Imker Van Schervenrg deed onderzoek
met verrassende resultaten
Kleurrijke dagen op
De Hoge V eluwe
Waarom zou ik...
(l
p
n
i
Hp
s
8
A
HP
a
S
A
8
i
A
HP
tü
i
i
a
I
HP
a
i
Darren ontsprongen de
dodendans in Renkum
Oude heren
Bosvogel
SCHAKEN door H. Kramer
een zeer kort verhaal
door J. Ph. E. van Benthem
Dr.
DAMMEN
I
BRIDGE
z
CRYPTOGRAM
m
is
M
m
m
9
m
'M
ex
door J. M. Bom
door G. J. R. Förch
Oplossing vorige puzzel
Iemand die bij wijze van
spreken dag en nacht met
de bijen en hun gewoonten
bezig is, en er zoveel t ijd aan
besteedt dat zijn vrouw zegt:
„hij houdt meer van de bijen
dan van mij", dat is de heer J.
C. van Scherrenburg, Dorps
straat 143 te Renkum, samen
met de in imkerskringen zeer
bekende A. van de Brink de
enige nog in leven zijnde op
richters van een oude Imkers
vereniging. Hij deed enkele
belangrijke ontdekkingen over
het leven van de bijen en dan
speciaal van de darren.
„Ik zit al ruim 60 jaar in de
bijenbeweging", vertelt de
heer Scherrenburg „en ben er
mee begonnen toen ik twaalf
jaar was. Mijn vader was
aannemer en mijn moeder
verzorgde een klein boerderij
tje in de Dorpsstraat te Ren
kum. We hadden hooiland te
genover de grote laan van
ONO en toen ik meehielp met
hooien was daar een bijen
zwerm. De knecht wist wat
van bijen en we hebben die
zwerm geschept. Toen is het
eigenlijk begonnen. Uit een
kend. Van leeftijd en aantal
der uitvluchten en vervliegen
(andere kasten binnendringen)
waren alleen maar veronder
stellingen en niemand nam tot
nu toe de moeite om dit eens
allemaal te onderzoeken. Uit
de bijenliteratuur kreeg men
altijd de indruk dat de darren
leven tot aan de darrenslacht.
Deze darrenslacht is eigenlijk
een wrede geschiedenis in de
bijenwereld. Darren doen
niets dan maar honing eten en
komt er op zeker moment
geen voedsel meer binnen dan
gaan de werkbijen instinctma
tig de darren te lijf. Ze wor
den vastgepakt en buiten de
kasten gewerkt, waar men
niet zachtzinnig te werk gaat.
Het is voor de bijen het „zijn
of niet zijn".
TVTu is uit mijn onderzoek ge-
bleken dat alle darren
zoals verondersteld werd, de^e
slacht lang niet mee maken.
Ik heb in de periode van mei
tot november drie generaties
darren gekweekt. De eerste
boekje van C. H. J. Raad ver
schenen in 1907 hebben we de
eerste kast nagebouwd, samen
met mijn broer die er later
echter geen interesse meer in-
had. Ik wel, want ik werd na
dien kassier bij de Raiffeisen-
bank te Renkum, en omdat ik
's middags vrij was, had ik
dan tijd genoeg voor mijn
liefhebberij.
li/fijn onderzoek, dat ik in dit
jaar heb uitgevoerd, gooit
diverse theorieën wat het le
ven van de darren betreft om
ver: De dar is de mannetjesbij
en zijn nut bestaat alleen
hierin dat hij voor de be
vruchting van de koningin
zorgdraagt. Dat kan één dar
ook, dus eigenlijk zijn het al
leen maar opvreters. In de
dierenwereld zijn ze dan ook
als zodanig bekend en tevens
lawaaimakers. Van de leeftijd
der darren was tot op dit
ogenblik eigenlijk weinig be-
generatie was die van de ge
wone voorjaarsteelt. Deze
werden geboren in de laatste
week van april en ik heb er
160 van gemerkt met een
piepklein nummertje of met
een stipje verf. Op 22 juni
leefden hiervan nog de num
mers 35 en 40 en op 24 juni
waren ook deze niet meer te
vinden. Ze waren dus onge
veer 8 weken oud geworden
en al lang voor de darrens
lacht gestorven. Bij de tweede
kweek ging het net zo. Alleen
waren hier twee darren bij
die het tot 12 weken brachten.
