Claudine, de
vrouw achter
de superman
G
NATIONALE
HELD VAN
DE BELGEN
w
Merckx weer"
/sportman j
van het jaar/
E
Bewondering
Aanval
Mont Ventoux
Onzuiver
Huldeblijken
Onbe'invloed
xxm.
EDDY
CLAUDINE
EN
SABRINA
MERCKX
Moeilijk
Milieu
Pleidooi
ielerwonder Eddy Merckx (25)
sal zich 1970 blijven herinneren als
een jaar dat goed was.
Triomferend in precies vijftig weg
wedstrijden (een wereldrecord),,
waaronder waarachtig drie klassie
kers, de Ronde van Italië èn de Tour
de France, joeg de jonge Belgische
miljonair zijn banksaldo niet onaan
zienlijk op.
Bezit werd hij intussen van gans
een volk, dat hem ondanks gesloten
heid en afwezigheid van ster-allures
waarin de zogeheten vedette te ont
dekken valt, hartstochtelijk bemint.
Kamerleden kwamen in opstand toen
hij in de Ronde van Italië vorig jaar
gewikkeld raakte in een doping-
schandaal, de toenmalige premier
Van den Boeynants offreerde hem na
zijn Tourzege in 1969 te Vincennes
een plaats in diens privé-vliegtuig om
hem naar Brussel te vervoeren, ko
ning Boudewijn zond hem een invi
tatie voor een gezamenlijke jachtpar
tij in de Ardennen.
DDY Merckx, de schrik van profs
aller wielernaties. Aan het natuurta
lent, dat hij bij zijn geboorte in
juni 1945 in Meemsel-Kiesegem
als zoon van een kruidenier
meekreeg voegde hij tomeloze
werkdrift. Al snel kon hij bogen
op belangrijke resultaten: in 1964
kon hij zich als tweedejaars
amateur laten kronen tot we
reldkampioen. Overgestapt in
april 1965 naar de beroepsren
ners, waar hij tot nu toe 174
overwinningen op de weg be
vocht, veroverde hij op Neder
landse bodem (1967) eveneens de
hoogste titel en triomfeerde hij
al twee keer letterlijk onbe
dreigd in de Tour de France. Tij
dens klassiekers fietst hij, desge
wenst, schijnbaar moeiteloos weg
van de kreunende concurrentie.
Altijd bezige Merckx - jaarlijks
zo'n veertigduizend kilometers over
bruggend in zijn snelle Mercedes met
het oog op criteria, waarin zijn start-
gelden zijn opgelopen tot achtduizend
gulden - is naar schatting van «ijn
vrouw Claudine maximaal honderd
avonden per jaar in eigen omgeving.
Dan rept hij zich meestal van af
spraak naar afspraak, omdat er altijd
wel ergens een plechtigheid is die hij
door zijn aanwezigheid luister dient
bij te zetten.
In ruil voor dit jachtige leven, dat
hem wereldberoemd maakte, ver
wierf Eddy Merckx zich grote rijk
dom. Bezitter kan hij zich noemen
van een acht verdiepingen tellend
flatgebouw. Zijn banksaldo zal in
1971 wéér worden uitgebreid wan
neer hij fietst in dienst van het Ita
liaanse Molteni, waar hij Rini Wagt-
mans tot zijn goed betaalde knechten
kan rekenen.
Terwijl in Brussels nieuwe villa
wijk Kraainem wordt gebouwd aan
een imposante behuizing voor dit fe
nomeen, was Eddy Merckx - bij wij
ze van hoge uitzondering - in zijn
bungalow te Tervuren bereid tot pra
ten.
Gesprek met een op stijl gesteld,
hartelijk gastheer, die bonbons van
allerlei soort voor zijn gasten had uit
gestald. De "mens achter de renner"
evenwel bleef vaag, omdat deze toch
al uiterst introverte grootheid in het
milieu der profrenners óók geleerd
heeft dat zwijgen goud waard is.
DE MENS MERCKX
1 ERVUREN
Opvallend afwezig
in de bungalow van de
machtige Merckx zijn de
in woningen van renners
soms te signaleren levens
grote foto's, waarop de
heer des huizes triomfan
telijk staat afgebeeld. In
plaats dóórvan: een sober
schilderij van twee ano
nieme wielrenners en een
in brons gegoten kop van
wijlen paus Joannes
"Die heb ik altijd
enorm bewonderd. Het
moet een groot mens
zijn geweest".
Gewend als hij ia geraakt te
midden van tumultueuze tonelen
rond zijn op afzondering gestelde
persoon gevoelens te verbergen
achter een flauwe glimlach
springt ook thuis, waar hij ont
spannen lijkt, terughoudendheid
in het oog.
Bewogen echter reageert Eddy
Merckx, die hoog boven de we
reldtop een plaats apart voor zich
opeiste, als hij wordt geconfron
teerd met deze, door talloze profs
onderschreven stelling van Jan
Janssen: "Merckx maakt de hele
boel kapot door abnormaal hoge
startgelden te vragen èn door alle
belangrijke koersen zelf te willen
winnen. Voor alle sponsors, die
hem toevallig niet in hun ploeg
hebben, raakt de aardigheid er
steeds meer af."
