Imker Van Schervenrg deed onderzoek met verrassende resultaten Kleurrijke dagen op De Hoge V eluwe Waarom zou ik... (l p n i Hp s 8 A HP a S A 8 i A HP tü i i a I HP a i Darren ontsprongen de dodendans in Renkum Oude heren Bosvogel SCHAKEN door H. Kramer een zeer kort verhaal door J. Ph. E. van Benthem Dr. DAMMEN I BRIDGE z CRYPTOGRAM m is M m m 9 m 'M ex door J. M. Bom door G. J. R. Förch Oplossing vorige puzzel Iemand die bij wijze van spreken dag en nacht met de bijen en hun gewoonten bezig is, en er zoveel t ijd aan besteedt dat zijn vrouw zegt: „hij houdt meer van de bijen dan van mij", dat is de heer J. C. van Scherrenburg, Dorps straat 143 te Renkum, samen met de in imkerskringen zeer bekende A. van de Brink de enige nog in leven zijnde op richters van een oude Imkers vereniging. Hij deed enkele belangrijke ontdekkingen over het leven van de bijen en dan speciaal van de darren. „Ik zit al ruim 60 jaar in de bijenbeweging", vertelt de heer Scherrenburg „en ben er mee begonnen toen ik twaalf jaar was. Mijn vader was aannemer en mijn moeder verzorgde een klein boerderij tje in de Dorpsstraat te Ren kum. We hadden hooiland te genover de grote laan van ONO en toen ik meehielp met hooien was daar een bijen zwerm. De knecht wist wat van bijen en we hebben die zwerm geschept. Toen is het eigenlijk begonnen. Uit een kend. Van leeftijd en aantal der uitvluchten en vervliegen (andere kasten binnendringen) waren alleen maar veronder stellingen en niemand nam tot nu toe de moeite om dit eens allemaal te onderzoeken. Uit de bijenliteratuur kreeg men altijd de indruk dat de darren leven tot aan de darrenslacht. Deze darrenslacht is eigenlijk een wrede geschiedenis in de bijenwereld. Darren doen niets dan maar honing eten en komt er op zeker moment geen voedsel meer binnen dan gaan de werkbijen instinctma tig de darren te lijf. Ze wor den vastgepakt en buiten de kasten gewerkt, waar men niet zachtzinnig te werk gaat. Het is voor de bijen het „zijn of niet zijn". TVTu is uit mijn onderzoek ge- bleken dat alle darren zoals verondersteld werd, de^e slacht lang niet mee maken. Ik heb in de periode van mei tot november drie generaties darren gekweekt. De eerste boekje van C. H. J. Raad ver schenen in 1907 hebben we de eerste kast nagebouwd, samen met mijn broer die er later echter geen interesse meer in- had. Ik wel, want ik werd na dien kassier bij de Raiffeisen- bank te Renkum, en omdat ik 's middags vrij was, had ik dan tijd genoeg voor mijn liefhebberij. li/fijn onderzoek, dat ik in dit jaar heb uitgevoerd, gooit diverse theorieën wat het le ven van de darren betreft om ver: De dar is de mannetjesbij en zijn nut bestaat alleen hierin dat hij voor de be vruchting van de koningin zorgdraagt. Dat kan één dar ook, dus eigenlijk zijn het al leen maar opvreters. In de dierenwereld zijn ze dan ook als zodanig bekend en tevens lawaaimakers. Van de leeftijd der darren was tot op dit ogenblik eigenlijk weinig be- generatie was die van de ge wone voorjaarsteelt. Deze werden geboren in de laatste week van april en ik heb er 160 van gemerkt met een piepklein nummertje of met een stipje verf. Op 22 juni leefden hiervan nog