgen en vruchteloze arbeid verrichten, want de vertaling zou stroef en onver staanbaar worden en geenszins de juiste zin weergeven". Ook verwijst hij naar de Talmoedische uitspraak: „Hij die een bijbelvers letterlijk naar zijn uiterlijke vorm vertaalt, hij is een leugenaar". Toch is Dasberg er niet geheel in ge slaagd zijn in is gangbaar Nederlands te houden. Zo af en toe is zijn vertaling met een enkel woord nog plechtstatig. En dat vaak juist in de spreektaal die toch over het geheel verrassend fris aandoet. Dat komt uiteraard ook omdat hij, met uitzon dering van de dialogen tussen God en mensen, en ouders met hun kinderen, niet u gebruikt maar je. Dasberg zegt daarvan: „Ik heb geprobeerd de deftige kanselstijl te vermijden. Volgens sommigen moet de laai als die van de Staten-vertaling zijn, de „tale Kana'ans". Deze „tale Kana'ans" is de meest letterlijke vertaling in de spreektrant zoals die ten tijde van de Dordtse synode werd gebruikt door geleer de, gebefte heren, die behalve het geven van een vertaling ook een dogmatische doelstelling nastreefden. Volgens mij zijn de dialogen tussen mensen in Tenach pre cies eender geleverd als de gesprekken tussen hedendaagse mensen". Het meest opmerkelijke aan de vertaling van Dasberg is echter niet dat het He- breeuws in het vandaag de dag gebruike lijke Nederlands is overgezet. Het verras sende is de weergave van het tetragamma- ton. De Hebreeuws vierletterige Godsnaam heeft vanouds reeds grote moeilijkheden gegeven, omdat de eerste aanduiding van de betekenis van deze naam in Exodus 3, 13 en 14 een van de moeilijkst te duiden plaatsen is. Dasberg vertaalt de vierlette rige naam met de Eeuwige. Bijzonder tref fend is de vertaling van Exodus 3:14, als Mozes uit Go'ds mond hoort wat Diens naam is. Zo yertaalt Dasberg het: „God zei tot Moshé: Ik ben die Ik altijd zal zijn. En Hij zei: Zo moet je het zeggen tot de Kin deren van Jisraël. IK BEN heeft me naar jullie gezonden." Het is te verwachten dat de vertaling van Dasberg zijn invloed op het kerkelijk leven (en dat niet alleen op het Joodse) zal hebben. En wel in het bijzonder bij de naamgeving. Want het is bijzonder verras send dat hij de namen uit.de Pentateuch onvertaald heeft gelaten. Dasberg merkt daarover op: „De namen in Tenach wor den in de meeste Joodse vertalingen over genomen uit de niet-Joodse vertalingen. Ik vind dit voor een vertaling uit Joods oog punt onjuist. Zeker nu de namen uit Te nach in Israël weer herleven en ook bui ten Israël door vele ouders in hun He breeuwse vorm aan hun kinderen worden gegeven. Daarom geef ik de transcriptie van de namen volgens de Iwrieth uit spraak, en spreek dus van Chavah en niet van Eva, van Awraham en Jitschak, Ja'akov en Jisraël, E'sav, Moshé en Aha- ran". Het zal even wennen zijn dat de eerste mensen niet Adam, en Eva waren maar Adam en Chavah! Antoine van den Boogaard, voorzitter van de Belgische stichting „Concilium", moet een tevreden mens geweest zijn op die zaterdag de 12e september. De stichting die een blad uitgeeft dat de zelfde naam draagt, had het plan opge vat een groot theologencongres te hou den, allereerst van de eigen geloofsge noten, de roomskatholieken, maar daar naast ook theologen en andere weten schapsmensen van andere geloofsrich tingen als waarnemers uit te nodigen Welnu, toen op die zaterdag kardinaal Suenens, de rooms-katholieke primaai van België, de openingsrede hield had hij onder zijn gehoor omstreeks 230 ka tholieke theologen en liefst 800 waarne mers. tezamen zo ongeveer de gehele wereld vertegenwoordigend. Van hein de en ver was men naar Brussel geko men om samen die ene, allesoverheer sende vraag te bespreken: hoe ziet de kerk van de toekomst er uit? Of om het met de woorden van kardinaal Suenens te zeggen: „Wat zal God betekenen voor de komende generatie: een woord zonder inhoud, een verouderde hypo these, opium of vergeefse hoop?" Nu moeten we eerst een restrictie maken op de uitspraak dat de hele we reld hier vertegenwoordigd was: het Vaticaan was hier namelijk niet offi cieel aanwezig. En dat leidt alweer tot de volgende restrictie: de hier verza melde rooms-katholieken waren en zijn stuk voor stuk meer of minder „pro gressief" te noemen mensen die het ze ker niet in