Merckx, in de aanval:
"Hebben renners als
Coppi, Anquetil en Van
Looy de wielersport ka
pot gemaakt?
Ik kan me best voor
stellen dat menig cou
reur mijn overmacht
irritant vindt, maar het
is beter als zij zich gaan
afvragen of ze het zelf
allemaal zo goed doen.
Als ik voor mezelf mag
spreken: Niets is mij
ooit te veel geweest om
te slagen. Als alle cou-
=H reurs net zo hadden ge-
vochten om de top te
UI bereiken als ik, zouden
HH er nu heel wat meer
grote renners zijn."
Zelfs op de vrij zelden voorko
mende dagen, waarop Eddy
Merckx niet hoeft te koersen, rea
liseert hij zich bij voortduring
beoefenaar te zijn van een van
's werelds zwaarste beroepen. Ter
illustratie somt hij zo'n dag-inde
ling op: Reveille om zeven uur,
ontbijten, honderd kilometer trai
nen, massage en om tien uur naar
bed. "Daarnaast", vult hij aan,
"moet je een zeer sterk gestel heb
ben om te kunnen wennen aan
het onregelmatige leven van een
profrenner".
Niettemin: op de rotsachtige
flanken van de Mont Ventoux,
niet ver van de plaats waar een
houten kruis herinnert aan de
strijdend gestorven Tom Simp
son, toonde Eddy Merckx op de
tiende juli yan dit bijna vervlo
gen jaar dat ook hij maar een
mens is. Haastig toegesnelde
helpers zeulden hem op die af
grijselijke bergtop naar de am
bulancewagen. De gezamenlijke
concurrentie, stikkend bijna
van woede omdat Merckx' regi
me het voltallige rennerkorps
populair gezegd voor aap zette,
4LAUDINE ACOU (24), die
op de vijfde december van 1967
mevrouw Merckx werd, is de
vrouw achter de superman.
Zorgzaam, charmant en óók al
een opvallende voorliefde koes
terend voor stijl.
Zij behandelt nauwgezet de
immense correspondentie voor
haar man, sinds zij heeft moe
ten besluiten haar baan als le
rares Nederlandse en Engelse
handelscorrespondentie eraan
te geven.
„U hebt er geen idee van
hoe moeilijk het voor mij
was om het op (een middel
bare) school met de kinderen
niet over Eddy en de wieler
sport te hebben. Zij spaarden
mij in dit opzicht niet, zodat
mij werkelijk niets anders
overbleef dan ermee op te
houden".
Spijt heeft zij daarvan, naar
zij zegt, nooit gehad.
„Ook als mouw van een
sportman heb je een om
vangrijke taak, die zich niet
beperkt tot het af en toe be
zoeken van de finish van een
klassieke wegwedstrijd."
Gebukt onder de vele eenza
me dagen, afgewisseld met
enorme drukte, gaat zij niet.
„Ik kende daarvoor het mi
lieu van de wielrenners veel
te goed, zodat ik wist waar
aan ik begon. Mijn vader -
Luzien Acou - was ook prof-
renner. Via hem heb ik Eddy
ook leren kennen."
„Dat gebeurde in 1962, toen
mijn vader als sportdirecteur
van amateurwielrenners Ed
dy bij ons thuis ontving.
Liefde op het eerste gezicht
was het niet, want pas sinds
1964 zijn we geregeld met el
kaar omgegaan."
Contact met vrouwen van
wielerprofs acht Claudine
Merckx „wel noodzakelijk",
maar een vrienden- en kennis
senkring uit de wielerwereld
heeft de familie Merckx nooit
willen opbouwen.
Niettemin is zij spontaan be
reid tot een vurig pleidooi van
de prof-wielersport. Met plot
selinge felheid, die ook haar
man kenmerkt, lanceert zij een
aanval op de jonge Gentse
schrijver Jan-Emiel Daele, die
niet lang geleden in een boek
talrijke verdachtmakingen op
papier zette zonder zich geroe
pen te voelen steekhoudende
argumenten aan te voeren.
„Alvorens de mensen gelo
ven wat die man schrijft zou
het nuttiger zijn als zij eens
nagingen wat voor figuur
dat is. Een sensatie-journa
list en auteur van pornogra
fische werken, die al meer
malen met de justitie in aan
raking is geweest.
Claudine Merckx' opwinding
over een boek, dat in wieier-
minnend België nogal opzien
baarde, typeert haar betrok
kenheid met de wielersport. Zij
schikt zich in haar rol aan de
zijde van een wereldberoemd
coureur. Opgewekt beseffend
dat er rustiger tijden zullen
aanbreken.
„Er zullen - laat ons hopen
- nog veel jaren komen dat
we zonder roem zullen le
ven".
veerde op. Doch stortte prompt
weer in de diepste dalen van te
leurstelling, toen de Belgische
dictator de volgende dagen
monter gestemd zijn beulswerk
voortzette.
