IN MEMORIAM
PROF. DR. A. A. VAN RULER
Onrust in geref. kring
leidt
nog
met tot een
breuk
EN ONR UST O VER PALA VER '70
EEN HISTORISCH OGENBLIK" WERD
TWEEMAAL ONDER DE LOEP GENOMEN
Ten laatste
Rotterdam
Onbehagen
Zwolle
TER OVERDENKING
Het overlijden van de Utrechtse hoogle
raar professor Van Ruler, op 62-jarige leef
tijd, is een groot verlies voor de wetenschap
en in 't bijzonder voor de Hervormde Kerk.
die hij als kerkelijk hoogleraar diende. Op
zijn wetenschappelijk werk en zijn arbeid in
brede kring, door zijn radiotoespraken,
wordt op andere wijze de aandacht geves
tigd. In Apeldoorn is zijn heengaan een on
troering, omdat hij een Apeldoorncr is ge
weest, hier op school heeft gegaan, vele ke
ren in Apeldoorn heeft gepreekt en dus in
een Apeldoorns dagblad herdacht wordt,
omdat we er altijd een beetje trots op zijn,
als een der onzen een bekend man is gewor
den.
Toen ik in Apeldoorn kwam, nu ook al
meer dan veertig jaar geleden, vond ik on
der mijn wijkbewoners van de wijk Juliana-
kerk het gezin Van Ruler in de Kersenlaan,
U zult deze laan in Apeldoorn nu vergeefs
zoeken. Op zekere dag was het naambordje
verdwenen en bestond de Kersenlaan niet
meer. Het was ook eigenlijk een heel
vreemd laantje, want het was niet meer dan
de oprit vanuit de Deventerstraat naar
slechts één huis en men heeft dat huis een
nummer van de Deventerstraat gegeven en
zodoende was de Kersenlaan vanzelf ver
dwenen. De latere hoogleraar was toen stu
dent aan de Groningse universiteit en van
zelf werd de kennismaking spoedig een feit.
Een dominee van net 30 vond het plezierig
onder zijn wijkbewoners een student te vin
den, die zich ook op het wondere ambt van
dominee voorbereidde. Deze jongeman heeft
zijn wijkdominee op een bijzondere wijze in
Apeldoorn thuis doen raken. Nauwelijks 14
dagen Apeldoorns ingezetene stierf mijn
Deze week is onverwacht overleden
prof. dr. A. A. van Ruler, kerkelijk
hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht en een der vooraanstaande
theologen in de Nederlandse Her
vormde Kerk. Op ons verzoek schreef
de Apeldoornse hofpredikant ds. J. F.
Berkel, nu emeritus, een artikel ter
gedachtenis, want prof. Van Ruler
was in Apeldoorn geboren en getogen
en zijn heengaan heeft daar een schok
betekend. Daardoor kreeg deze bij
drage een sterk Apeldoorns accent
mee toe menen echter dat dé mens
Van Ruler hier zo warm is getekend,
dat we het artikel ook graag in deze
krant publiceren.
moeder, die Wj mij in huis was. Toen heeft
de jonge Van Ruler op enkele zeer uitge
breide fietstochten mij Apeldoorn laten zien.
Wiessel. Assel, Ugchelen. noemt u maar op.
En dat heb je bij een groot verdriet nodig;
er uitgehaald te worden, je nieuwe woon
plaats zien met de ogen van een Apeldoorn
se jongen. Ik zal dit nooit vergeten.
Vader Van Ruler is later ouderling ge
worden in onze wijk en zodoende heb ik
heel wat over de zoon gepraat, hem ook
later vaak ontmoet, tot het ten slotte - wat
ook niet anders kan werd tot incidentele
ontmoetingen. Maar vader Van Ruler, die
een eenvoudig man was. kon enthousiast
vertellen, hoe zijn zoon het deed In zijn le
ven. Hij las ook al zijn boeken, al waren
deze werken nu niet altijd makkelijke lec-
uur.
Br was toen in Apeldoorn een kring van
jongeren, die erg grote belangstelling voor
het kerkelijk werk hadden en van wie men
het meeleven (én de krkiek, ja zeker ook de
kritiek) als verfrissend kon aanvaarden. Zij
tastten wel eens heilige Apeldoornse huisjes
aan. maar dit kan men van opgroeiende
meelevende leden verwachten. En vaak had
den ze gelijk!
