Het is moeilijk om de juiste lengte
van de moderne mantel te kiezen
Heel wat variaties
zijn mogelijk
9
Au-p
air naar
buitenland gaan is nog altijd populair
H
Mevrouw Nixon
gelooft niet
in stakingen
ancjzaam
aat zeher
v
Laarzen
Cijfers
Milieu
i
A ndere redenen
Studeren
Hebt u uw lengte ai gekozen? Zo
niet, dan volgt hier een kleine
handleiding voor u, want u krijgt het
moeilijk.
Omdat bijna iedereen eerst de kat
uit de boom heeft gekeken en nu pas
beslist, komt u veelal terecht in zeer
volle kledingwinkels. Daar loopt het op
dit moment storm op midi en maxi en
veel kleren zijn al verkocht voordat ze
goed en wel in de rekken hangen. Punt
twee: u zult moeten kiezen uit een
enorme verscheidenheid aan lengtes.
Punt drie: en als u dan gekozen hebt,
zult u merken dat de confectionnairs
bijna alleen maar rekening hebben ge
houden met de hippe jonge vogels on
der ons.
Dat zullen de confectionnairs onge
twijfeld tegenspreken, maar soms krijgt
men de indruk dat ze als wilden midi
en maxi hebben aangemaakt. Snit,
kleur en stofkeuze kan hen niets sche
len, als het maar lang is, altijd goed,
het vliegt toch de winkels uit.
Nu slaat dat natuurlijk niet op alle
confectionnairs, want wie met een beetje
moed, beleid en trouw en een grote do
sis geduld gaat winkelen, vindt ook iets
langs voor mensen die niet meer bij de
hipste vogels horen, maar nog lang
ROME Mevrouw Pat Nixon,
„first lady" van de Verenigde Sta
ten, heeft terwijl haar man met
staatszaken bezig was koffie ge
dronken en gepraat over alles en
nog wat, van mode tot stierenge
vechten, met de vrouwen van de
journalisten.
Ze gelooft niet in stakingen, welke
dan ook, ook niet in stakingen die
de vrouwen in de Verenigde Sta
ten ondernemen voor de zaak van
hun vrijheid.
Daarvoor staan andere wegen
open, meent ze. Mevrouw Nixon is
voor gelijke rechten en gelijke be
taling voor hetzelfde werk, en wat
de bevrijdingsbeweging van de
vrouwen betreft, ze ziet er veel
goeds in, maar sommige acties
doen de zaak afbreuk.
Mode? Ze houdt van verschillende
roklengten, dat doorbreekt de mo
notonie. Italiaanse mode vindt ze
erg mooi maar ze is er trots op de
Amerikaanse mode te dragen.
Wat haar rol als first lady betreft,
zei ze, dat deze haar in staat stelt
meer voor haar land te doen dan
ze anders had kunnen doen, o.a.
de zaak van de vrijwilligheid en
de pogingen om het milieu schoon
te houden te bevorderen.
geen negentig zijn. Iets langs, dat dan
goed van snit is en gewoon mooi.
Het is alleen wel raadzaam, dat men
eerst besluit op welke lengte zal wor
den overgegaan en dan moeten alle
reerst de mantels worden bekeken.
Kiest u voor een maxi-mantel, dan
kunt u die voor overdag combineren
met een lange broek, zoals de Parisien-
nes zoveel doen. Maxi jurken worden
zoals u misschien al weet, liefst geadvi
seerd voor de avonduren.
Kiest u voor een lengte tot op de
kuit. dan kunt u twee dingen doen. Ten
eerste: een nieuwe jas kopen, waaron
der u jurken en rokken in midi lengte
kunt dragen, maar net zo goed ook lan
ge broeken. Ten tweede: u kunt uw
korte jas ook omtoveren tot een midi
mantel, door er heel eenvoudig een for
se strook bont of imitatie bont aan te
zetten. Het laatste is per meter te koop
en wordt tegenwoordig erg goed ge
maakt. Een paar bont manchetten com
pleteren het geheel, alsmede een lange
bont cravate.
Vindt u dat te omslachtig, dan kunt u
ook overgaan tot de aanschaf van een
cape in midi of maxi-lengte, die meest
al goedkoper is dan een mantel. Nog
een idee, maar dat kan alleen worden
toegepast op sportieve midi's en maxi's:
een battled ress, zon kort jasje tot in de
taille en dat moet deze winter liefst
van bont zijn. Wat wel veel wordt ge
daan is, van een ouderwetse getailleer
de bontjas het onderstuk afsnijden met
een scheermesje gaat heel goed en
het bovenstuk verwerken tot battle-
dress.