De uitslag van mijn onderzoek
toont aan dat darren geboren
in de maanden april, mei en
de eerste weken van juni de
darrenslacht dus in het geheel
niet mee maken. Dit werd tot
nu toe altijd aangenomen. Al
leen de darren geboren in juli
maken de darrenslacht mee.
Verder blijkt dat de dar de
zelfde levenscyclus heeft als
de honingbij, dus ongeveer 6 a
7 weken. Ik trek uit dit alles
de conclusie dat de werkbij
van werken niet dood gaat en
dat de dar niet langer leeft
omdat hij niet werkt. Eeu
wenlang heeft men in imkers
kringen de dar gezien als
„broedbij" omdat men een
voudig niet wist wat een dai
was, welke functie hij vervul
de in het bijenvolk. Dit kwan,
al in het eerste Nederlandt -
bijenboek tot uiting dat
1597 verscheen."
TVe heer Scherrenburg, die
ontzettend veel van bijen
en hun gedragingen af weet
maakte voor zijn studie veel
gebruik van de bibliotheek
welke de landbouwhogeschool
te Wageningen onder beheer
heeft. Ruim 3000 boeken staan
hier over bijen. Het is een
liefhebberij waar je echt ge
duld voor moet opbrengen en
daarom zijn de meeste imkers
ook wat oudere mensen, die
veel tijd beschikbaar hebben.
Financieel loont het houden
van bijen niet, zegt de heer
Scherrenburg, want als je het
goed doet spring je er net uit
met de honingverkoop.
Tijdens de stormen op De
Hoge Veluwe in het befein van
deze hebben de bomen en
struiken op De Hoge Veluwe
een flinke veer gelaten. Toch
dragen door het uitblijven
van flinke vorst veel bo
men nog heel wat blad, dat
het novemberbos kleurentoet-
■en geeft van uitzonderlijke
schoonheid.
Niet alleen echter de blade
ren van bomen en struiken,
ook de kruidachtige planten
verkleuren. En het is de moei
te waard om ook eens op deze
herfstverkleuring te letten.
De open, ietwat vochtige
terreinen zoals bijvoorbeeld
het veld bij Westerflier
worden thans prachtig stro
geel door het pijpestrootjes-
gras (vaak abusievelijk „bunt
gras" genoemd); en de veen-
bies-pollen daartussen zijn
oker van tint.
Mocht iemand in deze om
geving door een regen- of ha
gelbui worden overvallen, dan
is de plaggenhut dichtbij
Deze hut is gebouwd (in het
natuurbeschermingsjaar N-70)
om de bezoekers van De Hoge
Veluwe te tonen hoe de eerste
bewoners van deze streek, de
keuterboeren nu ruim 100
jaar geleden waren gehuis
vest.
Het moet een romantische
belevenis zijn om op een re
genachtige dag of wanneer
«en harde noordooster sneeuw
over de vlakte jaagt, even de
ze hut binnen te gaan om op
adem te komen.
Begin november waren, na
de avonturen in de bronsttijd,
de eerste herten (mannelijke
dieren dus) weer terug in het
rustgebied bij de Wildkansel.
De overige oude(re) herten
zullen zich geleidelijk bij dit
roedel aansluiten. En tegen de
tijd, dat de „sociëteit van de
oude heren" weer compleet is,
wordt begonnen met de bij-
voedering. In de tweede helft
van november is er in de loop
van de namiddag veel kans
om van de Wildkansel af de
trek van de herten naar en
van de voederplaats waar te
nemen.
