Ook dit jaar weer Solidaridad
Schepping van dr. Abraham Kuyper
heeft nog niets aan kracht ingeboet
De goede Herder
en Zijn schapen
«- Nieuwbouw
*3- Vereniging
Grondslag
TER OVERDENKING
GEHEEL NIEUWE
UNIVERSITAIRE
STAD VERREES
DR. A. KUYPER
Er tgn vele redenen om deze week de VU, de Vrtye Universi
teit Amsterdam, uitgaande van de Vereniging voor wetenschap
pelijk onderwijs op gereformeerde grondslag, voor het voetlicht
te halen. Allereerst omdat het op 20 oktober negentig jaar ge
leden was dat deze schepping van dr. Abraham Kuvper van
start ging. Maar ook omdat de negentigjarige vandaag de dag de
snelst groeiende universiteit van ons land is. En ook omdat de
VU-nieuwbouw zo langzamerhand tot een goed einde is gebracht:
zonder al te veel ophef is er in de afgelopen jaren een complete
universitaire stad gebouwd tussen Amsterdam en Amstelveen.
Redenen genoeg dus maar misschien vindt men de meest
doorslaggevende reden als men gaat zoeken naar het geheim
van dit succes. En dat geheim vindt men als men zich wat ver
diept in het begin, in de gedachtenwereld rond het stichtingsjaar,
èn in de gebeurtenissen van het afgelopen jaar en dan met name
in de statutenwijziging die in dat jaar is doorgevoerd.
Dat begin. Waarom kwamen in dat jaar 1878 voor de eerste
maal de mensen byecn die samen de Vereniging voor weten
schappelijk onderwijs op gereformeerde grondslag gingen vor
men? Omdat Kuyper een universiteit zag als het beste middel
om zjjn calvinistische achterban van „kleine luvden" boven
zichzelf uit te tillen. H(j mobiliseerde de spreekwoordelijk ge
worden „Friese kappen en Marker broeken" om zjjn vrjje uni
versiteit te financieren. En n» werd op 36 oktober 1886 de Vrije
Universiteit officieel geopend in de Schotse Zendingskerk aan
de Amstel, waar nu. o ironie!, de Kleine Komedie staat. Met het
„Onse hulpe sy in den Name des Heeren" werd de bijeenkomst
geopend maar de vijf studenten en de vijf hoogleraren zagen
die bede niet op de gevel geschilderd. Wèl het woord van Dante:
„Hij die hier binnentreedt, laat alle hoop varen" grapje van
de studenten van de Amsterdamse universiteit die dusdoende
tegenover hun studiebroeders hun mening kenbaar maakten!
Nu is het te menselijk gesproken als men de bedoelingen van
de Vrije Universiteit alleen maar zou kenschetsen als een po
ging om de „kleine luyden" meer niveau te geven. Heel duidelijk
vond (en vindt) men daarachter ook de klassiek geworden uit
spraak van dr. Kuyper: „(leen duimbreed is er op heel het erf
van het menselijk leven waarvan Christus niet zegt „Mijn!" De
eer van God en het dienen van God, ook op het terrein der
wetenschap dat was het uitgangspunt. En dat uitgangspunt
vindt men terug in de nieuwe formulering van het grondslag-ar
tikel van de Vereniging toch wel het belangrijkste gebeuren
van het VU-leven in dit jaar. Men is er namelijk in geslaagd
om datzelfde uitgangspunt van Kuyper als het ware te „verta
len" voor onze tijd. Wat simpeler: de zo gespierde volzin van
Kuyper wordt nu eigenlijk het beste weergegeven met de een
voudige woorden: „Christus is Heer". Maar daarom niet minder
overtuigend en niet minder inspirerend. Dezelfde geest die Kuy
per heeft bezield in 1880 vindt men ook nu. in 1970, nog terug.
Dat is het geheim van het succes dat de zo moeilijk begonnen
Vry'e Universiteit in dit voor een universiteit toch werkelijk niet
gemakkelijk tijdperk boekt. En voor velen het bewijs dat het
evangelie nog altijd het beste houvast geeft!
