De fabrikanten verwachten:
COSMETICA
VOOR MANNEN
RAKEN MEER
INTREK
ECHTPAAR VAN ROSSE ZIET T NU ANDERS
Joden waren eerder dan
Columbus in Amerika
Hond vond
hasjiesj
„Niet roken
weldaad voor
economie"
Baas koopt
lieer vrij
uit de
gevangenis
W.-Duitsland
moet in beslag
genomen goud
vergoeden
AMERIKAANSE GELEERDE:
11
.Getekende
Nigeria één
Uitleg
STEEDS MEER TEXTIEL NA EEN
KEER DRA GEN IN T VUINIS VA T
UTRECHT Omstreeks 1980 zal het totale
textielpakket in Nederland voor 5 a 10 procent
bestaan uit non-wovens, waartoe wegwerp
textiel gerekend wordt. Deze prognose deed
ir. H. Borsten, president van het Nederlands
Textielinstituut op een aan de toekomst van
wegwerptextie! gewijde bijeenkomst van het
instituut in de Domstad. Hij achtte de kosten
van dit produkt thans nog relatief hoog.
Ook drs. B. A. Bakker, van het Economisch
Instituut voor de Textielindustrie, zag de toe
komst van textielachtige wegwerpprodukten
zondig in. De ondernemingen zullen dan wel
de behoeften van de consument moeten onder
kennen en voorzien en daarop een creatief
antwoord dienen te geven, zo voerde hij aan.
Volgens drs. Bakker wil de consument betalen
voor produkten of apparaten, die tijd bespa
ren of een karwei op een eenvoudiger wijze
kunnen opknappen. De consument leeft in het
tijdperk van automatische wasmachines, af
wasmachines, centrale verwarming en tal van
instant artikelen. Daarbij gaat het de consu
ment niet zozeer om het produkt zelf, maar
veel meer om de functie dit dat produkt ver
vult. Drs. Bakker wees in dit verband op een
aantal veranderingen, die ziich ook in ons land
aftekenen: de vrouw, die steeds meer inge
schakeld wordt in het arbeidsproces en de man
die zich telkens meer met huishoudelijke aan
gelegenheden bemoeit. Hierdoor ontstaat er
naar zijn mening een grotere behoefte aan ar
beidsbesparende produkten, zoals wegwerp-
textiel.
Ook een ander verschijnsel speelt z.i. daarbij
een rol: Vroeger was grondstof duur en de
arbeid goedkoop, thans is er evenwel van het
omgekeerde sprake. Het wordt daarom aan
trekkelijk onderhoud en reparaties achterwe
ge te laten en het produkt na het gebruik te
vervangen.
Aan de hand van enkele cijfers toonde spre
ker aan, dat Nederland nu nog minder open
staat voor wegwerptextiel dan landen als
Amerika en Engeland. De weerstand tegen dit
produkt zou beslist niet bestaan bij de jongere
generatie maar vooral bij de ouderen, die de
Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt en
zdch het tdee hebben gevormd, dat iets weg
werpen toch verspilling is.
Spreker maakte een onderscheid tussen
wegwerptextiel voor eenmalig gebruik (tafel
lakens, ondergoed. linnengoed) en short-life
textiel (bovenkleding die 10 a 20 maal gewas
sen kan worden). De kwaliteit van laatstge
noemde non-wovens is natuurlek aanmerke
lijk beter dan die van de eerstgenoemde.
Vooral voor short-life textiel zag drs. Bak
ker een goede toekomst. Met het wisselend
modebeeld moet het naar zijn oordeel voor een
vrouw ideaal zijn een garderobe te hebben
van short-life kleding en jurken die nog 10
tot 20 keer gewassen kunnen worden en f 10,-
a f 20,- kosten.
Met nadruk stelde hij, dat short-life kleding
de gevaarlijkste concurrent voor de conven
tionele textiel zal worden. Gevaarlijker dan
eenmalig wegwerptextiel. Voor dat laatste
produkt liggen er wel grote toekomstmogelijk
heden ter vervanging van ziekenhuistextiel
nu de kosten van het wassen steeds stijgen.
