Het „vol-automatische" lotje uit de loterij
„Zwartrijders" ontduiken de
belasting voor miljoenen
Gebalde vuist
is een
vragende
hand
ZATERDAG 5 DECEMBER 1970
Miljoenendans voor 't goede doel
gaat nu door de computer
JJrie straatmakers op karwei, alle
drie met een losse knaak op
zak. Ze kochten ieder een SUS-lot,
drie opeenvolgende nummers. De
man met het middelste nummer trok
even later zijn zakdoek tevoorschijn,
het lot ging mee en waaide het ka
naal in. Zonde van die knaak, maar
wat doe je eraan?
De honderdduizend viel op dat
middelste nummer. Geen knaak,
maar een ton was op de bodem van
het kanaal tot'ontbinding overge
gaan. De sterke benen die de weelde
hadden moeten dragen, moesten nu
nog sterker zijn om dit leed te kun
nen dragen. Je moet een evenwichtig
mens zijn om düar niets van over te
houden.
Maar in de afgelopen tien jaar is
vijftien miljoen gulden aan prijzen
uit de SUS-loterijen wèl goed te
rechtgekomen. Daartoe was voor
honderdvijftien miljoen gulden aan
SUS-loten verkocht een miljoe
nenzaak, die in het charitatieve lote
rijwezen van ons land een belangrij
ke plaats heeft gekregen. Nu, onder
de naam SUFA, met een uitgekiend
zakelijke aanpak. Het zou een wel
willende particulier immers al lang
boven het hoofd gegroeid zijn.
"Van elke honderd automobilisten in
Nederland, rijden er vijf „zwart"
dat wil zeggen: zij betalen geen
Biotorrij tuigenbelasting. Omgerekend
ln geld betekent die ontduiking van
een wettelijke verplichting een scha
depost voor het rijk van ongeveer
dertig miljoen gulden.
Het automobilistisch weekblad „Rij
dend Nederland" heeft geruime tijd
geleden de kat de bel aangebonden.
Na een uitgebreid onderzoek door de
redactie van dit blad werd ernstige
kritiek geleverd op de inning en de
controle van de motorrijtuigenbelas
ting.
Voorgerekend werd in eerste in
stantie, dat minstens vier procent van
de autobezitters zich met succes aan
de betaling van de belasting wist te
onttrekken. Het weekblad noemde dat
een „vriendelijke schatting".
Er werden vragen gesteld in de
Tweede Kamer en het antwoord van
de minister was dat het zo'n vaart
niet liep. Die geruststelling aan de
Tweede Kamer werd andermaal her
haald toen de juridische medewerker
van het weekblad, mr. Th. L. van der
Veen enige artikelen schreef over een
ander, eveneens toenemend kwaad nl.
het onverzekerd rijden.
Tlfr, Van der Veen bleef bij zijn prog-
nose dat er veel méér zijn dan het
ministerie durft toe te geven. „Er is
alle reden", zo schreef hij onlangs,
„om aan te nemen dat de Wet Aan
sprakelijkheidsverzekering Motorrij
tuigen geducht wordt ontdoken.".
In de eerste plaats, omdat de pre
mie van een autoverzekering hoog is
en voor een eigenaar van een oudere
auto, die een waarde heeft tussen
200,- en 1000,- een relatief zware
belasting vormt. Omdat die eigenaar
onderweg nimmer door de politie
wordt gecontroleerd op het punt van
al of niet verzekerd zijn, neemt hij
gemakkelijk het risico van onverze
kerd rijden. Hij kan alleen als onver
zekerd ontmaskerd worden na een
aanrijding. Vandaar dat zovelen na
een aanrijding doorrijden".
„In de tweede plaats speelt mee",
aldus mr. Van der Veen, „dat ook de
jaarlijkse motorruituigenbelasting
hoog is en jaarlijks hoger wordt. De
zelfde lieden, die hebben ontdekt, dat
onverzekerd rijden niet al te snel
wordt opgespoord, hebben ook ont
dekt dat, als zij maar blijven rijden
op het kentekenbewijs van liefst een
verre voorganger (met als tussenscha
kels enkele handelaren) de fotografi
sche controle van de fiscale dienaren
van de Motorrijtuigenbelasting uit
Apeldoorn in hun opvallende auto's,
voor hen vrijwel geen kwade kansen
oplevert. De fiscus blijft immers via
dat oude kenteken gegarandeerd op
dood spoor".