de num mers 35 en 40 en op 24 juni waren ook deze niet meer te vinden. Ze waren dus onge veer 8 weken oud geworden en al lang voor de darrens lacht gestorven. Bij de tweede kweek ging het net zo. Alleen waren hier twee darren bij die het tot 12 weken brachten. De uitslag van mijn onderzoek toont aan dat darren geboren in de maanden april, mei en de eerste weken van juni de darrenslacht dus in het geheel niet mee maken. Dit werd tot nu toe altijd aangenomen. Al leen de darren geboren in juli maken de darrenslacht mee. Verder blijkt dat de dar de zelfde levenscyclus heeft als de honingbij, dus ongeveer 6 a 7 weken. Ik trek uit dit alles de conclusie dat de werkbij van werken niet dood gaat en dat de dar niet langer leeft omdat hij niet werkt. Eeu wenlang heeft men in imkers kringen de dar gezien als „broedbij" omdat men een voudig niet wist wat een dai was, welke functie hij vervul de in het bijenvolk. Dit kwan, al in het eerste Nederlandt - bijenboek tot uiting dat 1597 verscheen." TVe heer Scherrenburg, die ontzettend veel van bijen en hun gedragingen af weet maakte voor zijn studie veel gebruik van de bibliotheek welke de landbouwhogeschool te Wageningen onder beheer heeft. Ruim 3000 boeken staan hier over bijen. Het is een liefhebberij waar je echt ge duld voor moet opbrengen en daarom zijn de meeste imkers ook wat oudere mensen, die veel tijd beschikbaar hebben. Financieel loont het houden van bijen niet, zegt de heer Scherrenburg, want als je het goed doet spring je er net uit met de honingverkoop. Tijdens de stormen op De Hoge Veluwe in het befein van deze hebben de bomen en struiken op De Hoge Veluwe een flinke veer gelaten. Toch dragen door het uitblijven van flinke vorst veel bo men nog heel wat blad, dat het novemberbos kleurentoet- ■en geeft van uitzonderlijke schoonheid. Niet alleen echter de blade ren van bomen en struiken, ook de kruidachtige planten verkleuren. En het is de moei te waard om ook eens op deze herfstverkleuring te letten. De open, ietwat vochtige terreinen zoals bijvoorbeeld het veld bij Westerflier worden thans prachtig stro geel door het pijpestrootjes- gras (vaak abusievelijk „bunt gras" genoemd); en de veen- bies-pollen daartussen zijn oker van tint. Mocht iemand in deze om geving door een regen- of ha gelbui worden overvallen, dan is de plaggenhut dichtbij Deze hut is gebouwd (in het natuurbeschermingsjaar N-70) om de bezoekers van De Hoge Veluwe te tonen hoe de eerste bewoners van deze streek, de keuterboeren nu ruim 100 jaar geleden waren gehuis vest. Het moet een romantische belevenis zijn om op een re genachtige dag of wanneer «en harde noordooster sneeuw over de vlakte jaagt, even de ze hut binnen te gaan om op adem te komen. Begin november waren, na de avonturen in de bronsttijd, de eerste herten (mannelijke dieren dus) weer terug in het rustgebied bij de Wildkansel. De overige oude(re) herten zullen zich geleidelijk bij dit roedel aansluiten. En tegen de tijd, dat de „sociëteit van de oude heren" weer compleet is, wordt begonnen met de bij- voedering. In de tweede helft van november is er in de loop van de namiddag veel kans om van de Wildkansel af de trek van de