1 Maxi-jas is daglengte. Tenmin
ste enkelvrij. Kan gedragen wor
den over alles: van mini jurk je t.Qt
en met over de schoen vallende
pantalong. Dit model, van Max
Heijmans, heeft een kraag en rand
van echt bont.
Maxi-jassen die uitsluitend 's a-
vonds worden gedragen kunnen
langer zijn, vallend tot op de
schoen.
2 Gauehopak. De broek heeft iets
uitlopende pijpen en valt tot onge
veer vijftien cm over de knie. Er
moeten laarzen bij worden gedra
gen. Deze gauchobroek is gecombi
neerd met een lange, soepele col
trui en recht, mouwloos vest van
imitatie schapevacht. Op de broek
kan ook een gauchoriem gedragen
worden: breed, met veel munten
eraan.
3 Cape met maxi-jurk in dagleng
te, weer tot net iets boven de en
kel Voor de jurk bij voorkeur ste
vige stoffen kiezen om te voorko
men dat u eruit ziet alsof u uw
nachthemd nog aan hebt. Voor wie
hierbij geen maxi-jas wil aanschaf-
fen: een maxilange cape of een
battledress, die echter alleen op
zeer sportieve kleding kan worden
gedragen.
4 Mini. Een jurk in mini-lengte
nu ook wel de honderd centimeter
lengte genoemd, gecombineerd
met een mouwloze chasuble.
Ideaal voor mensen die de mini
niet willen opgeven. Hun minijasje
kan dan aan de lengte van de cha
suble worden aangepast door het
aanzetten van een strook bont of
imitatiebont.
5 Pantalon met bijpassende cha
suble, een recht soepele mantel,
die ongeveer 35 centimer boven de
grond eindigt. Lange broeken heb
ben nog steeds iets uitlopende ipij-
pen en moeten vallen tot op de
schoen of laarsvoet. Heel ,,in" is
het, om zo'n broek te combineren
met een riding coat". Een ruiter-
jasje, dat anders dan de naam
doet vermoeden zéér wijd valt.
6 Midirok met zeer noodzake
lijk split gecombineerd met een
battledress. Midijurken, mantels of
rokken moeten ten minste zo'n
tien centimeter over de knie val
len. Ze kunnen niet anders worden
gecombineerd dan met laarzen of
kleurige wollen kousen. Heel „in":
rijglaarsjes met bolkhak. Voor wie
geen midimantel wilbattledress,
midelange cape of kort getailleerd
jasje.
X
Zij had het al vijftien jaar in haar bijkeuken staan, dat
ouwe trouwe wasmachientje. En eerlijk gezegd: zij was
eraan gehecht. Zij ging met de dingen om alsof het levende wezens
waren, of op zijn minst relikwieën die allerlei vriendelijke
herinneringen levend hielden. Zo had zij met de uiterste zorg een
laatste groen stekje opgekweekt van een nagenoeg bevroren kamerplant
die zij voor een paar gulden in volle fleur had kunnen kopen.
Maar zij had die plant eens cadeau gekregen van een hospita, die
haar moederlijk had verzorgd, toen zij met een barre griep doodalleen
op haar kamer lag. De hospita was stellig allang overleden, maar de
Ster van Beihlehem hield haar hartelijk wezen nog altijd in leven.
Een moeilijke eigenschap, zo'n trouw aan wat haar vertrouwd was
vooral in deze haastige tijd van verslijten en wegsmijten. Maar aan alle
bruikbaarheid komt eens een eind, op straffe van gevaar.
Het oude wasmachientje begon lelijke ouderdomsgebreken te vertonen
de roest vrat in de naden en de rubber van stootrand en wringer
verpulverdeEn dan: het hele geval was zo schrikbarend ouderwets,
zei de spotzieke mens.
Meelevende familieleden schudden het hoofd als zij het oude beestje
sidderend en rammelend aan het werk zagen. En manlief begon zich
zorgen te maken: Straks is dat ding defect, en je moet met je tijd
meegaan. Je veegt toch ook niet meer de vloer aan met stoffer en blik,
en je zet geen strijkbout meer op de kachelGa toch eens kijken
in een goeie zaak, die weten wat er aan de markt is en leggen je
alles haarfijn uit. Dat verplicht je tot niets.
