Eindklassemen t
bij de dames
Magistrale race
op 10000 meter
Chronometerie
bij de heren
A TJE KEULEN KON HAAR NIET STUITEN
II
Wssm
MAANDAG II JANUARI 1971
HOOGTEPUNTEN
TE GESPANNEN
JAN BOLS ONTTROONDE
ARD SCHENK ALS KAMPIOEN
Jan Bols tijdens zijn rit op de 10.000 meter, die hem naar de hoogste
trede van het ereschavot zou voeren.
Jan Bazen
beste sprinter
AMSTERDAM Duidelijker kon het
niet. Driemaal wees „de Nederlandse
Suzuki", Jan Bazen, zijn grootste con
current, de Fries Marten Hoekstra, in
een directe confrontatie duidelijk terug.
Eén keer kon Eppie Bleeker de Zeven-
huizenaar met geen mogelijkheid bij
houden. Zowel op de 500 meter en de
1000 meter van zaterdag als op dezelfde
afstanden van zondag stond Bazen, die
vorige week zijn 23e verjaardag vierde,
op de hoogste trede van het erepodium.
Het lijdt geen twijfel, dat Bazen zijn
tweede nationale titel als sprinter vol
komen verdient. De donkere specialist
zag zijn meesterschap in het selecte
Nederlandse sprintwereldje ook wel in.
„Maar", zo zei hij, „vergeet niet, dat
Hoekstra wat pech heeft gehad. Missla
gen hebben hem tijd gekost. Anders
was hij zeker dichterbij gekomen". Nu
kon Bazen zijn voorsprong stelselmatig
uitbouwen. Uiteindelijk kwam Hoekstra
meer dan twee punten te kort, een ver
breding van de lag.
lag. Met 40,89 sec. en 40,79 sec. over de
500 meter verschenen er voor Neder
land, en zeker voor de Jaap Eden-baan,
ongekende tijden op het scorebord. Op
de 1000 meter kwam Bazen tot een bes
te tijd van 1 minuut en 22,9 seconden
in de welhaast ideale omstandigheden
van zondag. Marten Hoekstra uit Hee
renveen eindigde driemaal als tweede
en een keer als derde achter Jos Valen-
tijn uit Ter Aar. Hij boekte als beste
tijden 41,0 en 1.24.5. Als enige kwam de
25-jarige Fries over de eerste 100 meter
van de kortste sprintafstand onder de
10 seconden: zaterdag liet hij in de der
de rit 9,95 sec. afdrukken. Het gevecht
tussen Eppie Bleeker, Jos Valentijn en
Gerard Demkes om de derde plaats
eindigde in het voordeel van de
21-jarige Bleeker uit Wolvega. Jan Pas
man, de jonge, getalenteerde Johnny
Olof en Piet de Boer (die in zijn eerste
rit de beste kwam te vallen) volgden op
afstand.
„Ik heb volledig naar dit kampioen
schap toegewerkt", zei Bazen, „die an
dere wedstrijden in Noorwegen be
schouwde ik maar als bijzaak". De
Zuidhollander toonde zich niet zo te
vreden over de opzet van de strijd om
het sprintkampioenschap. „We worden
steeds maar tussen de klassementrij
ders gestopt. Bij atletiek waardeert
men de sprint toch ook net zo als de
lange afstanden. In de toekomst, als er
wat meer sprinters komen, zullen we
toch apart moeten rijden". Drie jaar
geleden ging Bazen zich op de korte
afstanden toeleggen. „Toen ik in dienst
was, kreeg ik van Gerard Maarse de
eerste aanwijzingen. Maar het kwam
vorig jaar pas goed op gang. Met de
hulp van mijn supportersclub ben ik
naar Noorwegen gegaan, waar Leen
Pfrommer mij geweldig heeft opgevan
gen. Dat was nog vóór de Nederlandse
kampioenschappen. Daarna werd ik of
ficieel bij de kernploeg gevoegd.