alle opzichten eens zijn met de gang van zaken in de kerk van Ro me. Maar daarom te meer mannen die zich met grote energie én met heel hun ziel wilden verdiepen iri die vragen oVer de toekomst van de kerk. Nu liep het in het begin allemaal niet zo vlot,, want democratisering en in spraak zijn in de rooms-katholieke kerk nog geen gemeengoed geworden Natuurlijk was er van te voren al heel wat georganiseerd. Zo was het thema verdeeld in drie hoofdstukken: a. Wat is de christelijke boodschap?: b. De a-mwezigheid van de kerk in de maat- schappi' van morgen: en c. Structuren in ae kerk van de toekomst. Voor elk van de hoofdstukken waren werkgroe pen samengesteld met van te voren aangewezen voorzitters en secretarissen en er waren ook van te voren alvast ontwerp-resoluties ontworpen maar dat ging allemaal niet door! De deelne mers eisten dat zij zelf hun voorzitters enz. zouden mogen kiezen en dat de ontwerp-resoluties desnoods door heel andere ontwerpen konden worden ver vangen. Daarmee had de voorzitter van het congres, de Nijmeegse hoogleraar prof. dr. E. Schillebeeckx. het niet ge makkelijk maar hij slaagde er in al de ze procedurekwestie» tot 'tevredenheid op te lossen. Opdat men in die vijf da gen die voor het congres waren uitge trokken, tot werkelijke zaken kon ko men. Is dat ook inderdaad gebeurd? Is An toine van den Boogaard ook nu, nu hij de resultaten van het congres enigerma te kan overzien, nog een tevreden man? Is er wat uitgekomen of is er, alleen maar veel gepraat zoals dat op vele kerkelijke vergaderingen het geval pleegt te zijn? Men zal zich moeten realiseren dat dit congres niets te be slissen had de resoluties die uitein delijk uit de (stem)bus zijn gekomen met de vereiste tweederde meerderheid, hebben geen enkéle bindende kracht. Maar gegeven het feit dat zovele zeer vooraanstaande rooms-katholieken hier aanwezig waren zal men in Rome deze uitspraken niet bonder meer kunnen negeren ze geven zeker een indicatie over de toekomst van de kerk Natuurlijk kunnen we hier maar een kleine greep doen uit de resoluties die uiteindelijk de meerderheid gehaald hebben. In willekeurige volgorde: Besloten werd dat de kerk samen met de leken te werk moet gaan bij 't kiezen van 'n paus, bisschop of pastoor (met een meerderheid van 149 stem men voor en 20 tegen). Over de vraag hoe dat dan zou moeten gebeuren kon geen overeenstemming worden bereikt. Al eeuwen lang wordt de paus gekozen door het college van kardinalen; de paus zelf benoemt de bisschoppen en deze wijden op hun beurt weer priesters. Hoe de leken in deze gang van zaken moeten worden ingepast is een open vraag gebleven. Discriminatie in de kerk jegens vrouwen wordt verwerpelijk geacht. Met 143 tegen 21 stemmen sprak het congres zich uit voor de noodzaak van een diepgaand onderzoek welke taken de vrouw in de kerk kan ver vullen. (Terzijde: aan het congres werd door slechts negen vrouwen deelgenomen de organisatoren ver ontschuldigden zich hiervoor met de opmerking dat men er 24 had uitge nodigd!). Vastgesteld werd dat de kerk voor de vrijheid moet gaan vechten en voorzichtig moet zijn ten opzichte van elke mogelijke schakel tussen de kerk en de machten der onderdruk king. „Christelijke gemeenschappen moeten actief trachten de onderdruk ten te bevrijden, of deze nu het slachtoffer zijn van rassendiscrimina tie, de industriële bedrijven of totali taire regimes". (Aangenomen met 156 tegen 19 stemmen). Een van de meest markante sprekers van het Brusselse theologencongres was zonder enige twijfel prof. dr. Hans Kiing en dat niét alleen om dat hij in de rooms-katholieke kerk een veelbesproken figuur is hij weigerde zich in Ro me te komen verantwoorden voor,de Curie toen zijn boek over de kerk de toorn opwek te van de vroegere Curie-kar dinaal Ottaviani maar zeker ook omdat deze man een vi sie, een boodschap heeft die zo door en door bijbels is dat ze de christen wel móet aanspre ken. Zijn redevoering in Brus sel was zo treffend van een voud dat we die hieronder graag zij het zeer verkort afdrukken. Prof Kueng stelde in zijn rede onomwonden dat de christelijke boodschap riiets anders is dan Christus zelf. „In het licht en de macht van Jezus kan de mens in deze wereld leven, handelen, lijden en