Goed, goed, zij had haar tweepersoons was droog en helder van de
lijnen gehaald, en een wandeling door de herfstlanen wel verdiend.
Kijken is immers nog geen kopen," met die troost stapte zij welgemoed
de fraaie toonzaal binnen en ging beduusd zitten. Want het was al
glanzend émaille en blinkend chroom wat haar voor de blik schitterde,
daarom loerden grote glazen octopusogen haar van alle kanten aan.
Het was alles zo enorm en luxueus: waren er werkelijk niet anders
dan bakbeesten te koop
De vriendelijke modieuze jongedame trok haar fraai gelijnde wenk
brauwen op bij de schuchtere vraag naar een eenvoudige kleine
wasmachine met een wringer Een wat een wringer? Maar die
was toch volkomen uit de tijd en zo omslachtig. Een centrifuge
nam mevrouw dat inspannend gezwengel volkomen uit de hand.
Jamaar een beetje meer werk vond mevrouw echt geen bezwaar, zij
had aardig kracht in haar handen. En het wasgoed behoefde voor
haar niet kastdroog te zijn: zij had een heerlijk zonnig plat in de
zomer en een, ruime zolder in de pointer.
De welopgevoede informatrice liet mevrouw uitpraten met het geduld
waarmee men een licht zwakzinnige aanhoort. Juist, juist maar leek
haar zo'n volautomatische wasmachine niet veel geschikter, nu
zij toch moest overschakelen op iets nieuws? Kijk, mevrouw kon
kiezen: met ingebouwde of losse centrifuge, met een of twee motoren,
met uitgebreid of eenvoudig paneel, met schakelaars voor alle
mogelijke soorten textiel, van pure stevige katoen tot de allerteerste
synthetische weefsels. En aan deze machine met extra garantie kunt
u zelfs wol veilig toevertrouwen.
Maar die spulletjes was ik altijd apart in een lauw sopje, zei de
schuchtere vraagster. Met de hand, ziet u, en dan zó nat uit het
water ophangen maar dat kan hier zeker niet mee.
O nee, geen sprake van. De machine bepaalde de temperatuur van het
sop, de machine spoelde, de machine droogde. Als het glazen deksel
gesloten was en de knop omgedraaid mocht mevrouw er met geen
vinger meer aankomen. Zij kon koffie gaan drinken of boodschappen
doen de machine schakelt zichzelf uit. XJ hebt er geen omkijken naar.
Zij schudde heel even het grijze wijze hoofd: Het behoeft voor
mij zo snel niet.
Ja, als mevrouw dan beslist wilde: er waren nog langzaamwassers
in de handel, maar of er nog ergens een wringer te bemachigen viel.
Zij laadde haar tas vol nuttige boekjes met fraaie plaatjes en
wandelde opgelucht naar huis, weg van de almachtige automaten.
Ik deug er niet voor. dacht zij, met iets van tevreden zelfspot. Ik hou
nu eenmaal van zélf doen in mijn eigen tempo. Zal ik nu na een
genoeglijke carrière als volwaardige huisvrouw mij laten omschakelen
tot bedienster van een paneel met knoppen?
E'en langzaamwasser, vooruit, en voor het natte seizoen een centrifuge.
Als ik dat span weer vijftien jaar draaiende heb gehouden, zal ik
zoetjesaan wel zelf op non-actief zitten in een verzorgingsflat. Of
misschien valt er dan niets meer ie wassenmaar enkel weg te gooien.
Tot zolang doen wij het heerlijk kalmpjes aan, met de kokerij en de
naaierij en de wasserij. Lekker roeren in een pannetje op een mini-
pitje, lekker kloppen met een garde. En kalmpjes aan wassen in
een zacht sopje. Hopeloos antiek, maar er schiet toch met glans een
uur lezen op over.
SASKIA
Goed, die mantel of dat jasje hebben
we dan en vervolgens komt een tweede
onontbeerlijk iets: de hooggehakte laar
zen, die moeten echt onder midi's wil
len ze niet heel ouderwets aandoen.
Hebt u die aangeschaft u moet wel
snel zijn, ze vliegen de deur uit bij de
schoenwinkels dan kunt u met die
laarzen en jas andere kledingstukken
gaan uitkiezen. Probeer vooral de kleu
ren zoveel mogelijk op elkaar af te
stemmen.