herten naar en van de voederplaats waar te nemen. In deze maand en ook in de volgende maand zijn de omstandigheden gunstig om tijdens een wandeling op Kemperberg (het zuidelijkste gedeelte van De Hoge Veluwe) reewild te zien. De dichte jon ge beplantingen zijn, doordat het loofhout zijn blad goed deels heeft verloren (en ook de lariks begint te „ruien"), doorzichtiger geworden. Bo vendien is het aantal bezoe kers, vergeleken met de druk ke zomermaanden, aanzienlijk kleiner geworden. In het thans rustige bos vertoont dit vrij schuwe wild zich nu ook vaker op de zandwegen. Het zal soms niet meevallen om de reebokken van de reegeiten te onderscheiden. Want in de loop van november werpen de volwassen bokken hun gewei af. Ook in dit opzicht onder scheidt het reewild *zich van het roodwild, waarvan de fyer- ten pas in februari/maart af werpen. en vinken doen zich even als het grofwild, de eekhoorns en de bosmuizen te goed aan de ontelbare eikels en beukenoten. Ook vele andere vruchten, zaden en bessen worden in de herfst door vo gels geconsumeerd. De takken van de lijsterbes buigen soms door onder het gewicht van de talrijke spreeuwen en lijsters, die van de mooie oranje bes sen komen eten. Als een gure wind over de vlakten blaast, is het prettig wandelen in de beschutte ei ken- en beukenlanen van het Noordelijk Cultuurgedeelte. Op de Houtkampweg of in een van de andere beukenlanen treffen we dikwijls troepen vinken aan, te midden van stukgereden beukenootjes. Het loont de moeite om zo'n troep eens rustig te bekijken, want er zitten niet zelden één of meer kepen tussen. De keep is een vinkachtige wintergast uit het hoge noorden. Vooral de oranje schoudervlek van het mannetje valt direct op. Ook de spechten kunnen we nu wat beter te zien krij gen. Drie soorten komen in behoorlijke aantallen het ge hele jaar door in het park voor: de grote bonte, de groe ne en de zwarte specht. De grote bonte specht is een typi sche bosvogel, de groene en de zwarte specht komen ook voor in de meer open gebieden, zo wel in het Noordelijk Cul tuurgedeelte als op Kemper berg, maar ook bij voorbeeld in de Deelense Start. Een vlie gende specht is direct van an dere grote vogels te onder scheiden door zijn vlucht: in grote „golven", met telkens onderbroken vleugelslag, be weegt hij zich voort, totdat hij zich ergens verticaal aan de stam van een boom vastklemt. Ook de roep is meestal karak teristiek: van de grote bonte horen we vaak een kort „kjuuk" of „kik", van de zwarte een luid en meer lang gerekt „klieëu...". De groene is in deze tijd zwijgzamer; die ontdekken we meestal als hij in een open terrein voor ons opvliegt, waarbij dan vooral de groene rug en de gele stuit opvallen. Al met al zijn deze dagen uitermate geschikt voor een frisse boswandeling. Ook al dank zij het „door zichtiger" worden van het bos krijgen we de kans wat meer van de bosvogels te zien. Houtduiven, Vlaamse gaaien „Hm, Sinterklaas, nee daar doe ik niet aan. Waarom zou ik. Volgens mij is dat een volkomen nutteloos gebruik. Zogenaamd verstandige mensen die voor elkaar zonder enige reden dure cadeaus gaan kopen. Onzin! Geen onzin zeg je? Hoeft het niet duur te zijn... een kleinigheid is volgens jou voldoende...? O.... jij vindt de rijmpjes altijd zo leuk. Nou, voor mij hoeft dat allemaal niet hoor. Uren zitten ze te ploeteren om elkaar allerlei hatelijkheden naar het hoofd te slingeren. 