GROTE LIJN IN
KLEINE KLEDING
Glunder PS
Kinderen vertonen op straat
gebrek aan fantasie
De verkoopster op de kinderafdeling keek helemaal niet
vreemd op toen een duidelijk volwassen, maar wel opval
lend tengere vrouw een broekpak uit de rekken haalde
en daarmee in de paskamer-verdween.
Even later kwam zij stralend tevoorschijn. „Het past!"
juichte zij tegen de verkoopster, die instemmend knikte.
Weer een tevreden klant op een afdeling die daar hele
maal niet thuishoorde.
De chef kinderafdeling van een grootwinkelbedrijf ver
telde dat er geregeld jonge vrouwen en meisjes (meestal
is de grootste kindermaat 164. wat ongeveer overeen
komt met 14 jaar), even komen neuzen op de kinderafde
ling alvorens naar de tiener- of twennie-afdeling te gaan.
Vaak komen ze daarna weer terug, omdat ze op de kin
derafdeling blijkbaar beter kunnen slagen. En goedko
per!
We hebben van de week zelf eens de proef op de som
genomen. Met een vriendin, 1,55 m klein en confectie
maat 32, zijn we een exclusieve kinderkledingzaak bin
nengestapt en aan het passen geslagen.
De dame achter de toonbank, aan wie we onze wensen
kenbaar hadden gemaakt, begreep het best.
Ze was tenger en klein en ook een deel van haar eigen
garderobe was uit de winkel afkomstig. Tenslotte viel de
keus op twee beeldige broekpakken, gecompleteerd met
een coltrui.
Wanneer je dan de prijzen van deze zeer goede confectie-
modellen vergelijkt met die van de normale damescon-
fectie. blijkt dat je zelfs in een exclusieve kinderzaak
niet duurder uit bent dan op de twennie-afdeling van
bijvoorbeeld Voss of De Bijenkorf.
Eerlijkheidshalve: de taille van rokken en broeken is
meestal te wijd, maar die kan tenslotte worden ingeno
men. Ook bij de normale confectiematen komt het vaak
voor dat er een kleinigheid moet worden veranderd.
De heer Remarque van C A, Amsterdam. „Ja, eigen
lijk is dat geen kindermode. De meisjes in de leeftijds
groep van 12 tot 15 jaar zijn bepaald geen kinderen
meer. In een zaak als de onze overlappen de grootste
kindermaten en de kleinste damesmaten elkaar. Het is
dus heel goed mogelijk dat kleine vrouwen iets van hun
gading vinden op de kinderafdeling.
..Maar het is bepaald niet zo", haakt zijn collega de
heer Boers hierop in. „dat wij als inkopers rekening hou
den met dit feit. Als vrouwen kinderkleren kunnen dra
gen. komt dat doordat de mode voor 12- tot 15-jarigen,
de tieners, niet zo ver afstaat van de mode voor volwas
senen.
De „grote mode", om het zo maar eens te noemen, wordt
ontworpen voor de meest modebewuste groep, namelijk
die van 15 tot 25 jaar. Dat straalt zowel naar boven als
naar beneden uit. Bovendien is de jeugd kritischer ge
worden: ze willen inspraak, op elk gebied, dus ook in
modezaken.
Uiteindelijk is het een welvaartsverschijnsel. Moeder be
slist alleen nog over de financiële kant".
Daarbij sluiten de gegevens aan die de heer Zwerver van
de NEVEC (Nederlandse Economische Vereniging voor
de Confectie Industrie) verstrekt.
„Het is ontegenzeggelijk waar. dat de mensen meer aan
dacht en meer geld aan het uiterlijk van hun kinderen
besteden dan een aantal jaren geleden", zegt hij.
„Dat blijkt ook uit het ontstaan van de talrijke exclusie
ve kindermodezaken.
De totale omzet aan kleding was in 1969 in Nederland
ongeveer 5 miljard gulden. Daarvan komt bijna een
zesde deel, namelijk 800 miljoen, op rekening van de
kinderkleding.