sterven op echt menselijke wijze, omdat hij totaal afhankelijk is van God en volkomen verbonden met zijn medemens". „Jezus predikte geen theorieën of wetten, maar het Ko ninkrijk Gods. Hij was geen politieke revolu tionair, geen asceet in strik te zin en geen godvruchtige moralist zoals de farizeeërs. Zijn leven was een uitda ging, zowel aan de liberalen als aan de conservativen van zijn tijd. Hij ontkende de absolute aanspraken van geheiligde tradities, instel lingen en wetten, ook reli gieuze. omdat tradities, in stellingen en wetten er voor de mens zijn en niet omgekeerd. Hij predikte de liefde en indentificeerde zich met „ketters" als de Samaritanen voor de Joden waren, met prostituees en overspeligen. collaborateurs en mensen die door de maat schappij waren verworpen zoals de zieken en de armen. Hij predikte vergeving en dit is het goede nieuws, de blijde boodschap van het evangelie". Maar zijn boodschap en ge drag leidden onvermijdelijk tot zijn dood. De Joodse lei ders zagen in Hem een ver achter van de wet en de tempel; de Romeinen ver oordeelden hem ter dood als een politieke rebel. De wet bracht Hem om. Maar de ge kruisigde Christus leeft. De dood van Jezus aan het kruis is de heilbrengende gebeurtenis bij uitstek. Door het kruis is het Koninkrijk Gods de geschiedenis bin nengekomen, het koninkrijk van verzoening, vrijheid, rechtvaardigheid, liefde en vrees. Het kruis is niet al leen een voorbeeld het is de bron en de kracht van het geloof. Het is het ele ment dat het christelijk ge loof radicaal doet verschil len van alle andere gods- diensten. Het kruis van Christus is geeh tijdloze mythe, maar een wreed en duidelijk historisch feit". „Christus en zijn Kruis dienen nagevolgd te worden maar, dit betekent geen imitatie. Wij leven niet meer in Christus tijd. Daarom moet zijn boodschap altijd ver taald worden. Het geloof in de gekruisigde Christus schenkt de mens vrede met God en zichzelf, maar het negeert niet de vraagstuk ken van de wereld. Het ge loof maakt rechtvaardigheid niet overbodig en wil ook niet de macht bannen uit de menselijke gemeenschap. Het ontkent wel de absolute aanspraken van beide en het maakt de mens waarlijk mens omdat hij echt ver bonden is met zijn mede mens en voortdurend in staaj tot vergeving en ver zoening." De kerk als gemeenschap van in liefde verbonden gelovi gen moet déze nieuwe mens mogelijk helpen maken door de barrières van cultuur, ras, sex, geld en klasse te overwinnen. Zo kan de Christelijke boodschap de maatschappij beïnvloeden en het Koninkrijk Gods hel pen voorbereiden dat als een gave van God tot ons zal komen." Maar nogmaals: Jezus is die boodschap zelf, het concrete program voor de omvorming van de wereld. Hij en Hij alleen is dit program, niet Socrates, Boeddha, Mozes. Mohammed, Marx of Freud. De christelijke bood schap heeft de wereld ver anderd. Maar niet grondig genoeg en dit is de schuld van het christendom zelf". Aldus prof. dr. Hans Kueng Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods worden genoemd - Matth. 5:9 Vrede is een begerenswaardig goed Daar zijn we het allemaal over een» Zonder, vrede kunnen we niet echt le ven in onze maatschappij en zeker niet in groter wereld ver band. En oorlog i* iets afschuwelijks. Zeker in onze tijd met zijn ontstellende kracht van de moderne wapenen. Meer dan ooit is het nu nodig dat de volken en machten to* bezinning komen! Het motto van de Vredesweek is nu: Verenig de Naties! Een aardige vondst, want de Verenigde Naties bestaan dit jaar een kwart eeuw. En hierin zit dezelfde gedachten: wij mensen hebben op aarde vrede nodig. De Volkenbond werd wel een misluk king. Maar na de verschrikkingen va* de tweede wereldoorlog probeerden wij het opnieuw. En door de Ver. Naties er zeker ook naast de functie van ontmoetinsplaats van oudere en jonge naties wel een en ander ten behoeve van de wereld gedaan. Maar het is veel te weinig, zegt u. Zeker, u hebt gelijk. Leest u uw krant maar. Zie elke avond het journaal voor de TV. Het geweld en de wapens voeren de boventoon. Ja, in deze vredesweek zelfs wel heel sterk. Eri je vraagt je telkens af, wat kun nen wij daar nu aan doen als klein» mensen in deze wereld. Komen de din gen niet als een onafwendbaar lot op