Van Ruler deed van harte mee en zijn
liefde voor de Heer der kerk deed hem mee
arbieden voor het welzijn van de hervormde
gemeente in zijn woonplaats, al werd door
zijn lange afwezigheid het onmogelijk, hom
bij het gewone werk in te schakelen.
Vader Van Ruler stamde uit een oud-
Veluws geslacht. En het is mij opgevallen,
hoe de jonge Van Ruler nooit misprijzend
óf laatdunkend over zijn familie sprak, waar
men meer oud-gereformeerd dacht, dan de
Apeldoornse gemeente. Integendeel. Hij had
waardering voor hun standpunt en probeer
de het mooie en goede te zien, waar hij zelf
een andere richting voorstond.
Zijn en mijn opvattingen b.v. over de be
tekenis van Christelijke organisaties en
Christelijk jeugdwerk liepen niet parallel.
Het kon ook niet anders. Hij bezag het uit
een bepaald theologisch standpunt en ik ben
veel meer een man van de dagelijkse prakti
sche hand van deze dingen. Bovendien was
ik heel erg enthousiast voor het werk der
Chr. jeugdorganisaties, die toen in Apel
doorn heel erg bloeiden.
Maar dat betekende niet. dat Van Ruler
dit alles op zij sohoof en zeker niet, dat wij
geen bewondering hadden, voor wat hij
presteerde. Merkwaardig ook, dat deze ge
leerde zo'n beminnelijk mens was en dat het
erg gezellig was. met hem te spreken.
Daarom waag ik het in deze Apeldoornse
courant deze persoonlijke herinnering aan
deze bekende en hooggeleerde Apeldoorner
neer te schrijven. Hij heeft niet vergeefs ge
leefd en gewerkt en in Apeldoorn zijn er
velen, die hem heel erg hoogachten en die in
deze dagen met zi>n vrouw en kinderen har
telijk meeleven. Apeldoorn is er trots op.
dat deze zoon van Apeldoorn zoveel heeft
mogen betekenen en we zien hel als een
gunst van God. dat Hij mensen gebruikt in
Zijn dienst, ook Apeldoornse mensen.
Het was te verwachten dat er op de besluiten die de Gere
formeerde Synode tijdens haar slotzitting in de eerste week
van november in Sneek heeft genomen, heel wat reacties
zouden komen. Het was voor het eerst in de geschiedenis
van deze kerken dat een synode afwijkingen van de belijde
nis constateerde en toch geen tuchtmaatregelen nam. Prof.
dr. H. M. Kuitert. hoogleraar aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam, de man op wie deze beslissingen weliswaar
niet alleen maar toch wel voor een heel groot deel betrek
king hadden, sprak in de vergadering van dinsdag 3 novem
ber dan ook van „een historisch ogenblik"
Inderdaad stonden de Gereformeerde Kerken op een keer
punt Steeds zijn ze met grote beslistheid opgekomen voor
de handhaving van en de binding aan de belijdenis leer-
vrijheid hebben ze altijd afgewezen, een richtingenkerk of
een „hotelkerk" zijn ze nooit geweest. De consequenties
hiervan hebben in het Nederlandse kerkelijk leven hun spo
ren nagelaten omgekeerd moet gezegd worden dat men
vooral de laatste jaren bezig is geweest die sporen uit te
wissen.
Als nu echter een synode officieel vaststelt dat er afwijkin
gen van de leer voorkomen maar de mensen die deze leer
uitdragen, ongemoeid laat. rijst de vraag of daarmee niet de
leervrijheid gesanctioneerd is en er dus een principiële ver
andering heeft plaatsgevonden. En dat is een zaak die ker
kelijk Nederland nu in hoge mate interesseert.
DRS. J. VLAARDINGERBROEK
PROF. DR. H. M. KUITERT
Op dezelfde dag zaterdag jl. zijn
door twee groepen in de gereformeerde ker
ken de synodebesluiten onder de loep geno
men. In Zwolle vergaderde het Confessio
neel Gereformeerd Beraad, een organisatie
die dit voorjaar van de grond is gekomen op
initiatief van de Nunspeetse emeritus-predi
kant ds. M. P. van Dijk en de Ermelose
predikant drs. J. Vlaardingerbroek en die
zich toen aandiende met het doel „een stem
te verschaffen aan die groep die zich tussen
links en rechts soms nauwelijks verstaanbaar
kan maken". En in Rotterdam vergaderden
de Vereniging van Verontrusten „Schrift en
Getuigenis" met de persvereniging „Waar
heid en Eenheid" twee organisaties van
verontrusten die al meermalen van zich heb
ben doen spreken en die het de synode van
Sneek op verscheidene punten niet gemakke
lijk hebben gemaakt.
