Ook dit jaar weer Solidaridad Schepping van dr. Abraham Kuyper heeft nog niets aan kracht ingeboet De goede Herder en Zijn schapen «- Nieuwbouw *3- Vereniging Grondslag TER OVERDENKING GEHEEL NIEUWE UNIVERSITAIRE STAD VERREES DR. A. KUYPER Er tgn vele redenen om deze week de VU, de Vrtye Universi teit Amsterdam, uitgaande van de Vereniging voor wetenschap pelijk onderwijs op gereformeerde grondslag, voor het voetlicht te halen. Allereerst omdat het op 20 oktober negentig jaar ge leden was dat deze schepping van dr. Abraham Kuvper van start ging. Maar ook omdat de negentigjarige vandaag de dag de snelst groeiende universiteit van ons land is. En ook omdat de VU-nieuwbouw zo langzamerhand tot een goed einde is gebracht: zonder al te veel ophef is er in de afgelopen jaren een complete universitaire stad gebouwd tussen Amsterdam en Amstelveen. Redenen genoeg dus maar misschien vindt men de meest doorslaggevende reden als men gaat zoeken naar het geheim van dit succes. En dat geheim vindt men als men zich wat ver diept in het begin, in de gedachtenwereld rond het stichtingsjaar, èn in de gebeurtenissen van het afgelopen jaar en dan met name in de statutenwijziging die in dat jaar is doorgevoerd. Dat begin. Waarom kwamen in dat jaar 1878 voor de eerste maal de mensen byecn die samen de Vereniging voor weten schappelijk onderwijs op gereformeerde grondslag gingen vor men? Omdat Kuyper een universiteit zag als het beste middel om zjjn calvinistische achterban van „kleine luvden" boven zichzelf uit te tillen. H(j mobiliseerde de spreekwoordelijk ge worden „Friese kappen en Marker broeken" om zjjn vrjje uni versiteit te financieren. En n» werd op 36 oktober 1886 de Vrije Universiteit officieel geopend in de Schotse Zendingskerk aan de Amstel, waar nu. o ironie!, de Kleine Komedie staat. Met het „Onse hulpe sy in den Name des Heeren" werd de bijeenkomst geopend maar de vijf studenten en de vijf hoogleraren zagen die bede niet op de gevel geschilderd. Wèl het woord van Dante: „Hij die hier binnentreedt, laat alle hoop varen" grapje van de studenten van de Amsterdamse universiteit die dusdoende tegenover hun studiebroeders hun mening kenbaar maakten! Nu is het te menselijk gesproken als men de bedoelingen van de Vrije Universiteit alleen maar zou kenschetsen als een po ging om de „kleine luyden" meer niveau te geven. Heel duidelijk vond (en vindt) men daarachter ook de klassiek geworden uit spraak van dr. Kuyper: „(leen duimbreed is er op heel het erf van het menselijk leven waarvan Christus niet zegt „Mijn!" De eer van God en het dienen van God, ook op het terrein der wetenschap dat was het uitgangspunt. En dat uitgangspunt vindt men terug in de nieuwe formulering van het grondslag-ar tikel van de Vereniging toch wel het belangrijkste gebeuren van het VU-leven in dit jaar. Men is er namelijk in geslaagd om datzelfde uitgangspunt van Kuyper als het ware te „verta len" voor onze tijd. Wat simpeler: de zo gespierde volzin van Kuyper wordt nu eigenlijk het beste weergegeven met de een voudige woorden: „Christus is Heer". Maar daarom niet minder overtuigend en niet minder inspirerend. Dezelfde geest die Kuy per heeft bezield in 1880 vindt men ook nu. in 1970, nog terug. Dat is het geheim van het succes dat de zo moeilijk begonnen Vry'e Universiteit in dit voor een universiteit toch werkelijk niet gemakkelijk tijdperk boekt. En voor velen het bewijs dat het evangelie nog altijd het beste houvast geeft! VRIJE UNIVERSITEIT 90 JAAR Hoog torent het hoofdge bouw van de Vrije Uni versiteit nu al uit boven de omgeving in het (steeds klei ner wordende) niemandsland tussen