IN MEMORIAM PROF. DR. A. A. VAN RULER Onrust in geref. kring leidt nog met tot een breuk EN ONR UST O VER PALA VER '70 EEN HISTORISCH OGENBLIK" WERD TWEEMAAL ONDER DE LOEP GENOMEN Ten laatste Rotterdam Onbehagen Zwolle TER OVERDENKING Het overlijden van de Utrechtse hoogle raar professor Van Ruler, op 62-jarige leef tijd, is een groot verlies voor de wetenschap en in 't bijzonder voor de Hervormde Kerk. die hij als kerkelijk hoogleraar diende. Op zijn wetenschappelijk werk en zijn arbeid in brede kring, door zijn radiotoespraken, wordt op andere wijze de aandacht geves tigd. In Apeldoorn is zijn heengaan een on troering, omdat hij een Apeldoorncr is ge weest, hier op school heeft gegaan, vele ke ren in Apeldoorn heeft gepreekt en dus in een Apeldoorns dagblad herdacht wordt, omdat we er altijd een beetje trots op zijn, als een der onzen een bekend man is gewor den. Toen ik in Apeldoorn kwam, nu ook al meer dan veertig jaar geleden, vond ik on der mijn wijkbewoners van de wijk Juliana- kerk het gezin Van Ruler in de Kersenlaan, U zult deze laan in Apeldoorn nu vergeefs zoeken. Op zekere dag was het naambordje verdwenen en bestond de Kersenlaan niet meer. Het was ook eigenlijk een heel vreemd laantje, want het was niet meer dan de oprit vanuit de Deventerstraat naar slechts één huis en men heeft dat huis een nummer van de Deventerstraat gegeven en zodoende was de Kersenlaan vanzelf ver dwenen. De latere hoogleraar was toen stu dent aan de Groningse universiteit en van zelf werd de kennismaking spoedig een feit. Een dominee van net 30 vond het plezierig onder zijn wijkbewoners een student te vin den, die zich ook op het wondere ambt van dominee voorbereidde. Deze jongeman heeft zijn wijkdominee op een bijzondere wijze in Apeldoorn thuis doen raken. Nauwelijks 14 dagen Apeldoorns ingezetene stierf mijn Deze week is onverwacht overleden prof. dr. A. A. van Ruler, kerkelijk hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht en een der vooraanstaande theologen in de Nederlandse Her vormde Kerk. Op ons verzoek schreef de Apeldoornse hofpredikant ds. J. F. Berkel, nu emeritus, een artikel ter gedachtenis, want prof. Van Ruler was in Apeldoorn geboren en getogen en zijn heengaan heeft daar een schok betekend. Daardoor kreeg deze bij drage een sterk Apeldoorns accent mee toe menen echter dat dé mens Van Ruler hier zo warm is getekend, dat we het artikel ook graag in deze krant publiceren. moeder, die Wj mij in huis was. Toen heeft de jonge Van Ruler op enkele zeer uitge breide fietstochten mij Apeldoorn laten zien. Wiessel. Assel, Ugchelen. noemt u maar op. En dat heb je bij een groot verdriet nodig; er uitgehaald te worden, je nieuwe woon plaats zien met de ogen van een Apeldoorn se jongen. Ik zal dit nooit vergeten. Vader Van Ruler is later ouderling ge worden in onze wijk en zodoende heb ik heel wat over de zoon gepraat, hem ook later vaak ontmoet, tot het ten slotte - wat ook niet anders kan werd tot incidentele ontmoetingen. Maar vader Van Ruler, die een eenvoudig man was. kon enthousiast vertellen, hoe zijn zoon het deed In zijn le ven. Hij las ook al zijn boeken, al waren deze werken nu niet altijd makkelijke lec- uur. Br was toen in Apeldoorn een kring van jongeren, die erg grote belangstelling voor het kerkelijk werk hadden en van wie men het meeleven (én de krkiek, ja zeker ook de kritiek) als verfrissend kon aanvaarden. Zij tastten wel eens heilige Apeldoornse huisjes aan. maar dit kan men van opgroeiende meelevende leden verwachten. En vaak had den ze gelijk! Van Ruler deed van harte mee en zijn liefde voor de Heer der kerk deed hem mee arbieden voor het welzijn van de hervormde gemeente in zijn woonplaats, al werd door zijn lange afwezigheid het onmogelijk, hom