WE GROEIEN VAST IN TAL EN (OVERLAST DE VRAGEN GEGROEPEERD i Het spreekt vanzelf! Confessionelen eensgezind \1' Bezorgdheid Geheimhouding Welke gegevens Informatie 3SSS? Commentaar Joost van den Vondel, dichtend aan de boorden van Amstel en IJ, zal nooit ver moed hebben dat zijn stad er eens zou uitzien als op de hiernaast afgedrukte foto van KLM-Aerocarto: een onafgebroken huizenzee met hier en daar een kerk, een ziekenhuis, een postkantoor, al die gebou wen die voor de mensheid van onze da gen onmisbaar zijn. Hij kan het ons dan ook niet kwalijk nemen dat wij hem als kopregel hierboven wat vrij hebben geci teerd met als prettige bijkomstigheid dat dat vastgroeien en die overlast in dubbele betekenis te gebruiken zijn... Bij de veertiende algemene volkstelling daar gaat het hier namelijk over ko men die woorden vastgroeien en overlast precies van pas. Enerzijds immers is ie dereen ervan overtuigd dat een dergelijke telling nuttig is omdat zij de gegevens verschaft die een vastlopen van ons sa menlevingspatroon kunnen voorkomen anderzijds echter bestaat bij sommigen vrees dat deze telling ons tot last kunnen worden omdat de geheimhoudii niet voldoende verzekerd zou zijn. E daarbij laten ze niet na te wijzen op di bittere ervaringen van onze Joodse land genoten in de oorlogsjaren en op de mo gelijkheid dat iets dergelijks zich zou kun nen herhalen. Nu heeft dat laatste niets met de volk stelling wel met de gemeentelijke be volkingsregisters te maken. Het kan dus geen reden zijn om de volkstelling op welke manier dan ook te boycotten. Bo vendien lijkt ons dit leven-in-vrees voor een eventuele volgende bezetting een ver minkt leven: wie steeds met de angst daarvoor in zijn binnenste loopt en daar op zijn handelingen baseert, leeft niet echt. algeméne ÏÏKSïïnge NN!X WOWNGTEll>N« yu UN huishouden "N het weekeinde van 28 februari gaan honderdduizenden Nederlan ders zich aan het invullen van de volkstellingkaarten zetten. Met pot lood wel te verstaan, want dat wordt nadrukkelijk gevraagd omdat de com puter die de gegevens moet verwerken alléén met potlood bewerkte ponskaar ten kan lezen. Om een beeld te geven van wat de Nederlanders gevraagd zal worden volgt hier een globale opgave van de aard van de vragen die de kaarten be vatten. In de eerste plaats: algemene gege vens over de totale bevolking. In dit kader worden vragen gesteld over: geslacht, burgerlijke staat en leef tijd; geboorteplaats en periode van vesti ging in de gemeente waar men nu woont; activiteiten van „beroeplozen" (bijv. studerenden, zij die in eigen huishou den werkzaam zijn) lichamelijk gehandicapten (om een eerste inzicht te krijgen in de aantallen lichamelijk gehandicapten in Neder land; de schattingen variëren van 2 tot 10 pet. maar men wil meer zekerheid over de aantallen) de plaats in het huishouden/gezin (ten behoeve van de huishouden- en gezin-statistieken) kerkelijke gezindte; nationaliteit; de belangrijkste bron van levenson derhoud in 1970; AOW en bijstandswet; De derde rubriek betreft de gevolgde opleidingen en in dit kader wordt onder meer gevraagd naar: achoolsoort van hen die dagonder wijs genieten en studierichting van de studenten opleiding van hen die geen dagon derwijs (meer) genieten. Met het oog op het verkrijgen van gegevens over de arbeidsmarkt wordt o.m. gevraagd naar: het beroep; het bedrijf; gewerkte uren en nevenfuncties; werklozen, wachtgelders en tewerk- gestelden. Daarna volgen vragen die gesteld worden om een beter inzicht te krijgen in de problematiek van het woon werkverkeer: woon-werkver- woon-werkver- intergemeentelijk keer; binnengemeentelijk keer; parkeervraagstuk. Een belangrijke plaats nemen de vra gen in die gesteld worden met betrek king tot de woningvoorraad en de huis vestingssituatie, zoals: is met hoofdbe woner, hoeveel vertrekken heeft uw woning, is uw woning een woningwet woning, is zij het eigendom van u of bijv. een woningbouwvereniging, een particulier persoon; is uw woning een eengezinshuis, een flat enz. Ook worden vragen aan inwonenden gesteld om een beter inzicht te krijgen in hun situatie. Daarnaast betreffen de vragen de voor zieningen (gas, verwarming etc.) in de woning. Datzelfde geldt naar