In deze maand en ook in
de volgende maand zijn de
omstandigheden gunstig om
tijdens een wandeling op
Kemperberg (het zuidelijkste
gedeelte van De Hoge Veluwe)
reewild te zien. De dichte jon
ge beplantingen zijn, doordat
het loofhout zijn blad goed
deels heeft verloren (en ook
de lariks begint te „ruien"),
doorzichtiger geworden. Bo
vendien is het aantal bezoe
kers, vergeleken met de druk
ke zomermaanden, aanzienlijk
kleiner geworden. In het
thans rustige bos vertoont dit
vrij schuwe wild zich nu ook
vaker op de zandwegen. Het
zal soms niet meevallen om de
reebokken van de reegeiten te
onderscheiden. Want in de
loop van november werpen de
volwassen bokken hun gewei
af. Ook in dit opzicht onder
scheidt het reewild *zich van
het roodwild, waarvan de fyer-
ten pas in februari/maart af
werpen.
en vinken doen zich even
als het grofwild, de eekhoorns
en de bosmuizen te goed
aan de ontelbare eikels en
beukenoten. Ook vele andere
vruchten, zaden en bessen
worden in de herfst door vo
gels geconsumeerd. De takken
van de lijsterbes buigen soms
door onder het gewicht van de
talrijke spreeuwen en lijsters,
die van de mooie oranje bes
sen komen eten.
Als een gure wind over de
vlakten blaast, is het prettig
wandelen in de beschutte ei
ken- en beukenlanen van het
Noordelijk Cultuurgedeelte.
Op de Houtkampweg of in een
van de andere beukenlanen
treffen we dikwijls troepen
vinken aan, te midden van
stukgereden beukenootjes. Het
loont de moeite om zo'n troep
eens rustig te bekijken, want
er zitten niet zelden één of
meer kepen tussen. De keep is
een vinkachtige wintergast uit
het hoge noorden. Vooral de
oranje schoudervlek van het
mannetje valt direct op.
Ook de spechten kunnen we
nu wat beter te zien krij
gen. Drie soorten komen in
behoorlijke aantallen het ge
hele jaar door in het park
voor: de grote bonte, de groe
ne en de zwarte specht. De
grote bonte specht is een typi
sche bosvogel, de groene en de
zwarte specht komen ook voor
in de meer open gebieden, zo
wel in het Noordelijk Cul
tuurgedeelte als op Kemper
berg, maar ook bij voorbeeld
in de Deelense Start. Een vlie
gende specht is direct van an
dere grote vogels te onder
scheiden door zijn vlucht: in
grote „golven", met telkens
onderbroken vleugelslag, be
weegt hij zich voort, totdat hij
zich ergens verticaal aan de
stam van een boom vastklemt.
Ook de roep is meestal karak
teristiek: van de grote bonte
horen we vaak een kort
„kjuuk" of „kik", van de
zwarte een luid en meer lang
gerekt „klieëu...".
De groene is in deze tijd
zwijgzamer; die ontdekken we
meestal als hij in een open
terrein voor ons opvliegt,
waarbij dan vooral de groene
rug en de gele stuit opvallen.
Al met al zijn deze dagen
uitermate geschikt voor een
frisse boswandeling.
Ook al dank zij het „door
zichtiger" worden van het bos
krijgen we de kans wat meer
van de bosvogels te zien.
Houtduiven, Vlaamse gaaien
„Hm, Sinterklaas, nee daar doe ik
niet aan. Waarom zou ik. Volgens mij
is dat een volkomen nutteloos gebruik.
Zogenaamd verstandige mensen die
voor elkaar zonder enige reden dure
cadeaus gaan kopen. Onzin!
Geen onzin zeg je? Hoeft het niet
duur te zijn... een kleinigheid is volgens
jou voldoende...?
O.... jij vindt de rijmpjes altijd zo
leuk. Nou, voor mij hoeft dat allemaal
niet hoor. Uren zitten ze te ploeteren
om elkaar allerlei hatelijkheden naar
het hoofd te slingeren.
't Zou wat. Ze konden hun tijd beter
besteden..."
„Ach en als de zogenaamde grote
avond dan eindelijk gekomen is zit ie
dereen zich natuurlijk te vervelen. De
met veel moeite gemaakte „surprises"
worden door zenuwachtige handen ver
nield en al het werk is voor niets ge
weest. Mij niet gezien hoor.
Vaak heb je later ook nog ru zies, als
de een een wat groter cadeau heeft ge
kregen dan de ander. Dat zie je vaak in
die families.
Ik ben blij dat me dat bespaard is
gebleven. Meestal wordt op zo'n avond
dan chocolademelk gedronken, ha....
ha... voor de gezelligheid. Wat zeg je?