Het feit dat ze op dezelfde dag maar in
verschillende plaatsen los van elkaar bijeen
kwamen, bewijst al dat men niet samen
werkt. Of dat zo zal blijven? Drs. Vlaardin
gerbroek noemde als voorzitter van het Con
fessioneel Beraad de verschillen te klein om
afzonderlijk op te trekken. „Zolang deze or
ganisaties nog voorlopig zijn mogen we wel
apart opereren, maar als het om modaliteiten
zou gaan zoudende verschillen niet essentieel
genoeg zijn om gescheiden te blijven", aldus
drs. Vlaardingerbroek. Hij betreurde het dan
ook dat er vooraf geen overleg was gepleegd
want dan had men het vergaderen op dezelf
de dag kunnen voorkomen.
Maar alacht hij dan de verschillen niet zo
groot ze zijn er wel. Men zou kunnen zeg
gen dat het Confessioneel Gereformeerde Be
raad meer „gematigd verontrust" is, al delen
ze m't de officiële verenigingen van veront
rusten de bezorgdheid over de ontwikkelin
gen in de Gereformeerde Kerken. De bezoe
kers van de bijeenkomsten in Zwolle en in
Rotterdam stemden trouwens ook hierin
overeen, dat ze het nog niet verantwoord
achtten met de Gereformeerde Kerken te
breken. Dat woordje nog moet echter wel on
derstreept worden de gedachte dat een
scheuring tenslotte onvermijdelijk zou kun
nen zijn leeft in beide kringen. Nóg leeft men
in het stadium van verontrusting het sta
dium van de breuk heeft men nóg niet be
reikt.
In Rotterdam bleek dat uit een verklaring
die met algemene stemmen werd aangeno
men. Daarin stond dat de Gereformeerde Sy
node niet bereid of in staat is gebleken een
dam op te werpen tegen de toenemende in
vloeden van de vrijzinnige tendensen in de
nieuwe theologie binnen de Gereformeerde
Kerken, maar dat de tijd thans nog niet ge
komen was dat men om Gods wil met deze
kerken zou moeten breken. Wel heeft men
begrip voor hen die dat al wel hebben ge
daan. De Vereniging van Verontrusten is ook
bereid om hen die plaatselijk in een noodsi
tuatie gekomen zijn, te helpen.
Uit wat er verder in de verklaring wordt
gezegd blijkt echter wel dat de situatie
naar het oordeel van de verontrusten zo is,
dat een breuk niet gemakkelijk meer te
vermijden zal zijn. „De synode heeft Gods
Woord ontkracht door toe te staan dat het
bijbels getuigenis aangaande de historiciteit
van Adam wordt geloochend", aldus de
verklaring. „Zij heeft de weg geplaveid
voor een spoedige vereniging met de her
vormde kerk, de vrijzinnigheid incluis".
Aan hen die theologie studeren of plannen
in die richting hebben wordt de raad gege
ven naar hogescholen te gaan waar de
theologie wordt beoefend in gebondenheid
aan Gods Woord en de gereformeerde belij
denis. Uit de discussie bleek dat men daar
bij dacht aan de theologische hogeschool
van de Vrijgemaakte Gereformeerde Ker
ken in Kampen en aan die van de Christe
lijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn.
Ook werd er besloten geen gelden meer be
schikbaar te stellen voor instituten die de
nieuwe theologie bevorderen dat sloeg
op de Vrije Universiteit.
te houden maar we zitten in een interim
periode".
In de discussie tijdens deze bijeenkomst
ging het vooral om de vraag of het Beraad
een vereniging zou moeten worden. De orga
nisatoren drs. Vlaardingerbroek en ds. Van
Dijk bleken daar wel voor te voelen: er is nu
eenmaal een organisatie nodig Maar daarte
genover werden allerlei bezwaren ingebracht.
De Haagse predikant dr. B. Rietveld die als
secundus-lid de zittingen van de synode in
november heeft bijgewoond, wilde de ge
meenschap der heiligen niet overhevelen naar
een vereniging. „Het is onjuist iets te vormen
dat in de plaats zou komen van het lichaam
van Christus waartoe ik wil behoren", aldus
dr. Rietveld. Het woord „Beraad" vond hij
veel mooier. Het element dat daarin zit gaat
lijden onder het begrip „vereniging". Deze
gedachte kreeg bijval van dr. C. Gilhuis uit
Den Haag, assessor van de synode. „Ik houd
niet erg van verenigingen in de kerk en ik
wil er ook geen lid van zijn!", zei hij. Ds. A.