Toch is Merckx - hoewel hij
het incident op de Ventoux,
waar hij overigens wel als eer
ste arriveerde, afdoet -, voor
zichtiger geworden. Wetend dat
zelfs zijn immense krachtenre
servoir een bodem heeft, zal
hij zich het komende jaar be
perkingen opleggen.
"Mijn vorige seizoen
was inderdaad ver-
schrikkelijk zwaar.
HH Daarom zal ik me wat
meer gaan sparen. Bij
si Molteni heb ik, alvorens
te tekenen, inspraak
Hl verlangd bij de samen-
stelling van mijn pro-
Hl gramma en die eis is in-
gewilligd. In 1971 zal ik
fl| minder criteria rijden
ÜI dan ooit tevoren. Wel
pH zal ik starten in de Tour
fjj= en alle klassiekers,
UI maar vermoedelijk niet
Hp in de Ronde van Italië
|H en zeker niet in de Ron-
de van Spanje. Maar als
H! ik na de Tour niet te
vermoeid ben, zal ik be-
|g§ slist een aanval doen op
Hl het werelduurrecord."
De schijnbaar onbegrensde
macht van Merckx uit zich - zoals
hij toegeeft - tevens in het con
tact met zijn royaal betalende
werkgever.
"Ook in de samenstel
ling van de ploeg heb ik
wel wat te zeggen. Het
hele jaar door probeer
ik door kijken en luiste
ren renners te vinden,
|2 die mij geschikt lijken
H| voor de ploeg. Daarbij
Hl oefen ik trouwens nooit
1H druk uit op enige ren-
|H ner, omdat ik vind dat
Hg hij met volle animo en
H| diep geconcentreerd te-
genover zijn taak moet
ip staan. Zodra dat anders
lü is dient hij te vertrek-
Üi ken.
Zakelijkheid is dit vermogende
wielerwonder niet vreemd. Het
blijkt bijvoorbeeld wanneer hij,
heel even, ingaat op de winstge
vende activiteiten van wielerma-
nagers en de naam van zijn
commerciële adviseur Jan van
Buggenhout valt:
"Je hebt zo'n man na-
2! tuurlijk nodig en hij
|H doet zijn werk goed.
Hg Maar zodra hij me be-
dondert kan hij erop re-
g| kenen eruit getrapt te
1H worden."
Bewogenheid kenmerkt Eddy
Merckx, zodra privéterrein verla
ten wordt en hij de beperkte be
slotenheid van zijn vakgebied be
treden kan. De door sommigen
begeerde landenformule in de
Tour de France typeert hij dan als
"hopeloos ouderwets" en hij ont
maskert en passant het ware ge
zicht van een wereldkampioen
schap, waarin landenploegen ple
gen op te treden.
"Het hele jaar rijd je
voor je baas en dan
opeens, één dag in het
jaar, moet je hem ver
loochenen. Dat is de
grootste waanzin.
Daarom is een wereld
kampioenschap een on
zuivere zaak gewor
den".
Vijf jaar nog wenst Eddy
Merckx de concurrentie te tar
ten." Daarna zal ik onherroepelijk
stoppen". Zo'n ontboezeming leidt
onweerstaanbaar naar "de mens
achter de wielrenner", die zich
dèn evenwel graag schuil houdt
achter spaarzame woorden.
"Als wielrenner hoef
ik maar te wijzen op
mijn resultaten om aan
te tonen wie ik ben.
Daarnaast ben ik een
doodgewoon mens zon
der bijzondere capaci
teiten."
De huldeblijken, die hem in
overstelpende mate ten deel val
len, vindt hij "wel prettig aanvoe
len, maar ik zou er best buiten
kunnen".
Levend en groot geworden in
het door taalstrijd verscheurde
België gaf de vloeiend Frans en
Vlaams sprekende Eddy Merckx
zijn tien maanden jonge dochter
tje de Italiaanse naam Sabrina.
Handig ontweek deze nationale
held zodoende een fel levend pro
bleem, naar in België wel wordt
beweerd. Zelf zegt hij, heel diplo
matiek: "Die naam stond boven
aan het lijstje van Claudine en
mij".
Zijn onvoltooide schooloplei
ding ontving Eddy Merckx aan
het Koninklijke Atheneum in de
typisch Franstalige gemeente Et
terbeek, waar hij naar eigen
taxatie "geen hoogvlieger" was.
Als jonge vader komt hij nu,
knipogend, met zijn vrouw over
een dat de geboorte van een zoon
niet onwelkom zou zijn. Op
privé-terrein teruggekeerd
plaatst Eddy Merckx dan onbe
wust toch een felle schijnwerper
op zichzelf als hij inhaakt op de
vraag of hij zijn zoon nadrukke
lijk zou willen wijzen op de mo
gelijkheid van een carrière als
prof renner.
"Zodra ik zou merken
dat hij de top niet kon
bereiken, zou ik hem
sterk afraden om door
te gaan. Verder zal hij
zelf moeten kiezen, zon
der be"nvloed te wor
den. Ik heb zelf, toen ik
zeventien jaar was, be
wust gekozen voor de
wielersport en er was
thuis niemand die zich
daarmee bemoeide. Ik
kan mijn ouders daar
voor niet dankbaar ge
noeg zijn".