Rembrandtsplein nu eigendom geldmagnaat
Thrillers
UITKOMST VOOR VEEL WERKENDE MOEDERS
Kind
paar
uur in
pleeg
gezin
NA KOOP
HOTEL
SCHILLER
DOEL
BEREIKT
Zweeds
idee
vindt
hier
nu na
volging
RECHTEN en PLICHTEN
van de VOETGANGER
PLEIN-NIEUWS
STROMEN
RUST
NORSE BLIK
ZAKENMAN
SFEER
STUDIEREIS
OVERTUIGD
INTERESSE
Haaks
Geen trottoir
Caransa
„Lichtjes
op het plein moeten blijven branden
Een „zeeverhaal" van het soort waar
in uitgeverij C. de Boer jr. in Bussum
is gespecialiseerd is Station Azoren
door Pieter van den Broecke. Het is een
boeiend verhaal over een onderwerp
dat Nederlanders interesseert: interes-
seerd: het bergen van een schip door
een zeesleepboot.
De ontsnapping van spion George
Blake wordt uitvoerig behandeld in het
boek Wanted door Sean Bourke (uit.
Bruna in Utrecht). Het is een boeiend
relaas vah de veroordeelde spion, die
erin slaagde uit de gevangenis te ont
snappen.
Een ontsnappingsroman is ook los
geld en Bandieten door Francis Clifford
(uitg. C. de Boer jr. in Bjussum). Het
verhaal behandelt een ontvoering op
Sicilië en de activiteiten om iemand uit
de plaatselijke gevangenis te krijgen.
Voor science fiction-liefhebbers zijn
bij Bruna in Utrecht twee boekjes ver
schenen: Troost me. mijn robot door
Robert Bloch en Dubbelster van Hein-
lein. Dezelfde uitgever voegde aan de
Zwarte Beertjes-serie Een man een
man. een moord een moord van Mi
chael Brett toe. Het is een verhaal over
particulier dectective Pete McGrath.
Een boek over Zeeland is Zeeland,
Waarom-Daarom (Uitg. De Arbeiders
pers in Amsterdam). Het is een bundel
essays.
Eiland in de zon van Erskine Cald
well (Uitg. C. de Boer jr. in Bussum)
behandelt het verhaal van vier sport
vissers, die, aanvankelijk vredig bijeen,
veranderen in vijanden door de komst
van een meisje.
AMSTERDAM Het standbeeld van Rembrandt is niet langer het enige mid
delpunt van het Amsterdamse Remhrandtsplein. Nederlands geldmaarschalk
Maurits Caransa verwierf die rol in levende lijve. Hij kroonde zich met de aan
koop van het alom bekende hotel Schiller tot keizer van het plein.
Eén van Europa's meest bekende uitgaanscentra, vaak in één adem genoemd
met de Hamburgse Reeperbaan, de Parijse Place Pigalle en het Londense Pica-
dilly Circus, kwam in handen van één man.
Maurits Caransa zwaait er de scepter
over hotels, cafés en typisch Amster
damse terrasjes, nachtclubs en een
theater. Hij voelt zich de beschermheer
van het vleugje Amsterdamse sfeer, dat
kortweg Rembrandtsplein wordt ge
noemd.
Onder de zenuwachtige aan- en uit-
flitsende lichtreclames, die het plein
vierentwintig uur per dag in een zee
van licht zetten, wordt de naam Caran
sa meer dan ooit genoemd.
De laatste slag van de oliehandelaar,
die via de dumphandel in de miljoenen
verzeild raakte, is vooral op het plein
zelf niet geruisloos voorbijgegaan. Op
de terrasjes zijn de kranten met de Ca-
ransa-koppen verslonden, binnen in de
cafés onderhouden de Kasteleins hun
dorstige klanten nog steeds met het
laatste plein-nieuws.