O... vind jij dat het alleen ma ar gaat
om het samenzijn, te laten blijken dat
je iets voor elkaar over hebt, je gene*
genheid tonen? Nou, als je volgens mi*
genegenheid voor elkaar voelt dan weet
je dat toch wel. Dan hoef je dat toch
zeker niet met zulke overdreven „aar
digheden" te onderstrepen.
Mij niet gezien hoor! Waarom zou ik?
Je zegt dat je niet het hele jaar door
zulke dingen kunt bedenken? En jij
vindt ook dat je het juist bij zo'n gele
genheid als het Sinterklaasfeest wel
moet doen..."
„Nou, ik blijf er bij dat het allemaal
volkomen overbodig en uit de tijd is. Ik
ben nu eenmaal niet zo iemand die in.
een kudde meeloopt en die precies doet
als ieder ander.
Nee, niemand behoeft mij te verras-
f en hoor, dat doe ik iemand anders ook
iflet. Waarom zou ik..."
„Zeg, waarom belde je eigenlijk op?
Je durft het bijna niet meer te zeg
gen?
Je moeder heeft gevraagd of ik Sin
terklaasavond met jouw familie wil
doorbrengen omdat ik anders zo alleen
zou zijn.... En jij hebt.... 0.... nou... eh....
grèag!
Waarom zou ik eigenlijk niet hè...?"
Sowjet-ftUMiKhe schakers
hebben ook ditmaal de schaak
olympiade weer gewonnen, maar de
voorsprong op de naaste concurrent
(Hongarije) was slechts één punt De
oorzaak van het feit, dat de Rust
sische grootmeesters langzaam
maar zeker hun voorsprong verlie
zen, zoeken zij in de steeds groter
wordende kennis der openingen van
hun westerse collega's. De Russische
boeken en tijdschriften over ope
ningen zijn ook in het Westen over
al verkrijgbaar, maar de Russische
schakers krijgen weinig gelegen
heid om kennis te nemen van de pu
blicaties buiten de grenzen van hun
vaderland.
Voor de grote massa der Rus
sische schakers zal dit inderdaad
wel waar zijn, maar voor de aller-
sterksten toch zeker niet. Een man
als bijvoorbeeld Taimanov zal heus
ook wel op de hoogte zijn van de pu
blicaties uit de Westerse wereld. In
de onderstaande partij laat hij voor
de zoveelste maal zien, dat hij een
der grootste openingenkunstenaars
ter wereld is.
Wit: M. TAIMANOV. Zwart: B.
PARMA. (Vinkovic 1970).
Nimzo-Indische verdediging.
1. d2-d4. Pg8-f6 2. c2-c4, e7-e6 3.
Pbl-c3, Lf8-b4 4. e2-e3, c7-c5 5.
Pgl-f3. d7-d5 6. Lfl-d3, 0-0 7. 0-0,
d5xc4 8. Ld3xc4, Pb8-c6 9. a2-a3,
Lb4-a5 10. Lc4-d3, c5xd4 11. e3xd4
La5-b6 12. Lcl-e3, h7-hö
(Na 11 Dd6 moet zwart
voortdurend met Lg5 rekening hou
den, maar de tekstzet betekent een
verzwakking van de rochadestel-
ling.)
11 Ld3-c2!, Pf6-g4
(Dient niet alleen om LeS uit te
schakelen, maar ook om 14. Pe5 te
verhinderen, een zet die op b.v. 13.
Pe7 lastig zou zijn.)
14. Ddl-d3,. g7-g6 15. Lc2-b3,
Kg8-h7 16. Tal-dl,e6-e5
(Dit is blijkbaar de bedoeling van
het zwarte systeem.)
17. d4-d5, Pg4xe3 18. f2xe3, «6-e4
(Op het voor de hand liggende 18.
Lf5 is 19. Pe4 sterk, omdat 19.
Pa5 20. La2 in verbinding met
b4 een stuk kost.)
19. Pc3xe4. Lc8-f5 20. Dd3-c3!
(Direct 20. dxc6, Dxd3 21. Txd3,
Lxe4 22. cXb7, Lxd3 23. bxa8 (D),
Lxe3+ is eerder gunstig voor
zwart.)
20Lf5xe4
(Natuurlijk mag zwart 21. Pf6f niet
toelaten.)