Pfrommer heeft mij veel geleerd. Ik
kon helemaal niets toen ik bij hem
kwam. Ik zat niet diep genoeg, de
bochten waren verkeerd, ik hield mijn
armen niet goed, kortom er deugde
niets van. Het gaat nu technisch aan
zienlijk beter, maar volmaakt kan ik
het nog niet noemen". Een noot van
kritiek plaatste Bazen bij het gebrek
aan internationale wedstrijdervaring.
„Onlangs zijn in Inzeil en Innsbruck
sprintwedstrijden gehouden en dit
weekeinde ook nog in Cortina. Met
mannen als Börjes, Keiler en König.
Daar mis je wat aan als je er niet bij
bent. We gaan nu wel naar Davos,
waar we veel 500 meters gaan rijden.
Dat moet. Anders gaat het niet vanzelf.
Zijn sprinters speciale mensen? Hebben
ze speciale eiegepschappen?" Bazen, die
in 1967 nationaal jeugdkampioen was,
meent van niet. „Er is geen peil op te
trekken. Kijk maar naar het verschil
tussen bijvoorbeeld een Börjes en een
Suzuki en lichaamsbouw. Je moet je
wel altijd goed concentreren. Dokter
Lap zei laatst tegen me: „Tien telefoon
tjes opnemen in één minuut of in tien
minuten, ziedaar het verschil tussen de
500 meter en de 10.000 meter. Dat is het
zo ongeveer wel".
Jan Bazen: op volle snelheid.
500 m
1500 m
1000 m
3000 m
Totaal
1.
Kaiser
46.89( 3)
2.26.9( 1)
1.33.8( 1
4.57.5( 1
192.340( 1)
2.
Keulen
45.85( 1)
2.29.0( 2)
1.34.4( 3
5.05.0( 4/5)
193.550( 2)
3.
Rep
46.40( 2)
2.30.2( 4)
1.34.3( 2
5.06.5( 6
194.700( 3)
4.
Schut
47.23( 4)
2.29.8( 3)
1.37.3( 7
5.01.6( 2
196.080( 4)
5.
Falkena
47.80( 8)
2.34.2( 9)
1.36.0( 6
5.08.7( 7
198.650( 5)
6.
Demming
49.48(17)
2.31.7( 5)
1.38.0(10/11)
5.02.3( 3
199.430( 6)
7.
Geyssen
48.29( 9)
2.32.9( 7)
1.35.7( 5
5.14.1( 8
199.457( 7)
8.
Tichelaar
49.06(13)
2.32.3( 6)
1.37.8( 9
5.05.0( 4/5)
199.560( 8)
9.
V./d. Brom
47.69( 7)
2.35.4(14)
1.35.4( 4
5.15.3( 9
199.740( 9)
10.
Van Dalsen
47.535)
2.34.9(12)
1.37.5( 8
5.25.1(14
202.096(10)
11.
Burgmeyer
48.69(11)
2.34.4(10)
1.38.6(12
5.17.3(10
202.340(11)
12.
Jongsma
48.69(11)
2.35.3(13)
1.39.0(15
5.17.5(11
202.874(12)
13.
V./d. Lende
49.58(18)
2.34.4(10)
1.38.0(10/11)
5.20.7(12
203.497(13)
14.
Dijkstra
47.66( 6)
2.34.1( 8)
1.38.9(14
5.32.2(15
203.844(14)
15.
Willems
49.46(16)
2.37.1(16)
1.40.0(17
5.22.1(13
205.510(15)
16.