Een barkeeper in één van de etablis
sementen slaat zich vol trots op de
borst als hij een handjevol aandachtige
toehoorders nog eens in onvervalst
Amsterdams verzekert: „Ik heb het al
tijd al gezegd: nog even en het Rem
hrandtsplein heet Caransaplein. En let
er maar op, ik krijg gelijk ook. Laat ze
het standbeeld van de meester maar
vast aan de Amstel zetten. Nu is Ca
ransa de man op het plein. Hij zit hier
iedere dag".
Het is op het Rembrandtsplein het
gesprek van de dag. Meer ook niet. In
de nachtclubs doen de stripteasedanse-
resjes geen stukje minder (of meer)
textiel uit, de broodjeszak draait op
volle toeren onder de drukkende vraag
naar „tartaar met ui", „half-om" en
„ros".
En het bier in de cafeetjes aan het
plein blijft stromen. „Er is eigenlijk
niets veranderd", constateert een (nog)
nuchtere plein bezoeker terecht, terwijl
hij in de witte manchet van zijn pilsje
hapt. En hij heeft gelijk.
Nog even en de rust rond Nederland's
enige pleinbezitter Maurits Caransa is
teruggekeerd. Dan zit de keizer vast op
zijn troon die van het amusements
rijk in het hartje van Amsterdam.
Caransa heeft het altijd gewild. Al
lang geleden was het zijn laatste wens.
Deze week ging die wens in vervulling.
Door de aankoop van hotel Schiller
kwam ruim negentig procent van de
pleinbebouwing in hej; bezit van de on-
roerendgoedmagnaat. In Amsterdam
willen ze geenn kwaad woord over hem
horen. Maurits Caransa is populair, ge
liefd misschien ook wel.
Toen het Rembrandtsplein nog Boter
markt heette, viel er weinig op amuse-
mentsgebied te beleven.
Aan de voet van het Waaggebouw
was toen een levendige handel in boter,
kaas ai eieren.
De puur zakelijke sfeer hield van be
gin zeventiende eeuw stand tot ver in
de negentiende eeuw. De vreugde
kwam er met het standbeeld van Rem
brandt, dat in 1875 verhuisde van de
ingang van de Reguliersdwarsstraat
naar het plantsoen op de Botermarkt,
waaraan in 1876 door de gemeenteraad
de naam van Rembrandt werd. gegeven.
De geschiedenis van het Rembrandts
plein is roemrucht. Welke Amsterdam
mer kent niet de moord op de cabare
tier-journalist Jean Louis Pisuisse, die
zich in 1927 op het plein voltrok? De
vrouw van het slachtoffer. Jenny Gil-
liams en de moordenaar Tjakko Kuiper
Voor de liefhebbers van een gedocumenteerde zwerftocht
over het Rembrandtsplein of zomaar voor belangstellenden
volgt hier een opsomming van wat het Amsterdamse uit
gaanscentrum te bieden heeH.
Van links naar rechts:
I. Cityhotel met eronder de Pub; 2. Club 44; 3. Bottle Club;
4. bar Femina; 5. Chinees-Indisch restaurant Indra Pura;
6. Hotel Schiller; 7. Bar Bodega La Porte d'Or; 8. drie
ruïnes; 9. bar 't Luifeitje; 10. Broodje van Kootje; 11.
Bowling St. Germain des Prés met erboven Hotel Atlanta
en Amstel Club; 12. Café t Centrum: 13. Snackroom
Wimpy; 14. Rembrandtbar; 15. Café 't Hof van Holland;
16. Broodjeszaak de Kuil: 17. Café-Bar Monico; 18. Rem-
brandtspleintheater; 19. Birdclub; 20. Shoppingcentrum; 21.
Caransahotel; 22. Bar-Dancing Riche.
Net niet zichtbaar op de foto restaurant 't Brouwerswa
pen en Hotel het Gouden Hoofd.
Het Rembrandtsplein telt ook nog twee ruïnes, eigendom
van hoe kan het anders Maurits Caransa. ..De door
brand verwoeste OK-bar en café Verwoest worden binnen
niet al te lange tijd herbouwd. Zij zullen dezelfde bestem
ming houden", verzekert commercieel directeur J. H. van
Zanten van de exploitatiemaatschappij Caransa.
stierven op dezelfde plaats. De moord
met drie slachtoffers was wereld
nieuws.