De conclusie van mr. Van der Veen
was: „Het is gewoon niet waar,
als de ministers ons willen doen gelo
ven dat er niet op grote school onver
zekerd wordt gereden". Zijn conclusie
gold ook voor het ontduiken van de
motorrijtuigenbelasting. Hij geloofde
(en gelooft) in een percentage van
tien ontduikers.
XJet ministerie van Financiën heeft
van dit percentage nu de helft
toegegeven. In een stuk aan de
Tweede Kamer afkomstig van de
staatssecretaris van Financiën, wordt
het percentage van vijf genoemd. Nu
kan er uiteraard over worden getwist
of in dit verband moet worden ge
sproken van ontduiking op grote
schaal. „Rijdend Nederland" beant
woordt die vraag met „ja". Want zelfs
maar vijf procent van het wagenpark
betekent een totaal aantal auto's van
ongeveer 125.000. Aan motorrijtuigen
belasting en opcenten voor het Rijks
wegenfonds houden deze zwartrijders
een bedrag van 32 miljoen in eigen
zak".
XJet staat voor de redactie van het
blad zonder meer vast, dat het
werkelijke aantal nog veel hoger
ligt". Nu het ministerie van Financiën
al zo ver is om vijf procent te durven
noemen moet de reële situatie zonder
twijfel somberder zijn. Er is dat mi
nisterie uiteraard veel aan gelegen om
niet de indruk te geven, dat het een
sinecure is de motorrijtuigenbelasting
te ontduiken. In dit opzicht houdt
men de Apeldoornse collega's, die er
overigens ook niets aan kunnen doen,
de hand boven het hoofd".
„De fout ligt echter niet in Apel
doorn, maar bij het gehanteerde sy
steem, dat altijd een aantal hiaten zal
blijven vertonen. Het zal echter bij
zonder moeilijk zijn om het ministerie
van Financiën ook te overtuigen van
de «juistheid van deze stelling. „Maar
we doen ons best", zegt „Rijdend Ne
derland". Het is ons tenslotte ook ge
lukt de financiële rekenaars het be
staan van 125.000 zwartrijders te ont
futselen...
De man die er indertijd mee begon.
was trouwens zo'n welwillende
particulier: de Rotterdammer A. M.
Bergers sr. Hij was EHBO-man en
wat wil een rechtgeaarde EHBO-
man? Die wil wel eens spalken. Ber
gers nu vatte het plan op, de finan
ciële breuk in de EHBO-organisatie
te spalken. Hij begon een speldjes
actie, die bijna dertigduizend gulden
opleverde. Wie zoiets voor elkaar
krijgt, kan méér. Voor allerlei ande
re organisaties begon hij het ook te
doen. Hij hoefde er zelf niets voor te
hebben, want salaris kreeg hij van
zijn baas, een scheepvaart-expedi
teur. Wettelijk onderpand versierde
hij door bij elke actie zijn levensver
zekering in de waagschaal te zetten.
Tientallen acties, collectes en loterij
en gaven hem al gauw een naam in
den lande, die een begrip werd: „Het
zit goed, het is een actie van Ber
gers".
Met een paar vrijwillige medewer
kers, onder wie enkele blinden, was
hij vaak tO/t diep in de nacht bezig.
Zo zijn de' SUS-acties en de voor- en
najaarsloterijen gegroeid en zijn ze
een nationale zaak geworden. In
stichtingsverband nu, met aan het
hoofd A. M. Bergers jr., zoon van de
inventieve EHBO-er.
Het sfeertje van vroeger is trouwens
nog lang blijven bestaan. Toen
de stichting al een officieel kantoor
had, gebeurde het nog dat de post
jongen 's morgens vroeg briefjes van
vijfentwintig gulden op de vloermat
vond.
Daar stond dan op gekrabbeld
naar wie de loten gestuurd moesten
worden. Geld in open enveloppen
was helemaal gewoon. De mensen
rekenden erop, dat het wel in orde
zou komen.
Dit vertellend, wil Bergers jr. het
Nederlandse volk fier in de ogen
blikken en verklaren, dat in dit land
niemand rondloopt die ooit zijn lo
ten niet gekregen heeft. En evenals
zijn vader is hij in hoge mate ge
boeid door het rollen van de miljoe
nen via de loten naar de instellingen,
die om dat geld verlegen zitten.