„Kees, het is maar tijdelijk, rotzooi is on
vermijdelijk...". Met deze aanvangswoorden
van een bekende song begon de heer J. A. M.
Verbeek (Firet N.V. Veenendaal) zijn betoog
op de bijeenkomst van het textielinstituut. Hij
wilde daarmee onderstrepen dat de tijdelijk
heid van wegwerptextiel ook een milieuhy
giënische kant heeft. Immers, het op grote
schaal invoeren van wegwerpprodukten
brengt het probleem met zich mee van de ver
nietiging ervan, waarbij lucht- of andere vor
men van verontreiniging kunnen optreden.
Maar de industrie mag zich daardoor niet
laten terugschrikken en moet ook deze bar
rière nemen, zo meende de spreker, die er aan
toevoegde dat er veel research verricht zal
moeten worden om een antwoord te kunnen
geven op de vraag hoe de wegwerpprodukten
verbrand, verteerd, of opgelost kunnen wor
den zonder enigerlei vorm van verontreini
ging te veroorzaken. De heer Verbeek dacht
zeker dat op dit terrein grote vorderingen ge
maakt zullen worden.
Het Nederlandse mannendom wordt langzaam maar onwrikbaar zeker opge
stuwd in de vaart der cosmetica-gebruikende volkeren.
Tot voor enkele jaren overheerste de mening dat de vaderlandse heer der schep
ping zich slechts te buiten mocht gaan aan een fruitig sapje voor na 't scho
ren, aan een ontluchter voor de eerste en tweede oksel en desnoods
aan een lekker stuk zeep voor de zaterdagse wasliturgie.
Geurtjes. huid-pepmiddelen en
vel-kleursels waren uit den boze. De
kwalificatie „verwijfd" was nog de
minst erge die de gebruiker mee kon
krijgen.
Nu, anno een-negen-zevennul is het
beeld totaal anders.
WASHINGTON Bij een demon
stratie op het Witte Huis van de talen
ten van een douanehond, die er speciaal
op getraind was verdovende middelen
op te sporen, heeft de douane geheel
onverwacht ongeveer 150 gram hasjiesj
In beslag kunnen nemen.
Terwijl president Nixon met grote
belangstelling toekeek, lieten de doua
niers een hond los bij een stapel van 32
postpaketten. die zij op het grasveld
achter het Witte Huis hadden opge
steld. Tussen deze pakjes zat er een,
waarin de douaniers zelf hasjiesj had
den gestopt en die de hond er nu uit
moest halen. De andere pakjes, zo ver-
fceirien de douaniers, waren willekeurig
«A het postkantoor van Washington ge
nomen.
De hond had al gauw het pakje van
de douaniers te pakken, maar hij toon
de ook grote interesse voor een tweede
pakje. Dit pakket werd opengemaakt
en ja hoor... er zat een grote roze kaars
in, waarvan het midden was uitgehold
en ongeveer 150 gram hasj bevatte.
Gerald L. Warren, de tweede persse
cretaris van het Witte Huis, vertelde
dat het pakje vanuit Madrid naar een
adres in Washington gestuurd was.
LONDEN Het roken van sigaretten
in Engeland kost jaarlijks aan bijna
100.000 mensen het leven. Dit staat in
«en pas gepubliceerd medisch rapport
van het Engelse ministerie van volks
gezondheid.
Het hoofd van de afdeling medische
zaken van het ministerie, sir George
Godlber, verklaarde dat niet-roken niet
alleen een weldaad zou zijn voor de
gezondheid maar ook voor de economie.
De onkosten voor de volksgezondheid
«ouden namelijk dalen en bovendien
zouden er aanzienlijk minder arbeids
uren verloren gaan. Dit alles zou een
besparing van vele honderden miljoe
nen guldens betekenen aldus sir Geor
ge.