Dat laatste getal wordt natuurlijk niet beïnvloed door
het handjevol vrouwen dat op de kinderafdelingen te
recht kan. Bovendien hebben de confectiefabrikanten de
laatste jaren hun collecties juist met die kleine maten, 32
en 34, uitgebreid".
Dank zij onze hippe kinderen is er voor de „kleintjes
onder de groten" een mogelijkheid bijgekomen, zich mo
dieus te kleden.
Wk
Dit wordt, met uw welnemen, een soort verlate sinterklaas
surprise. Al is de brave oude heer al weer hoog en breed
aan boord van zijn gezellige stoomboot op de terugreis naar zijn tweede
huis aan de Costa del Sol. Met een opgelucht hartzou ik zo denken.
Want het zou mij niets verbazen als zelfs hij een beetje genoeg van
ons begint te krijgen, en in zijn privé-hut mistroostig in zijn baard
zit te mopperen.
Doe de kinders maar goed. Hobbel maar bij nacht en ontij over die
glibberige daken, tussen al die antennes door. Bederf je oude ogen
maar op die gekrabbelde verlanglijstjes met steeds duurder cadeautjes.
Wees maar blij als je nog ergens een fatsoenlijke schoorsteen ontdekt
waar je wat doorheen kunt gooien in hun dure laarsjes.
Als ze straks zelf kinderen hebben besta je niet meer. Ben je een
falsificatie, een verzinsel dat je als moderne ouder niet kunt vertellen
aan je kroost. Omdat je in hun opvoeding altijd eerlijk moet blijven
en louter de naakte waarheid mag spreken. Wat is er nog om straks
een overwonnen standpunt te zijn, een hersenschim van het voorgeslacht.
Eerlijkheid wat koop je er anders voor dan duur speelgoed voor
eigenwijze kinders, die je niet eens meer blij kunt maken.
Niet zo somber, waarde bisschop. Trek uw beste tabbard maar uit
en de warme kamerjas aan, en lees dit ongedacht postscriptum eens
op ma gemak. Want tussen al die nuchtere, eerlijk voorgelichte
kinderen is er tenminste nog één die al die betweterij aan haar laarsje
lapte en de zaak wel eens zelf ter hand zou nemen.
Zij is pas zeven, en toch staat ze al aan de kant, want ze heeft een
kwaal, die haar levenslang tot lopend patiënte maakt. Suikerziekte
tabletjes slikken, misschien insuline-injecties, en oppassen met wat ze
eet en drinkt. Géén snoepgoed en als de Sint nu eens een
marsepeinen varken in haar schoen stopt? Dat moet hij niet doen, dat
is toch zonde van het geld, al is hij dan nog zo rijk. Zij zal hem zelf
even waarschuwen en vertellen wat hij haar beter kan geven.
Ze zwoegt heel en al op eigen houtje aan haar verzoekschrift; een
prestatie als je pas een jaar op school bent. Ze weet zowaar nog een
envelop te bemachtigen over een postzegel zwijgt de historie
en zet er met fikse letters ,,Aan Sint Nicolaas" op. Waar kan zij die
nu het beste op de bus doen in die grote stad Utrecht?
Aan het station natuurlijk voor ze naar school ging op vrijdagmorgen.
Dan konden ze daar de brief meteen aan Sinterklaas geven, als hij uit
de trein stapte.
Je ziet dat pientere kleine ding op de tenen naar de gleuf reiken en
dat stukje argeloos kindervertrouwen op de sorteertafel terecht komen.
Waar de postbeambte er een ogenblik verbaasd en geamuseerd naar
zit te kijken. Aan Sint Nicolaas zonder nader adres. Maar wel
keurig voorzien van afzender, met straat en huisnummer.
Wat moet je met zo'n poststuk, en dat in de drukte van vier december.
Retour afzender, geadresseerde onbekend? Ach welnéé: O kom er eens
kijken, wat ik in mijn schoentje vind.