Te Winkel
49.06(13)
2.36.3(15)
1.39.1(16
5.34.4(16
206.443(16)
AMSTERDAM Jan Bols, de 26-jarige Hoogeveener, in wiens leven de sport
zo'n grote rol speelt als wielrenner, als schaatsenrijder en als winkelier in
sportartikelen heeft voor het eerst in zijn carrière de kampioenskroon op het
hoofd gekregen. Op de Jaap Edenbaan zaterdag in een kille mist, zondag bij
stralend zonnig winterweer, zelfs zonder wind reed de sympathieke kleine
Drent naar het nationale kampioenschap bij de schaatsenrijders, daarmee
wereld- en Europees kampioen Ard Schenk onttronend als Nederlands kam
pioen. Bols, die door een sterke overwinning op de 5000 meter met een winst
van vijf seconden op Schenk en een knappe 41.8 op de 500 meter de eerste dag
afsloot met een zeer geringe achterstand op de titelverdediger (0.250 punt) en
daarmee zeer goede uitzichten op zijn eerste kampioenschap had. zag deze aan
zienlijk devalueren, toen Schenk hem zondag op de 1500 meter in een man-
tegen-man-gevecht met 2.6 seconden versloeg. De lange Noordhollander schit
terde in al zijn grootheid en zijn tijd van 2.04.4 stond daar als een monument
voor een groot kampioen. Met een verschil van 23 seconden zou Bols Schenk op
de 10.000 meter moeten verslaan om de titel, die zaterdagavond nog zo nabij
scheen, te kunnen veroveren. Het scheen een onmogelijke opgave, vooral omdat
zij wederom naast elkaar aan de startlijn kwamen. De verwachting was alge
meen, dat Ard in een rechtstreeks duel nooit zoveel van zijn winst zou behoe
ven prijs te geven om de titel te verspelen. Hoe anders zou het echter uitpakken!
Kaiser kamp. van Nederland.
Ard Schenk elf hierover: „Ik vertrok
op een schema van 15 min. 56 sec., en
ik wist, dat Jan wegging op 15.47. Een
verschil van negen seconden, terwijl ik
er 22 mocht verliezenIk had me zo
voorgesteld eerst te trachten bij hem te
blijven en daarna een gat te laten val
len. Echter niet zo groot, dat ik de si
tuatie niet zou kunnen blijven overzien.
Immers, Jan is een sterkere stayer dan
ik, maar 23 seconden zou ik toch niet
op hem hoeven te verliezen. Na een
rondje of vijf kreeg ik echter last van
een braam op mijn rechter schaats,
waarvan ik vooral in de bochten veel
hinder had. Later kwam er ook nog een
braam op de linker schaats bij. Het
ging niet meer. Het kampioenschap heb
ik toen afgeschreven en alleen nog
maar getracht de tweede plaats veilig
te stellen.
De onmacht om in het spoor van Jan
te blijven raakte me ook psychisch. Op
dat moment, dat hij langs me kwam,
heb ik geprobeerd hem bij te blijven.
Ik mocht immers niet te veel op hem
verliezen, want Verheyen, die een
„vuurvreter" is, kwam ook nog en
vormde een wezenlijke bedreiging voor
mijn tweede plaats. Mijn rondetijden
werden daardoor aan 't eind wat beter,
zo van 38 1/2-39, nadat ik lange tijd
ronden van 40 of zelfs meer had gere
den. Jan kwam door mijn terugval in
een winning mood en kreeg vleugeltjes.
Die braam voer ik echter niet als ex
cuus aan voor mijn nederlaag. Jan Bols
is een waardig kampioen en verdient
de titel alleszins. Het is knap van hem,
dat hij die twee seconden verlies op de
1500 meter zó heeft teruggepakt. Twee
overwinningen (op de 5000 en 10.000
meter), een tweede (500 meter) en een
derde plaats (1500 meter) laten geen
twijfel over Jans kampioenschap."
Ard Schenk had gesproken en in zijn
woorden gaf hij Jan Bols, de nieuwe
kampioen, alle eer die hij verdiende.
Want Bols heeft een sterk kampioen
schap gereden met als enige „schoon
heidsfoutje" zijn gedecideerde ntder-
laag tegen Schenk op de 1500 meter.
„Ik vond het wel veel, die 22 seconden
achterstand op de 10 km. Maar ik ging
van het standpunt uit, dat als Ard een
beetje minder zou rijden dan normaal
en ik daarentegen wat beter, zou het
toch een haalbare kaart moeten zijn",
aldus Jan Bols zelf. „Ik heb gegokt, al
les of niets. KnallenNa ongeveer 15
ronden kreeg ook ik iets aan mijn
schaats. Gelukkig achterop, waardoor
ik er weinig van gemerkt heb."