't Zou wat. Ze konden hun tijd beter besteden..." „Ach en als de zogenaamde grote avond dan eindelijk gekomen is zit ie dereen zich natuurlijk te vervelen. De met veel moeite gemaakte „surprises" worden door zenuwachtige handen ver nield en al het werk is voor niets ge weest. Mij niet gezien hoor. Vaak heb je later ook nog ru zies, als de een een wat groter cadeau heeft ge kregen dan de ander. Dat zie je vaak in die families. Ik ben blij dat me dat bespaard is gebleven. Meestal wordt op zo'n avond dan chocolademelk gedronken, ha.... ha... voor de gezelligheid. Wat zeg je? O... vind jij dat het alleen ma ar gaat om het samenzijn, te laten blijken dat je iets voor elkaar over hebt, je gene* genheid tonen? Nou, als je volgens mi* genegenheid voor elkaar voelt dan weet je dat toch wel. Dan hoef je dat toch zeker niet met zulke overdreven „aar digheden" te onderstrepen. Mij niet gezien hoor! Waarom zou ik? Je zegt dat je niet het hele jaar door zulke dingen kunt bedenken? En jij vindt ook dat je het juist bij zo'n gele genheid als het Sinterklaasfeest wel moet doen..." „Nou, ik blijf er bij dat het allemaal volkomen overbodig en uit de tijd is. Ik ben nu eenmaal niet zo iemand die in. een kudde meeloopt en die precies doet als ieder ander. Nee, niemand behoeft mij te verras- f en hoor, dat doe ik iemand anders ook iflet. Waarom zou ik..." „Zeg, waarom belde je eigenlijk op? Je durft het bijna niet meer te zeg gen? Je moeder heeft gevraagd of ik Sin terklaasavond met jouw familie wil doorbrengen omdat ik anders zo alleen zou zijn.... En jij hebt.... 0.... nou... eh.... grèag! Waarom zou ik eigenlijk niet hè...?" Sowjet-ftUMiKhe schakers hebben ook ditmaal de schaak olympiade weer gewonnen, maar de voorsprong op de naaste concurrent (Hongarije) was slechts één punt De oorzaak van het feit, dat de Rust sische grootmeesters langzaam maar zeker hun voorsprong verlie zen, zoeken zij in de steeds groter wordende kennis der openingen van hun westerse collega's. De Russische boeken en tijdschriften over ope ningen zijn ook in het Westen over al verkrijgbaar, maar de Russische schakers krijgen weinig gelegen heid om kennis te nemen van de pu blicaties buiten de grenzen van hun vaderland. Voor de grote massa der Rus sische schakers zal dit inderdaad wel waar zijn, maar voor de aller- sterksten toch zeker niet. Een man als bijvoorbeeld Taimanov zal heus ook wel op de hoogte zijn van de pu blicaties uit de Westerse wereld. In de onderstaande partij laat hij voor de zoveelste maal zien, dat hij een der grootste openingenkunstenaars ter wereld is. Wit: M. TAIMANOV. Zwart: B. PARMA. (Vinkovic 1970). Nimzo-Indische verdediging. 1. d2-d4. Pg8-f6 2. c2-c4, e7-e6 3. Pbl-c3, Lf8-b4 4. e2-e3, c7-c5 5. Pgl-f3. d7-d5 6. Lfl-d3, 0-0 7. 