DIE DEGELIJKE DAS WERD PLOTSELING
FLEURIGE AANWINST VOOR IEDEREEN
Alles kan
en
alles
mag
nu
In deze maand van suikergoed en marsepein
Waak over het gebit van uw kind
Nu ook
midi
maxi
en
jas-
schorten
CALL AS 0 VER JACQUELINE
Mannen,
koop uw
dassen
zélf
Zo aardig om te zien
Modieuze vogel
Verstorven kleuren
Fluoridering
Fruit
Nog duizenden
Niet tegen
0 Koop als man zelf uw dassen.
Mocht uw vrouw in die richting
Sinterklaasneigingen krijgen, laat haar
dan een staaltje meenemen van het
kostuum waarvoor zij de das had ge
dacht.
De mode Is „slank" met getail
leerde colberts, overhemden etc.
Leg daarom een simpele, enkelvoudi
ge knoop in uw toch al brede das.
0 Slechts een enkeling waardeert de
combinatie van een das met een
gelijksoortige pochette.
0 Tegenwoordig zijn (goede) synthe
tische dassen ook duur, net als
vroeger die van zijde. U mag best 10
tot 30 gulden voor een fraai exem
plaar neerleggen. Boven dat bedrag
probeert men u te „strikken".
0 Beperk uw garderobe tot vier of
vijf stuks, die u waarschijnlijk net
hebt afgedragen wanneer de mode om
slaat.
0 Op de achterkant van het breed
ste gedeelte van uw das zit wel
licht een zognaamd „lummeltje". Dit
is bestemd voor het smalste stuk, dat
u dus na het strikken niet in uw over
hemd hoeft te proppen.
0 De „sjaaltjes" onder 't overhemd
(zgn. cockney chokers) zijn er wat
uit. Er zijn wel „butterflies" met hip
pe motieven.
Iedere morgen staan miljoenen
mannen stil bij hun das. Misschien
gehaast, misschien op hun dooie ge
mak, kiezen zij in de vroege uurtjes
bij het aankleden de das van de dag.
Ben das is een gek ding.
Het is geen kledingstuk dat
warmte of bescherming biedt. Het is
een los aanhangsel, een accessoire,
verworden tot statussymbool.
Want alleen de dasdragers zijn
immers gezagdragers?
Maar er is iets gebeurd met de
ouderwetse, degelijke stropdas.
Plotseling zijn deze dwingend
voorgeschreven halsbanden van
kleur, vorm en dessin veranderd.
Plotseling is de das een fleurige
aanwinst en kan de man zonder
om met Albert Mol te spreken als
een modieuze paradijsvogel opzien
te baren, gekke dingen doen met dat
geval vlak onder z*n gezicht.
Plotseling is de das van iedereen
en laat de innette kantoorbediende
zich zonder bezwaar beïnvloeden
door hippere vogels.
Eens betekende een streepjesdas
bij een visgraatkostuum ben slag in
het gezicht van iedere welwillende
modewinkelier.
En nu?
Nu mag en kan alles.
In de etalages van de Society
Shop in de Amsterdamse Van Baer-
lestraat wordt ogenschijnlijk met al
le modewetten een loopje genomen.
Maar ook zich correct kledende
mannen als Wim Sonneveld, Ber
nard Haitink en Herman Krebbers
(om er maar een paar te noemen)
laten zich daar de das om doen.
Bedrijfsleider J. van Bruggen
heeft iets tegen witte overhemden
(helemaal fout!) en die volmaakt
achterhaalde, smalle stropdassen.
Want de dassen van vandaag en
morgen zijn breed man, heel breed.
In de boetiekachtige kijkkasten
van genoemde shop ligt bijvoorbeeld
schijnbaar achteloos een lekker bre
de Kashmirtie met verrukkelijke,
oosterse motieven in verstorven
kleuren bij een vrolijk contrasterend
streepjeshemd en een getailleerd
kostuum met spikkeltjes.
En móói!
„Er gaan bij ons jaarlijks duizen
den dassen over de toonbank. Zij
den, wollen en synthetische. De
meeste komen uit Italië, Duitsland
en India. Vooral de dassen uit dat
laatste land zijn in artistiek opzicht
geweldig. Ze zijn met de hand be
drukt en iedere familie die zich met
deze huisnijverheid bezighoudt,
heeft een eigen boeiend patroon, net
als bij het tapijtknopen."
Ondanks al die fascinerende scha
keringen in dessins zijn er nog altijd
lieden die het liever op iets effens of
onopvallends houden.
Met name de dassen met een be
scheiden diermotiefje zijn populair.
Misschien wel in navolging van die
renvriend prins Bernhard, die graag
een das met olifantjes draagt.