ons af? Zet het nog wel zoden aan de dijk om als enkele mens, of als groep van mensen b.v. als christelijke ge meente zich in te zetten voor de vrede? Velen zeggen nu nog mee dan we denken: vrede maken is een ongemoge- lijke zaak. Jezus echter denkt daar anders over. Als Hij in de bergrede spreekt over de gang van zaken in Zijn Rijk, zegt Hij o.a. zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen God's genoemd worden. M.'a.w. je kunt behoren bij de mensen, die' niet alleen voor zichzelf vrede heb ben, maar die ook vrede stichten, en die echt vrede brengen onder de men- zen. En als iemand dat zeker weet, dan is het Jezus Christus zelf. Hij is de oru? van God gegeven Vredesvorst. De Ko ning, die de verzoening en vrede ge bracht heeft in de grote oorlog van de opstand der wereld tegen God. Aan het kruis van Golgotha heeft Hij met zijn bloéd het vredesverbond tussen God en de wereld getekend. Gerechtvaardigd door het geloof, mogen wij nu vrede hebben met God. Volle vrede nu al op aarde met Hem. En ook met onze me demens. Onderdanen van de Vredes vorst kunnen niet anders, dan echt hun Héér volgen in het brengen van wede. Als een ander over „vredestichters" zou spreken, zouden wij onze schouder* kunnen ophalen. En we zouden kunnen zeggen: Ja, er wordt zo vaak vrede, vrede geroepen, maar pas op, ze probe ren je te overrompelen. Maar nu zegt Jezus Christus: zalig de vredestichters. En Hij is. de Vrede zelf. Bij Zijn Rijk horen zij, die ook in Zijn weg gaan. Die weg is niet ons ver zonnen ideaal, maar de werkelijkheid van de door God gegeven vrede. Maar hoe moeten we dat doen? Echt vrede stichten deed Christus zelf door Zijn offer aan het kruis voor de schuld van onze zonden. Zo bracht Hij ons vrede op aarde. En in Zijn leven op aarde toonde Hij ons wat die vrede nu al betekent. Zijn heil houdt in, dat Hij zonden vergaf, zieken genas, de dood aanvocht, mensen hielp in levensgevaar op zee, hongerenden voerde, verknoei de levens van rijken en armen, geëerde* en verachten herstelde, vijandschappen wegnam enz. Zo is de gang van zaken In Zijn Rijk, heeft Jezus ons getoond. En dit is de weg ook voor ons. Dat vraagt opoffering en zelfverloo chening. Paulus zegt: Laat die gezind heid bij u zijn, die ook in Christus Je zus was, die in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een ^oof heeft geacht, maar zichzelf ontledigd heeft en de gestalte van een dienst knecht heeft aangenomen.. Zichzelf ontledigen en dienstknecht worden is Gods vredesweg. Zo komt vrede tot stand. Een man zei eens van zijn overleden vrouw: zij was een kind Gods. Als wij eens iets hadden zei zij altijd tegen mij: voordat we gaan slapen praten we het uit. En zo gebeurde het. In een gezin is er de moeilijkheid van het niet begrijpen van ouders en kinde ren over en weer. Maar de ouders en kinderen ontledigen zich en spreken met elkaar. Zij geven zich verbonden aan Christus aan elkaar. Dat ie vrede stichten. Lijden en ziekten dichtbij en veraf, honger en gebrek, levensverwoesting en haatgevoelens bestrijden, omdat Chris tus'' heil dit inhoudt, dat is vrede bren gen. Zo volgen Gods kinderen nu God» Eniggeboren Zoon. Misschien zegt u: maar werkt dit wel wat uit in onze wereld? Er staat toch ook in de bijbel iets over oorlogen en geruchten van oorlogen, die er zullen zijn. Ja, zeker, de bijbel zegt ons, dat de machten van verderf, zonde en dui vel sterk zijn. Wee ons, als wij hiervoor onze ogen zouden sluiten en onwerke lijke dromers zouden zijn. Maar als er in de bijbel over oorlogen en geruchten wordt gesproken, betekent dat geen noodlot. Dan is dat profetie, bijbelse profetie, d.w.z. als de mens de weg Gods niet zal willen gaan, dan zullen deze dingen geschieden. Dat zegt God» Woord ons aan. Dè weg van vrede is Jezus Christu* volgen. Nu. En beslist. Leven uit Zijn vrede. En die vrede uitdragen. Voor en keling, in gezin, maatschappij en we reld. Als medewerkers Gods. En de vruchten? Er zal zaad van vrede in on vruchtbare aarde vallen. Maar* er zal ook de oogst groeien. Die zal groot zijn in Gods rijk: 30, 60, ja, honderdvoudig! Ondertussen is nu wel de vraag: Hoe veel zaad van vrede strooien wij uit? Veenendaal, Ds. H. Nijeboer

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 9