21. d5xc6, Dd8-e7
(Wordt grondig weerlegd, maar
een betere zet is er niet)
22. Tdl-d7, De7-c5
(met de bedoeling: 23. c xb7, Dxc3
24. bxc3. Tab8 25. Txf7f Txf7 26.
Lxf7, Txb7 benevens Lxe3| waar-
n de partijen van de Italiaan
Laporta kwam in het kort geleden
beëindigde Internationaal tournooi
te De Lier een merkwaardige coïn
cidentie voor: Tweemaal liet hij zich
in op een dubieus randschijfsysteem
van de klassieke partij, tweemaal
moest hij een damcombinatie toela
ten (tegen Sybrands en Toet) en bei
de malen... maakte hij zeer fraai en
onverwacht remise!!
Hieronder het merkwaardige ver
loop in de ontmoeting tegen de Ha
genaar Toet:
Wit: K. Toet; zwart: F. Laporta
(De Lier 1970). 1. 32-28 18-23; 2.
38-32 12-18; 3. 31-27 7-12; 4. 43-38
20-24; 5. 37-31 14-20; 6. 49-43 10-14;
7. 41-37 In de partij Sybrands-La-
porta volgde hier direct 34-29 met
identiek verloop.
75-10; 8. 34-29 23x34; 9. 40x29
2-7; 10. 27 -22 18 x 27; 11. 31x22
12-18; de theorie geeft hier (20-25)
aan. 12. 46-41 18X27; 13. 32x12 7-18;
14. 37-32 8-12; 15. 41-37 1-7; 16.
37-31 20-25; 17. 29 x 20 15 x 24; 18.
44-40 18-23; 19. 42-37 10-15; 20.
47-42 14-20; 21. 31-27 13-18; zelfs
een volkomen onspeelbare rechter
vleugel deert zwart niet! 22. 37-31
9-13; 23. 42-37 4-9; 24. 39-34 3-8;
een merkwaardige positie: Wit
meent nu een winnende damcombi
natie te hebben geforceerd, maar
verzuimt de overblijvende situatie
op zijn juiste waarde te schatten.
Echter na b.v. 43-39 ontstaan
In het probleem van vorige week
moest u als noord 3 SA spelen met
de volgende spellen:
Sch 8
Ha AHV 10 5
Ru 84 3
KI A 10 5 4
Het biedverloop dat u in dit con
tract had gebracht was:
oost
1 Sch
2 Sch
pas
pas
zuid west
doublet pas
pas pas
pas
3 SA
noord
ISA
2 SA
pas
OoSt kwam uit met schoppen boer
en nu stond u voor de opgave dit 3
SA contract binnen te brengen. De
eerste slag levert geen problemen
op, u maakt schoppen vrouw (west
heeft de 3 gespeeld). Maar verder?
U begint eens met het onderzoe
ken van de hartens. U speelt harten
aas en harten heer, waarbij beide
tegenstanders bekennen. De hartens
geven dus geen probleem, die zullen
5 slagen gaan opleveren. Maar daar
bent u er nog lang niet mee, u zult
nog een paar slagen bij elkaar moe
ten scharrelen.
Die extra slagen zullen uit de kla-
verkleur moeten komen, U moet nu
vooral niet eerst alle hartens van de
tafel afspelen, want dan brengt u
uzelf hopeloos in moeilijkheden; In
de vierde slag moet direkt de kla-
verkleur aanpakken. Maar hoe?
Welnu, als west klaver heer zou
hebben, dan bent u verloren, want
als west aan slag komt, speelt hij
schoppen na en daarmee wordt uw
heer eruit gesneden en oost draait
een aantal vrije schoppens af.
Uw hoop moet er dus op gevestigd
zijn dat oost klaver heer heeft en
om dan het klaver spelen succes te
doen hebben zal hij heer sec of heer
klein moeten hebben, of als hij heer
derde heeft, zal klaver boer bij west
moeten vallen. U speelt dus in de
vierde slag klaver aas, en vervolgt
met een kleine klaver van tafel.