Amsterdam en Am stelveen. Straks zal hier het hart kloppen van deze snelst groeiende universiteit van Nederland, ruimte biedend aan vele duizenden studen ten uit het eigen en vele an dere landen, die dit span ningsveld tussen geloof en wetenschap hun universitai re opleiding willen ontvan gen. De Vrije Universiteit is net een tikkeltje anders dan iedere andere universiteit. Het waarom is nooit beter geformuleerd dan door dr. A. Kuyper in zijn rede als rector - magnificus in 1881 toen hij zijn (nog weini ge) studenten aldus toesprak: „Gij heren studenten van onze hoge school moet uitblinken, of er zal ganselijk geen glans aan U zijn. Gij moet nog iets anders dan dictaten van buiten leren, op straffe van door eigen schuld Uw studie doelloos te ma ken. Bovenal moet in U méér dan een schijn van Godsvrucht gevonden worden. Gij kunt de branding, die U wacht niet doorkomen, dan met een God, die Uw God werd door het geloof. Aan Uw overtuiging, we zeggen het U telkens en herhalen het ook hier open lijk, doet niemand onzer geweld aan. Al wil de een zoon uit Israël, ja van den Islam, bij onze lessen komen, de toegang staat open, de studie blijft vrij. Méér nog, oudemannetjes- vroomheid zouden we zelfs eer in U verfoei en dan die aan te moedigen Maar ontvliedt, wat U werelds zou makenhet volk des Heeren hoopt op U: stelt zo schone verwachtingen niet teleur". Het mag gezegd: velen zeer velen van die studenten van toen hebben niet teleurgesteld. Zij hadden het moeilijk in die tijd. Tot 1905 tee moesten VU-studenten hun afgelegde •xamens aan een andere universiteit «ver doen om te worden erkend. Desóndanks groeide hun aantal gestaag, soms maar met tien per jaar, maar men blééf komen. Daar aan was natuurlijk de achterban, georgani seerd in de Vereniging en steeds bezield door krachtige leiding, niet vreemd- Het geld bleef komen en de studenten bleven komen. Maar de grote sprong is eigenlijk pas na de laatste wereldoorlog gekomen toen het aantal stu denten van minder dan duizend snel opklom tot de 8.000 die nu, in 1970 staan ingeschre ven vr Deze groei betekende in het al zo overvolle Amsterdam een evenredige stijging van de ruimtenood, met als gevolg dat de VU zich in de loop der jaren over tientallen panden in de stad uitbreidde. Toen de gemeente Am sterdam een terrein van achttien hectare bij Amstelveen aanbood om aan die versplinte ring een einde te maken, werd deze kans met beide handen gegrepen. Begonnen werd in 1956 met het VU-zieken- huis (700 bedden), dat zich intussen een uit stekende naam heeft verworven. Aanvanke lijk werd het ziekenhuis omringd door simpe le barakken, waar men onbekommerd college gaf, maar de laatste jaren verrijzen in hoog tempo steeds meer imposante bouwwerken. De universitaire stad groeit als kool. Er werd al 276 miljoen geïnvesteerd en dit be drag zal in de komende vijf jaar worden ver dubbeld. Dan kunnen hier vijftienduizend studenten het onderwijs aan vrijwel alle fa culteiten volgen. Een kilometer verder, op Amstelveens grondgebied, heeft de VU woonruimte ge creëerd voor achttienhonderd studenten en verpleegsters. Dit „Uilenstede" beschikt te vens over een reeks moderne recreatie-voor zieningen. Ook de VU valt onder de 100 pet. subsidie regeling van het Rijk, maar het schijnt dat de zaken aan de VU juist altijd even soepeler en doelmatiger functioneren dan elders. Er is wel beweerd dat de VU de vruchten heeft geplukt van de vele confessionele minister schappen bij onderwijs. Belangrijker lijkt dat de bouwplannen van de VU vrijwel altijd binnen de strenge overheidsnormen blijven, terwijl andere universiteiten de neiging heb ben