Gevederde vrienden bedreigen veiligheid van vliegers in voor- en najaar wm&m m 'jy ■iiifi DIRECTRICE CONSUMENTENBOND: Er moet nog veel gebeuren voordat de consument inspraak heeft PROF. »R. IR. W. P. A. VAN LAMMEREN: Gewoon 'n mogelijkheid 280.000 IIDEN mm M i mm,: SPECTACULAIR DOORKRUIST SCHAALVERDELING VOORNAME ROL TONNE? APARTE RADAR In de afgelopen twaalf jaar is negenmaal een vogel met een vernietigende slag in de cockpit beland van een straalvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht. In vier gevallen bleef de vlieger ongedeerd. Vijf vliegers waren minder fortuinlijk: ze liepen allen ernstig oogletsel op. Vogelaanvaringen zijn berucht in de luchtmacht. Ze komen gemiddeld zo'n honderd keer per jaar voor. De schade kan per botsing in de tienduizenden guldens lopen en de deskundigen zijn het er.over eens dat de vliegveiligheid bij voortduring door vogels in gevaar wordt gebracht. Het botsingsgevaar is het grootst tijdens de voor- en najaarstrek wanneer tienduizenden vogels in dichte drommen op weg zijn naar nieuwe bestemmingen. Juist in deze dagen worden sinds enige tijd de vliegbases in ons land, gesteund door radarwaarnemingen, bijna van uur tot uur op de hoogte gehouden van de intensiteit van de trek. VERANDERING UNIEK GRATIS Trekintensiteit 1 vogelgevaar niters4 gering. wv--: Trekintensiteit 7vogelgevaar zeer groot ÏSïë -V. /ten zwerm trekvogels klapwiekend op weg naar warme oorden. Eén vederlichte vriend haalt gemakkelijk een straaljager omlaag. Reddende radar tegen fladderend gevaar De hoogte waarop de Starfighter op de Vliehorst afkoerste bedroeg minder dan honderd meter. De snelheid lag dicht bij de geluidsgrens en daarom had de vlieger die ene meeuw nooit kunnen zien. In de praktijk kwam het er op neer dat de vogel met een snelheid van driehonderd meter per seconde tegen een ruit van de cockpit werd geschoten. Het was een meevaller dat de ruit heel bleef. Maar de vlieger schrok van de klap en van de barsten en de sterren, die op het perspex waren achtergebleven, en de man rukte wild aan de stuurknuppel. De kist reageerde perfect en schoot als een raket omhoog. Seconden later zat het toestel al op 12.000 voet (3600 meter), de hoogte waarop het druksy- steem in de cockpit automatisch in be drijf komt. De ruit vloog er door de verhoogde druk alsnog uit en de vlieger zat in de storm. De koude lucht bracht hem bij zijn positieven en hij zette het toestel veilig op de basis Leeuwarden aan de grond. Het voorval illustreert hoe zeer de veiligheid van de luchtvaart wordt be dreigd door al die vliegtuigjes van vlees en bloed, onze gevederde vrien den: de vogels. De meeste aanslagen worden gepleegd gedurende de voor- en najaarstrek wanneer het in ons luchtruim wemelt van de vogels. Daar om is onlangs een spectaculair waar schuwingssysteem ingesteld dat steunt op radarwaarnemingen van het naviga- tiestation Noord van de luchtmacht in Den Helder. Daar wordt zes maal per dag een reeks foto's gemaakt van het radarscherm, waardoor een uiterst be trouwbare momentopname wordt ver kregen van de intensiteit van de vogel trek boven ons land. Even logische als opmerkelijke con sequentie van deze werkwijze: de vliegplannen van de luchtmacht wor den nu regelmatig doorkruist naar aan leiding van de rapporten van het ra darstation. Zegt luitenant-kolonel F. W. L. Her- ckenrath (48), het hoofd van de sectie vlieg- en bedrijfsveiligheid van de Ko ninklijke Luchtmacht: „We moeten aannemen dat deze maatregelen effect hebben; alleen kunnen we het nog niet bewijzen. We zijn te kort bezig om te weten wat de normale toestand is. Bij de beoordeling van de resultaten spelen factoren een rol als aantallen vlieguren, snelheden en de intensiteit van de vo geltrek." Die intensiteit wordt uitgedrukt in een schaal van nul tot acht. Bij nul is er geen vogeltrek en zijn aanvaringen vrijwel uitgesloten. Bij acht is'het bot singsgevaar zeer groot. Overste Herckenrath: ingewikkelde materie Razend Duwvaart Wanneer de intensiteit zeven of acht bedraagt, mag er niet meer worden ge vlogen beneden de 