De 1500 meter van Ard Schenk en de
10.000 meter van Jan Bols waren de
hoogtepunten van een mooi, sportief
toernooi, dat tenslotte toch een verras
sende ontknoping kreeg. Zaterdag, toen
de mistsluiers steeds dikker werden en
de rijders tenslotte nog slechts in vage
contouren waren te onderscheiden,
leenden de omstandigheden er stond
bovendien een venijnige wind zich,
vooral op de 5000 meter, allerminst
voor topprestaties. Niettemin kwam
Ard Schenk tot een goede 41.04 sec. op
de 500 meter, op welke afstand hij het
dichtst benaderd werd door.... Jan Bols,
die weliswaar niet aan Schenks tijd
.v.v
sport
ot>>>Kwb»X'■Xw>w..%w>>KwKw?K,.w.<%vKwK*IwK w>»>w>:.»WoN%v.%v-v.v.v,w
Een gedesillusioneerde
Schenk na de 10 km.
Ard
kon tippen (41.80), maar voor zijn doen
toch zeer sterk uit de startblokken was
gekomen. Een andere lange-afstand-
specialist, Eddy Verheyen, werd met
42.03 derde en oud-wereldkampioen
Kees Verkerk werd door de Devente-
naar, wiens voortreffelijker vorm reeds
eerder tot uiting was gekomen in de
landenwedstrijd Noorwegen-Nederland
en in de nieuwjaarswedstrijden te Oslo,
met 0,01 sec. verschil verwezen naar de
vierde plaats. De leden van de kern
ploeg voerden toen reeds de boventoon.
Alleen Jan Palsma (42.63 en zesde) en
Harm Kuipers (42.9 en achtste) wisten
zich tussen hen te plaatsen.
Op de 5000 meter, gewonnen door
Jan Bols in 7.38.5 met op de tweede
plaats Ard Schenk (7.43.5), was het
meest opzienbarende de bescheiden
prestatie in tijd: 8.00.2, en in klasse
ring: achtste van Kees Verkerk, eens
de gevierde vedette, nu stil nageoogd
na zijn rit door de duizenden, toeschou
wers, die de afgang (want dat was het)
500 m
5000 m
1500 m
10.000 m
Totaal
1.
Jan Bols
41.80( 2)
7.38.5( 1)
2.07.0( 3)
15.29.4( 1)
176.433
2.
Schenk
41.04( 1)
7.43.5( 2)
2.04.4( 1)
16.15.2(10)
177.617
3.
Verheyen
42.03( 3)
7.48.8( 5)
2.07.0( 3)
15.45.0( 2)
178.493
4.
Verkerk
42.04( 4)
8.00.2( 8)
2.06.5( 2)
16.04.4( 5)
180.477
5.
Nottet
42.23( 5)
7.48.7( 4)
2.09.4( 5)
16.09.8( 7)
180.723
6.
Nooitgedagt
42.87( 7)
7.52.4( 6)
2.10.3( 6)
15.49.0( 3)
180.993
7.
Van Dijk
43.00( 9)
7.48.1( 3)
2.10.3( 6)
15.58.8( 4)
181.183
8.
Kleine
43.36(11)
8.04.0( 9)
2.10.5( 8)
16.14.3( 9)
183.975
9.
Vink
44.21(20)
7.55.1( 7)
2.14.4(14)
16.09.3( 6)
184.985
10.
Kuipers
42.90( 8)
8.07.6(12)
2.12.5( 9)
16.40.0(11)
185.827
11.
Derksen
43.91(16)
8.06.3(10)
2.14.8(16)
16.13.8( 8)
186.163
12.
Palsma
42.63( 6)
8.15.1(16)
2.13.8(11)
17.14.5(15)
188.465
13.
De Koning
43.35(10)
8.11.7(14)
2.13.3(10)
16.44.4(12)
189.153
14.
Hekman
44.19(19)
8.14.9(15)
2.16.5(19)
16.56.9(13)
190.025
15.
Klos
44.17(18)
8.11.6(13)
2.18.7(24)
17.05.1(14)
190.818
16.
Giling
44.67(24)
8.07.2(11)
2.17.4(20)
17.19.0(16)
191.140
1.