VRIJE UNIVERSITEIT 90 JAAR
Hoog torent het hoofdge
bouw van de Vrije Uni
versiteit nu al uit boven de
omgeving in het (steeds klei
ner wordende) niemandsland
tussen Amsterdam en Am
stelveen. Straks zal hier het
hart kloppen van deze snelst
groeiende universiteit van
Nederland, ruimte biedend
aan vele duizenden studen
ten uit het eigen en vele an
dere landen, die dit span
ningsveld tussen geloof en
wetenschap hun universitai
re opleiding willen ontvan
gen.
De Vrije Universiteit is net een tikkeltje
anders dan iedere andere universiteit. Het
waarom is nooit beter geformuleerd dan
door dr. A. Kuyper in zijn rede als rector -
magnificus in 1881 toen hij zijn (nog weini
ge) studenten aldus toesprak:
„Gij heren studenten van onze hoge school
moet uitblinken, of er zal ganselijk geen
glans aan U zijn. Gij moet nog iets anders
dan dictaten van buiten leren, op straffe van
door eigen schuld Uw studie doelloos te ma
ken. Bovenal moet in U méér dan een schijn
van Godsvrucht gevonden worden. Gij kunt
de branding, die U wacht niet doorkomen,
dan met een God, die Uw God werd door
het geloof. Aan Uw overtuiging, we zeggen
het U telkens en herhalen het ook hier open
lijk, doet niemand onzer geweld aan. Al wil
de een zoon uit Israël, ja van den Islam, bij
onze lessen komen, de toegang staat open, de
studie blijft vrij. Méér nog, oudemannetjes-
vroomheid zouden we zelfs eer in U verfoei
en dan die aan te moedigen Maar
ontvliedt, wat U werelds zou makenhet
volk des Heeren hoopt op U: stelt zo schone
verwachtingen niet teleur".
Het mag gezegd: velen zeer velen van die
studenten van toen hebben niet teleurgesteld.
Zij hadden het moeilijk in die tijd. Tot 1905
tee moesten VU-studenten hun afgelegde
•xamens aan een andere universiteit «ver
doen om te worden erkend. Desóndanks
groeide hun aantal gestaag, soms maar met
tien per jaar, maar men blééf komen. Daar
aan was natuurlijk de achterban, georgani
seerd in de Vereniging en steeds bezield door
krachtige leiding, niet vreemd- Het geld bleef
komen en de studenten bleven komen. Maar
de grote sprong is eigenlijk pas na de laatste
wereldoorlog gekomen toen het aantal stu
denten van minder dan duizend snel opklom
tot de 8.000 die nu, in 1970 staan ingeschre
ven
vr
Deze groei betekende in het al zo overvolle
Amsterdam een evenredige stijging van de
ruimtenood, met als gevolg dat de VU zich in
de loop der jaren over tientallen panden in
de stad uitbreidde. Toen de gemeente Am
sterdam een terrein van achttien hectare bij
Amstelveen aanbood om aan die versplinte
ring een einde te maken, werd deze kans met
beide handen gegrepen.
Begonnen werd in 1956 met het VU-zieken-
huis (700 bedden), dat zich intussen een uit
stekende naam heeft verworven. Aanvanke
lijk werd het ziekenhuis omringd door simpe
le barakken, waar men onbekommerd college
gaf, maar de laatste jaren verrijzen in hoog
tempo steeds meer imposante bouwwerken.
De universitaire stad groeit als kool. Er
werd al 276 miljoen geïnvesteerd en dit be
drag zal in de komende vijf jaar worden ver
dubbeld. Dan kunnen hier vijftienduizend
studenten het onderwijs aan vrijwel alle fa
culteiten volgen.
Een kilometer verder, op Amstelveens
grondgebied, heeft de VU woonruimte ge
creëerd voor achttienhonderd studenten en
verpleegsters. Dit „Uilenstede" beschikt te
vens over een reeks moderne recreatie-voor
zieningen.
Ook de VU valt onder de 100 pet. subsidie
regeling van het Rijk, maar het schijnt dat de
zaken aan de VU juist altijd even soepeler en
doelmatiger functioneren dan elders. Er is
wel beweerd dat de VU de vruchten heeft
geplukt van de vele confessionele minister
schappen bij onderwijs. Belangrijker lijkt dat
de bouwplannen van de VU vrijwel altijd
binnen de strenge overheidsnormen blijven,
terwijl andere universiteiten de neiging heb
ben met financieel onhaalbare voorstellen te
komen.