1500 voet (450 me ter). Dit betekent bijvoorbeeld dat in zulke perioden de schietoefeningen bij de Vliehors en Terschelling worden af gelast. Want juist op zulke missies wordt in de laatste fase zeer laag ge vlogen. Tijdens de vogeltrek worden de be vindingen van het radarstation opgeno men in de tactische aeronautische be richten, die elke twintig minuten via de telex naar iedere basis worden ge stuurd en waarin andere bijzonderhe den zoals het weer en de wolkenbasis zijn opgenomen. Deze berichten vinden hun weg naar de afdelingen operaties en ze spelen een voorname rol bij de briefing, die aan iedere vlucht vooraf gaat. Dergelijke voorzorgsmaatregelen lij ken haast te veel van het goede. Kan een nietige, verderlichte vogel werke lijk zoveel schade aanrichten? Overste Herckenrath: „Als je me' voldoende snelheid tegen een voge aanvliegt, komt er een ongelooflijk- hoeveelheid energie vrij. En het ergsl- is dat de energie met de snelheid kw? dratisch toeneemt." In ronde cijfers betekent dit dat bi een botsing met een simpele duif (ge wicht vijf ons) bij een vliegsnelheid van driehonderd mijl (555 kilometer) de botsingskracht 5500 kilogram bedraagt Bij een snelheid van zeshonderd mijl (elfhonderd kilometer) is deze kracht al opgelopen tot 22.000 kilo. De krachten die vrijkomen bij aanvaringen met meeuwen of ganzen zijn nog aanzien lijk groter door het hogere gewicht van deze dieren. Redenen te over om de vogels zoveel mogelijk uit de weg te gaan. „Daarom ook willen wij in de toekomst proberen om de vogeltrek voor de volgende dag te voorspellen, zoals de meteo's een verwachting geven van het weer," zegt de overste. „We hopen straks in staat te zijn om de samenhang te vinden tussen het weer, de getijden en de vogeltrek Voorlopig is dit voor ons een razend ingewikkelde materie en beschikken we nog over onvoldoende gegevens. De moeilijkheid is ook dat de vogeltrek nooit regelmatig verloopt'\ Nu al wordt by de luchtmacht sterk de noodzaak gevoeld van een aparte radar voor vogelwaarnemingen. Men is er niet gelukkig mee dat het naviga- tiestation Noord in deze maanden zo'n zes keer per dag moet worden ontheven van de eigenlijke, zeer vitale taak: het opsporen van vreemde doelen in het vaderlandse luchtruim en het leiden van de eigen vliegtuigen. Overste Herckenrath, berustend( Zo'n speciale radar zit er niet aan. zolang we in het tijdperk van de bezuiniging leven". De restanten van een vogel tegen het inlaatscherm van de motor van een ThunderstreakHet scherm fungeerde boven dien als vangnet voor een afgebroken stuk metaal. ir Deze cockpitruit van een Thunderstreak werd verbrijzeld bij een vogelaanvaring. De F-84 is wat dit betreft een kwetsbaar vliegtuig gebleken. In alle negen gevallen, waarin straalvliegtuigen van de luchtmacht een vogel in de cockpit kregen betrof het een Thunder steak. onder 't Noordpoolijs WAGENINGEN Duwvaart onder het eeuwige U» door met schepen van hon derdduizend ton wordt wellicht werkeiykheid om de aardolie uit Alaska af te voeren. „Ik zie het gewoon als een mogeiykheid. Er is belangstelling voor deze gedachte. We hebben er al met rederyen over gesproken." Dit zegt professor dr. ir. W. P. A. van Lammeren, directeur van het Neder landse Scheepsbouwkundig Proefstation (NSP) in Wageningen. Hij heeft nu veertig jaar volgemaakt bij dit labora torium, waarvan hij met een gerust hart zegt: „Het is het grootste in zijn soort op het Europese vasteland". Hij yil er niet mee opscheppen, maar hij heeft er wel voldoening van. „Als pas afgestudeerde ingenieur van 22 jaar ben ik hier begonnen als eerste wetenschappelijke medewerker van professor Troost, die later naar de Ver enigde Staten is gegaan. Ik heb toen alles gedaan, zowl in de werkplaats, op de tekenkamer als op de sleepwa- gen. Zo heb ik het vak werkman geleerd. Na mijn studie in Delft heb ik ook nog enige tijd gestudeerd bij soortgelijke instellingen in Hamburg en Wenen. Het proefstation begon hier met twaalf man. Toen ik in 1952 directeur werd, waren er 78 en nu werken er 340 men sen". Het NSP omvat een groot aantal