Maar hij zegt er meteen bij: „Ze
moeten ons als SUFA geen ideële in
stelling noemen. Wij hebben een har
de zakelijke aanpak. We verkopen
loten zoals een ander chocolade of
textiel verkoopt. Een gewone handel.
In het nieuwe, sobere kantoor aan
de Zomerhofstraat in Rotterdam
(bezetting zeven man) ontvouwt hij
enkele aspecten van die handel, in
ontstellende mate onderbroken door
vele telefoontjes, allemaal van men
sen die mee willen doen aan de nieu
we giro-actie. Die handel dan (laai
Bergers het zo noemen) levert
heel wat op voor de liefdadige
doel- en instellingen, waarvoor de
SUFA fondsen verwerft. Voor de
wet mag 40 procent van de op
brengst besteed worden aan kosten
inclusief de prijzen voor de win
naars maar de SUFA heeft zo
hoog nooit gezeten. Het bleef gemid
deld bij 30 procent en nu alles over
de giro gaat, zal het 15 tot 20 pro
cent worden: afvallende kosten zijn
o. m. de porto- en de drukkosten.
Dat wil niets minder zeggen dan dat
bij een geschat aantal deelnemers
van honderdvijftigduizend nog geen
anderhalf miljoen aan kosten drukt
op een bedrag van negen miljoen.
De SUFA verdeelt dat bedrag niet
zelf: dat doet de Stichting Algemene
Loterij Nederland in Den Haag, die
er een verdeelsleutel voor heeft. Het
geld gaat dan naar instellingen op
het gebied van volksgezondheid,
maatschappelijk werk, naar kruisver
enigingen en naar alles wat nog meer
op dit gebied leeft en groeit en al of
niet bloeit. Vooral als het niet bloeit
is zo'n SUFA-gift een lot uit de lote
rij.
Commige verenigingen vragen,
waarom zij niet in aanmerking
komen, 't Eenvoudigste is, de vragers
door te sturen naar Den Haag, maar
Bergers schuwt ook zelf de discussie
niet. Meestal is het antwoord, dat al
leen verenigingen en instellingen
meetellen, die blijk geven van effi
ciënt werken. Kleine verenigingen,
die om welke reden dan ook niet
willen samenwerken in een groter
verband, vallen er onherroepelijk
buiten. Werken ze wèl samen, dan
l^an het zijn dat ze medelen in de
pot via de uitkering aan hun over
koepelend orgaan.
Zo zit dat. Een afwijzend ant
woord krijgen ook de zevenhonderd
aanvragers, die elk jaar komen op
dagen met het verzoek of de SUFA
voor hen een verloting wil organise
ren. Bergers: „Zevenhonderd, dat is
ruim twee per dag. Van een comité
dat een gekleurd kerkraam wil bij
voorbeeld, of een zwembad. Maar
dat kan toch niet. Als we hier niet
strikt zakelijk te werk gaan, blijft er
niks over".
]^[adat een lange volzin in zijn be
toog drie keer door een tele
foontje onderbroken is wéér nieu
we aanmeldingen, ongelogen po
neert Bergers de stelling, dat van al
die miljoenen geen dubbeltje over
stuur gaat. Hij beroept zich daarbij
op een rijksaccountant, die full-time
bij de SUFA gedetacheerd is. Een
lastig man, die eist dat van elke tien
rolletjes plakband er ook echt tien
gebruikt worden. Die onmiddellijk
na elke actie alle boeken onder de
arm neemt en ermee wegwandelt,
teneinde een rapport van tachtig
kantjes voor het departement van
Tustitie op te stellen.
Bergers is toch wel blij met deze
professionele pluizer, want die be
hoedt hem voor mogelijke kritiek
van buiten, die bedenkelijk zou kun
nen worden. Ook heeft hij respect
voor 's mans rekenkundige gaven:
„Iemand vroeg me laatst, zomaar uit
belangstelling, hoeveel benzine mijn
auto gebruikt. Ik wist het op geen
stukken na, al rij ik zo'n zestigdui
zend kilometer per jaar. Voor de
grap vroeg ik het eens aan die ac
countant. Die man slaat een boek
open en vertelt me zo even, dat het
één op tien komma drie is. Nou, dan
heb je de boel wel in de hand, zou ik
zeggen".