West legt een kleintje en u legt in
de hand ook klein. Uw wens wordt
vervuld, want bij oost verschijnt de
heer. Oost speelt nu schoppen aas en
nogmaals schoppen en u maakt uw
3 SA contract met een overslag.
Het hele spel lag als volgt:
Sch H V 4
Ha 76 2
Ru H9 6
KI V832
Sch A B 1095 2
Ha 8 4
Ru AB5
KL H 9
Sch 7 6 3
Ha B93
Ru V 10 72
KI B 7 6
N
W O
Sch 8
Ha AHV 10 5
Ru 843
KI A 1054
PARMA
w
TAIMANOV
na zwart, gezien zijn operpaar, zich
gemakkelijk kan handhaven.)
De opgave van de week: hoe won
wit de partij vanuit de diagramstel
ling?
Oplossing in de volgende rubnek.
OPLOSSING
Wit: (Cordovil): Kbl, Dg2, Tdl en
hl, Pe4, pionnen a2, b2, c2, e5, h4.
Zwart: (Garcia): Kg8, De7, Ta7 en
f8, Pd7, pionnen a6, b5, e6, f7, g7, g4.
Wit won als volgt: 22. Tdlxd7!,
Ta7xd7 23, Pe4-f6t, Kg8-h8 (of: 23.
gXf6 24. Dxg4t, Kh7 25. Dh5t
en 26. Tgl mat.) 24. Dg2xg4, g7-g6
25. h4-h5, Kh8-g7 26. h5xg6 en
zwart gaf zich gewonnen.
merkwaardige verdedigingen voor
zwart b.v. (12-17!) en na 27-22 volgt
(18 X 27) 32x14 (23 X 43!) 14x23
(43-49) met de vreselijke dreiging
(24—30). Wellicht ware het daarom
beter geweest 39-34 achterwege te
laten en daar te vervolgen met
40-34! dat in ieder geval een perma
nent onspeelbare rechtervleugel van
zwart waarborgt. 25. 27-22 18 x 27;
26. 32x2123x41; 27. 36 x 47 16 x 36; 28.
47-41 36 x 47 29. 38-32 47 x 29 30.
34X3 11-16; 31. 40-34?? HoeWel de
dam materieel bezien "duur", is was
hier 32-27 aangewezen en het valt te
betwijfelen, of zwart zich ook dan
nog kan redden. Nu volgt; 31
12-18! 32. 3x1 18-23; 33. 1x29
24 x 33;34.32-27.
Schijnbaar is nu het zwarte
stuk een willige prooi van wit, maar
een zeer ingenieuze verdediging
redt de Italiaan: 34. 13-18; 35.
50-44. Ook na 45-40 met de dreiging
50-45 en 34-30 is winst ver te zoe
ken, want dan volgt (18-23) 50-45
(23 -29!) 34 X 23 (25-30) 35 x 24 (20x18)
en het voordeel is aan zwart! 35
6-11; 36. 35-30
Nu volgt op 44-40 (33-38!) 34-29
(11-17!) 43X34 (20-24!) 29x20 (25x14)
en de zwarte tegenaanval door
(17-21) of (17-22) voert vrijwel tot
winst! 3611-17; 37. 48-42 (zie
diagram). Schijnbaar gaat zwart
toch nog een moeilijk eindspel tege
moet, omdat op (17-21) 43-39 volgt
en na (17-22) wit vervolgt met
45-40! (22 X 31) 30-24 (20 x 29) 34x12!
Aan de lezers deze week de opgave:
Hoe redde zwart zich fraai uit de
moeilijkheden?
OPLOSSING
De stand was:
Wit: (Sybrands) 27,28,32,33,34, 35,
42 (8 st.). Zwart: (Germain) 11,13, 16,
18. 19, 20, 24, 26 (8 St.). Na (18-23)
volgde 28-22!! (13-18 gedw.) 22x13
(19 x 8) 33-29 (24x33) 38x18 (11-17)
32-28! (20-24) 42-37! met winst
Zwart had geen betere zet, daar in
plaats van (18-23) ook (20-25) tot
verlies voert door: 34-29! en zwart
heeft geen enkele goede zet meer
Een zeer fraaie winstpositie met
nog zo weinig materiaal!
Dit spel bevatte twee essentiële
punten. U moest niet beginnen met
het afspelen van de hartens, want
daarmee zoudt u uw eigen hand in
dwang hebben gebracht. U'pioest er
bij het aanspelen van de klaver-
kleur van uitgaan dat oost de heer
had, want klaver heer bij west zou
toch al rampzalig zijn.