bij het gewone werk in te schakelen. Vader Van Ruler stamde uit een oud- Veluws geslacht. En het is mij opgevallen, hoe de jonge Van Ruler nooit misprijzend óf laatdunkend over zijn familie sprak, waar men meer oud-gereformeerd dacht, dan de Apeldoornse gemeente. Integendeel. Hij had waardering voor hun standpunt en probeer de het mooie en goede te zien, waar hij zelf een andere richting voorstond. Zijn en mijn opvattingen b.v. over de be tekenis van Christelijke organisaties en Christelijk jeugdwerk liepen niet parallel. Het kon ook niet anders. Hij bezag het uit een bepaald theologisch standpunt en ik ben veel meer een man van de dagelijkse prakti sche hand van deze dingen. Bovendien was ik heel erg enthousiast voor het werk der Chr. jeugdorganisaties, die toen in Apel doorn heel erg bloeiden. Maar dat betekende niet. dat Van Ruler dit alles op zij sohoof en zeker niet, dat wij geen bewondering hadden, voor wat hij presteerde. Merkwaardig ook, dat deze ge leerde zo'n beminnelijk mens was en dat het erg gezellig was. met hem te spreken. Daarom waag ik het in deze Apeldoornse courant deze persoonlijke herinnering aan deze bekende en hooggeleerde Apeldoorner neer te schrijven. Hij heeft niet vergeefs ge leefd en gewerkt en in Apeldoorn zijn er velen, die hem heel erg hoogachten en die in deze dagen met zi>n vrouw en kinderen har telijk meeleven. Apeldoorn is er trots op. dat deze zoon van Apeldoorn zoveel heeft mogen betekenen en we zien hel als een gunst van God. dat Hij mensen gebruikt in Zijn dienst, ook Apeldoornse mensen. Het was te verwachten dat er op de besluiten die de Gere formeerde Synode tijdens haar slotzitting in de eerste week van november in Sneek heeft genomen, heel wat reacties zouden komen. Het was voor het eerst in de geschiedenis van deze kerken dat een synode afwijkingen van de belijde nis constateerde en toch geen tuchtmaatregelen nam. Prof. dr. H. M. Kuitert. hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, de man op wie deze beslissingen weliswaar niet alleen maar toch wel voor een heel groot deel betrek king hadden, sprak in de vergadering van dinsdag 3 novem ber dan ook van „een historisch ogenblik" Inderdaad stonden de Gereformeerde Kerken op een keer punt Steeds zijn ze met grote beslistheid opgekomen voor de handhaving van en de binding aan de belijdenis leer- vrijheid hebben ze altijd afgewezen, een richtingenkerk of een „hotelkerk" zijn ze nooit geweest. De consequenties hiervan hebben in het Nederlandse kerkelijk leven hun spo ren nagelaten omgekeerd moet gezegd worden dat men vooral de laatste jaren bezig is geweest die sporen uit te wissen. Als nu echter een synode officieel vaststelt dat er afwijkin gen van de leer voorkomen maar de mensen die deze leer uitdragen, ongemoeid laat. rijst de vraag of daarmee niet de leervrijheid gesanctioneerd is en er dus een principiële ver andering heeft plaatsgevonden. En dat is een zaak die ker kelijk Nederland nu in hoge mate interesseert. DRS. J. VLAARDINGERBROEK PROF. DR. H. M. KUITERT Op dezelfde dag zaterdag jl. zijn door twee groepen in de gereformeerde ker ken de synodebesluiten onder de loep geno men. In Zwolle vergaderde het Confessio neel Gereformeerd Beraad, een organisatie die dit voorjaar van de grond is gekomen op initiatief van de Nunspeetse emeritus-predi kant ds. M. P. van Dijk en de Ermelose predikant drs. J. Vlaardingerbroek en die zich toen aandiende met het doel „een stem te verschaffen aan die groep die zich tussen links en rechts soms nauwelijks verstaanbaar kan maken". En in Rotterdam vergaderden de Vereniging van Verontrusten „Schrift en Getuigenis" met de persvereniging „Waar heid en Eenheid" twee organisaties van verontrusten die al meermalen van zich heb ben