0-0, d5xc4 8. Ld3xc4, Pb8-c6 9. a2-a3, Lb4-a5 10. Lc4-d3, c5xd4 11. e3xd4 La5-b6 12. Lcl-e3, h7-hö (Na 11 Dd6 moet zwart voortdurend met Lg5 rekening hou den, maar de tekstzet betekent een verzwakking van de rochadestel- ling.) 11 Ld3-c2!, Pf6-g4 (Dient niet alleen om LeS uit te schakelen, maar ook om 14. Pe5 te verhinderen, een zet die op b.v. 13. Pe7 lastig zou zijn.) 14. Ddl-d3,. g7-g6 15. Lc2-b3, Kg8-h7 16. Tal-dl,e6-e5 (Dit is blijkbaar de bedoeling van het zwarte systeem.) 17. d4-d5, Pg4xe3 18. f2xe3, «6-e4 (Op het voor de hand liggende 18. Lf5 is 19. Pe4 sterk, omdat 19. Pa5 20. La2 in verbinding met b4 een stuk kost.) 19. Pc3xe4. Lc8-f5 20. Dd3-c3! (Direct 20. dxc6, Dxd3 21. Txd3, Lxe4 22. cXb7, Lxd3 23. bxa8 (D), Lxe3+ is eerder gunstig voor zwart.) 20Lf5xe4 (Natuurlijk mag zwart 21. Pf6f niet toelaten.) 21. d5xc6, Dd8-e7 (Wordt grondig weerlegd, maar een betere zet is er niet) 22. Tdl-d7, De7-c5 (met de bedoeling: 23. c xb7, Dxc3 24. bxc3. Tab8 25. Txf7f Txf7 26. Lxf7, Txb7 benevens Lxe3| waar- n de partijen van de Italiaan Laporta kwam in het kort geleden beëindigde Internationaal tournooi te De Lier een merkwaardige coïn cidentie voor: Tweemaal liet hij zich in op een dubieus randschijfsysteem van de klassieke partij, tweemaal moest hij een damcombinatie toela ten (tegen Sybrands en Toet) en bei de malen... maakte hij zeer fraai en onverwacht remise!! Hieronder het merkwaardige ver loop in de ontmoeting tegen de Ha genaar Toet: Wit: K. Toet; zwart: F. Laporta (De Lier 1970). 1. 32-28 18-23; 2. 38-32 12-18; 3. 31-27 7-12; 4. 43-38 20-24; 5. 37-31 14-20; 6. 49-43 10-14; 7. 41-37 In de partij Sybrands-La- porta volgde hier direct 34-29 met identiek verloop. 75-10; 8. 34-29 23x34; 9. 40x29 2-7; 10. 27 -22 18 x 27; 11. 31x22 12-18; de theorie geeft hier (20-25) aan. 12. 46-41 18X27; 13. 32x12 7-18; 14. 37-32 8-12; 15. 41-37 1-7; 16. 37-31 20-25; 17. 29 x 20 15 x 24; 18. 44-40 18-23; 19. 42-37 10-15; 20. 47-42 14-20; 21. 31-27 13-18; zelfs een volkomen onspeelbare rechter vleugel deert zwart niet! 22. 37-31 9-13; 23. 42-37 4-9; 24. 39-34 3-8; een merkwaardige positie: Wit meent nu een winnende damcombi natie te hebben geforceerd, maar verzuimt de overblijvende situatie op zijn juiste waarde te schatten. Echter na b.v. 43-39 ontstaan In het probleem van vorige week moest u als noord 3 SA spelen met de volgende spellen: Sch 8 Ha AHV 10 5 Ru 84 3 KI A 10 5 4 Het biedverloop dat u in dit con tract had gebracht was: oost 1 Sch 2 Sch pas pas zuid west doublet pas pas pas pas 3 SA noord ISA 2 SA pas OoSt kwam uit met schoppen boer en nu stond u voor de opgave dit 3 SA contract binnen te brengen. De eerste slag levert geen problemen op, u maakt schoppen vrouw (west heeft de 3 gespeeld). Maar verder? U begint eens met het onderzoe ken van de hartens. U speelt harten aas en harten heer, waarbij beide tegenstanders bekennen. De hartens geven dus geen probleem, die zullen 5 slagen gaan opleveren. Maar daar bent u er nog lang niet mee, u zult nog een paar slagen bij elkaar moe ten scharrelen. Die extra slagen zullen uit de kla- verkleur moeten komen, U moet nu vooral niet eerst alle hartens van de tafel afspelen, want dan brengt u uzelf hopeloos in moeilijkheden; In de vierde slag moet direkt de kla- verkleur aanpakken. Maar hoe? Welnu, als west klaver heer zou hebben, dan