met financieel onhaalbare voorstellen te komen. Wie in de VU-stad rond loopt, zal merken dat er meer is: iets van de geest van Abra ham Kuyper huist binnen het beton, dat ove rigens even grauw is als elders. Als in de nieuwbouw een verdieping water- vj;ij is gemaakt, dan plaatst men rap wat bureau's op het beton en gaat men zonder morren alvast aan de slag. Er moet een hoog leraar zijn geweest, die opgewekt achter zijn bureau ging zitten, hoewel de ramen nog niet waren geplaatst. Laat dit een grapje zijn, het tekent wel iets van de geïnspireerdheid waarmee aan de VU wordt gewerkt en die kan niet alleen ver klaard worden door de geest van Abraham Kuyper die nog altijd doorwerkt. Wat er meer achter schuilt is dit: de uitdaging van de voortdurende dialoog tussen geloof en we tenschap. Kuyper bepaalde dat zijn universi teit vrij moest zijn van staat «n kerk, hoewel het onderwijs op gereformeerde grondslag moest worden gegeven zo op het oog een wat merkwaardige maar wel doeltreffende formulering want tot vandaag toe heeft dit de spanning behouden tussen wetenschap en ge loof; en dat zonder dat ingrijpen van welke synode ook mogelijk was. Zo treft men er vandaag een man als prof. dr. Kuytert aan, een in de gereformeerde kerk fel omstreden figuur, maar als wetenschapsman .aan de VU volledig geaccepteerd. Van docenten en hoog leraren eist men dat zij de grondslag van de Vereniging ondertekenen niets meer maar ook niet minder. Van de studenten wordt dat niet gevraagd wel moeten zij allen als eer- ste-jaars een tentamen Christelijke Wijsbe geerte afleggen, bedoeld als een algemene oriëntatie. Gegeven deze situatie lijkt de kans te be staan dat de universiteit langzamerhand van haar achterban zou gaan vervreemden niets is minder waar. Dat is de grote verdien ste van de Vereniging voor Wetenschappelijk onderwijs op gereformeerde grondslag waarin die achterban is georganiseerd. En hecht georganiseerd: in haast iedere gemeente in Nederland, zelfs in overwegend rooms-katho- lieke, vindt men wel een afdeling. Wie meer dan 25 gulden per jaar bijdraagt mag zich lid noemen en zijn stem heeft mee invloed bij de beleidsvorming. Daarnaast zijn er donateurs en contribuanten. Vorig jaar waren er acht duizend leden en bijna dertienduizend dona teurs. Mét de contribuanten vormen zij een betalende „supportersgroep" van bijna 104.000, die jaarlijks bijna zeven ton bijeen brengt. Daarnaast is er de vrouwen-VU-hulp die spaarbusjes met het borstbeeld van Kuy per verspreidt. Die busjes leveren jaarlijks ook nog eens vier ton op. Nu de VU volledig gesubsidieerd wordt, wordt dat geld besteed aan specifieke taken als ontwikkelingshulp (Kongo) en het brengen van de wetenschappelijke resultaten bij het volk. De VU vergeet de „kleine luyden" die aan haar wieg stonden niet. Zo ook is de jaarvergadering van de Vereniging uitge groeid tot een toogdag en zo ook worden jaarlijks door het hele land forum-bijeen komsten gehouden, waar duizenden VU-aan- hangers de hoog- en zeergeleerde heren uit Amsterdam met vragen bestormen- Op die avonden blijkt theologie nog altijd het favo riete onderwerp het zit de calvinisten in het bloed! Maar ook de sociologie komt sterk in de aandacht, want men zoekt naar de plaats die de christen in deze moderne maat schappij moet innemen. En ook het kern vraagstuk met daaraan verbonden de proble matiek van oorlog en vrede lokt steeds meer mensen naar de VU-bijeenkomsten om daar over van gedachten te wisselen. Natuurlijk wordt vooral op de jaarver gadering ook over de gang van zaken aan de VU zelf gesproken en men steekt dan zijn meningen niet onder stoelen of