Tot slot nog een paar nfieuwtjes, Bij
midi en maxi mantels kunnen kleine
wollen mutsjes worden gedragen, met
zeer lange sjaal in dezelfde kleur, non
chalant op de hals geknoopt.
„In" zijn ook de zogenaamde folklore
mutsjes, kapjes met zeer lange oorwar-
mers, zoals die door mensen in de
Zuidamerikaanse Andes worden gedra
gen.
Mofjes kunnen ook weer van stal
worden gehaald en wat tassen betreft:
Parijs zegt en Parijs niet alleen
dat het schoudertassen moeten zijn,
met heel lange franjes eraan. Past u
wel op, dat u er nergens mee blijft tus
sen zitten.
En tot slot: als u helemaal hopeloos
wordt van het zoeken, kijkt u dan eens
even om de hoek bij een lingeriewinkel
of dergelijke afdeling in een warenhuis.
Daar hangen soms maxi nachtgewaden
en thuis-pyjama's waarmee u zo over
dag kunt rondlopen zonder dat iemand
vermoedt dat het daarvoor in principe
niet bestemd was. Echt!
et gebewde vroeger. Hei gebeurt
nog: Jonge mensen, vooral
nu
meisjes, die over onze grenzen trekken,
om als „au pair"-hulpje in een buiten
lands gezin bedden te gaan opmaken,
voor kinderen te gaan zorgen en dui
zend-en-één andere huishoudelijke
werkjes op te knappen. Maar vooral
(zeggen zij) om vreemde talen te leren.
„Au pair" worden is nog steeds erg
populair. Verschillende door de Neder
landse overheid gesubsidieerde organi
saties houden zich bezig met het vinden
van buitenlandse „werkgezinnen" voor
meisjes die er zin in hebben.
Die gezinnen worden gecontroleerd
op mentaliteit en arbeidsvoorwaarden
en worden tenslotte „veilig" verklaard,
of worden op de zwarte lijst gezet.
Een van die organisaties is het Maat
schappelijk Advies- en Inlichtingenbu
reau (kortweg MAI-bureau), dat zijn
hoofdkwartier in Amsterdam heeft en
voorts in acht grote steden vestigingen
heeft.
Dit bureau probeerde bijvoorbeeld in
1969 te bemiddelen voor 1804 meisjes
(1968 1729 meisjes). En inderdaad: 977
meisjes daarvan vertrokken vorig jaar
(in 1968: 902 meisjes) naar gezinnen in
Amerika, Frankrijk, Engeland, Duitsland
en Zwitserland.
Het zijn slechts de cijfers van één
bureau. Nergens is het totale aantal
Nederlandse meisjes tussen de zeven
tien en dertig jaar bekend dat jaarlijks
als au pair naar buitenlandse gezinnen
vertrekt. Want behalve dat verschillen
de organisaties zich bezig houden met
bemiddeling, zijn er veel jongedames
die zelf een au pair-gezin vinden, hetzij
via advertenties, hetzij door aanbeve
ling van anderen. Het staat zo goed als
vast dat de meeste Nederlandse au
pair-meisjes in het buitenland inder
daad cursussen volgen, om de Franse,
Duitse of Engelse taal beter onder de
knie te krijgen.
Hoe het ook zij: Het is nog steeds
„in" om au pair-hulpje te worden.
Daarom zal de Raad van Europa bin
nenkort een speciaal verdrag bezegelen,
waarin staat wat een au pair-meisje in
feite is (half studente, half werkneem
ster) en op welke faciliteiten zij kan
rekenen (zij heeft onder meer geen
werkvergunning nodig).
De heer A. Jansen (26), hoofd van de
MAI-bureaus in ons land, gaaft als zijn
uit ervaring geputte mening: „Het zijn
vooral de meisjes uit de betere milieus,
die in het buitenland als au pair-hulp
je gaan werken. In betere kringen is
het immers al van-ouds belangrijk, dat
je vreemde talen en vooral Frans
goed kunt spreken. Maar op het ogen
blik is Engeland het meest populair bij
de Nederlandse meisjes die au pair wil
len gaan werken. Daarna komen
Frankrijk, Zwitserland, België, Ameri
ka en Duitsland.
Bovendien zegt de heer Jansen: „Ik
heb toch sterk de indruk dat het au-
pair-verschijnsel een soort hardnekkige
mode is. Het is ook een status-symbool.