onze mening ook voor hen die steeds in angst leven voor de alles-registrerende computer, die op elk moment alle gegevens over een bur ger kan spuien. Ook dat heeft niets met deze volkstelling te maken want in de computer zijn wel de gegevens maar niet de namen verwerkt bovendien vragen we ons af of wij Nederlanders inderdaad allemaal mensen zijn die iets te verbergen hebben. Iets waarop „de overheid" loert om daarvan gebruik te kunnen maken. In een wereld waarin men als maar meer openheid en openbaarheid eist is het toch dwaas zichzelf als burger daarvan te wil len uitzonderen. Rest nog de kans dat een van de met de telling belaste ambtenaren niet vol doende discreet zou zijn en de door de burger verstrekte gegevens aan de grote klok zou hangen. Maar is de kans daarop groot in een land waar de ambtenaar zo onkreukbaar is dat hij onmiddellijk een proces begint tegen zijn minister als die zich wat ongelukkig uitdrukt over deze materie? Laat niemand zich toch van de wijs laten brengen. De volkstelling is een nuttige zaak die voor ons allen vele voor delen heeft laten we dan ook allen op de bewuste datum met vrijmoedigheid het potlood hanteren. Zelfs als we er eerst een potlood voor moeten kopen! DE 14e ALGEMENE VOLKSTELLING inkomen; deze vraag wordt beperkt tot vijf inkomensklassen (minder dan 8.000 per jaar. tussen 8.000 en 12.000. tussen 12.000 en 10.000. tussen 16.000 en 24.000 en 24.000 en meer) Vervolgens worden gegevens ge vraagd over de vruchtbaarheid van de gehuwde en gehuwd geweest zijnde vrouwen: totaal aantal voortgebrachte kinde ren; vruchtbaarheid van de gehuwde vrouwen. Er komen zes soorten vragenlijsten: voor een hoofd van een huishouden of een alleenstaande; voor een lid van het huishouden met beroep; voor een lid van het huishouden zonder beroep, van 12 jaar en ouder; voor een lid van het huishouden van 0 tot en met 11 jaar; voor een persoon op een varend schip of een woonwagen; voor een persoon in een inrichting of een tehuis. Er is in de afgelopen week weer kwistig met enquêtecijfers gestrooid. De actuali teitenrubriek van de KRO heeft 1200 men sen ondervraagd over verschillende poli tieke zaken een eerste begin want tot aan de verkiezingen volgend jaar gaat men dit regelmatig doen en het Neder lands Instituut voor de Publieke Opinie heeft aan 1041 weer andere mensen ge vraagd hoe ze dachten over de zaken van recht en orde, over stakingen, sabotage en dergelijke. Het aardige was dat de mening over gezag en orde ook naar buiten kwam in de KRO-enquête. Re Brandpuntmensen hadden als eerste vraag gesteld wie vol gend jaar de nieuwe premier moet wor den (48,4 pet. had er geen idee van!) en vervolgens aan hun ondervraagden een lijstje voorgelegd waarop ze konden aan geven welke problemen een nieuw kabinet het eerst moet aanpakken. De woning bouw stond nummer één, niemand had anders verwacht. Daarna kwamen schone lucht, lonen en prijzen, bejaardenzorg, be lastingverlaging en dergelijke. En vrijwel achteraan kwam dan de kwestie van ge zag en orde. In de ogen van Nederland dus een heel ondergeschikte kwestie. Wat nu waren de bevindingen van het NIPO? Dat 86 pet. van de Nederlanders de problemen rond gezag en ordehandha ving wel degelijk belangrijk vindt. En ze zijn er ook in overgrote meerderheid op jegen dat de publiciteitsmedia op eniger lei wijze steun verlenen aan wilde stakin gen, het kraken van huizen, sabotageda den en dergelijke. Cijfers die er niet om liegen! Spreken deze twee enquêtes elkaar te gen, daarmee voedsel gevend aan de veel gehoorde stelling dat dergelijke opinie onderzoeken „waardeloos" zijn? Naar ons gevoel niet. Er blijkt alleen maar uit dat het overgrote deel van ons volk weinig of niets moet hebben van raddraaierij maar dat men dat zo vanzelfsprekend vindt dat men het niet nodig vindt om dat op het prioriteitenlijstje van een kabinet te zetten. We nemen er met blijdschap ken nis van! Uit het nieuwe gezamenlijke concept programma dat de KVP, ARP en CHU vol gende week zaterdag ter goedkeuring krij gen voorgelegd door hun respectieve be stuurders, kan men twee conclusies trek ken: dat de drie partijen nu toch wel zo vast aan elkaar gesmeed zijn dat ze óf gezamenlijk óf helemaal