De koppen, met of zonder uniformpet, worden bij elkaar gestoken.
De brief vol verwachting klopt ons hart opengemaakt en
voorgelezen. ,,Ik ben suikerpatiënte, ik mag geen marsepein eten.
Daarom zou ik zo graag een poppewagentje willen hebben." Stuur
zoiets nu maar eens als onbestelbaar terug. Je kunt zo'n kind toch
niet met lege handen laten zitten, vanwege de voorschriften.
Het nieuwtje vliegt niet alleen de postkamer, maar ook de spoormannen
langs, het hele grote station door. En resultaat bij allen is hetzelfde
gebaar: een greep naar de broekzak. Vooruit, laten wij voor één keer
maar eens de goedheilig man uithangen. Er behoeft niemand met de
pet rond te gaan, in een ommezien ligt er een fiks bedrag op tafel.
Niemand, zelfs niet de directeur van het postdistrict, laat zich onbetuigd.
Een telefoontje naar een warenhuis is voldoende voor de rest. Er
komt geen wagentje aangereden, maar zogezegd een sléé van een
poppevoertuig met alles wat eraan en erin hoort tot een beeld van
een babypop onder de kap.
En daar moet je nu weer mannen voor hebben om dit geval kwasi-
officieel in de puntjes af te werken. En dit stukgoedvan deugdelijke
papieren te voorzien, aangetekend en wel met de besteldienst bij de
ondernemende kleine meid te laten bezorgen. Diezelfde vrijdag.
Kijk, en daar ga je dan eens even bij zitten nakaarten en glimlachen
van plezier. Omdat de fantasie het maar eens gewonnen heeft van de
kille zakelijkheid. Omdat een stelletje jolige goedhartige kerels ondanks
alle looneisen spontaan in de beurs hebben getast. En een kind met
een bescheiden hartewensje beter hebben begrepen dan menige
principiële pedagoog. Omdat het gezicht van dat kleine kordate
suikerpatiënt je bij het uitpakken wel een geschenk op zichzelf moet
geweest zijn.
En omdat in deze ongezellige wereld vol gemelijke, prikkelbare, veel
eisende, agressieve volwassenen een onbeholpen kinderbriefje een
eensgezinde vertedering kan tevoorschijn toveren, die vier december
niet tot een overbezette werkdag, maar tot een feestdag vol neuriënde
napret maakt: O, wat pret zal 't zijn te spelen
Ik hoop nu maar dat iemand Sinterklaas de krant met dat berichtje
liefst dik omlijnd heeft nagestuurd. Kan de vermoeide heiligman
dot symbool van onbaatzuchtige mensenmin zijn witgelokt hoofd
weer rustig op het kussen leggen. In de kunstrijke zekerheid dat hij,
alle broodnuchtere waarheid en niets dan de waarheid opvoeders
ten spijt, voorlopig niet met emeritaat behoeft te gaan.
SASK1A.
MM'-S'.
1 Ook dit beige wollen broekpak van f 199,- werd voor kinderen en niet
voor volwassenen ontworpen. Maar wie ziet dat?
2 Misschien omdat deze groene velours jurk met capuchon van f 65,*
bedoeld was voor 12-15 jarigen, krijgt ons volwassen model speelse
neigingen.
5 Deze creatie, een blauwgrijs wollen broekpak van f 95,- is afkomstig
uit een Amsterdamse zaak, die gespecialiseerd is in kindermode. De
laarsjes zijn van Bata International.
4 Deze donkerbruine gaucho-broek en zandkleurige ribbeltrut met bruine
ceintuur (samen f 50,-) kan duidelijk door jong en oud worden, gedra
gen. Maar u kunt ze vinden op de kinderafdeling.
5 Maxi-mantels zijn zeker niet voorbehouden aan volwassenen.
- -4» M
Een volwassen vrouw en een twaalf jarig meisje, heiden tot volle tevreden
heid geslaagd op de kinderafdeling van een groot warenhuis.