bent u verloren, want als west aan slag komt, speelt hij schoppen na en daarmee wordt uw heer eruit gesneden en oost draait een aantal vrije schoppens af. Uw hoop moet er dus op gevestigd zijn dat oost klaver heer heeft en om dan het klaver spelen succes te doen hebben zal hij heer sec of heer klein moeten hebben, of als hij heer derde heeft, zal klaver boer bij west moeten vallen. U speelt dus in de vierde slag klaver aas, en vervolgt met een kleine klaver van tafel. West legt een kleintje en u legt in de hand ook klein. Uw wens wordt vervuld, want bij oost verschijnt de heer. Oost speelt nu schoppen aas en nogmaals schoppen en u maakt uw 3 SA contract met een overslag. Het hele spel lag als volgt: Sch H V 4 Ha 76 2 Ru H9 6 KI V832 Sch A B 1095 2 Ha 8 4 Ru AB5 KL H 9 Sch 7 6 3 Ha B93 Ru V 10 72 KI B 7 6 N W O Sch 8 Ha AHV 10 5 Ru 843 KI A 1054 PARMA w TAIMANOV na zwart, gezien zijn operpaar, zich gemakkelijk kan handhaven.) De opgave van de week: hoe won wit de partij vanuit de diagramstel ling? Oplossing in de volgende rubnek. OPLOSSING Wit: (Cordovil): Kbl, Dg2, Tdl en hl, Pe4, pionnen a2, b2, c2, e5, h4. Zwart: (Garcia): Kg8, De7, Ta7 en f8, Pd7, pionnen a6, b5, e6, f7, g7, g4. Wit won als volgt: 22. Tdlxd7!, Ta7xd7 23, Pe4-f6t, Kg8-h8 (of: 23. gXf6 24. Dxg4t, Kh7 25. Dh5t en 26. Tgl mat.) 24. Dg2xg4, g7-g6 25. h4-h5, Kh8-g7 26. h5xg6 en zwart gaf zich gewonnen. merkwaardige verdedigingen voor zwart b.v. (12-17!) en na 27-22 volgt (18 X 27) 32x14 (23 X 43!) 14x23 (43-49) met de vreselijke dreiging (24—30). Wellicht ware het daarom beter geweest 39-34 achterwege te laten en daar te vervolgen met 40-34! dat in ieder geval een perma nent onspeelbare rechtervleugel van zwart waarborgt. 25. 27-22 18 x 27; 26. 32x2123x41; 27. 36 x 47 16 x 36; 28. 47-41 36 x 47 29. 38-32 47 x 29 30. 34X3 11-16; 31. 40-34?? HoeWel de dam materieel bezien "duur", is was hier 32-27 aangewezen en het valt te betwijfelen, of zwart zich ook dan nog kan redden. Nu volgt; 31 12-18! 32. 3x1 18-23; 33. 1x29 24 x 33;34.32-27. Schijnbaar is nu het zwarte stuk een willige prooi van wit, maar een zeer ingenieuze verdediging redt de Italiaan: 34. 13-18; 35. 50-44. Ook na 45-40 met de dreiging 50-45 en 34-30 is winst ver te zoe ken, want dan volgt (18-23) 50-45 (23 -29!) 34 X 23 (25-30) 35 x 24 (20x18) en het voordeel is aan zwart! 35 6-11; 36. 35-30 Nu volgt op 44-40 (33-38!) 34-29 (11-17!) 43X34 (20-24!) 29x20 (25x14) en de zwarte tegenaanval door (17-21) of (17-22) voert vrijwel tot winst! 3611-17; 37. 48-42 (zie diagram). Schijnbaar gaat zwart toch nog een moeilijk eindspel tege moet, omdat op (17-21) 43-39 volgt en na (17-22) wit vervolgt met 45-40! (22 X 31) 30-24 (20 x 29) 34x12! Aan de lezers deze week de opgave: Hoe redde zwart zich fraai uit de moeilijkheden? OPLOSSING De stand was: Wit: (Sybrands) 27,28,32,33,34, 35, 42 (8 st.). Zwart: (Germain) 11,13, 16, 18. 