doen spreken en die het de synode van Sneek op verscheidene punten niet gemakke lijk hebben gemaakt. Het feit dat ze op dezelfde dag maar in verschillende plaatsen los van elkaar bijeen kwamen, bewijst al dat men niet samen werkt. Of dat zo zal blijven? Drs. Vlaardin gerbroek noemde als voorzitter van het Con fessioneel Beraad de verschillen te klein om afzonderlijk op te trekken. „Zolang deze or ganisaties nog voorlopig zijn mogen we wel apart opereren, maar als het om modaliteiten zou gaan zoudende verschillen niet essentieel genoeg zijn om gescheiden te blijven", aldus drs. Vlaardingerbroek. Hij betreurde het dan ook dat er vooraf geen overleg was gepleegd want dan had men het vergaderen op dezelf de dag kunnen voorkomen. Maar alacht hij dan de verschillen niet zo groot ze zijn er wel. Men zou kunnen zeg gen dat het Confessioneel Gereformeerde Be raad meer „gematigd verontrust" is, al delen ze m't de officiële verenigingen van veront rusten de bezorgdheid over de ontwikkelin gen in de Gereformeerde Kerken. De bezoe kers van de bijeenkomsten in Zwolle en in Rotterdam stemden trouwens ook hierin overeen, dat ze het nog niet verantwoord achtten met de Gereformeerde Kerken te breken. Dat woordje nog moet echter wel on derstreept worden de gedachte dat een scheuring tenslotte onvermijdelijk zou kun nen zijn leeft in beide kringen. Nóg leeft men in het stadium van verontrusting het sta dium van de breuk heeft men nóg niet be reikt. In Rotterdam bleek dat uit een verklaring die met algemene stemmen werd aangeno men. Daarin stond dat de Gereformeerde Sy node niet bereid of in staat is gebleken een dam op te werpen tegen de toenemende in vloeden van de vrijzinnige tendensen in de nieuwe theologie binnen de Gereformeerde Kerken, maar dat de tijd thans nog niet ge komen was dat men om Gods wil met deze kerken zou moeten breken. Wel heeft men begrip voor hen die dat al wel hebben ge daan. De Vereniging van Verontrusten is ook bereid om hen die plaatselijk in een noodsi tuatie gekomen zijn, te helpen. Uit wat er verder in de verklaring wordt gezegd blijkt echter wel dat de situatie naar het oordeel van de verontrusten zo is, dat een breuk niet gemakkelijk meer te vermijden zal zijn. „De synode heeft Gods Woord ontkracht door toe te staan dat het bijbels getuigenis aangaande de historiciteit van Adam wordt geloochend", aldus de verklaring. „Zij heeft de weg geplaveid voor een spoedige vereniging met de her vormde kerk, de vrijzinnigheid incluis". Aan hen die theologie studeren of plannen in die richting hebben wordt de raad gege ven naar hogescholen te gaan waar de theologie wordt beoefend in gebondenheid aan Gods Woord en de gereformeerde belij denis. Uit de discussie bleek dat men daar bij dacht aan de theologische hogeschool van de Vrijgemaakte Gereformeerde Ker ken in Kampen en aan die van de Christe lijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn. Ook werd er besloten geen gelden meer be schikbaar te stellen voor instituten die de nieuwe theologie bevorderen dat sloeg op de Vrije Universiteit. te houden maar we zitten in een interim periode". In de discussie tijdens deze bijeenkomst ging het vooral om de vraag of het Beraad een vereniging zou moeten worden. De orga nisatoren drs. Vlaardingerbroek en ds. Van Dijk bleken daar wel voor te voelen: er is nu eenmaal een organisatie nodig Maar daarte genover werden allerlei bezwaren ingebracht. De Haagse predikant dr. B. Rietveld die als secundus-lid de zittingen van de synode in november heeft bijgewoond, wilde de ge meenschap der heiligen niet overhevelen naar een vereniging. „Het is onjuist iets te vormen dat in de plaats zou komen van het lichaam van Christus waartoe ik wil behoren", aldus dr. Rietveld. Het woord „Beraad" vond hij veel mooier. Het element dat daarin zit gaat lijden onder het begrip „vereniging". Deze gedachte kreeg bijval van dr. C. Gilhuis uit Den Haag, assessor van de synode. „Ik houd niet erg van verenigingen in de kerk en ik wil er ook geen lid van zijn!", zei hij. Ds. A. C. van Nood uit Velsen, ook synodelid, was bang dat een vereniging de kerkelijke arbeid zou frustreren. Het Beraad zal dan ook geen vereniging worden. Op voorstel van de Leeuwarder pre dikant ds. L. H. Kwast (ook een synodelid en leider van het 's middags gehouden forum) sprak de vergadering uit dat het comité zou moeten worden gecontinueerd. Het zou ook contact zoeken met de Vereniging van Ver ontrusten. Beide bijeenkomsten hebben wel duidelijk gemaakt dat er over de synodebesluiten en over de ontwikkelingen van de laatste jaren in de Gereformeerde Kerken groot onbehagen leeft. Op het congres in Zwolle werd er ge klaagd dat „men zich tegenwoordig haast niet gereformeerd durft te noemen", maar men constateerde óók dat deze vergadering nieuwe moed had gegeven. In de vergadering van de Verontrusten in Rotterdam drukte de voorzit ter, ds. E. J. Oomkes te Uithuizen, het aldus uit: „Wij hebben tot de synode geroepen als tot een moeder, maar ze heeft ons niet ge boord en ze heeft onze nood niet gepeild". Dat deze situatie aan de volgende synodes nog heel wat zorg zal geven blijkt uit wat ds. W. C. van de Brink als vice-voorzitter van de Vereniging van Verontrusten opmerkte, na melijk dat er op de tafel van de volgende synode weer heel wat bezwaarschriften zullen Liggen. Er wacht deze synode, die in mei 1970 in Dordrecht bijeen geroepen zal worden, dus heel wat werk. Want de rust in de Gerefor meerde Kerken in Nederland is nog niet weergekeerd eerder het tegendeel. Ten laatste zond Hij Zijn Zoon tot hen, zeggende: Mijn Zoon zullen z.ij ontzien Matth. 21 vs. 37. Het is een aangrijpende gelijkenis waarin bovenstaande tekst voorkomt. Er wordt in verteld hoe een wijngaar denier een wijngaard heeft aangelegd, en deze aan pachters heeft verpacht. De eigenaar gaat zelf op reis naar het buitenland, maar wanneer de tijd van de oogst is aangebroken, stuurt hij zijn slaven naar de pachters, om de huur. in de vorm van vruchten te innen. Dit is toch volkomen vanzelfsprekend, ieder die iet* heeft verpacht heeft toch ook rechten die hij kan laten gelden. Maar zie wat er gebeurt, de slaven komen met lege handen bij hun heer terug. Hun ervaringen zijn hard en bitter ge weest, ze .hebben slagen gekregen van de pachters, ja er zijn zelfs slaven die door hen gedood zijn. Wat zou u gedaan hebben wanneer u in de plaats van de eigenaar gestaan had? Zoiets is in onze technische zake lijke tijd helemaal geen probleem dacht ik. We zouden ze ook dubbel en dwars verdiend hebben. Maar zo doet de eige naar van de wijngaard het toch niet, hij stuurt andere slaven meer nog dan de eerste keer; „en zij behandelden hen op dezelfde wijze", zo lezen wij in deze gelijkenis. Maar nu zal dan toch het geduld van de eigenaar wel op zijn, nu is de maat dan toch wel vol. Als u zo gedacht hebt. dan hebt u zich toch wel vergist, want zo staat er in de tekst: Ten laatste zond Hij Zijn Zoon tot hen. zeggende: Mijn Zoon zullen zij ontzien. De laatste hoop van de eigenaar is op zijn Zoon gevestigd, hij is er van over tuigd dat ze die zullen ontzien. Wan neer de pachters echter de Zoon zien komen, dan is het alsof ze op dit mo ment gewacht hebben. Ze zeggen: Dit is de erfgenaam, komt laten we Hem do den om zijn erfenis aah ons te bren gen". Nu kunnen we onze gevoelens van afschuw en weerzin uitspreken over deze onhebbelijke pachters, maar dat is de bedoeling niet van dit Schrift gedeelte» De Bijbel is een Boek waarin de waarheid wordt gesproken