Jan Bols kamp.
van Nederland.
van de grote Keessie niet konden ver
werken. De Puttershoeker, die zovele
malen in het verleden het publiek in
extase bracht, draaide plichtsgetrouw
zijn rondjes. Ook zij, die nog hoopten
op Verkerks fameuze „eindschot", wer
den diep teleurgesteld. Kees had hier
toe niet de macht. Zijn eigen trai-
ningsopzet had hem parten gespeeld.
„Het heeft Kees ontbroken aan vol
doende tempotraining", was het oordeel
van oud-schaatscoach Henk Lamberts.
Verkerk hierover: „Bij de IJssel Cup
ging het aardig, maar Ard had toen nog
niet zoveel getraind. Ik ben toen gaan
Stien Kaiser (32) vierde
een grandioze come-back
AMSTERDAM Geen mens ter wereld aan wie Stien Kaiser haar geheimpje
wilde verklappen. Het hoofd gestoken in een enorme lauwerkrans onderging ze
stralend van blijdschap de huldiging. Zwaaiend met de bloemen reed ze haar
ererondje, zichtbaar genietend van de ovatie, die de meest standvastige tribune
klanten haar na een veertienurige schaatssession brachten. Stien („net als Fran
se wijn, hoe ouder hoe beter", meende de speaker te moeten opmerken), was
overduidelijk gelukkig met het behalen van haar zesde nationale titel. Maar hoe
blij ook, ze bleef tevens gesloten. Weg was ze, als iemand naderde, die haar de
vraag had kunnen stellen. Want dat ene, de drijfveer van alles, wenste Stien
Kaiser, de 32-jarige secretaresse van de gemeente-pol it ie in Delft, voor zichzelf
te bewaren. Namelijk het antwoord op de vraag, hoe het kwam dat zij, die de
laatste twee jaar volkomen tevreden scheen met een rol op het tweede plan en
nauwelijks extra aanzette als zich reële titelkansen voordeden, nu zo furieus te
keer ging. Haar eindschot was even krachtig als zeven jaar geleden, toen zij de
technische commissie en een meewarig publiek nog van haar capaciteit en de
mogelijkheden van het damesschaatsen in het algemeen moest overtuigen. De
wijze, waarop zij haar races opende zelfs beter.
Gerenommeerde snelle starters als
Elly van de Brom en Atje Keulen-
Deelstra gunde ze op de 1500 en 3000
meter geen centimeter. Het was Stien,
die van het begin af elke race dicteer
de. Kees Broekman gewaagde van het
steed aan de korte afstanden. Maar de
feit, dat er nogal wat aandacht is be-
oorzaak lag elders: in de bronnen van
de inspiratie. En wat dat betreft, kon
iedereen zien, wat Stien niet wilde zeg
gen: de bebaarde Deventer onderwijzer
Guido Baars, sinds Kertmis de verloof
de van Stien Kaiser. „Als ze even snel
trouwen als ze zich verloofd hebben
schaatst Stien niet lang meer", grinnik
te Kees Broekman.
Stiens dadendrang kwam tot uiting in
een dubbel kampioenschap, of beter ge
zegd in een titel, die op twee wijzen
werd behaald: via het klassement en
door het winnen van drie afstanden.
Tijdens het schimmenspel van zaterdag
sloeg ze een gat van ruim twee secon
den op de 1500 meter tussen zichzelf en
Atje Keulen. In het volle zonlicht van
zondag dook ze op de 3000 meter als
enige onder de in Nederland nog niet
doorbroken vijf minuten-grens (4.57.5).