banken. Be zorgdheid klinkt door over de moderne bijbel uitleg en natuurlijk ook over de radicale stu denten, die men maar het liefst radicaal uit „hun" VU gegooid zou willen zien. Overigens valt het met die studentenonrust nogal mee: ze is aan de Vrije Universiteit beperkt geble ven tot slechts enkele acties van een zeer kleine minderheid. De progressieve houding van het universiteitsbestuur is daar niet vreemd aan: twee jaar geleden al werd per faculteit een studieraad ingesteld als overleg organ. De eis van een ingestelde stuurgroep om één stem per student te krijgen werd ech ter zonder meer afgewezen. Maar men gelooft niet dat dat tot felle protesten zal leiden. „Want zegt men b'j de VU.de meesten studeren nogal hard en dan blijft er weinig tijd over!" Belangrijkste feit van het afgelopen jaar is de nieuwe formulering van artikel 4 waarin de grondslag van de Vereniging en daarmee ook de grondslag van de Vrije Universiteit is vastgelegd. Zo luidde dit artikel in oude ver sie: „De Vereniging staat voor alle onderwijs dat in haar scholen wordt gegeven, geheel en uitsluitend op de grondslag der gerefor meerde beginselen en erkent mitsdien als grondslag voor het onderwijs in de godge leerdheid de Drie Formulieren van Enig heid, gelijk die in het jaar 1619 door de Nationale Synode van Dordrecht voor de Nederlandse Gereformeerde Kerken zijn vastgesteld; een zodanig gezag daaraan hechtende als genoemde synode, blijkens haar eigen handelwijze en haar acten, aan de belijdenisgeschriften der Nederlandse Gereformeerde Kerken heeft toegekend. En dit is artikel 4 in de nieuwe versie: „De Vereniging staat voor alle arbeid die van haar uitgaat, met name voor het we tenschappelijk onderwijs en onderzoek dat aan de Vrije Universiteit plaats vindt, op de grondslag van het Evangelie van Jezus- Christus, dat naar de openbaring in de Hei lige Schrift de mens in zijn gehele leven roept tot de dienst en verheerlijking van de ene God, Vader, Zoon en Heilige Geest, en daarin tot dienst aan de medemens". Vergelijking leert dat men met deze nieuwe formulering niets van de gereformeerde be ginselen heeft losgelaten men Is alleen die per doorgestoten en wel naar het Evangelie zelf. Men is dan ook niet van plan de naam „Vereniging voor wetenschappelijk onderwijs op gereformeerde grondslag" te wijzigen, want de Vereniging zo zegt men draagt een „duidelijke gereformeerde signatuur in die zin dat zij een fundamentele geloofsin houd en levensvorm voorstaat, die in het christelijk denken met name door de Refor matie op de voorgrond is gesteld en als richt snoer voor denken en handelen is aanvaard Overigens heeft men deze statutenwijziging ook nog om een andere reden aan de orde gesteld: men wil wel eens af van het nog altijd hardnekkige misverstand dat het woord „gereformeerd" een relatie zou leggen tussen de Vrije Universiteit en de Gereformeerde Kerken in Nederland de feiten loochenen die die directe relatie toch al wel: van de V.U.- studenten is nog maar 45 pet gereformeerd, 21 pet. is hervormd, 12 pet. rooms-katholiek en de rest behoort tot andere kerkgenootschap pen of is zelfs buitenkerkelijk. En dat sluit dan weer helemaal aan bij de hierboven geci teerde woorden van dr. Kuyper: „Al wilde een zoon van Israël, ja van de Islam bij onze lessen komen, de toegang staat open Het nieuwe hoofdgebouw nadert zijn vol tooiing. Op de vijftiende verdieping komt de theologische faculteit. Daar bovenop komt al leen een klein kerkzaaltje. Dan dringen de gebeden beter door, lachen de mensen van de VU. In dat kerkzaaltje komt een orgeltje en een kansel, zodat de aspirant-dominees hun kanselvrees