C. van Nood uit Velsen, ook synodelid, was
bang dat een vereniging de kerkelijke arbeid
zou frustreren.
Het Beraad zal dan ook geen vereniging
worden. Op voorstel van de Leeuwarder pre
dikant ds. L. H. Kwast (ook een synodelid en
leider van het 's middags gehouden forum)
sprak de vergadering uit dat het comité zou
moeten worden gecontinueerd. Het zou ook
contact zoeken met de Vereniging van Ver
ontrusten.
Beide bijeenkomsten hebben wel duidelijk
gemaakt dat er over de synodebesluiten en
over de ontwikkelingen van de laatste jaren
in de Gereformeerde Kerken groot onbehagen
leeft. Op het congres in Zwolle werd er ge
klaagd dat „men zich tegenwoordig haast niet
gereformeerd durft te noemen", maar men
constateerde óók dat deze vergadering nieuwe
moed had gegeven. In de vergadering van de
Verontrusten in Rotterdam drukte de voorzit
ter, ds. E. J. Oomkes te Uithuizen, het aldus
uit: „Wij hebben tot de synode geroepen als
tot een moeder, maar ze heeft ons niet ge
boord en ze heeft onze nood niet gepeild".
Dat deze situatie aan de volgende synodes
nog heel wat zorg zal geven blijkt uit wat ds.
W. C. van de Brink als vice-voorzitter van de
Vereniging van Verontrusten opmerkte, na
melijk dat er op de tafel van de volgende
synode weer heel wat bezwaarschriften zullen
Liggen. Er wacht deze synode, die in mei 1970
in Dordrecht bijeen geroepen zal worden, dus
heel wat werk. Want de rust in de Gerefor
meerde Kerken in Nederland is nog niet
weergekeerd eerder het tegendeel.
Ten laatste zond Hij Zijn Zoon
tot hen, zeggende: Mijn Zoon
zullen z.ij ontzien Matth. 21
vs. 37.
Het is een aangrijpende gelijkenis
waarin bovenstaande tekst voorkomt.
Er wordt in verteld hoe een wijngaar
denier een wijngaard heeft aangelegd,
en deze aan pachters heeft verpacht.
De eigenaar gaat zelf op reis naar het
buitenland, maar wanneer de tijd van
de oogst is aangebroken, stuurt hij zijn
slaven naar de pachters, om de huur. in
de vorm van vruchten te innen. Dit is
toch volkomen vanzelfsprekend, ieder
die iet* heeft verpacht heeft toch ook
rechten die hij kan laten gelden. Maar
zie wat er gebeurt, de slaven komen
met lege handen bij hun heer terug.
Hun ervaringen zijn hard en bitter ge
weest, ze .hebben slagen gekregen van
de pachters, ja er zijn zelfs slaven die
door hen gedood zijn.
Wat zou u gedaan hebben wanneer u
in de plaats van de eigenaar gestaan
had? Zoiets is in onze technische zake
lijke tijd helemaal geen probleem dacht
ik. We zouden ze ook dubbel en dwars
verdiend hebben. Maar zo doet de eige
naar van de wijngaard het toch niet,
hij stuurt andere slaven meer nog dan
de eerste keer; „en zij behandelden hen
op dezelfde wijze", zo lezen wij in deze
gelijkenis. Maar nu zal dan toch het
geduld van de eigenaar wel op zijn, nu
is de maat dan toch wel vol. Als u zo
gedacht hebt. dan hebt u zich toch wel
vergist, want zo staat er in de tekst:
Ten laatste zond Hij Zijn Zoon tot hen.
zeggende: Mijn Zoon zullen zij ontzien.
De laatste hoop van de eigenaar is op
zijn Zoon gevestigd, hij is er van over
tuigd dat ze die zullen ontzien. Wan
neer de pachters echter de Zoon zien
komen, dan is het alsof ze op dit mo
ment gewacht hebben. Ze zeggen: Dit is
de erfgenaam, komt laten we Hem do
den om zijn erfenis aah ons te bren
gen". Nu kunnen we onze gevoelens
van afschuw en weerzin uitspreken
over deze onhebbelijke pachters, maar
dat is de bedoeling niet van dit Schrift
gedeelte» De Bijbel is een Boek waarin
de waarheid wordt gesproken over de
mens. over u en mij. Zó is de mens, en
zó is het met ons gesteld, zoals het in
deze geJijkenis wordt weergegeven, la
ten we ons dat maar eens voor gezegd
houden.