Aan het sterke rijden van Stien Kai
ser zou men een luchtige prognose voor
het komende Europese kampioenschap
(Leningrad) en de strijd om het wereld
kampioenschap (Helsinki) kunnen kop
pelen, ware het niet, dat enkele aspec
ten om bezinning vragen. Van de „gou
den" ploeg, die drie jaar geleden in
Helsinki één, twee en drie werd bij het
wereldkampioenschap heeft Kees
Broekman alleen de twee meest erva
ren leden, Stien Kaiser en Ans Schut,
kunnen vasthouden. Willy Burgmeyer
viel vorig jaar reeds uit de Zwanen
burg-erfenis (ze deed een vergeefse po
ging terug te komen) en zondag volg
den de oudwereldrecordhoudster op de
1000 meter, Elly van de Brom, en de
Olympische 1000 meter-kampioene Car
ry Geysseu Leeftijden van de drie
meisjes resp. 23, 21 en 24 jaar. Elly van
de Brom, zo van de finish van de 3
kilometer de kleedkamer binnengere
den voor een verolssende huilbui, be
kende nog nooit zo serieus te hebben
getraind als juist dit seizoen. Carry, die
vandaag 24 wordt was daarentegen te
vreden met haar prestaties. Voor haar
was het des te zuurder, dat zij uitein
delijk met minimaal verschil moest
wijken voor Rieneke Demming. „Twee
maanden heb ik last gehad van pijn in
de rug. Pas de laatste veertien dagen
ben ik klachtenvrij. Voor mij is dit
kampioenschap net iets te vroeg geko
men". Kees Broekman voerde daar
naast nog aan, dat een kaak-ontsteking
Elly van de Brom een trainingsachter
stand van veertien dagen heeft bezorgd.
De open gevallen plaatsen werden in
genomen door de onlangs twintig jaar
geworden jeugdkampioene Trijnie Rep
(van wie dat algemeen verwacht was)
en de 23-jarige stijl-rijdster Akke Fal-
kena, die het vorig jaar na een eindelo
ze reeks selectie-wedstrijden zelf voor
de eer bedankte en bij die gelegenheid
zwoer terug te zullen komen en dat ook
deed dankzij de hulp van Klaas Visser,
Henk Lamberts en ook dankzij Kees
Broekman. Met Atje Keulen-Deelstra
minder sterk dan aan het eind van
het vorige seizoen Akke Falkena en
Trijnie Rep heeft jeugd- en Fries
land-trainer Visser thans beslag gelegd
op drie startplaatsen bij het Europees
kampioenschap.
Het had er nog minder florissant
voor Kees Broekman uitgezien, als Vis
ser zijn plannetje helemaal ten uitvoer
had kunnen brengen. „Trijnie Rep had
plaats Nederlands kampioene moeten
worden", sprak de man, die verleden
jaar Atje Keulen-Deelstra verrassend
naar de titel voerde. „Ze heeft te ge
spannen gereden. Ze keek hoog op te
gen de leden van de kernploeg. Ik heb
er hard voor moeten praten om haar
wat meer vertrouwen in eigen kunnen
te geven". Desondanks reed het Zaanse
meisje vlot naar de derde plaats in de
eindrangschikking. Ze won zaterdag in
een aansprekend duel op de 1500 meter
van Atje Keulen en demonstreerde
zondag op de 3000 meter in de rit tegen
Ans Schut over „kleverscapaciteiten",
te beschikken.
Met Vissers plannen strookten daar
entegen niet de vroegtijdige lancering
van de achttienjarige Sipke Tigchelaar.
die zich dankzij een formidabele 3000
meter (een verbetering van het per
soonlijk record met twaalf seconden)
binnen schootsafstand reed van Riene
ke Demming, die de zesde plats bezet
hield. „Voor Sipke zouden de interna
tionale wedstrijden een te grote belas
ting hebben betekend. Laat haar maar
langzaam groeien", aldus Visser. En
Henk Lamberts voegde eraan toe: „Dat
is de toekomstige kampioene".