De stad is fleurig van winkelende mensen en kleurig van
lichtbogen als kralenslingers. Wat een feest op voorhand
om daar op zijn zeven gemakken rond te drentelen, niet zozeer om te
kopen maar om te kijken. Met de ogen van een kind, maar met geest
van een volwassene. De ogen genieten gelijkelijk van speelgoed,
aardewerk, keukengerei, lingerie alles even fraai, luxueus, verfijnd,
kleurrijk.
Wij zetten nu rode koffiekannen op een groen comfoortje, en roeren
met oranje lepels in blauwe steelpannen. Onze lingerie lijkt zacht gekleurd
spinrag, en onze sieraden zojuist tevoorschijn getoverd uit de graftombe
van een roemruchte vorstin. De geest denkt: jammer voor al die
uitstalling van smaak en vernuft, die maar ternauwernood een deerlijk
gebrek aan creativiteit maskeert. Niet bij de makers, maar bij de kopers.
Want wat valt er zelfs bij het .speelgoed" nu nog zelf te doen, dan
het op te winden of de stekker in het contact te steken. Laat de poppen
maar lopen en praten, leg de sprookjes maar weer op de draaischijf
Is er nog wel iemand, die ter ere van de goedheiligman iets zelf
maakt? Een doe-het-zelver misschien, maar die houdt zich toch alleen
maar op met al dat nuchtere triplex en formica. Geef ons alsjeblieft
ook iets kleurigs en sierlijks, dat om geduldige vingers vraagt als
dat nog bestaat.
De behoefte aan twee simpele strengetjes wol deed mij belanden
in een winkel voor naaldkunst, waar de Sint bij gebrek aan ruimte
binnen zijn mijter maar ih de etalage heeft gezet.
En kijk daarnaast eens, daar staan ze nog, de ronde en de vierkante
dozen, die wij, hoe lang geleden, als geschenk voor vader borduurden
met viooltjes of een vogelijn-op-groene-tak op het deksel. Was me dat een
gedoe met al die steekjes in rafelige splitzij nog wel, op het stugge
linnen dat je toch mooi strak moest houden. Veertien dagen voor sinter
klaas klaar zijn, want in de handwerkwinkel moest dat zaakje nog
opgespannen en gelijmd worden, en jij was niet de enige klant.
Die gezellige kleine winkeltjes allang omgebouwd tot een ongezellige
snackbar, en die aardige roodharige juffrouw is al enige jaren overleden.
Maar de dozen voor vaders dassen en zakdoeken zijn nog altijd
springlevend. Stap gauw naar binnen met dat smoesje van twee
strengetjes koningsblauw het oude winkeltje van je jeugd is zowaar
een etablissement geworden. Eén kleine toonbank, maar verder waar
je kijkt rekken en stellages en wanden vol handwerken uit aller vrouw en
landen, van griezelige kitsch tot aller sierlijkste kunst. Je zou het
laatste steekje voor steekje willen bekijken: schellekoorden en silhouetjes
en geboortekleedjes en tafellopers. Knijp je ogen dar, maar even dicht
voor de schrille schilderijtjes met landschappen en stillevens en imitatie-
oude meesters.
Op de twee strengetjes moet je maar even wachten, want er is een
klant vóór je, al is het dan in kleine formaat. Een kloeke moeder van
buiten, blootshoofds, in een stevige winterjas, geflankeerd door twee
bellefleuren van blonde meiskes, schuift de jongste naar voren. Ze zijn
gedrieën zichtbaar fijn uit geweest in de stad om naar de lichtjes te
kijken en een paar feestelijke boodschappen te doen. En tot slot een
handwerkje voor de jongste, want dat kind weet van geen ophouden,
nu ze pas op school kruissteekjes heeft geleerd.
Zo'n werklap is zomaar vol heeft de juffrouw niet iets waar een
beetje méér werk aan zit?
De juffrouw hééft het: een serie schilderijtjes compleet met materiaal
als het kunstwerk klaar is kun je het nog laten inlijsten ook en aan
de muur hangen. Doe dat eens met een merklap: die moet minstens
een halve eeuw wachten. Wat mag het wezen? Een hondje, een poes,
een hertje of natuurlijk, dat vogelijn op groene tak?.
De kleine klant komt er niet uit: de aardige verkoopster, moeder en
zus en zelfs de klant zonder strcngeltjes moeten bijspringen. Want over
een kwartiertje gaat de bus. Zou ze het hondje maar niet nemen? Hei
kijkt je zo guitig aan met één blauw oog, en het heeft zo'n mooie bruine
vacht met witte vlekjes. Daar zitten al heel wat kruisjes in, en dan
moet ze de achtergrond ook nog helemaal opvulenl. Met geel zal dat
niet vrolijk staan, met een donker-bruin lijstje eromheen?