Maar de Bijbel is ook het Boek
waarin de waarheid wordt gesproken
over God; zó is God en zo handelt God,
zoals we in deze gelijkenis lezen van de
eigenaar van de wijngaard. Nu is er
geen enkel feest waarbij dit geduld, de
ze lankmoedigheid van God sterker
naar voren komt, dan het Kerstfeest,
Dèt is het moment waarop het Godde
lijk besluit ten uitvoer werd gebracht:
Ten laatste zond Hij Zijn Zoon. In het
licht van deze gelijkenis is het komen
van Jezus Christus in deze wereld, een
waarschuwing en een laatste mogelijk
heid. Daarom is het feest van Christus'
geboorte een teken voor de wereld, hoe
groot het geduld van God is. Maar ook
het feit dat er nog een Kerk is, het is
alleen maar te verklaren vanuit dit ge
duld Gods.
Het Kind in de kribbe stelt ons allen
een ernstige vraag: Wat hebt u met
Gods wijngaard gedaan? Hebben we
alles wat we van God ontvingen ook
werkelijk gebruikt tot Zijn eer? Heb
ben we de vruchten van ons leven aan
Hem gegeven, vrijwillig? Bij deze vra
gen moeten we in besef van schuld ons
hoofd buigen, wat was er immers veel
in ons leven wat niet voor Zijn heilig
oog kon bestaan. En tóch, ondanks al
deze tekortkomingen in ons leven, heeft
God ten laatste Zijn Zoon gezonden,
opdat Hij alles zou volbrengen waarin
wij gefaald hebben. Daarom is het
Kerstfeest, het feest van de grote blijd
schap, het feest van het herstel van alle
verknoeide kansen, want Jezus Christus
is op aarde gekomen voor zondaren,
voor ménsen die hun doel gemist heb
ben. Voor mensen die de hel verdiend
hadden, gaat de hemel open, het Lam
Gods is gekomen om de zonde van de
hele wereld weg te dragen.
Maar het is de laatste mogelijkheid,
Gods laatste kans die Hij de wereld
biedt. Laten we dan deze kans aangrij
pen, want wie Jezus kiest, die kiest het
leven. Maar misschien zegt u: „Ja, dat
is nu allemaal wel mooi, maar het is
toch niet voor mij, ik ben zo ver van
God afgedwaald en mijn omstandighe
den zijn van dien aard, dat het voor
mij wel geen feest zal worden." Maar
misschien wilt u dan luisteren naar de
dichtregels waarmee ik ga eindigen?
Voor hen, voor wie geen Kerstboom
werd verlicht.
Voor wie Kerstavond donker is geble
ven, Voor wie geen Kerstboodschap
werd doorgegeven; Voor hen heeft
Kerstmis nog dit laat bericht: Nóg is de
stal van Bethlehem verlicht, nóg kunt
ge gaan, nóg is de deur niet dicht.
Overberg
S. Andrings
Het Confessioneel Gereformeerd Beraad
liet op zijn bijeenkomst in Zwolle minder
zware woorden horen. Maar toch zei ds. M. P.
van Dijk, een van de initiatiefnemers, dat de
besluiten van de synode een intermezzo heb
ben ingeluid. „We kunnen zo niet doorgaan",
aldus ds. Van Dijk. „We moeten wel met el
kaar praten, we moeten proberen elkaar vast
Het kon nauwelijks uitblijven:
uit de kring van de gereformeerde
gezindte zijn nu ook protesten ge
komen tegen Palaver '70. de actie
van de stichting „Jeugd en Bijbel"
die in de afgelopen maanden is in-,
gezet met besprekingen over het
Praatboek en die op zaterdag 2 ja
nuari haar hoogtepunt moet heb
ben in het grootscheeps opgezette
festival in de Utrechtse Jaarbeurs
hallen - we hebben er al enkele
malen uitvoerig over bericht. Uit
een mededeling van de ICCC, de
(zeer strijdbare) International
Council of Christian Churches, is
ons gebleken dat er een soort te-
genvergadering wordt belegd op
diezelfde zaterdag. Om half acht is
er in het kerkgebouw van de Vrije
Evangelische Gemeente te Utrecht
een samenkomst die bedoeld is
„jonge mensen te wijzen op het
gevaar van de moderne Schriftop
vattingen en nieuwe theologie en
hen op te roepen standvastig te
blijven in deze tijden van grote
verwarring." Bovendien is er een
rapport wereldkundig geworden,
geschreven door Geert van der
Veen, „over de inhoud en doelein
den van Palaver '70, getoetst aan
de Bijbel".