lan ge bassins die steevast „tanks" wor den genoemd waarin met modellen van zeer uiteenlopende scheepstypen allerlei proeven worden gedaan. Over het doel ervan zegt professor Van Lam meren: „Onafgebroken zijn we bezig de nabootsing te perfectioneren van de omstandigheden waaronder een schip vaart. Op die manier kunnen we steeds betere voorstellingen maken omtrent het gedrag van het te bouwen schip". Er zijn tanks waarin regelmatige en door elkaar lopende golven opgewekt kunnen worden. In een andere tank kan nagegaan worden hoe booreilanden zich in zeestromingen en desgewenst met wind gedragen. Elders bestaat de mogelijkheid om zeer snelle schepen zowel boven als onder water te onderzoeken. Zeer veel aandacht wordt ook besteed aan het gedrag van scheepsschroeven. Intussen is een opmerkelijke veran dering gekomen in de aard van de ob jecten die onderzocht moeten worden. ,De schepen worden steeds groter en het aantal onderzoeken ervan steeds* kleiner. Zestig procent van onze op drachten (tot een bedrag van twaalf miljoen gulden per jaar) heeft geen be trekking meer op de directe scheeps bouw". De meeste aandacht gaat nu uit naar boortorens, het ankeren van schepen in ondiep water, het aanlopen van ondiepe havens door grote tankers en dergelijke vraagstukken. In dit verband is het interessant dat het NSP met Rijkswaterstaat, de ge meente Rotterdam en het scheepsbouw bedrijf Verolme een studie heeft ge maakt voor een tankschip van 425.000 ton dat zonder ingrijpende werken de haven van Rotterdam kan aanlopen. Uit de bus kwam een schip van 420 meter lang, 65 meter breed en met een diepgang van 22 meter. Met een machi nevermogen van 45.000 paardekrachten kan het een dienstsnelheid van zestien mijl maken. Professor Van Lammeren meent: „Het zou voor Rotterdam van enorm belang zijn als zulke grote schepen met een betrekkelijk geringe diepgang ge bouwd zouden worden. Het staat vast dat zo'n schip uit het oogpunt van ma- noeuvreerbaar heid aanvaardbaar is, ook ten aanzien van het economisch ge bruik zijn er goede vooruitzichten". Hij leeft als er iets nieuws opduikt. Het NSP heeft ook opdrachten uit Japan uitgevoerd. Voor in West-Duits- land te bouwen containerschepen plaatste men de twee schroeven zo naast elkaar dat de schroefbladen el kaar overlappen. „Dat is een succes ge worden en zelf proberen we nu of het op die manier ook mogelijk is de schroeven boven elkaar te plaatsen". Professor Van Lammeren blijft wel rpet beide benen op de grond. Over het trefwoord „onbemand schip" filosofeert hij: „Theoretisch is dit denkbaar en voor de machinekamer ook absoluut bruikbaar in de praktijk, maar aan dek zul je toch altijd mensen nodig hebben". Nog drie jaar heeft hij in het NSP voor de boeg. Over ruim een jaar hoopt hij een van de belangrijkste momenten in zijn loopbaan te beleven. Dat zal de indienststelling van de zogenaamde va- cuümtank zijn. Voor 26 miljoen gulden is deze nu in aanbouw in de gemeente Ede. „Dat wordt een unieke installatie. Tot nu toe worden een scheepsromp en een scheepsschroef afzonderlijk onderzocht. Hier zullen proeven gedaan kunnen worden als zij aan elkaar bevestigd zijn. Dat is natuurlijk veel beter. Bo vendien gebeurt het dan onder de juiste luchtdruk. We werken nu nog met mo dellen bij normale atmosferische om standigheden wat in feite neerkomt op een grote overdruk. Voortaan kan een luchtdruk worden opgewekt die over- eekomt met de schaal van de model len". De jubilerende professor doet er niet geheimzinnig mee. „Ik had buitenlandse collega's aange boden het samen te doen als Euro-tank. Het duurde allemaal zo lang en daar kon ik niet op wachten. Zij mogen er wel gebruik van maken, maar dat kost tweeduizend gulden per uur". De economische inslag van professor Van Lammeren valt namelijk evenmin te verwaarlozen. De Consumentenbond heeft na ze ventien jaar ruim 280.000 leden. Sa men brengen zij - met een contribu tie van twaalf gulden per jaar - een kleine 3,4 miljoen gulden bijeen. Komend jaar - als de contributie naar vijftien igulden gaat - wordt dit zelfs 4,2 