niet van een toekomstig kabinet deel zullen uitma ken. De kans dat bijvoorbeeld de Partij van de Arbeid zich met de KVP zou verzoenen maar de CHU daarvan zou willen uitsluiten, is van nu af eigenlijk nog maar alleen in theorie aanwezig; dat de drie in die wil tot samenwer king zover gaan dat ze bepaalde con troversiële zaken eenvoudig buiten hun program gelaten hebben, hoewel het kwesties zijn waarover menig kiezer toch wel graag een duidelijk standpunt zal willen horen. Er komt in dit concept niet aan de orde hoe in het komende voorjaar de nieuwe premier moet wor den aangewezen en evenmin of er voor die tijd een regeer-akkoord moet wor den aangegaan met een of meer andere partijen. De eerste conclusie achten wij zonder meer verheugend, leder weet nu dat de drie grote confessionele partijen als een eenheid gezien moeten worden en dat stemmen op de een ook het zich uitspre ken voor de ander inhoudt. Op dat punt is er geen onduidelijkheid meer. Het tweede punt is iets minder enthou siasmerend. Het zou inderdaad de duide lijkheid ten goede komen als de kiezer niet alleen van te voren weet welk pro gram de drie partijen willen verwezenlij ken maar als hij ook zou weten door wie en met wie men dat program tot uitvoe ring wil brengen. Zoals de toon de muziek maakt, maakt de bewindsman het beleid. En dat geldt vooral voor de premier, de orkestleider. Nu wijzen de voortekenen er op dat ook deze onvolkomenheden nog uit de weg zullen worden geruimd we hopen het want dan is in ieder geval aan confessio nele zijde een stuk duidelijkheid in de politiek gebracht. D° veert'enc*e a'2emene volkstelling en de derde algemene woningtelling worden gehouden naar de toestand te middernacht tussen 28 februari en 1 maart 1971". Aldus arti kel 1 van het Koninklijk besluit van 29 september jl. „houden de regelen betreffende de veertiende algemene volkstelling en de derde algemene woningtelling". Het staat allemaal duidelijk in het Staatsblad vermeld en de voorbereidingen zijn in volle gang: alle (ongeveer) dertien mil joen Nederlanders en andere inwoners van ons land worden volgend jaar weer geteld. We krijgen eind februari allemaal een pakje computer-ponskaarten thuis die een groot aantal aan ons gestelde vragen bevatten. Op I en 2 maart worden de kaarten weer afgehaald en aan ons, als inwoners van Neder land, de taak de vragen, vóór de teller begin maart aan de deur komt, beantwoord te hebben. Miljoenen Nederlanders doen niet voor de eerste maal actief aan een volkstelling mee: de vorige vond plaats in mei 1960, de dertiende sinds men er in 1829 mee begon. Het woord „volkstelling" dekt de inhoud allang niet meer. Natuurlijk zal een van de gegevens die te zijner tijd uit de computer rollen het aantal inwoners van ons land zijn, maar de betekenis gaat daar vèr boven uit. Het gaat er in sterke mate om, de dynamiek van dé samenleving door te lichten, ontwikke lingen en verschuivingen aan te wijzen, gegevens aan te dragen voor het overheidsbeleid op landelijk, provinciaal en plaatselijk niveau. Voor het voeren van een verantwoord beleid zijn deze gegevens onmisbaar. Daarmee vertellen we niets nieuws, want dit gold ook voor de vorige volkstellingen die hun waarde voor het beleid, zo werd ons in Den Haag bij herhaling verzekerd, dubbel en dwars bewezen hebben. De vragen die ons over een paar maanden gesteld worden zijn grotendeels dezelfde als die van ruim tien jaar geleden. Slechts een zeer beperkt aantal nieuwe vragen is in de (lange) lijst opgenomen en deze zijn uiteraard gericht op actuele maatschap pelijke vraagstukken. De uitkomsten van de volkstelling-1971 zullen mede een uitgangspunt kunnen vormen voor berekenin gen over de op verschillende gebieden in de naaste toekomst te verwachten ontwikkelingen. Een groeiende bevolking vraagt immers om nieuwe woningen, scholen, kerken, ziekenhuizen, winkelcentra en andere belang rijke voorzieningen. Het gaat er ook om wèlr nieuwe voorzie ningen moeten komen en in welke omvang, vorm en streken de uitbreiding van het aantal arbeidsplaatsen moet worden gesti muleerd. Alleen al daarom is een zo volledig mogelijke deelname ver eist; men moet immers een exact beeld krijgen van de situatie op 28 