Eerst iets over dit rapport. De
schrijver begint met heel duidelijk
zijn eigen uitgangspunt weer te
geven: ..Volgens mij is de gehele
Bijbel Gods onfeilbaar Woord, dat
verstaan moet worden zoals het
geschreven staat; dit houdt voor
mij in dat de bijbel letterlijk waar
is en dat van Genesis tot Openba
ring. Ieder woord is van God gege
ven en de Schrift is foutloos en
zonder tegenspraak in haar oor
spronkelijke handschriften. Be
langrijk is ook dat men de Schrift
niet kan verstaan dan door de Hei
lige Geest." Van dit uitgangspunt
uit beziet hij eerst het Praatboek.
vervolgens de drie boekjes en bro
chures die als hulpmiddel en sti
mulans voor de gesprekken' zijn
uitgegeven en valt hij de werkwij
ze aan die de organisatoren hebben
gevolgd om hun actie bij de jeugd
te doen inslaan. Tot slot drie con
clusies waaruit wij enkele zinnen
citeren:
„Het Praatboek is zo opgezet, dat
de lezers vernieuwing en vrij
heid wordt gebracht en gepreekt.
Naast de meerdere godslasterin
gen staat het vol met onchriste
lijke gedachten, die men tegen
woordig vooral terugvindt in een
zuiver horizontalistisch semi-
christendom."
„De samenwerking van protestan
ten, katholieken en ongelovigen
is als een samenwerking tussen
rein en onrein, tussen dienaars
van God en dienaars van de sa
tan. Men loopt gewoon voorbij
aan het meest wezenlijke uit de
Bijbel, namelijk dat iedereen die
niet gelooft per definitie verlo
ren is en dat van zo iemand ze
ker op het gebied van de Bijbel
en het geloof geen enkele goede
inbreng mógelijk is."
„Wat de mensen op het reli-pop-
festival geboden wordt is een
stuk heidendom in religieuze ge
stalte; niet Jezus Christus maar
de popmuziek; niet de bijbel
maar socialistische en wereldge-
lijkvormige wereldverbetering
wordt gebracht; niet de bekering
en wedergeboorte van de zon
daar maar de verbetering en
verandering van de mens-zon -
der-God wordt hen voorgehou
den."
„Het, is ook door deze dingen dat
God gelasterd wordt en dat Ne
derland Gods oordeel op zich zal
laden."
Tot zover dit rapport dat de In
ternationale Raad van Christelijke
Kerken ons deed toekomen. Waar
wij aan Palaver '70 veel plaats
ruimte hebben gegund (zij het wel
eens met een kritische opmerking
er tussen door!), leek het ons juist
ook deze tegenstem te laten horen.
Het brengt ons wel tot twee op
merkingen
1. Het is te betreuren dat de
stichting „Jeugd en Bijbel" die
er zo duidelijk op uit is de héle
jeugd bij de bijbel te interesse
ren en daartoe duidelijk in de
huid gekropen is van wat men
„de moderne jeugd" noemt, een
groep als deze ICCC-jongeren
blijkbaar helemaal niet kan be
reiken. Terwijl het toch een
groep is die men zeker interesse
in de Bijbel niet kan ontzeggen.
Toegegeven: men kan niet ..al
les hebben" - maar deze jeugd
erbij te betrekken lijkt toch
niet minder waardevol dan te
trachten ook de zeer extreme
pop-jeugd naar zich toe te ha
len.
2. We vragen ons af of de ICCC
en met name de rapporteur, de
heer Geert van der Veen, dit.
alles „zeventig maal zeven
maal" met de leiding van
„Jeugd en Bijbel" heeft bespro
ken alvorens hij zijn oordeel
namens-God over Palaver '70
uitsprak. Zo niet dan gaat het
wat erg op een ICCC-propagan-
dastunt lijken.
Tot slot: de leiding van Palla-
ver '70 maakt er zich zorgen over
dat door de stiptheidsactie van het
PTT-personeel sommigen niet tij
dig hun kaarten voor 2 januari
zullen ontvangen. Men verzoekt
ons daarom mee te delen dat kaar
ten voor dil jeugdfestival nu ook
bij alle VVV-kantoren te koop
zijn.