Het leven ging door, ook op het Rem
brandtsplein. De gruwelijke gebeurtenis
werd al spoedig weer overstemd door
de vreugde. Tijdems de oorlogsjaren
was het plein een levendig centrum
voor de zwarte handel. Na de oorlog
opnieuw feestgedruis. Een hoogtepunt
ook in de geschiedenis van het Amster
damse amusementsplein.
Toen de schouwburg in de Amstel-
straat een paar ja^r geleden plaats
maakte voor een bankgebouw vermin
derde ook het bezoekersaantal van het
Rembrandtsplein. Het Leidseplein nam
de glorie gretig over.
Sinds Maurits Caransa zich voorzich
tig onder de norse blik van Rembrandt
waagde, is het plein weer in de tege
naanval. En met succes. „Het is een
van de belangrijkste taken die ik me
zelf altijd heb gesteld. Deze week heb
ik die volbracht; het Rembrandtsplein
is van mij. De sfeer ook. Die wil ik
bewaren. Zolang ik kan. Dat is belang
rijk". Maurits Caransa stelt het tevre
den vast. Hij is bovenal Amsterdammer
en dan pas zakenman, vindt hij zelf.
„Als het me niet per se om het Rem
brandtsplein te doen was geweest, had
ik mijn geld wel beter kunnen investe
ren. Ruim dertig miljoen zit er nu in.
Maar het is het waard. Het is het mooi
ste plein dat ik ooit heb gezienn".
Caransa vindt dat zoiets, koste wat
het kost, moet worden beschermd. „Stel
je nou toch voor dat iemand anders
bijvoorbeeld hotel Schiller had gekocht
en er was op die plek een bankgebouw
of een fietsenstalling gekomen. Dan
was het plein naar de knoppen geweest.
En dat wil ik niet. In zo'n geval moet
keiharde zakelijkheid plaats kunnen
maken voor een wat zachter optreden.
Liefdevol".
„Natuurlijk ben ik ook een zaken
man". vervolgt Caransa. ..Ik zorg heus
wel dat ik aan dat Rembrandtsplein
blijf verdienen.
Maar laat men alsjeblieft niet denken
dat ik het allemaal alleen maar voor
mezelf heb gedaan. Ik laat overal het
liefst zoveel mogelijk mensen van mee
profiteren. Ik haat vijanden te hebben.
Daar kan ik niet tegen",
Maurits Caransa is een groot man ge
worden. In geld vooral. Als mens Is hij
dezelfde gebleven. Vriendelijk, gewoon
en iemand die weet te genieten van
zijn successen. Maar ook een man die
er plezier in heeft anderen te laten ge
nieten. Het Rembrandtsplein is daar
een voorbeeld van.
De lichtjes op het Rembrandtsplein
blijven voorlopig branden. De typische
sfeer, waar jaarlijks honderdduizenden
van komen proeven, is weer even veilig
gesteld. De mensen, die dagelijks over
het plein flaneren, op de terrasjes zo
maar wat voor zich uitstaren öf in één
van de nachtclubs genieten van de
floorshow, kunnen gerust zijn. De kei
zer van het Rembrandtsplein, Maurits
Caransa, heeft er plezier in. Als dat zo
blijft, verdwijnt het pleiin beslist niet
eerder dan Caransa zelf.
Het legioen vrouwen in ons land laat
(terecht) geen kans onbenut om actie te
voeren voor kindercrèches. Maar het
lijkt een nauwelijks haalbare kaart. De
minister wil niet met centen op tafel
komen. Dus vraag je je af, of er geen
eenvoudiger oplossing is.
Een uitzendbureau voor administra
tief personeel in ons land lijkt een op
lossing te hebben gevonden. Daar
werkt men al sinds enkele maanden in
Amsterdam, sinds kort ook in Rotter
dam, Vlaardingen en Schiedam met zo
geheten „dag-pleeggezinnen" voor kin
deren van vrouwen, die buitenshuis
willen werken.