Het staat goed wanneer je kunt zeggen
dat je een jaar in het buitenland hebt
gewerkt."
Toch heeft hij de indruk, alle cijfers
ten spijt, dat het een aflopende zaak is.
„In het buitenland, waar de Neder
landse au pair-meisjes overigens erg
gewild zijn, staat ons land te boek als
erg progressief in zijn mentaliteit, zijn
houding en zijn opvattingen. Het ge
volg is dat Nederlandse meisjes zich
in het buitenland niet meer helemaal
vrij voelen. Zij krijgen het gevoel dat
zij in het buitenland met hun gedach
ten vijf jaar terug moeten."
Directrice mej. H. Bosch van het Rot
terdamse MAI-bureau heeft het gevoel,
dat veel meisjes tegenwoordig om an
dere redenen dan vroeger pak-weg tien
jaar geleden naar het buitenland trek^
ken.
„Vroeger was onze maatschappij bur
gerlijker," zegt zij. „Als vader en moe
der de jongelui begon te vervelen, trok
ken zij naar het buitenland op zoek
naar avontuur. Maar tegenwoordig
die gezinnen kwam niet door de zeef:
Hun arbeidsvoorwaarden Weken onvol
doende, zij konden de toekomstige au
pair-hulp geen redelijk onderdak ge
ven, of in een enkel geval bleek het
hoofd van het buitenlandse gezin „be
paalde verwachtingen" te koesteren
met betrekking tot het Nederlandse au
pair-meisje. Al die gezinnen kwamen
op de zwarte lijst.
De heer Jansen: „Soms plaatsen die
afgekeurde gezinnen dan advertenties
om toch aan au pair-hulp te komen. Er
zijn inderdaad meisjes, die daarop in
gaan. Helaas levert dat wel eens te
leurstellingen op."
Dat gold bijvoorbeeld voor het Ne
derlandse meisje dat in een Engels ge
zin werkte en in het huis van die fami
lie een „eigen" kamertje kreeg. Dat ka
mertje werd overigens door de rest van
het gezin wel als badkamer gebruikt.
Dat wel.
kunnen de jongelui het avontuur ook in
eigen land vinden. Denk maar eens aan
de communes. Zij hebben het buiten
land daarvoor niet meer nodig. Als een
meisje tegenwoordig zegt: „Ik wil naar
het buitenland om een vreemde taal te
leren, dan geloof ik daar wel in."
De heer Jansen zegt daarover: „Het
aspect avontuur is verdwenen uit het
au pair-verschijnsel. Bedden opmaken
is niet avontuurlijk. Ook niet, wanneer
je dat in een buitenlands gezin moet
doen. Bovendien zijn die gezinnen door
ons gecontroleerd. De meisjes komen
dus in een beschermd milieu. Daar is
niets avontuurlijks aan".
Vorig jaar boden zich 1677 gezinnen
(in 1968: 1630 gezinnen) aan met het
verzoek om een au pair-meisje. Al die
gezinnen werden gecontroleerd. Artsen
en geestelijken in het buitenland hiel
pen daarbij een handje. Een aantal van
De ervaringen van de MAI-bureaus
in ons land zijn, dat de meeste meisjes
die in buitenlandse gezinnen werken,
serieuze jongelui zijn, die 's avonds
studeren, niet in bars hangen en geen
(leve de vrijheid) remmen los gooien.
Met andere woorden en opnieuw: Zij
zijn in het buitenland erg gewild. Toch
gaat het wel eens fout.
De heer Jansen: Neem nou Engeland,
waar het voor veel gezinnen een sta
tus-symbool is om naast een dienstbode
óók een au pair-meisje in dienst te
hebben. Het gevolg is dat veel midden
standers daar hun stand willen ophou
den en ook 'n au pair-meisje „nemen".
Maar die middenstanders kunnen vaak
geen dienstbode betalen. Het Neder
landse meisje moet dan ook voor het
zware werk opdraaien. Die gezinnen
zetten wij natuurlijk op de zwarte
lijst".
Tenslotte nog even mejuffrouw
Bosch: „Ik vind het erg belangrijk dat
jonge mensen au pair in het buitenland
gaan werken. Hoe kunften zij ooit een
rol gaan spelen in het toekomstige Eu
ropa, wanneer zij nooit de gelegenheid
hebben gehad om in het buitenland om
zich heen te kijken?"