februari/1 maart en vandaaruit lijnen naar de toekomst kunnen trekken. De volkstelling wordt ook gebruikt om de Nederlandse bevol kingsregisters op volledigheid te controleren. Periodieke contro le is noodzakelijk om deze registers te zuiveren van sedert een vorige telling ingeslopen onvolkomenheden. Daarmee wordt ook de volkstelling op volledigheid gecontroleerd zodat de resultaten van de volkstelling kunnen worden gebruikt als nieuw uit gangspunt voor de jaarlijkse berekening van de bevolkingscij fers van de Nederlandse gemeenten die plaats heeft door op de volkstellingsgegevens jaarlijks het aantal geboren en gevestigde personen bij en het aantal overleden en vertrokken personen af te schrijven. In de loop der jaren is de volkstelling-moderne-stijl een essentieel instrument geworden voor alle instanties die verantwoordelijkheid dragen voor welvaart en welzijn van de bevolking; ook is zij van groot belang voor iedere individuele burger of particuliere organisatie die de sociale ontwikkeling kritisch volgt. Ook voor hen staan de statistieken van de volk stelling volledig ter beschikking. Tenslotte kan de betekenis van de volkstelling voor het we tenschappelijk onderzoek genoemd worden. Om deze helemaal tot haar recht te laten komen is de medewerking ingeroepen (en verkregen) van universiteiten en hogescholen. Met als basis de resultaten van de volkstelling zullen uitvoerige wetenschappe lijke analyses van actuele maatschappelijke problemen opge steld kunnen worden. CBS-directeur dr. J. Ch. W. Verstegen: geen angst voor misbruik of schending van geheimhouding een comité Waakzaamheid Volkstelling opgericht dat een beli chaming van de v bezorgdheid over een aantal aspecten van het gebeuren van 28 februari/1 maart wil zijn. De bezwaarden vragen zich af of de volkstelling geen gevaar lijke aspecten heeft. Men stelt dat er geen absolute zekerheid over de geheimhouding zou bestaan; men vraagt zich af wat er met de gegevens gebeurt als ons land overhoop! weer in een situatie zou belanden dat het bezet gebied wordt. Kortom: men is bevreesd dat de gegevens van de computer-ponskaarten in verkeerde handen zouden kunnen komen. Daar komt bij dat er een groeiend verzet is te constateren tegen een „in de computer stoppen" van allerlei strikt persoonlijke gegevens. Veel tegenstanders geven dan ook de voorkeur aan een ano nieme telling en een beperking van de vragen tot die over de zakelijke persoonsgegevens. Ook wil men de verplichting tot deelneming aan de telling laten vervallen. De leiding van het Centraal Bureau voor de Statistiek in Den Haag, dat de organisatie en uitvoering van de volkstelling in handen heeft, stelt daartegenover dat er beslist géén sprake is van een inbreuk op het privé-leven van de Nederlander. ..Alles is gedaan om de anonimiteit te beschermen. Namen en zakelijke gegevens worden volkomen gescheiden (en wie het pakje kaar ten ziet dat men eind februari ontvangt constateert direct dat dit zonder meer mogelijk is). De juridische beveiliging is ge waarborgd zoals dat ook het geval is met de gegevens van de bevolkingsregisters en de postgiro. En wat eventuele bezetters aangaat: deze zullen, als zij dat willen, zich ongetwijfeld niet op de gegevens van de volkstelling werpen maar op o.a. die van de bevolkingsregisters." „Vergeet niet dat de volkstelling een mo mentopname van dat tijdstip is en de bevolkingsregisters conti nu bijgehouden worden," aldus de CBS-mensen. [EN kan rustig stellen dat de betekenis van de volkstelling, zo geformuleerd, algemeen onderschreven wordt. Toch is de laatste maanden onrust rond de volkstelling ontstaan. Zelfs is HE duizenden mensen die voor de volkstelling op pad gaan (de tellers en anderen) en die ze op het CBS verwerken, krijgen strikte geheimhouding opgelegd. Minister Nelissen (Economische Zaken) heeft bij de behandeling van het desbe treffende wetsontwerp in de Tweede Kamer heel duidelijk ge steld dat voor hen allen geldt dat een ernstige vorm van on achtzaamheid bij het bewaren van de geheimhouding onder de bepalingen van het wetboek van strafrecht zal vallen. Allen die het met de geheimhouding niet ernstig nemen staat een zware straf te wachten. Met nadruk wordt er bij