Wie in de VU-stad rond loopt, zal merken
dat er meer is: iets van de geest van Abra
ham Kuyper huist binnen het beton, dat ove
rigens even grauw is als elders.
Als in de nieuwbouw een verdieping water-
vj;ij is gemaakt, dan plaatst men rap wat
bureau's op het beton en gaat men zonder
morren alvast aan de slag. Er moet een hoog
leraar zijn geweest, die opgewekt achter zijn
bureau ging zitten, hoewel de ramen nog niet
waren geplaatst.
Laat dit een grapje zijn, het tekent wel iets
van de geïnspireerdheid waarmee aan de VU
wordt gewerkt en die kan niet alleen ver
klaard worden door de geest van Abraham
Kuyper die nog altijd doorwerkt. Wat er
meer achter schuilt is dit: de uitdaging van
de voortdurende dialoog tussen geloof en we
tenschap. Kuyper bepaalde dat zijn universi
teit vrij moest zijn van staat «n kerk, hoewel
het onderwijs op gereformeerde grondslag
moest worden gegeven zo op het oog een
wat merkwaardige maar wel doeltreffende
formulering want tot vandaag toe heeft dit de
spanning behouden tussen wetenschap en ge
loof; en dat zonder dat ingrijpen van welke
synode ook mogelijk was. Zo treft men er
vandaag een man als prof. dr. Kuytert aan,
een in de gereformeerde kerk fel omstreden
figuur, maar als wetenschapsman .aan de VU
volledig geaccepteerd. Van docenten en hoog
leraren eist men dat zij de grondslag van de
Vereniging ondertekenen niets meer maar
ook niet minder. Van de studenten wordt dat
niet gevraagd wel moeten zij allen als eer-
ste-jaars een tentamen Christelijke Wijsbe
geerte afleggen, bedoeld als een algemene
oriëntatie.
Gegeven deze situatie lijkt de kans te be
staan dat de universiteit langzamerhand van
haar achterban zou gaan vervreemden
niets is minder waar. Dat is de grote verdien
ste van de Vereniging voor Wetenschappelijk
onderwijs op gereformeerde grondslag waarin
die achterban is georganiseerd. En hecht
georganiseerd: in haast iedere gemeente in
Nederland, zelfs in overwegend rooms-katho-
lieke, vindt men wel een afdeling. Wie meer
dan 25 gulden per jaar bijdraagt mag zich lid
noemen en zijn stem heeft mee invloed bij de
beleidsvorming. Daarnaast zijn er donateurs
en contribuanten. Vorig jaar waren er acht
duizend leden en bijna dertienduizend dona
teurs. Mét de contribuanten vormen zij een
betalende „supportersgroep" van bijna
104.000, die jaarlijks bijna zeven ton bijeen
brengt. Daarnaast is er de vrouwen-VU-hulp
die spaarbusjes met het borstbeeld van Kuy
per verspreidt. Die busjes leveren jaarlijks
ook nog eens vier ton op.
Nu de VU volledig gesubsidieerd wordt,
wordt dat geld besteed aan specifieke taken
als ontwikkelingshulp (Kongo) en het brengen
van de wetenschappelijke resultaten bij het
volk. De VU vergeet de „kleine luyden" die
aan haar wieg stonden niet. Zo ook is de
jaarvergadering van de Vereniging uitge
groeid tot een toogdag en zo ook worden
jaarlijks door het hele land forum-bijeen
komsten gehouden, waar duizenden VU-aan-
hangers de hoog- en zeergeleerde heren uit
Amsterdam met vragen bestormen- Op die
avonden blijkt theologie nog altijd het favo
riete onderwerp het zit de calvinisten in
het bloed! Maar ook de sociologie komt sterk
in de aandacht, want men zoekt naar de
plaats die de christen in deze moderne maat
schappij moet innemen. En ook het kern
vraagstuk met daaraan verbonden de proble
matiek van oorlog en vrede lokt steeds meer
mensen naar de VU-bijeenkomsten om daar
over van gedachten te wisselen.