Een voorbeeld: Uw vrouw wil achter
de wastobbe vandaan. Van u mag zij.
Maar waar blijven de bloedjes van kin
deren? In een crèche? Lijkt aardig,
maar die ligt aan het andere einde van
de stad.
Iedere ochtend bent u dus verplicht
met trams en bussen de stad te door
kruisen om de kinderen af te leveren in
de crèche. En dan praten we nog niet
over de vaak toch hoge tarieven die
crèche-bestuurders in rekening bren
gen.
Uitzendbureau Tempo Team in Am
sterdam doet het anders. Sinds enkele
maanden werkt men daar met dag
pleeggezinnen en het systeem werkt zó
goed, dat men zich afvraagt, waarom
andere bedrijven en instellingen er ook
niét mee beginnen. Het mes snijdt bo
vendien aan twee kanten: moeder kan
haar kinderen in de buurt kwijt om
buitenshuis te gaan werken. En vrou
wen die wel een extra centje willen
verdienen, maar er hun huis niet voor
willen of kunnen verlaten, hebben ook
hun zin. Bovendien verzorgt het uit
zendbureau de hele organisatorische
kant van de zaak: het bureau zorgt
voor een pleeggezin in de buurt.
De vrouw, die voor dit uitzendbureau
als eerste het pleeggezin-systeem in ons
land introduceerde is mevr. mr. Hen-
riëtte van Motman-Bras. En zij zegt:
„Het is krankzinnig, maar er bieden
zich ladingen moeders aan. die graag
overdag een kind van een buitenshuis
werkende vrouw in huis willen nemen.
En natuurlijk plukt ons uitzendbureau
de vruchten. Wij hebben de beschik
king over meer getrouwde vrouwelijke
uitzendk rachten
Natuurlijk kost het plaatsen van een
kind in een dag-pleeggezin geld. Zo'n
pleeggezin krijgt één gulden en veertig
cent per uur. De uitzendkracht betaalt
twéé-derde van die kosten. Het uit
zendbureau neemt de rest van de kos
ten voor zijn rekening.
Met andere woorden: Een buitenshuis
werkende moeder die haar kind over
dag gedurende acht uur in een dag
pleeggezin onderbrengt houdt dit be
dragje in van haar dagelijkse loon, vult
het aan en betaalt aan het dagpleegge
zin.
Mevrouw Van Motman heeft enkele
weken geleden een studiereis naar
Zweden gemaakt, waar het systeem
van dagpleegezinnen al sinds jaar en
dag gewoonterecht heeft. Behalve de
daar bestaande door de gemeenten be
taalde kindercrèches zijn er 1981 pleeg
gezinnen, waar dag in dag uit 2752 kin
deren van buitenshuis werkende vrou
wen worden ondergebracht. De „kin-
der-gastvrouwen" staan en dat blijkt
daar een normale zaak ingeschreven
bij de arbeidsbureaus.
Toch is mevrouw Van Motman van
haar reis teruggekomen met de overtui
ging: „Gast-pleeggezinnen zijn niet
meer dan een noodoplossing. Zweedse
deskundigen vinden, dat een crèche be
ter is voor het kind dan een gezin.
Maar als je in Zweden de crèches ziet,
dan kun je zo'n uitdrukking pas begrij
pen".
„Ik ben diep onder de indruk geko
men van de perfectie in die crèches. In
die dagverblijven voor kinderen hangt
de sfeer van een welgesteld gezin, waar
de moeder even weg is".
„In Nederland zijn wij nog lang niet
zo ver. In ons land is in tegenstelling
tot in Zweden een enorm tekort aan
crèches. In Zweden is er ook een te
kort, maar niet zo groot als in ons land.
Daarom ziet men daar de pleeggezinnen
duidelijk als een noodoplossing, of als
een aanvullende mogelijkheid voor bij
zondere gevallen en voor schoolkinde
ren."
Volgens de ervaring van mevrouw
Van Motman is er bij talloze vrouwen
in ons land belangstelling om betaalde
gastvrouw te zijn voor kinderen van
buitenshuis werkende vrouwen.