VALDOSTA (Georgia VS) Terrible
Ted, een beer van een goeie 300 kg is
uit de gevangenis nadat zijn baas, die
had weten te verhinderen dat hij de
strijd aanbond met een agressieve
bouwvakker van 175 kg een borgtocht
van 3000 dollar had betaald.
Ted geraakte enige dagen in de juri
dische puree toen de 1.500 dollar, aan
geboden voor een ieder die met de beer
wilde worstelen tot de verbeelding van
Ed Williams, de bouwvakker begon te
spreken. David McKigney, de eigenaar
van Ted, besliste echter dat het gevecht
niet zou doorgaan.
Williams mokte dat hem de kans op
1.500 dollar werd ontnomen, wist een
arrestatiebevel tegen Ted te krijgen en
het beest werd opgesloten ir een kooi
achter de gevangenis. In december zal
de zaak voorkomen.
O
o o
BERLIJN West-Duitsland moet
een schadevergoeding betalen voor de
167,643 kilo goud, die de Gestapo in
1940 in Wenen in beslag had genomen.
Dit heeft het opperste hof voor schade
vergoedingen, een internationale instel
ling in Berlijn bepaald.
Het goud, dat eigendom was van de
Tsjechoslowaak David Goldmann, werd
in verband met de jodenvervolging op
last van de toenmalige minister Wil
helm Fricke in beslag genomen. Als re
den werd toen aangevoerd dat David
Goldmann „tijdens zijn verblijf in Oos
tenrijk activiteiten tegen het volk en d'
staat had ontplooid". De vrouw van d
in 1967 in New York overleden Gold
mann had een els tot schadevergoeding
ingediend.
„In Nigeria
word je
toch een
koloniaal"
Ir. Jaap van Rosse en zijn vrouw Sylvia: nu in
Waddinxveen, straks weer terug naar Nigeria.
Niet met negatieve gedachten, maar wel met minder
idealistische denkbeelden dan een jaar geleden.
Ir. Jaap van Rosse (29) en zijn vrouw
Sylva van Rosse-van Reenen zijn op
verlof in Nederland, na één jaar Nige
ria. Over twee maanden gaan ze weer
terug. Anders dan de eerste keer. Met
veel minder idealisme in hun bagage.
„Een jaar geleden dacht ik: bevelen,
dat doe ik niet, we zijn als mensen
gelijk. Na een tijdje doe je het ook.
Het schijnt niet anders te kunnen. Ver
velend, je wordt een soort koloniaal",
zegt ir. Van Rosse.
Wie Nigeria zegt, denkt (nog vaag?)
aan Biafra. Net zo fel als het woord
„Biafra" de mensen heeft bezig gehou
den, zo verdween het plotseling in het
niet.
„Maar de Ibo's zeggen: deze keer
verloren we de oorlog, een volgende
keer komen we terug", aldus ir. Van
Rosse, in het huis van zijn schoonmoe
der in Waddinxveen.
Ir. Van Rosse werkt in het computer
centrum van Shell-BP in Lagos, de
hoofdstad van Nigeria. „Er komen in
Lagos steeds meer Ibo's terug", zegt hij.
„Voor zover ik kan constateren is van
vervolging of gevangenneming geen
sprake".
Veel Nederlanders in Lagos? „Moei
lijk te zeggen, maar ik schat toch ten
minste tweehonderd Nederlandse fami
lies", zegt de heer Van Rosse. „Ze wer
ken bij Shell, Philips, Unilever, Heine-
ken. In Lagos is een school voor Neder
landse kinderen; die school telt drie
honderd leerlingen".
SS
De heer en mevrouw Van Rosse dur
ven nu best te zeggen, dat ze in Nigeria
wonen. „Toen we er een jaar geleden
heen gingen was je een soort geteken
de", vindt mevrouw Van Rosse. „Het
was de tijd van de dikke buikjes van
hongeroedeem van Biafraanse kinde
ren op het beeldscherm. „Die dikke
buikjes kun je nu nog steeds midden in
Lagos zien", zegt ze.