Natuurlijk wordt vooral op de jaarver
gadering ook over de gang van zaken aan
de VU zelf gesproken en men steekt dan zijn
meningen niet onder stoelen of banken. Be
zorgdheid klinkt door over de moderne bijbel
uitleg en natuurlijk ook over de radicale stu
denten, die men maar het liefst radicaal uit
„hun" VU gegooid zou willen zien. Overigens
valt het met die studentenonrust nogal mee:
ze is aan de Vrije Universiteit beperkt geble
ven tot slechts enkele acties van een zeer
kleine minderheid. De progressieve houding
van het universiteitsbestuur is daar niet
vreemd aan: twee jaar geleden al werd per
faculteit een studieraad ingesteld als overleg
organ. De eis van een ingestelde stuurgroep
om één stem per student te krijgen werd ech
ter zonder meer afgewezen. Maar men gelooft
niet dat dat tot felle protesten zal leiden.
„Want zegt men b'j de VU.de meesten
studeren nogal hard en dan blijft er weinig
tijd over!"
Belangrijkste feit van het afgelopen jaar is
de nieuwe formulering van artikel 4 waarin
de grondslag van de Vereniging en daarmee
ook de grondslag van de Vrije Universiteit is
vastgelegd. Zo luidde dit artikel in oude ver
sie:
„De Vereniging staat voor alle onderwijs
dat in haar scholen wordt gegeven, geheel
en uitsluitend op de grondslag der gerefor
meerde beginselen en erkent mitsdien als
grondslag voor het onderwijs in de godge
leerdheid de Drie Formulieren van Enig
heid, gelijk die in het jaar 1619 door de
Nationale Synode van Dordrecht voor de
Nederlandse Gereformeerde Kerken zijn
vastgesteld; een zodanig gezag daaraan
hechtende als genoemde synode, blijkens
haar eigen handelwijze en haar acten, aan
de belijdenisgeschriften der Nederlandse
Gereformeerde Kerken heeft toegekend.
En dit is artikel 4 in de nieuwe versie:
„De Vereniging staat voor alle arbeid die
van haar uitgaat, met name voor het we
tenschappelijk onderwijs en onderzoek dat
aan de Vrije Universiteit plaats vindt, op
de grondslag van het Evangelie van Jezus-
Christus, dat naar de openbaring in de Hei
lige Schrift de mens in zijn gehele leven
roept tot de dienst en verheerlijking van de
ene God, Vader, Zoon en Heilige Geest, en
daarin tot dienst aan de medemens".
Vergelijking leert dat men met deze nieuwe
formulering niets van de gereformeerde be
ginselen heeft losgelaten men Is alleen die
per doorgestoten en wel naar het Evangelie
zelf. Men is dan ook niet van plan de naam
„Vereniging voor wetenschappelijk onderwijs
op gereformeerde grondslag" te wijzigen,
want de Vereniging zo zegt men draagt
een „duidelijke gereformeerde signatuur in
die zin dat zij een fundamentele geloofsin
houd en levensvorm voorstaat, die in het
christelijk denken met name door de Refor
matie op de voorgrond is gesteld en als richt
snoer voor denken en handelen is aanvaard
Overigens heeft men deze statutenwijziging
ook nog om een andere reden aan de orde
gesteld: men wil wel eens af van het nog
altijd hardnekkige misverstand dat het woord
„gereformeerd" een relatie zou leggen tussen
de Vrije Universiteit en de Gereformeerde
Kerken in Nederland de feiten loochenen die
die directe relatie toch al wel: van de V.U.-
studenten is nog maar 45 pet gereformeerd, 21
pet. is hervormd, 12 pet. rooms-katholiek en
de rest behoort tot andere kerkgenootschap
pen of is zelfs buitenkerkelijk. En dat sluit
dan weer helemaal aan bij de hierboven geci
teerde woorden van dr. Kuyper: „Al wilde
een zoon van Israël, ja van de Islam bij onze
lessen komen, de toegang staat open
Het nieuwe hoofdgebouw nadert zijn vol
tooiing. Op de vijftiende verdieping komt de
theologische faculteit. Daar bovenop komt al
leen een klein kerkzaaltje. Dan dringen de
gebeden beter door, lachen de mensen van de
VU. In dat kerkzaaltje komt een orgeltje en
een kansel, zodat de aspirant-dominees hun
kanselvrees op niveau kunnen kwijt raken.
Onze hulp is in de naam des Heren....
Zestien verdiepingen lager verstrekt het
voorlichtingsbureau van de universiteit ieder
gewenst gegeven over vloeroppervlak en in
vesteringen, maar de Bijbel staat op tafel.