het CBS op gewezen dat vrijwel geen enkel ander land ter wereld zo ver gaat in de scheiding van persoonlijke en meer zakelijke gegevens. In het kader van de bescherming van de privacy zullen namen en adressen van de getelden (zo snel mogelijk na de door de gemeentebesturen uit te voeren eerste globale controles van de gegevens) worden gescheiden. De namen van de getelden moeten echter (voor controle op de bevolkingsregisters) enige tijd voor het CBS bereikbaar blijven. Deze bereikbaarheid is gegarandeerd door een nummer dat zo wel op de naamkaarten als op de daarvan gescheiden gegevens voorkomt. De naamkaarten zullen bij het CBS zo snel mogelijk na ontvangst op nummer gesorteerd worden waardoor het op zoeken van gegevens met de naam als uitgangspunt praktisch onmogelijk is. De namen en adressen van dé getelde Nederlanders en de aan hen toegekende nummers hebben uitsluitend een functie gedu rende de achtereenvolgende bewerkingsfasen van de volkstel ling. Omdat zij daarna overbodig zijn worden na het afsluiten van deze fasen de kaarten met namen en adressen vernietigd; de toegekende nummers worden van de magneetbanden verwij derd. Overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit moet de vernietiging van de namen en adressen vóór 1 maar! 1974 zijn voltooid. Tien procent van de namen en adressen mag echter bewaard worden om de mogelijkheid te openen de antwoorden die de betrokkenen bij de volkstelling van 1971 hebben gegeven t' vergelijken met die welke zij bij de volkstelling van 1980 ot 1981 zullen geven (ten behoeve van de z.g. stroomstatistieken). E" inhoud van de volkstelling (die ook een woningtelling zal zijn, de derde in successie) is in grote lijnen in zeven hoofd stukken onder te brengen: algemene gegevens over de totale bevolking; gegevens over de vruchtbaarheid van de gehuwde en ge huwd geweest zijnde vrouw; gegevens over de gevolgde opleidingen; gegevens over de arbeidsmarkt; gegevens over het woon-werkverkeer; gegevens over de woningvoorraad en de huisvestingssituatie. Als tellers zullen in het algemeen gemeente-ambtenaren fun geren. Aangenomen wordt dat men tussen de 50.000 en de 70.000 tellers nodig zal hebben. Een teller zal 100 a 120 mensen per dag kunnen bezoeken. Als ook buiten de kring van de gemeente ambtenaren tellers nodig zijn, wordt gedacht aan rijks- of pro vinciale ambtenaren, 65-plussers e.a. Gedacht wordt aan een vergoeding van f 30,— per dag voor een teller. In totaal zal deze volkstelling ongeveer f23 miljoen kosten. De telling is vrijwel geheel geautomatiseerd en de verwerking zal anderhalf a twee jaar kosten. Wie weigert aan het invullen van de kaarten mee te doen kan gestraft worden met een boete van max. vijfhonderd gulden of twee weken hechtenis. Uiteraard zal het CBS in de komende maanden al het mogelijke doen om de informatie over de volkstelling zo duidelijk moge lijk te laten zijn. Dezer dagen zijn functionarissen van het CBS de Nederlandse provincies ingetrokken om de gemeente-ambte naren die als tellers zullen gaan fungeren in te lichten over wat hun te doen staat .Met grote spanning wordt in Den Haag naar het resultaat van de operatie uitgekeken. Samenvattend zouden we nog dit willen stellen: De volkstelling is een voor het voeren van het overheidsbe leid op tal van gebieden uiterst belangrijke zaak; een zo volledig mogelijke deelname van de Nederlandse bevolking aan deze operatie is een voor het slagen van deze operatie onmisbare voorwaarde; De opzet van deze „doorlichting" is ook in vergelijking met wat in andere landen gebeurt zo dat, het is ook bij de behandeling van de Volkstellingwet in de Staten-Generaal ge zegd, geheimhouding maximaal verzekerd is; de regering zal in de komende weken en maanden grote aandacht moeten geven aan de informatie over de volkstel ling. Zij zal open moeten staan voor alle suggesties die de anonimiteit van de volkstelling nóg sterker kunnen bevorder ren; zo mogelijk zullen ook in het parlement de komende tijd de vragen die in het Nederlandse volk op dit punt leven aan de orde moeten komen. Ook daarmee zal het slagen van de operatie van 28 februari/1 maart gediend zijn.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 10