Er zitten toch Nederlandse artsen in
Nigeria? „Ja. twee Nederlandse medi
sche teams, door de regering uitgezon
den", vertelt ir Van Rosse.
„Je zou denken", zegt zijn vrouw,
tdat een arts uit Europa in Nigeria met
pen armen wordt ontvangen, maar zo
is het helemaal niet. Artsen die in En
geland zijn opgeleid, die kunnen in Ni
geria meteen beginnen, maar bijvoor
beeld een arts uit Duitsland, die moet
eerst, twee jaar meelopen met een Nige-
riaanse dokter, voor hij iets mag doen.
Een vriendin van me, een Nederlandse,
is arts. Omdat ze veel relaties had
mocht ze na vier maanden aan het
werk, maar dat is een uitzondering".
Mevrouw Van Rosse, die in Neder
land ook nog een jaar in de verpleging
heeft gewerkt, dacht voor haar vertrek
naar Nigeria: „Nou, daar kan ik mijn
tijd nuttig doorbrengen, al is het maar
met pleisters plakken. Maar geen spra
ke van, dat lukt niet, je komt niet aan
de slag".
Intussen zijn de Van Rosses niet zo
erg enthousiast over de ziekenhuizen.
„In Lagos is een soort kraamfabriek,
waar een paar duizend baby's per dag
worden geboren", vertelt ir Van Rosse.
„Het gebouw is door de Engelsen neer
gezet. Maar anderhalf jaar geleden viel
de airconditioning uit. en die is nog
steeds niet gerepareerd. Het omroepsys
teem is kapot en dat blijft zo. Is er
ergens een lamp stuk. dan is er geen
licht. Niemand die dan weet hoe je de
zaak zo moet organiseren, dat het
draaiende blijft. Alleen toen de ratten
er door het gebouw holden en de krant
Daily Times daar kabaal over schopte,
toen hebben ze tegen die ratten iets
gedaan".
In een kleine kliniek van een Nige-
riaanse gynaecoloog heeft mevrouw
Van Rosse vijf maanden geleden haar
dochtertje op de wereld gebracht. „Ik
kon er kiezen tussen wat men noemt
Engels eten of Nigeriaans", zegt ze.
„Ik koos Nigeriaans en iedereen ver-
Kwestie van afwachten
klaarde me voor gek in die kliniek.
Maar het eten vond ik erg lekker, wat
eentonig misschien met veel meelpro-
dukten en veel peper, maar lekker
klaargemaakt met palmolie".
De grote moeilijkheid 1n Nigeria is
nog steeds, dat het land bevolkt wordt
door een aantal stammen, dat met el
kaar moet leren leven. Vandaar nu
overal de reclameslagzinnen: „Nigeria
is één".
„Nu nog", zegt ir. Van Rosse, „haal
iemand uit het oerwoud en vraag hem
wat Nigeria is, hij zal je peinzend aan
kijken. En de man uit Lagos en de man
uit Kano, die voelen zich bepaald niet
als mannen van één volk".
Ongeveer zestig miljoen mensen telt
COLUMBUS
Nigeria en één miljoen leven er in La
gos. De Van Rosses wonen er in een
flat.
Organiseren is een moeilijk ding. „Je
ziet een vrachtwagen langs de weg met
een gebroken as", vertelt ir Van Rosse.
„De chauffeur en zijn bij rijkder liggen
onder de wagen te slapen. Na een week
kom je lan^s en de wagen staat er nog.
Maar er gebeurt wél iets, want na twee
weken is de wagen gerepareerd en rijdt
weer".
„Even" de stad Lagos uit op een vrije
zaterdag is niet zo eenvoudig. Dat
duurt ten minste een uur, vanwege alle
verkeersknopen. Maar bij zo'n uitstap
raakten de heer en mevrouw Van Rosse
ergens verzeild in een dorp en zaten ze
voor ze het wisten op bezoek bij een
emir, de belangrijkste man in wijde
omtrek. Het was deze emir. die kans
zag op één dag twaalf van zijn dochters
uit te huwen.