De vrije Universiteit is een succes, negentig
jaar oud en uniek.
Alle gebouwen van de VU-stad zijn onder
gronds via wandelgangen met elkaar verbon
den. Hier bevinden zich tevens alle leidingen,
zodat reparatie en onderhoud eenvoudiger
worden. Een enorme verwarmingsketel,
waarin alle afvalprodukten worden gestookt,
verwarmt de gebouwen. Het hoofdgebouw (65
meter hoog) heeft uitsluitend driedubbele ra
men, zodat het gebouw een geheel eigen kli
maat handhaaft, terwijl geluid van overko
mende vliegtuigen niet wordt gehoord.
Een speciale commissie heeft zich uitvoerig
bezig gehouden met de vraag welke stoel het
beste zou zijn voor de ruggen van de studen
ten. Geen van de bestaande modellen voldeed,
waarop men zelf een ideale klapstoel heeft
ontworpen. Ook hier handelde men ongewild
in de geest van Abraham Kuyper, die eens
opmerkte: „Eenvormigheid is de vloek van
het moderne leven".
Mijn schapen horen naar Mifn
slem en Ik ken ze en zij volgen
Mij, en Ik geef hun eeuwig le
venen zij zullen voorzeker niet
verloren gaan in eeuwigheid en
niemand zal z.e uil Mijn land
roven! - Joh. 10:27, 28.
De herder en zijn schapen, dat is
m de Bijbel een geliefd beeld voor het
leven van het geloof. In het Oude Tes
tament denken we dan direct aan
Psalm 23: „De Here is mijn Herder, mij
ontbreekt niets". Hoe velen zullen bij
het naderen van de dood door deze
Psalm wonderlijk zijn bemoedigd en ge
troost! En onze Heiland sprak eens Zijn
gelijkenis van de goede Herder en zijn
schapen. De goede Herder noemde Hij
zichzelf. Want een goede Herder houdt
van zijn schapen, zelfs zoveel, dat hij
als 't er op aan komt, zijn leven voor
zijn schapen waagt. Dat heeft Jezus ge
daan. Peilloos diep was zijn liefde op
Golgotha, toen Hij Zijn leven voor ons
gaf! We begrijpen het niet. Een mens in
de onrust om zijn zonden kan bij het
kruis alleen maar aanbidden en met al
les, met alles, niets achterhoudend, zich
bergen bij die liefde in berouw en in
geloof en zingen Jezus' lof: „Gij om
ringt mij met jubelzang van bevrij
ding!"
Het is rijk, zo een schaap van zijn
kudde te rijn! U heeft er zeker wel een»
een afbeelding van gezien. Misschien
was het een liefelijk tafereel: de goede
Herder voorop, en de schapen in ge
hoorzame rust achter Hem aan. Is dat
volgen werkelijk zo idyllisch?... „Mijn
schapen horen naar Mijn stem", zei de
Here Jezus. Hierbij moet ik denken aan
een reiziger in het Oosten. Hij kwam
bij een bron, verschillende herders wa
ren daar met hun kudden. De dieren
krioelden allemaal door elkaar heen.
De reiziger vroeg aan een herder: „Als
u strak weggaat, hoe kunt u dan uw
eigen schapen er uithalen?" De herder
zei: „Dat weten ze zelf wel". Hij maak
te een bepaald geluid, en meteen staken
zijn schapen de koppen omhoog en lie
pen uit al die schapen weg! Toen de
reiziger datzelfde geluid nabootste, ke
ken ze zelfs niet eens op! De schapen
kenden precies de stem van hun her
der! „Mijn schapen horen naar Mijn
stem", zei Jezus. Zeg, hebt u in uw
leven ook de stem van de goede Herder
gehoord en hebt u daarin Zijn stem ook
herkend? Een stem vol zoekende, ver
gevende liefde, die indringend vroeg:
„Kom bij Mij!" En bent u gegaan, pre
cies zoals u was, niet verbeterd, niet
opgeknapt, maar zoals u was, en hebt u
gezegd: „Here Jezus, hier ben ik, met
alles van mij, met al mijn schuld!"
Dat is heerlijk, want: „Ik ken ze", zei
Jezus. En „kennen", dat is in de Bijbel:
innig contact met iemand hebben, hem
liefhebben! Van allen, die bij Hem
schuilen, zegt Jezus: „Ik heb ze Hef!"