op niveau kunnen kwijt raken. Onze hulp is in de naam des Heren.... Zestien verdiepingen lager verstrekt het voorlichtingsbureau van de universiteit ieder gewenst gegeven over vloeroppervlak en in vesteringen, maar de Bijbel staat op tafel. De vrije Universiteit is een succes, negentig jaar oud en uniek. Alle gebouwen van de VU-stad zijn onder gronds via wandelgangen met elkaar verbon den. Hier bevinden zich tevens alle leidingen, zodat reparatie en onderhoud eenvoudiger worden. Een enorme verwarmingsketel, waarin alle afvalprodukten worden gestookt, verwarmt de gebouwen. Het hoofdgebouw (65 meter hoog) heeft uitsluitend driedubbele ra men, zodat het gebouw een geheel eigen kli maat handhaaft, terwijl geluid van overko mende vliegtuigen niet wordt gehoord. Een speciale commissie heeft zich uitvoerig bezig gehouden met de vraag welke stoel het beste zou zijn voor de ruggen van de studen ten. Geen van de bestaande modellen voldeed, waarop men zelf een ideale klapstoel heeft ontworpen. Ook hier handelde men ongewild in de geest van Abraham Kuyper, die eens opmerkte: „Eenvormigheid is de vloek van het moderne leven". Mijn schapen horen naar Mifn slem en Ik ken ze en zij volgen Mij, en Ik geef hun eeuwig le venen zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal z.e uil Mijn land roven! - Joh. 10:27, 28. De herder en zijn schapen, dat is m de Bijbel een geliefd beeld voor het leven van het geloof. In het Oude Tes tament denken we dan direct aan Psalm 23: „De Here is mijn Herder, mij ontbreekt niets". Hoe velen zullen bij het naderen van de dood door deze Psalm wonderlijk zijn bemoedigd en ge troost! En onze Heiland sprak eens Zijn gelijkenis van de goede Herder en zijn schapen. De goede Herder noemde Hij zichzelf. Want een goede Herder houdt van zijn schapen, zelfs zoveel, dat hij als 't er op aan komt, zijn leven voor zijn schapen waagt. Dat heeft Jezus ge daan. Peilloos diep was zijn liefde op Golgotha, toen Hij Zijn leven voor ons gaf! We begrijpen het niet. Een mens in de onrust om zijn zonden kan bij het kruis alleen maar aanbidden en met al les, met alles, niets achterhoudend, zich bergen bij die liefde in berouw en in geloof en zingen Jezus' lof: „Gij om ringt mij met jubelzang van bevrij ding!" Het is rijk, zo een schaap van zijn kudde te rijn! U heeft er zeker wel een» een afbeelding van gezien. Misschien was het een liefelijk tafereel: de goede Herder voorop, en de schapen in ge hoorzame rust achter Hem aan. Is dat volgen werkelijk zo idyllisch?... „Mijn schapen horen naar Mijn stem", zei de Here Jezus. Hierbij moet ik denken aan een reiziger in het Oosten. Hij kwam bij een bron, verschillende herders wa ren daar met hun kudden. De dieren krioelden allemaal door elkaar heen. De reiziger vroeg aan een herder: „Als u strak weggaat, hoe kunt u dan uw eigen schapen er uithalen?" De herder zei: „Dat weten ze zelf wel". Hij maak te een bepaald geluid, en meteen staken zijn schapen de koppen omhoog en lie pen uit al die schapen weg! Toen de reiziger datzelfde geluid nabootste, ke ken ze zelfs niet eens op! De schapen kenden precies de stem van hun her der! „Mijn schapen horen naar Mijn stem", zei Jezus. Zeg, hebt u in uw leven ook de stem van de goede Herder gehoord en hebt u daarin Zijn stem ook herkend? Een stem vol zoekende, ver gevende liefde, die indringend vroeg: „Kom bij Mij!" En bent u gegaan, pre cies zoals u was, niet verbeterd, niet opgeknapt, maar zoals u was, en hebt u gezegd: „Here Jezus, hier ben ik, met alles van mij, met al mijn schuld!" Dat is heerlijk, want: „Ik ken ze", zei Jezus. En „kennen", dat is in de Bijbel: innig