miljoen. Behalve aan het kantoor (zestig man personeel) en het blad (Consu mentengids) gaat dit bedrag voor een belangrijk deel op aan het on derzoekwerk. Vooral de laborato- riumkosten zijn hoog: Gemiddeld tien maal zo veel als de monsters die worden gekocht. Vaak wordt bij één onderzoek gebruik gemaakt van drie verschillende laboratoria, alle buiten de deur. Naast de Consumentenbond be staat er in ons land ook nog een Consumenten Contact Orgaan. Daar in werken de vakcentrales, de coöperaties, de gezinsorganisaties en •de Consumentenbond samen. Het CCO behartigt de belangen van de consument tegenover regering en parlement: voor wat het prijsbeleid betreft en bij het tot stand brengen van beschermende wetgeving. Ge stemd door overheidssubsidies wordt ook prijsvergelijkend onderzoek ge daan. Op het vlak van de Europese Ge meenschap is de invloed van de con sumentenorganisaties nog miniem. Voor een deel doordat het Verdrag van Rome - waarin de spelregels voor de gemeenschap staan - onvol doende kansen biedt. Voor een deel ook wegens de ge brekkige organisaties in diverse lan den. Vooral in Frankrijk en Italië staat de consument zwak. De orga nisaties ontmoeten elkaar in een „comité de contact". Pogingen wor den gedaan om consumentenverte genwoordigers te doen opnemen in het Economisch en sociaal comité - een soort Europese SER DEN HAAG Tevreden is mejuf frouw drs. (economie) A. G. Fransen zeker niet. Voor de directrice van de Consumentenbond moet er nog veel ge beuren voordat men kan zeggen dat de consument „inspraak" heeft. Omdat dat te bewijzen noemt zij op haar Haagse hoofdkantoor de voornaamste punten uit haar „actieprogramma". 1. ,JDe jongeren moeten tot kritischer consumenten worden opgevoed. De kennis van kwaliteit en prijzen moet verbeteren. Maar ook de houding: Een huisvrouw behoeft zich niet te schamen om in een winkel naar de prijs te vra gen. Iedere koophandeling is een ruil, waarbij elke partij het recht heeft om „neen" te zeggen". 2. „De overheid moet zorgen voor een behoorlijke wetgeving. Het in de han del brengen van artikelen die ver onder de maat blijven moet strafbaar worden. De fabrikanten moeten ook worden verplicht tot het aangeven van hoeveel heid en samenstelling op een artikel (levensmiddelen, textiel). Opdat de huisvrouw ook weet wat ze koopt. 3. „De rechtspleging moet toegankelij ker worden. Theoretisch heeft een klant bij een miskoop het recht aan zijn zijde. In de praktijk is hij bij het verhelpen van zijn klacht afhankelijk van de vriendelijkheid van winkelier of fabrikant. Een gerechtelijke procedure is tijdrovend en vooral kostbaar. Spe ciale geschillencommissies met het be drijfsleven zouden uitkomst kunnen bieden. Alleen al de aanwezigheid van zo'n eenvoudige procedure leidt tot meer minnelijke beschikkingen tussen klant en leverancier". De directrice van de Consumenten bond heeft voor dit laatste een goede grond: Al vele jaren „bemiddelt" haar organisatie voor leden met klachten (nu: ongeveer 7000 per jaar). Anderhalf jaar geleden begon men met gratis ju ridische bijstand. De kwaliteits- en prijsonderzoeken van de bond zijn een nog belangrijker hulpmiddel voor de kopers om hun wensen snel gehoor te laten vinden. De kwalen van een artikel komen nu di rect in plaats van na langdurig ge bruik op tafel. De koper kan daar mee zijn juiste keuze doen. De fabri kant kan versneld in het geweer komen om mogelijke tekortkomingen op te heffen. Beknot de mogelijkheid van een ge rechtelijk „kort geding" niet de vrijheid van de Consumentenbond bij het schrijven van onaardige dingen over de artikelen van vaak machtige fabrikan ten? De directrice vindt van niet. „Het dwingt ons wel heel precies te ver woorden wat we precies bedoelen. We worden op dit punt natuurlijk nogal eens bedreigd. Neen, persoonlijke be dreigingen bleven tot dusver uit, even als pogingen tot omkoperij". Geruststeliend voor de bond is ook: „Van de vier kort-gedingen die ooit te gen hem zijn gevoerd, hadden er drie een gunstige afloop".

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 10