Mevrouw Van Rosse: „Als je veel ziet
in Nigeria moet je gewoon op jezelf
passen, dat .ie niet negatief wordt".
En tenslotte ir. Van Rosse: „Ik heb
Nigeriaanse jongens op onze computer
afdeling. Ze komen ergens uit. kleine
dorpjes, in het binnenland. Kort gele
den zei er een tegen me: Meneer, wat.
moet ik nu vertellen als ik thuis kom
en ze vragen naar mijn werk? Een
computer is in mijn dorp onbekend en
dat kan ik niet uitleggen ook. Ik moet
met een verhaal over jachtpartijen ko
men, geschoten, wild, moedig gedrag,
dat verwachten ze van me.
Die jongens hebben het niet gemak
kelijk".
Geen bijdetijdse vrouw zal de man
het recht ontzeggen zich met de mid
delen die de cosmetische industrie
vaak tegen fikse prijzen ter beschik
king stelt, te verfraaien, te restaure
ren of te verjeugdigen. En volgens
een verkoopster in een grote parfu
merie ziet een beetje moderne man er
geen been in om alleen, moederziel
alleen binnen te stappen en te infor
meren wat er voor nieuwe flesjes,
potjes en tubes op de markt gekomen
zijn.
De gerenommeerde cosmetica-produ-
centen zijn echter n'og lang niet te
vreden met de sortering op de toilet
tafel van de Nederlandse man. Ver
geleken bij Engfeland, Frankrijk en
Amerika staat er bij ons dan ook
maar een armzalig troepje. Wie kan
zich beroemen op het bezit van vijf-
verschillende na-scheerwatertjes?
Welke Nederlandse man houdt er
vier verschillende scheercrèmes op
na? Wie heeft er een flesje voor 't vel
voor het bad, schuim of parels voor
in het bad en huid-lotion plus weer
wat voor het bewaterde vel na de
ceremonie?
Het mannen-arsenaal dat de cosmeti
sche industrie interesseert ligt qua
leeftijd tussen de 25 en de 75 jaar. De
wat oudere heren nemen als het haar
begint te grijzen nu gemakkelijker
een spoeling dan pakweg tien
jaar geleden. En tal van jongeren die
hun hoofdbegroeiing eens een ander
kleurtje willen geven, stappen dood-
gemoederd een parfumerie of drogis
terij binnen om naar een passend
haarverfje te informeren.
„Vroeger", vertiet verkoopster num
mer een, „gebeurde het dat iemand
binnen kwam en naar een of ander
artikel vroeg. Het is niet voor mezelf,
werd er dan gezegd. Maar als je even
doorvroeg, bijvoorbeeld naar het type
huid, kwam je er al snel achter dat 1
toch voor meneer zelf was". De
drempelvrees dus. Een in de parfu-
merologie niet onbekend verschijnsel,
hoewel steeds minder voorkomend.
Het is ook een kwestie van verkoop
techniek. Als de man of de vrouw
achter de toonbank normaal reageert,
niet denkend van „Nou ja, die
vent vraagt een nachtcrème", zal
de klant nog een keer terugkomen,
net zolang tot het glazen plaatje on
der de toiletspiegel in de badkamer
overbelast raakt.
„En het wordt verkocht", zegt de
verkoopster, „aan steeds meer man
nen en in steeds grotere hoeveelhe
den".
Er zijn momenteel tubes in de handel
die een fraai bruin kleursel herber
gen. Fijn om de après-ski-teint of het
Ibiza-bruin dat er bij het wassen
altijd zo gauw afgaat weer op te
brengen. Geen op het pigment wer
kend smeersel, maar eigenlijk een
doodgewone make-up. En ook zijn er
tal van mannen die niet tegen zeep
kunnen. Die gebruiken dan een clea-
ning-milk.