contact met iemand hebben, hem liefhebben! Van allen, die bij Hem schuilen, zegt Jezus: „Ik heb ze Hef!" Misschien hoort u Zijn stem nil a dit leest. Jezus' stem raakt tot in het diep ste van je wezen! „Ik heb je lief; Ik wil je redden, eeuwig redden!" Rijk is 't, als u kwam met alles en in Hem het leven vond. Want J-ezus zei: „En sij volgen mij!" Hoe is het met dat volgen? Eens zag ik op de Veluwe een herder met zijn kudde schapen. Bleven zij rustig bij de herder? O. nee, ze liepen kris kras door elkaar, ieder een eigen kant op. En de hond, die bij de herder was, liep in dolle vaart om hen heen, om hen bij elkaar te houden. Ik heb er met stom me verbazing naar staan kijken; en ik dacht: Ja. zo doen wij, mensen, precies eender. We lopen ook ieder een eigen kant uit en de goede Herder heeft een heel groot geduld nodig om ons bij el kaar te houden. Maar dat geduld m die voleindigende liefde heeft Hij ook' „En Ik geef ze eeuwig leven", zei Hij er bij. En eeuwig leven, dat is niet alleen leven na ons leven hier, eeuwig bij Hem. Ja dat is het óók! Maar het is ook leven hier en nu, in het leven met Hem, in het „verkeer met Hem!" Gods verborgen omgang vinden zielen, waar Zijn vrees in woont! Machtig is dat; levend is dat! Als u de Bijbel leest, spreekt Hij tot u. Als u bidt, spreekt u tot Hem Wat een gesprek over en weer! Het stempelt uw leven; het doet u rijpen in het geloof. Weet u dat uit ervaring? Rijpen; u wordt minder; Hij wordt meer! Totdat het wordt: „Ik heb niets, maar Jezus heeft alles voor mij!" Halleluja! En dat blijft zo, door zijn trouw! „Zij zullen zeker niet verloren gaan in eeu wigheid!" Wie eenmaal met alles tot Hem kwam, kan niet meer verloren gaan7 Nee, beslist niet! Want: „Nie mand zal ze uit Mijn hand roven!" U houdt Hem niet vast. Verbeeldt u maar niets! Houdt u vast Dat merk je toch telkens weer. Als je van Hem afdwaalt, heb'je immers geen rust. Zijn liefde trekt toch als een magneet. En je komt toch weer op de knieën terug bij Hem. die je riep, want je kunt niet meer bui ten Hem. Dat is Zijn trouwe liefde door het machtige werk van Zijn Geest! Wat een Heiland! Hebt u Zijn stem gehoord, door deze of die ervaring? Bleef u „vroom" op een afstand? Of bent u als een zondaar, een zondares, naar Hem toegegaan met alles? J. van Noort In 1969 is voor de eerste keer een interkerkelijke adventsactie voor Latijns Amerika gehouden. Deze actie, onder de titel „Solidaridad", bracht ruim 1% miljoen gulden op, waardoor het mogelijk was ook in financieel opzicht solidair te zijn met initiatieven in Latijns Amerka, die een rechtvaardige samenleving beogen. Ook dit jaar zal, eveneens onder de titel „Solidaridad", zo'n actie worden ge voerd, namelijk van 14-26 december 1970. Aan „Solidaridad 1970" werken mee de hervormde en de r.-k. kerk, de doopsgezinde en de remonstrantse broederschap, de evang. broedergemeente, de Ned. protestantenbond en de unie van baptisten-gemeenten. De uitvoe ring is opgedragen aan een bestuur, waarin zijn vertegenwoordigd de r.-k. bisschoppelijke commissie voor Latijns Amerika, het her vormde werelddiaconaat en voor de overige kerken de stichting Oecumenische Hulp. Het motto voor de actie is gevonden in een citaat uit een van de toespraken van mgr. Helder Camara: „Bevordering van een mens waardig bestaan". Doel is ook dit jaar weer: „Het verlenen van steun aan activiteiten, die van kerken en christelijk-sociaal geïn spireerde organisaties uit worden ondernomen en die gericht zijn op de hervorming en ontwikkeling van de maatschappelijke struc turen in Latijns Amerika."

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 9