19, 20, 24, 26 (8 St.). Na (18-23) volgde 28-22!! (13-18 gedw.) 22x13 (19 x 8) 33-29 (24x33) 38x18 (11-17) 32-28! (20-24) 42-37! met winst Zwart had geen betere zet, daar in plaats van (18-23) ook (20-25) tot verlies voert door: 34-29! en zwart heeft geen enkele goede zet meer Een zeer fraaie winstpositie met nog zo weinig materiaal! Dit spel bevatte twee essentiële punten. U moest niet beginnen met het afspelen van de hartens, want daarmee zoudt u uw eigen hand in dwang hebben gebracht. U'pioest er bij het aanspelen van de klaver- kleur van uitgaan dat oost de heer had, want klaver heer bij west zou toch al rampzalig zijn. Hét nieuwe probleem betreft een tegenspel. West had in handen: Sch H B 8 4 3 Ha 3 Ru 9 4 KI A B 9 7 6. N-Z waren kwetsbaar en het bieden ging: noord óóst zuid pas pas 1 Ru pas 4 Sch 4 SA 5 KI pas 5 Ru pas doublet pas pas west 2 Sch pas pas. pas Het 2 Sch bod van Mondolfo gaf een tweekleurenspel in schoppen en klaver aan. Het 4 SA bod van zuid draagt uiteraard een informatief karakter. West komt uit met schop pen 4 en op tafel verschijnt: Sch 9 7 65 Ha7 64 Ru V 3 K1V854. Bij oost komt schoppen aas en zuid troeft. Nu spaelt de leider troef aas en steekt over naar troef vrouw. Oost gooit ruiten 7 en ruiten 10 bij. Harten 7 wordt van tafel voorge steld, oost legt de 5 en de leider speelt de vrouw. Zuid incasseert nu ruiten heer, waarbij oost de boer speelt Nu wordt klaver 3 nage speeld. Hoe denkt u zich het verdere tegenspel in? HORIZONTAAL: 1. Deze vrienden hebben vaak een rode kleur (9) 6. Zoetstof (5) 9. Baatrund (7) 10. Nippertje (7) 11. Dit dialect wordt maar in één Noord-Hollandse gemeente ge sproken (6) 12. Elkekeer (8) 14. Het was erg lekker, maar het geld is op (9) 15. Hierop voelt de boer zich thuis (4) 18. Draaischijf (4) 20. Het aroma van het slachtveld (9) 24. Zo gaat het er tussen door (8) 25. Kleurloze (6) 27. Het eiland in de fles (7) 28. Voorom of achterlangs gaan (7) 29. De vorm van de taille (5) 30. Criticus (9) VERTICAAL: 1. Richtingwijzer (6) 2. Wijs (7) 3. Het voedsel in een staatsgevan genis (8) 4. Stuk boerderij (4) 5. Mistverspreider (10) 6. In Amsterdam zijn ze klein niet netjes (6) 7. De vreemde geest van de azijn (7) 8. Muzikale insekten (8) 13. Verdedigingsmiddel met de tong (10) 16. Uiting van verlegenheid (8) 17. Deze schenkpijp is vol van zich zelf en toch leeg (8) 19. Zij neemt er een loopje mee (7) 21. Al is hij niet groot, hij is van vele markten thuis (7) 22. Hij moet het in zijn eentje doen (6) 23. Deze uiterlijke schijn heeft er lak aan (6) 26. Deze schepen horen in Duitsland thuis (4) HORIZONTAAL: VERTICAAL: 1. Abel; 4. Elias; 8. Kain; 11. ven; 12 enk; 13. dar; 14. voeg; 16. onder; 17, dier; 19. Annen; 21. tin; 22. deels; 23. Rus; 25. kot; 28 Tabanan; 33. brak; 36. Tonia; 37. eelt; 39. Bonaire; 40. grondel; 41. eten; 42 Arles; 44. sela; 45. wateren; 48. wip; 49. neg; 52. klare; 54. gek; 56. temet; 59. Lena; 60. Onnen; 61. veer; 62.'nat; 63. ode; 64. bed; 65. prak; 06. Weert; 07. leng. 1. Alva; 2 even; 3. leger; 5. Leut; 0. In diaan; 7. Aken; 8. kadet; 9. Arie; 10. nors; 15. ons; Ik Eli; 20. nut; 22 Don; 24. sa traap; 25. kaarsen; 26. ebben; 27. manen; 29. boert; 30. Niger; 31. teder; 32. Atlas; 34. rot; 30. kan; J7. Ens; 38. lel; 43. legende; 45. wie; 46. net; 47. ale; 4& wraak; 80. ge vel; 51. zee; 52. klap; 53. Anna; 54. gnoe; 55. Keer; 57. mede; 58. trog.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 13