Kees Broekman was van mening, dat
deze nieuwe infiltratie in zijn kern
groep het gevolg was van het ineenge-
Stien Kaiser op de 1000 meter in
actie tegen Ans Schut.
schoven niveau. „De verschillen zijn zó
gering geworden", verduidelijkte hij,
„dat een kleine misslag al fatale gevol
gen kan hebben". Meer kritisch inge
stelde begeleiders spraken van een in
eenstorting van het niveau. Henk Lam
berts, sportdirecteur van de gemeente
Deventer, die de dames heeft getraind,
toen Broekman met Kerstmis naar
Noorwegen reisde en ook daarna bij el
ke training aanwezig was, verklaarde
zonder omwegen: „Ik zie de toekomst
met zorg tegemoet. De Noorse meisjes
maken momenteel tijden, die ongeveer
gelijkwaardig zijn aan wat onze meis
jes presteren. De Russinnen zijn nog
een klasse beter. Zoiets zou onbestaan
baar moeten zijn. Onze meisjes behoren
veruit aan de top te staan. Wij hebben
een overvloed aan talent en de beste
faciliteiten". Over de oorzaken wilde
Lamberts geen oordeel uitspreken.
„Wel weet ik, dat onze meisjes momen
teel een trainingsachterstand van ruim
een maand hebben. Daarmee bedoel ik
de specifieke ijstraining, want de con
ditionele basis was ruim voldoende".
Kees Broekman haakte daarop onge
wild in toen hij verklaarde: „Ik ben
blij, dat we in Davos tenminste rustig
kunnen werken".
twijfelen, of ik niet te vroeg in vorm
was. Ik heb daarna wel een beetje ver
stoppertje gespeeld. Ik geloof, dat de
vorm nu in opgaande lijn is. De condi
tie is er in ieder geval, heeft de dokter
gezegd. Zondag moest het wel gebeu
ren, want Pfrommer heeft mij zater
dagavond gezegd, dat als ik mij niet
zou plaatsen voor de kernploeg, ik
thuis kon blijven".
Deze harde woorden waren niet voor
dovemansoren gesproken. Ofschoon
Verkerk de tweede dag weliswaar ook
niet vermocht te imponeren kwam hij
toch aanzienlijk beter voor het voet
licht met een tweede plaats in 2.06.5 op
de 1500 meter en een vijfde op de 10
km in 16.04.4. Zijn vierde plaats in het
eindklassement gaf hem toegang tot het
Europese kampioenschap over twee
weken in Heerenveen, maar van zijn
oude glorie wist hij hiermee toch niets
terug te winnen.
Schenk-BolsDit was het grote
duel, dat zondag over de titel zou be
slissen en waarvoor 8000 toeschouwers
naar de Jaap Edenbaan waren geko
men. Eèn vol huis! Toen Schenk in een
machtige race, waarin hij een demon
stratie gaf van zijn grote klasse, een
vergeefs terugvechtende Jan Bols
ruimschoots verslieg in de voor Neder
landse begrippen onwaarschijnlijke tijd
van 2.04.4 (het baanrecord stond op
2.11.3scheen de strijd beslist. Ver
kerk werd tweede in 2.06.5 en met Bols
kwam ook Eddy Verheijen uit op 2.07.0.
Verkerk rukte door deze prestatie op
van de zesde naar de vierde plaats in
het algemeen klassement, doch speelde
verder geen rol in het hoge spel om te
titel, dat zijn apotheose kreeg op de
10.000 meter. De ontknoping hiervan
hebben wij reeds geschetst. Het werd
voor Jan Bols een triomftocht. Hij
werd ovationeel toegejuicht door het
publiek, dat een nieuwe held had ge
vonden. Elke ronde liep Bols verder
weg van de vertwijfeld terugvechtende
Schenk. Na twaalf ronden (4800 meter)
stond Schenk al op een achterstand van
20 seconden en na achttien ronden
moest hij nog terug voor het behoud
van de tweede plaats, in welke opzet
hij slaagde. Verheijen, overigens alles
zins tevreden met zijn derde plaats,
heeft slechts even gepoogd Schenk nog
verder terug te dringen, maar gaf het
spoedig op. Daarvoor was de kloof toch
te groot. Ronnie Nooitgedagt, Verheij-
ens directe tegenstander, ging evenals
de Deventenaar stralend door de finish.
Met zijn tijd van 15 min. 49.5 sec., was
hij er juist in geslaagd de zesde plaats
in het eindklassement te bereiken en
nam daarmee de plaats van een ont
goochelde Jappie van Dijk in de selec-
tieploeg voor de naderende internatio
nale kampioenschappen in.