over de mens. over u en mij. Zó is de mens, en zó is het met ons gesteld, zoals het in deze geJijkenis wordt weergegeven, la ten we ons dat maar eens voor gezegd houden. Maar de Bijbel is ook het Boek waarin de waarheid wordt gesproken over God; zó is God en zo handelt God, zoals we in deze gelijkenis lezen van de eigenaar van de wijngaard. Nu is er geen enkel feest waarbij dit geduld, de ze lankmoedigheid van God sterker naar voren komt, dan het Kerstfeest, Dèt is het moment waarop het Godde lijk besluit ten uitvoer werd gebracht: Ten laatste zond Hij Zijn Zoon. In het licht van deze gelijkenis is het komen van Jezus Christus in deze wereld, een waarschuwing en een laatste mogelijk heid. Daarom is het feest van Christus' geboorte een teken voor de wereld, hoe groot het geduld van God is. Maar ook het feit dat er nog een Kerk is, het is alleen maar te verklaren vanuit dit ge duld Gods. Het Kind in de kribbe stelt ons allen een ernstige vraag: Wat hebt u met Gods wijngaard gedaan? Hebben we alles wat we van God ontvingen ook werkelijk gebruikt tot Zijn eer? Heb ben we de vruchten van ons leven aan Hem gegeven, vrijwillig? Bij deze vra gen moeten we in besef van schuld ons hoofd buigen, wat was er immers veel in ons leven wat niet voor Zijn heilig oog kon bestaan. En tóch, ondanks al deze tekortkomingen in ons leven, heeft God ten laatste Zijn Zoon gezonden, opdat Hij alles zou volbrengen waarin wij gefaald hebben. Daarom is het Kerstfeest, het feest van de grote blijd schap, het feest van het herstel van alle verknoeide kansen, want Jezus Christus is op aarde gekomen voor zondaren, voor ménsen die hun doel gemist heb ben. Voor mensen die de hel verdiend hadden, gaat de hemel open, het Lam Gods is gekomen om de zonde van de hele wereld weg te dragen. Maar het is de laatste mogelijkheid, Gods laatste kans die Hij de wereld biedt. Laten we dan deze kans aangrij pen, want wie Jezus kiest, die kiest het leven. Maar misschien zegt u: „Ja, dat is nu allemaal wel mooi, maar het is toch niet voor mij, ik ben zo ver van God afgedwaald en mijn omstandighe den zijn van dien aard, dat het voor mij wel geen feest zal worden." Maar misschien wilt u dan luisteren naar de dichtregels waarmee ik ga eindigen? Voor hen, voor wie geen Kerstboom werd verlicht. Voor wie Kerstavond donker is geble ven, Voor wie geen Kerstboodschap werd doorgegeven; Voor hen heeft Kerstmis nog dit laat bericht: Nóg is de stal van Bethlehem verlicht, nóg kunt ge gaan, nóg is de deur niet dicht. Overberg S. Andrings Het Confessioneel Gereformeerd Beraad liet op zijn bijeenkomst in Zwolle minder zware woorden horen. Maar toch zei ds. M. P. van Dijk, een van de initiatiefnemers, dat de besluiten van de synode een intermezzo heb ben ingeluid. „We kunnen zo niet doorgaan", aldus ds. Van Dijk. „We moeten wel met el kaar praten, we moeten proberen elkaar vast Het kon nauwelijks uitblijven: uit de kring van de gereformeerde gezindte zijn nu ook protesten ge komen tegen Palaver '70. de actie van de stichting „Jeugd en Bijbel" die in de afgelopen maanden is in-, gezet met besprekingen over het Praatboek en die op zaterdag 2 ja nuari haar hoogtepunt moet heb ben in het grootscheeps opgezette festival in de Utrechtse Jaarbeurs hallen - we hebben er al enkele malen uitvoerig over bericht. Uit een mededeling van de ICCC, de (zeer strijdbare) International Council of Christian Churches, is ons gebleken dat er een soort te- genvergadering wordt belegd op diezelfde zaterdag. Om half acht is er in het kerkgebouw van de Vrije Evangelische Gemeente te Utrecht een samenkomst die bedoeld is „jonge mensen te wijzen op het gevaar van de moderne Schriftop vattingen en nieuwe theologie en hen op te roepen standvastig te blijven in deze