UTRECHT Kinderen vertonen een
opmerkelijk gebrek aan fantasie bij
hun spel buitenshuis. Dit komt doordat
de woonomgeving van met name
nieuwbouwwijken hier niet op is inge
steld. Ook de m iddelen voor allerlei
konstruktieve aktiviteiten (spelen met
zand, bouwen met hout fo stenen) ont
breken vaak. De maatschappij dient
daarom verantwoordelijkheid te kun
nen dragen, bijvoorbeeld door middel
van inspraak bij bouwplannen, over
een bewuster gebruik van vormgeving
van de woonwijk.
Tot deze konklusie komt dr. E. Ak
kermans in een onderzoek naar de
woonomgeving als speelgelegenheid
waarop hij dezer dagen aan de
Utrechtse universiteit is gepromoveerd.
Tijdens het onderzoek, dat in 1967;68
te Leiden is ondernomen, werd een
speelgelegenheid aangelegd waarbij de
bewoners waren betrokken bij de opzet
en de verdere uitvoering ervan. In ver
gelijking met een speelplaats die de ge
meente in de buurt aanlegde, bleek dat
de experimentele speeltuin intensiever
werd benut en een grotere binding te
hebben met de omgeving. Doordat met
name ook de wat oudere jeugd hiervoor
belangstelling kreeg, groeide dit experi
ment uit tot een ludiek centrum. Een
doordachte voorbereiding en presenta
tie van de speelplaats gaf de toezicht
houder voorts de gelegenheid de zelf
werkzaamheid van de jeugdigen te sti
muleren.
in zijn studie heeft dr. Ackermans
onderzocht welke aktiviteiten de kinde
ren op straat, het grasveld tussen de
flats, langs de waterkant, in een speel
plaats en op een onbebouwd terrein,
ontplooiden. Vanuit een stratenmakers
wagen die voortdurend werd verplaatst
werden maandenlang observaties ver
richt naar de gedragingen van groepen
kinderen in de leeftijd van ongeveer 4
tot 15 jaar.
Het bleek dat de straat en aanslui
tend het flatportiek door hen relatief
het meest als speelterrein werd benut.
Bewegingsaktiviteiten vormden 43 pet
van het totaal aan speeltijd, direct ge
volgd door 40 pet lichamelijke rust (kij
ken naar iets of iemand, met elkaar
praten), 6 pet werd gevormd door
konstructieve aktiviteiten, 4 pet waren
fantasie aktiviteiten en 7 pet norm
overtredende aktiviteiten (milde vorm
van baldadigheid).
Tevens werd vastgesteld hoe de ver
deling binnen de groepen kinderen was
naar leeftijd en geslacht. Voor het eerst
in thans nagegaan op welke wijze de
verschillende speelgelegenheden in een
woonwijk door de kinderen worden ge
bruikt. Dr. Ackermans hoopt dat door
deze studie de mogelijkheid wordt ge
boden voor een betere wisselwerking
tussen de sociale wetenschappen en da
stedenbouwkundigen.
Bij de aanleg van de experimentela
speelgelegenheid kwamen de gemoede
ren van de omwonenden nogal heftig in
beweging. Men vreesde dat de statui
van de wijk omlaag zou gaan en dat
het vrijetijdsgedrag van kinderen nade
lig zou worden beïnvloed. Uit een
handtekeningenactie bleek dat ongeveer
de helft van de wijkbewoners bezwaar
hadden tegen een verdere uitwerking
van het experiment.
Na uitvoerige gesprekken werd het
duidelijk dat de eigenlijke oorzaak van
de onvrede lag in het tekort aan infor
matie over allerlei plannen in de wijk.
De experimentele speeltuin werd aan
gegrepen om deze te uiten. Nadat door
de onderzoekers het karakter van da
speelplaats uitvoerig was toegelicht,
nam de weerstand af. Thans is de ex-
perimentele speelgelegenheid geaccep
teerd. Na afloop van het onderzoek
werd besloten de gemeentelijke speel
tuin af te breken.