Misschien hoort u Zijn stem nil a dit
leest. Jezus' stem raakt tot in het diep
ste van je wezen! „Ik heb je lief; Ik wil
je redden, eeuwig redden!" Rijk is 't, als
u kwam met alles en in Hem het leven
vond.
Want J-ezus zei: „En sij volgen mij!"
Hoe is het met dat volgen? Eens zag ik
op de Veluwe een herder met zijn
kudde schapen. Bleven zij rustig bij
de herder? O. nee, ze liepen kris kras
door elkaar, ieder een eigen kant op.
En de hond, die bij de herder was, liep
in dolle vaart om hen heen, om hen bij
elkaar te houden. Ik heb er met stom
me verbazing naar staan kijken; en ik
dacht: Ja. zo doen wij, mensen, precies
eender. We lopen ook ieder een eigen
kant uit en de goede Herder heeft een
heel groot geduld nodig om ons bij el
kaar te houden.
Maar dat geduld m die voleindigende
liefde heeft Hij ook' „En Ik geef ze
eeuwig leven", zei Hij er bij. En eeuwig
leven, dat is niet alleen leven na ons
leven hier, eeuwig bij Hem. Ja dat is het
óók! Maar het is ook leven hier en nu,
in het leven met Hem, in het „verkeer
met Hem!" Gods verborgen omgang
vinden zielen, waar Zijn vrees in
woont! Machtig is dat; levend is dat!
Als u de Bijbel leest, spreekt Hij tot u.
Als u bidt, spreekt u tot Hem Wat een
gesprek over en weer! Het stempelt uw
leven; het doet u rijpen in het geloof.
Weet u dat uit ervaring? Rijpen; u
wordt minder; Hij wordt meer! Totdat
het wordt: „Ik heb niets, maar Jezus
heeft alles voor mij!" Halleluja!
En dat blijft zo, door zijn trouw! „Zij
zullen zeker niet verloren gaan in eeu
wigheid!" Wie eenmaal met alles tot
Hem kwam, kan niet meer verloren
gaan7 Nee, beslist niet! Want: „Nie
mand zal ze uit Mijn hand roven!" U
houdt Hem niet vast. Verbeeldt u maar
niets! Houdt u vast Dat merk je toch
telkens weer. Als je van Hem afdwaalt,
heb'je immers geen rust. Zijn liefde
trekt toch als een magneet. En je komt
toch weer op de knieën terug bij Hem.
die je riep, want je kunt niet meer bui
ten Hem. Dat is Zijn trouwe liefde door
het machtige werk van Zijn Geest!
Wat een Heiland! Hebt u Zijn stem
gehoord, door deze of die ervaring?
Bleef u „vroom" op een afstand? Of
bent u als een zondaar, een zondares,
naar Hem toegegaan met alles?
J. van Noort
In 1969 is voor de eerste keer een interkerkelijke adventsactie voor
Latijns Amerika gehouden. Deze actie, onder de titel „Solidaridad",
bracht ruim 1% miljoen gulden op, waardoor het mogelijk was ook
in financieel opzicht solidair te zijn met initiatieven in Latijns
Amerka, die een rechtvaardige samenleving beogen. Ook dit jaar
zal, eveneens onder de titel „Solidaridad", zo'n actie worden ge
voerd, namelijk van 14-26 december 1970. Aan „Solidaridad 1970"
werken mee de hervormde en de r.-k. kerk, de doopsgezinde en de
remonstrantse broederschap, de evang. broedergemeente, de Ned.
protestantenbond en de unie van baptisten-gemeenten. De uitvoe
ring is opgedragen aan een bestuur, waarin zijn vertegenwoordigd
de r.-k. bisschoppelijke commissie voor Latijns Amerika, het her
vormde werelddiaconaat en voor de overige kerken de stichting
Oecumenische Hulp.
Het motto voor de actie is gevonden in een citaat uit een van de
toespraken van mgr. Helder Camara: „Bevordering van een mens
waardig bestaan". Doel is ook dit jaar weer: „Het verlenen van
steun aan activiteiten, die van kerken en christelijk-sociaal geïn
spireerde organisaties uit worden ondernomen en die gericht zijn
op de hervorming en ontwikkeling van de maatschappelijke struc
turen in Latijns Amerika."