tijden van grote verwarring." Bovendien is er een rapport wereldkundig geworden, geschreven door Geert van der Veen, „over de inhoud en doelein den van Palaver '70, getoetst aan de Bijbel". Eerst iets over dit rapport. De schrijver begint met heel duidelijk zijn eigen uitgangspunt weer te geven: ..Volgens mij is de gehele Bijbel Gods onfeilbaar Woord, dat verstaan moet worden zoals het geschreven staat; dit houdt voor mij in dat de bijbel letterlijk waar is en dat van Genesis tot Openba ring. Ieder woord is van God gege ven en de Schrift is foutloos en zonder tegenspraak in haar oor spronkelijke handschriften. Be langrijk is ook dat men de Schrift niet kan verstaan dan door de Hei lige Geest." Van dit uitgangspunt uit beziet hij eerst het Praatboek. vervolgens de drie boekjes en bro chures die als hulpmiddel en sti mulans voor de gesprekken' zijn uitgegeven en valt hij de werkwij ze aan die de organisatoren hebben gevolgd om hun actie bij de jeugd te doen inslaan. Tot slot drie con clusies waaruit wij enkele zinnen citeren: „Het Praatboek is zo opgezet, dat de lezers vernieuwing en vrij heid wordt gebracht en gepreekt. Naast de meerdere godslasterin gen staat het vol met onchriste lijke gedachten, die men tegen woordig vooral terugvindt in een zuiver horizontalistisch semi- christendom." „De samenwerking van protestan ten, katholieken en ongelovigen is als een samenwerking tussen rein en onrein, tussen dienaars van God en dienaars van de sa tan. Men loopt gewoon voorbij aan het meest wezenlijke uit de Bijbel, namelijk dat iedereen die niet gelooft per definitie verlo ren is en dat van zo iemand ze ker op het gebied van de Bijbel en het geloof geen enkele goede inbreng mógelijk is." „Wat de mensen op het reli-pop- festival geboden wordt is een stuk heidendom in religieuze ge stalte; niet Jezus Christus maar de popmuziek; niet de bijbel maar socialistische en wereldge- lijkvormige wereldverbetering wordt gebracht; niet de bekering en wedergeboorte van de zon daar maar de verbetering en verandering van de mens-zon - der-God wordt hen voorgehou den." „Het, is ook door deze dingen dat God gelasterd wordt en dat Ne derland Gods oordeel op zich zal laden." Tot zover dit rapport dat de In ternationale Raad van Christelijke Kerken ons deed toekomen. Waar wij aan Palaver '70 veel plaats ruimte hebben gegund (zij het wel eens met een kritische opmerking er tussen door!), leek het ons juist ook deze tegenstem te laten horen. Het brengt ons wel tot twee op merkingen 1. Het is te betreuren dat de stichting „Jeugd en Bijbel" die er zo duidelijk op uit is de héle jeugd bij de bijbel te interesse ren en daartoe duidelijk in de huid gekropen is van wat men „de moderne jeugd" noemt, een groep als deze ICCC-jongeren blijkbaar helemaal niet kan be reiken. Terwijl het toch een groep is die men zeker interesse in de Bijbel niet kan ontzeggen. Toegegeven: men kan niet ..al les hebben" - maar deze jeugd erbij te betrekken lijkt toch niet minder waardevol dan te trachten ook de zeer extreme pop-jeugd naar zich toe te ha len. 2. We vragen ons af of de ICCC en met name de rapporteur, de heer Geert van der Veen, dit. alles „zeventig maal zeven maal" met de leiding van „Jeugd en Bijbel" heeft bespro ken alvorens hij zijn oordeel namens-God over Palaver '70 uitsprak. Zo niet dan gaat het wat erg op een ICCC-propagan- dastunt lijken. Tot slot: de leiding van Palla- ver '70 maakt er zich zorgen over dat door de stiptheidsactie van het PTT-personeel sommigen niet tij dig hun kaarten voor 2 januari zullen ontvangen. Men verzoekt ons daarom mee te delen dat kaar ten voor dil jeugdfestival nu ook bij alle VVV-kantoren te koop zijn.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1970 | | pagina 12