„Eén advertentie", zegt zij. „leverde
meer dan 150 brieven op. Natuurlijk
moet je selecteren want niet ieder gezin
is geschikt voor pleeggezin. De praktijk
leert, dat gemiddeld één op de tien ge
zinnen voldoet aan de voorwaarden die
wij stellen. Eén van die voorwaarden is
bijvoorbeeld, dat men in zo'n gezin er
varing heeft met kinderen".
Drie jaar geleden werd de voetganger
van vogelvrij wild tot verkeersdeelne
mer. In het toen in werking getreden
Reglement Verkeersregels en Verkeer
stekens werd uitdrukkelijk bepaald dat
voetgangers onder verkeer vallen. In
datzelfde RVV werden de voetganger
rechten verleend, maar ook plichten
opgelegd.
Waarschijnlijk zijn de rechten en de
plichten van de voetganger de meest
veronachtzaamde zaken in het moderne
verkeer. Veelal blijkt dat voetgangers
noch „bestuurders" (daar vallen behal
ve automobilisten en motorrijders ook
fietsers en bromfietsers, trambestuur
ders en koetsiers onder) op de hoogte
zijn van de voetgangersregels. Met me
ningsverschillen, ruzies en soms
ongelukken als gevolg.
De meeste verwarring ontstaat nog
steeds bij de zebra. Op de zebra heeft
de voetganger voorrang op alle andere
verkeer. Alle andere verkeer moet
stoppen en de voetganger onbelemmerd
op de zebra laten oversteken. Maar: de
voetganger mag de zebra alleen maar
op als het naderende autoverkeer nog
de tijd heeft om te stoppen.
Als er een zebra in de buurt is, mag
de voetganger niet ernaast de weg
oversteken. Als de zebra is voorzien
van verkeerslichten, dan moet de voet
ganger zich daar aan houden. Op de
zebra moet de voetganger rechts hou
den.
Veilig Verkeer Nederland tekent bij
de zebraregeling graag en met nadruk
aan dat voetgangers een met lichten
geregelde zebra niet op mogen als het
groene licht begint te knipperen. Het
groene knipperlicht wil zeggen dat het
verkeer (de voetgangers) op de zebra de
zebra vrij moet maken en dat de voet
gangers die nog op het trottoir staan,
moeten wachten met oversteken.
Als de voetganger wil oversteken op
een plaats waar geen zebra is, dan mag
hij dat alleen doen als hij het andere
verkeer niet hindert. Hij moet dan zon
der talmen en haaks oversteken.
Als er een uitrit via een trottoir op
een weg uitkomt, heeft de voetganger
op het trottoir altijd voorrang.
De voetganger heeft voorrang als hij
rechtdoor loopt, maar van het trottoir
af moet omdat er een zijstraat is. Rij
dend verkeer dat de zijstraat in of uit
wil, moet de overstekende voetganger
dan voor laten gaan. Dat valt onder de
algemene regel dat afbuigend verkeer
voorrang moet verlenen aan rechtdoor-
gaand verkeer.
Als er geen trottoir is moet de voet
ganger langs de kant van de weg lopen.
Buiten de bebouwde kom moet hij dan
links lopen, zodat hij het tegemoetko
mende verkeer goed kan zien.
Voor het lopen in het donker waar
geen trottoir is nog een raad van Veilig
Verkeer Nederland: draag lichte kle
ding, nog liever een strip reflecterend
materiaal.
Een voetganger met een donkere jas
aan wordt door de automobilist gemid
deld pas op 26 meter afstand ontdekt,
met een lichte op 38 meter afstand, met
een reflecterende strip op 136 meter af
stand.
Dat betekent dat de automobilist die
met een heel matig vaartje van veertig
kilometer per uur aan komt rijden, al
I niet meer op tijd kan stoppen voor een
in het donker geklede voetganger, ter
wijl hij nog wél op tijd kan stoppen
voor de voetganger met wat reflecte-
I rend materiaal ook al rijdt hij een dik
ke honderd kilometer per uur.