De loterij voor charitatieve
doelen heeft de bontmantel
uitgetrokken en komt nu tot ons
via de computer. Deze week was
er het bericht: de SUFA (Stich
ting Uitvoeringsorgaan Financiële
Acties) introduceert 's werelds
eerste giroloterij.
Het gironummer dient als lot
nummer. Geruisloos en automa
tisch komt op die rekening de
prijs binnen. Een ton, vijfentwin
tigduizend gulden of wat minder.
Zo rustig gaat het allemaal, dat
in het gesprek tussen de notaris
en de computer alleen die laatste
nog maar aan 't woord is, zacht
jes maar feilloos tikkend.
De belangstelling blijkt groot
te zijn, aldus SUFA-directeur A.
M. Bergers jr. (32) in een gesprek
met een onzer redacteuren. Maar
de actie, die permanent is en de
periodieke verlotingen geheel
vervangt, is ook al jaren lang
voorbereid. Ruim 125.000 belang
stellenden lieten zich de loten al
via een automatische giro-over
schrijving toesturen. Zij hebben
deze week allemaal een kaartje
van de SUFA gekregen, waarin
hen wordt voorgesteld „vol-auto-
matisch" te gaan meespelen. Dat
betekent: elke twee maanden af
schrijving van een tientje en als
het gironummer winnend „lot"
wordt toezending van de prijs.
Bovendien trekt de notaris tel
kens een getal onder de tien. Alle
deelnemers met een gironummer
waarvan het laatste cijfer daar
aan gelijk is, krijgen hun tientje
terug.
In januari wordt de actie uit
gebreid naar het hele „bestand"
van rekeninghouders bij de giro:
bijna anderhalf miljoen. De SU
FA hoopt daar minstens 150.000
klanten uit te halen, die charita
tief werk willen steunen met
kans op een rijkelijke „beloning",
als je dat zo mag noemen. Bank
rekeninghouders kunnen ook
meedoen.
Het gaat overigens niet om een
stunt zonder meer. Er moest iets
gebeuren om de sterk oplopende
kosten terug te dringen. De nu
gevonden oplossing ziet er ver-
koopkundig gezien nogal gespierd
uit, ongetwijfeld. „Maar verlies
niet uit het oog dat de gebalde
vuist in feite een vragende hand
is", aldus Bergers; „de vragende
hand van instellingen, die zonder
deze loterij in grote moeilijkhe
den zouden raken."
jyu alles over de giro gaat en er
zelfs geen loten meer aan te pas
komen, valt wel een stukje roman
tiek van die oude loterijen weg.
Méér dan een stukje eigenlijk al
les. Hoe vinden ze dat dan bij de
SUFA, waar de nalatenschap van de
overigens nog springlevende oude
heer Bergers altijd zo zorgvuldig
bearbeid is?
Het gaat hen wel aan 't hart.
Want al noemen ze zich zo zakelijk,
er huist in deze burelen een ploeg
met enorm veel plezier in het werk
èn in de ideeën, die ermee samen
hangen. Maar er móest een nieuwe
opzet komen, zegt Bergers: de kos
ten werden steeds hoger, een paar
ton aan portokosten per keer, al dat
drukwerk, ga maar door. Dat geld
kun je toch veel beter voor het echte
doel gebruiken?
Och, en zullen de kopers de ro
mantiek van het kleurige lot missen?
Ze zijn het spelelement kwijt,
maar daar staat tegenover dat ook
enorm veel irritatie wordt weggeno
men. Geen zorgen om trekkingslij-
sten of, nog erger, om zoekgeraakte
loten.
Bergers, die zijn klantjes nu ook
•»lweer een jaar of tien kent, is zeer
geneigd om aan te nemen, dat de
waardering voor het gemak groter
zal zijn dan de droefheid om het ge
mis. Het wordt de mensen nu heel
erg gemakkelijk gemaakt en wat is
de mens, dat hij dat niet plezierig zal
vinden?
Een enkel direct contact blijft er
overigens nog wel: als iemand de
honderdduizend wint, gaat dat niet
zonder meer op z'n girorekening.
Het wordt hem eerst voorzichtig ver
teld.
Want, zegt Bergers, ik zou niet
willen dat iemand om honderddui
zend gulden van schrik dood op z'n
stoel blijft zitten...