Schrale lippen? Dan een vette stift.
Hij mag nog 'n beetje glanzen ook.
Het heeft alles te maken met de
emancipatie, met de moderne trend.
De grijze, bruine en triest geruite
kostuums zijn verdwenen; zeker bij
de jongere generatie. De Nederlandse
man is langzaam bezig te ontdekken
dat hij zijn expressiemogelijkheid
kan vergroten door gebruik te maken
van de middelen die de cosmetica-
industrie voor hem heeft vervaardigd.
Hij moet er natuurlijk wel voor beta
len: Want; Wie mooi wil zijn moet
pijn lijden. Al is 't in zijn portemon
nee. Vorig jaar ging er voor zo'n vijf
honderd miljoen gulden aan cosmeti
ca over de toonbank (in '67 nog maar
voor 425 miljoen). Hoeveel keer daar
voor de Nederlandse man de knip
heeft getrokken, is niet na te gaan.
Hij doet 't wel steeds vaker, dat wel.
Wal zou het worden, een broertje of een zusje
NEW YORK Een grafsteen,
die in het jaar 1885 in de Ameri
kaanse staat Tennessee werd gevon
den, bevat aanwijzingen, dat Ameri
ca zeker 1.000 jaar voor Columbus
reeds ontdekt werd door Joden, die
uit het Midden-Oosten waren ge
vlucht.
Dit beweert de Amerikaanse ge
leerde Cyprus Gordon, hoogleraar in
de mediteraanse culturen aan de
Brandeis Universiteit van New York.
De bewuste steen met inscriptie
werd volgens Gordon in 1894 gefoto
grafeerd door het Smithsonian Insti
tute, maar de foto werd bij publika-
tie op z'n kop afgedrukt, waardoor
niemand de betekenis ervan kon
doorgronden. De steen bevindt zich
nog steeds in het Smithsonian Mu
seum te Washington.
De eerste wetenschapsman die ver
band legde tussen de grafsteen en
het vermoeden dat er connecties be
stonden tussen Indianenstammen in
het zuidoosten van de Verenigde
Staten en de oude volken van het
oostelijke Middenlandse-zeebekken
was dr. Joseph Mahan jr., verbonden
aan het museum voor kunst en
handwerk te Columbus, Georgia.
Mahan zond Gordon in augustus vo
rig jaar een foto van de inscriptie op
de steen, die op een graf van negen
personen was gevonden.
Gordon ontdekte, dat de vijf let
tertekens van de inscriptie overeen
komst vertoonden met het schrift
van Kanna, het beloofde land van de
Israëlieten. Het laatste letterteken
wordt volgens hem ook aangetroffen
op Hebreeuwse munten uit de Ro
meinse tijd. Vertaling van het graf
schrift levert de tekst: „Voor het
land van Judah" op, aldus Gordon.
Hij is er niet alleen van overtuigd,
dat door de omstandigheden van de
archeologische vondst elke verval
sing wordt uitgesloten, ook vermoedt
hij dat de inscriptie erop wijst, dat
zich Joden in Amerika hebben ge
vestigd, lang voor Columbus, „waar
schijnlijk om te ontsnappen aan de
lange arm van Rome, na de rampza
lige Joodse nederlagen in de jaren 70
en 135 van onze jaartelling".
Aan de hand van zijn bevindingen
meent Gordon dat de geleerden an
dere ontdekkingen in een ander licht
moeten gaan zien.
Hij wijst erop dat in het oosten
van Tennessee een bevolkingsgroep,
de Melungeons, woont, die geen ras
kenmerken van de negers of India
nen vertoont, maar van het kaukasi-
sche ras, zij het niet van de Angel-
saksers.
De Melungeons, aldus Gordon,
zijn afstammelingen van een medi
terraans volk. en zij geloven zelf. dat
zij ongeveer 2.000 jaar voor Colum
bus met schepen naar Amerika zijn
gekomen.