Daar zit je dan op het krukje als geïnteresseerde toeschouwer, en
je rilt even als je objectief constateert hoe griezelig lelijk dit hele geval
is. Hard van kleur, stug van lijn en in zijn opzet vloekend met alle
regels van de naaldkunst, Moet een borduurster niet allereerst werken op
een lege ondergrond en al werkend het vlak met motieven vullen?
Naar een voorbeeld, goed: maar dan niet een dat er kant en klaar
op gedrukt staat. Maar ach: wat wilt u met zo'n kleine debutante, die
nog niet heel zeker is van het volgende gaatje om de naald in te steken.
Laat haar maar heerlijk prutsen met dat bruin en witte hondebeest.
Ik zie haar al zitten onder de lamp in de gezellige warme woonkeuken,
twee op twee neer voortzwoegend met het tongpuntje tussen de lippen.
Zij doet wat, zij maakt iets omdat zij er plezier in heeft. Wie wee4
wat er nog eens onder die kleine vingers vandaan komt, als zij van
die grove wollen steekjes overstapt op het fijne werk, in heldere
harmoniërende kleuren op zo'n eerlijke ondergrond als linnen of fijne
jute. In elk geval is zij te benijden zoals zij straks in de bus zal zitten,
de ogen vol glans van de lichtjes en de voorpret. Toen onze mop een
mopje was, was 't aardig om te zien en zijn kleine bazin ook.
Zestig procent van alle driejarige kinderen in ons land heeft last van rotte tan
den en kiezen. Ditzelfde geldt voor 85 procent van alle vijfjarige kinderen en
voor 99 procent van alle twaalfjarigen.
duktie in de mond op gang. De heer
Kuipéres zegt daarover: „Je kunt beter
één ons snoep achter elkaar opeten, dan
dat je het over een hele dag uitspreidt".
Het is wellicht verstandig wanneer
alle ouders hieraan even denken, voor-
Voor kapsters, slagersvrouwen,
tandartsassistenten en iedere
andere vrouw die een jasschort moet
dragen, brengt de midi en maxi
mode een extra (financieel) gevolg
mee. Ook die werkkleding moet
aan de nieuwe lengte worden aange
past. Moeten is natuurlijk een groot
woord, maar een korte jasschort
staat nu eenmaal een beetje slordig
bij lang of kuitlang.
Op een vorige week gehouden
vakbeurs in Utrecht kon men de
eerste jasschorten in midi- en maxi-
lengte zien. Ze zijn van soepel ma
teriaal, enigszins getailleerd mis
schien nog te weinig, volgens het
huidige modebeeld maar goed,
ze zijn er nu in ieder geval.
VmetMi
dat zij hun Sinterklaas- en kerstinko
pen gaan doen. Want suiker is de gro
teboosdoener. Daarmee zeg ik in feite
niets nieuws. Maar wanneer je hoort,
dat het aantal veertienjarige kinderen
dat met een kunstgebit rondloopt
steeds groter wordt, dan ga je toch
wel even denken.
De Katwijkse tandarts M. Hage heeft
nog niet zo lang geleden een onder
zoekje ingesteld. Hij kwam er achter,
dat op één school ieder kind gemiddeld
ongeveer anderhalf ons snoep per week
naar binnen werkte.
Uit oudere cijfers blijkt, dat wij in
ons land per jaar 42 kilo suiker per
hoofd van de bevolking eten. Je kunt
verwachten, dat een groot deel van die
42 kilo in kindermonden terecht komt.
Een van de wapens die in de strijd
tegen tandbederf kan worden gebruikt,
is fluoridering van het drinkwater.
Fluoride vergroot de weerstand tegen
de aanslag van zuren in onze mondhol
te. Het glazuur van tanden en kiezen
wordt sterker. De heer Kuipéres: „Bij
de huidige enorme snoeperij van de
mensen kan fluoride het tandbederf
met zestig procent terugdringen".
Daarom hebben de tandartsen in ons
land op het ogenblik de mond vol van
het woord fluor. Maar zij realiseren
zich verdraaid goed, dat wanneer de
fluoridering van het drinkwater wordt
doorgezet, veel ouders het belang er
niet meer van zullen inzien om hun
kinderen het overmatige snoepen af te
leren.
Nog enkele andere cijfers: De Kat
wijkse tandarts kwam op een school,
waar 35 procent van de kinderen per
dag „tussen-door" méér dan tien snoep
jes eet. Tien procent van die kinderen
eet meer dan zestien snoepjes per dag.
Maar achter de wolken schijnt de
zon. Want de heer T. Kuipéres (40), di
recteur van de Nederlandse Vereniging
voor Sociale Tandheelkunde en boven
dien directeur van de schooltandverzor-
ging in ons land, heeft geconstateerd
„Er is een trend, dat steeds minder
ouders hun kinderen snoep meegeven
naar school. Als een kind jarig is, moet
er op school worden getrakteerd. Ge
lukkig zijn er steeds meer ouders, die
hun kinderen in plaats van de traditio
nele lollies of zuurtjes, blokjes kaas of
sinaasappelen meegeven om rond te de
len."