Hét nieuwe probleem betreft een
tegenspel.
West had in handen:
Sch H B 8 4 3 Ha 3 Ru 9 4 KI A B
9 7 6. N-Z waren kwetsbaar en het
bieden ging:
noord óóst zuid
pas pas 1 Ru
pas 4 Sch 4 SA
5 KI pas 5 Ru
pas doublet pas
pas
west
2 Sch
pas
pas.
pas
Het 2 Sch bod van Mondolfo gaf
een tweekleurenspel in schoppen en
klaver aan. Het 4 SA bod van zuid
draagt uiteraard een informatief
karakter. West komt uit met schop
pen 4 en op tafel verschijnt: Sch 9 7
65 Ha7 64 Ru V 3 K1V854.
Bij oost komt schoppen aas en
zuid troeft. Nu spaelt de leider troef
aas en steekt over naar troef vrouw.
Oost gooit ruiten 7 en ruiten 10 bij.
Harten 7 wordt van tafel voorge
steld, oost legt de 5 en de leider
speelt de vrouw. Zuid incasseert nu
ruiten heer, waarbij oost de boer
speelt Nu wordt klaver 3 nage
speeld. Hoe denkt u zich het verdere
tegenspel in?
HORIZONTAAL:
1. Deze vrienden hebben vaak een
rode kleur (9)
6. Zoetstof (5)
9. Baatrund (7)
10. Nippertje (7)
11. Dit dialect wordt maar in één
Noord-Hollandse gemeente ge
sproken (6)
12. Elkekeer (8)
14. Het was erg lekker, maar het
geld is op (9)
15. Hierop voelt de boer zich thuis (4)
18. Draaischijf (4)
20. Het aroma van het slachtveld (9)
24. Zo gaat het er tussen door (8)
25. Kleurloze (6)
27. Het eiland in de fles (7)
28. Voorom of achterlangs gaan (7)
29. De vorm van de taille (5)
30. Criticus (9)
VERTICAAL:
1. Richtingwijzer (6)
2. Wijs (7)
3. Het voedsel in een staatsgevan
genis (8)
4. Stuk boerderij (4)
5. Mistverspreider (10)
6. In Amsterdam zijn ze klein niet
netjes (6)
7. De vreemde geest van de azijn (7)
8. Muzikale insekten (8)
13. Verdedigingsmiddel met de tong
(10)
16. Uiting van verlegenheid (8)
17. Deze schenkpijp is vol van zich
zelf en toch leeg (8)
19. Zij neemt er een loopje mee (7)
21. Al is hij niet groot, hij is van vele
markten thuis (7)
22. Hij moet het in zijn eentje doen
(6)
23. Deze uiterlijke schijn heeft er
lak aan (6)
26. Deze schepen horen in Duitsland
thuis (4)
HORIZONTAAL: VERTICAAL:
1. Abel; 4. Elias; 8. Kain; 11. ven; 12
enk; 13. dar; 14. voeg; 16. onder; 17, dier;
19. Annen; 21. tin; 22. deels; 23. Rus; 25.
kot; 28 Tabanan; 33. brak; 36. Tonia; 37.
eelt; 39. Bonaire; 40. grondel; 41. eten; 42
Arles; 44. sela; 45. wateren; 48. wip; 49.
neg; 52. klare; 54. gek; 56. temet; 59. Lena;
60. Onnen; 61. veer; 62.'nat; 63. ode; 64.
bed; 65. prak; 06. Weert; 07. leng.
1. Alva; 2 even; 3. leger; 5. Leut; 0. In
diaan; 7. Aken; 8. kadet; 9. Arie; 10. nors;
15. ons; Ik Eli; 20. nut; 22 Don; 24. sa
traap; 25. kaarsen; 26. ebben; 27. manen;
29. boert; 30. Niger; 31. teder; 32. Atlas; 34.
rot; 30. kan; J7. Ens; 38. lel; 43. legende;
45. wie; 46. net; 47. ale; 4& wraak; 80. ge
vel; 51. zee; 52. klap; 53. Anna; 54. gnoe;
55. Keer; 57. mede; 58. trog.