Een paar jaar geleden zou een kind,
dat op zijn verjaardag met sinaasappe
len op school kwam aanzetten, worden
uitgelachen. Nu niet meer. „Steeds
meer ouders durven hun kinderen op
dat punt te frustreren", zegt de heer
Kuipéres. „Op school wordt het ook
niet meer ervaren als iets merkwaar
digs, wanneer jarige Jantjes blokjes
kaas gaat uitdelen. Vergeet niet, dat
het voor de meeste moeders gemakke
lijker is om een zak met lollies te ko
pen, dan om een kilo kaas in blokjes te
moeten snijden".
Volgens de heer Kuipéres zijn er nog
duizenden ouders, die er niet van zijn
te overtuigen, dat snoep schadelijk is
voor het gebit van de kinderen. Hij
geeft daarvan de welvaart de schuld.
„Vroeger gebruikten de mensen minder
suiker. Ik geef toe: Veel mensen vinden
suiker lekker. Als je méér geld ver-
dient, ga je ook méér van die lekkere
dingen kopen. Je kunt dus wel zeggen
dat de welvaart schuldig is aan de
enorme explosie van tandbederf, waar
aan wij bloot staan".
Even ter verklaring: Alle riet- en
bietsuiker bevat saccharose. Die stof
produceert bij het eten van snoep zuren
in de mondholten, die het glazuur van
tanden en kiezen aantasten. Die zuren
worden ook bij, gewone maaltijden ge
produceerd, maar na korte tijd zijn die
schadelijke stoffen weer gecompen
seerd. Maar wanneer je regelmatig tus
sen de maaltijden door snoept, dan
blijft in feite de hele dag de zuurpro-
Kuipéres: „Ik ben waarachtig geen
principiële tegenstander van snoepen.
Het blijft belangrijk om verstandig te
snoepen. Ik vind, dat je snoep bijvoor
beeld alleen moet gebruiken vlak voo
de maaltijden. Dan staan je tanden en
kiezen tenminste niet de hele dag bloot
aan die genoemde zuren".
„Wij moeten tandbederf niet repare
ren, maar voorkomen", zegt hij. „Wan
neer het drinkwater nu gefluorideerd
zou worden dan ontstaat er op den
duur een beperkt tandbederf, die de
Nederlandse tandartsen met hun vak
manschap en technische apparatuur
aan kunnen. Nu kan geen enkele tan
darts het meer bijhouden. Het aanbod
van patiënten met rotte tanden en kie
zen is te groot en in de meeste gevallen
is er van repareren zelfs geen sprake
meer".
Waarvan akte op een ogenblik, dat de
etalages weer vol liggen met borstplaat,
fondant en banketstaven.
P.L.
NEW YORK De sopraan Maria
Callas heeft de New York Times ver
teld dat zij een aanklacht heeft inge
diend tegen Parijse kranten die heb
ben geschreven dat zij een zelf
moordpoging heeft gedaan nadat haar
vriend Aristoteles Onassis met Jac
queline Kennedy was getrouwd.
In haar vraaggesprek wees zij op haar
hoge inkomsten uit de platenverkoop
om de andere geruchten te ontzenu
wen dat zij aan het eind van haar
carrière is.
Over Onassis zei ze: „Hij is, was en zal
altijd mijn beste vriend zijn. Ik heb
een grote vriendschap voor mannen
en vrouwen. Ik geloof heel veel in
vriendschap. Het is belangrijker dan
al het overige".
La Callas zei dat de kranten er een
schandaal van maken dat zij nog niet
Jacqueline heeft ontmoet. „Het wordt
van de andere kant niet gewenst.
Eerlijk gezegd begrijp ik niet waar
om zij niet mijn leven binnenkomt.
Als wij elkaar zouden ontmoeten zou
er zeker een eind komen aan het ge
roddel ih de krahten".
Zij herinnerde er aan dat zij Onassis en
zijn echtgenote had uitgenodigd voor
de première van haar eerste film
„Medea" toen die het vorig jaar in
Parijs werd gegeven, maar dat de
uitnodiging werd afgewezen. Zij zei
niet van te yoren op de hoogte ge
weest te zijn van het huwelijk tussen
Kennedy en Onassis op een Grieks
eilandje.
Daarna kwam, aldus wordt in het
vraaggesprek verteld, het beroemde
temperament van de sopraan boven.
Zij zei:
„Eerlijk gezegd ik wist niet van het
huweijk. En even eerlijk denk ik dat
hij (Onassis) er óók niet van wist. Je
zult haar moeten vragen".