Eindklassemen t bij de dames Magistrale race op 10000 meter Chronometerie bij de heren A TJE KEULEN KON HAAR NIET STUITEN II Wssm MAANDAG II JANUARI 1971 HOOGTEPUNTEN TE GESPANNEN JAN BOLS ONTTROONDE ARD SCHENK ALS KAMPIOEN Jan Bols tijdens zijn rit op de 10.000 meter, die hem naar de hoogste trede van het ereschavot zou voeren. Jan Bazen beste sprinter AMSTERDAM Duidelijker kon het niet. Driemaal wees „de Nederlandse Suzuki", Jan Bazen, zijn grootste con current, de Fries Marten Hoekstra, in een directe confrontatie duidelijk terug. Eén keer kon Eppie Bleeker de Zeven- huizenaar met geen mogelijkheid bij houden. Zowel op de 500 meter en de 1000 meter van zaterdag als op dezelfde afstanden van zondag stond Bazen, die vorige week zijn 23e verjaardag vierde, op de hoogste trede van het erepodium. Het lijdt geen twijfel, dat Bazen zijn tweede nationale titel als sprinter vol komen verdient. De donkere specialist zag zijn meesterschap in het selecte Nederlandse sprintwereldje ook wel in. „Maar", zo zei hij, „vergeet niet, dat Hoekstra wat pech heeft gehad. Missla gen hebben hem tijd gekost. Anders was hij zeker dichterbij gekomen". Nu kon Bazen zijn voorsprong stelselmatig uitbouwen. Uiteindelijk kwam Hoekstra meer dan twee punten te kort, een ver breding van de lag. lag. Met 40,89 sec. en 40,79 sec. over de 500 meter verschenen er voor Neder land, en zeker voor de Jaap Eden-baan, ongekende tijden op het scorebord. Op de 1000 meter kwam Bazen tot een bes te tijd van 1 minuut en 22,9 seconden in de welhaast ideale omstandigheden van zondag. Marten Hoekstra uit Hee renveen eindigde driemaal als tweede en een keer als derde achter Jos Valen- tijn uit Ter Aar. Hij boekte als beste tijden 41,0 en 1.24.5. Als enige kwam de 25-jarige Fries over de eerste 100 meter van de kortste sprintafstand onder de 10 seconden: zaterdag liet hij in de der de rit 9,95 sec. afdrukken. Het gevecht tussen Eppie Bleeker, Jos Valentijn en Gerard Demkes om de derde plaats eindigde in het voordeel van de 21-jarige Bleeker uit Wolvega. Jan Pas man, de jonge, getalenteerde Johnny Olof en Piet de Boer (die in zijn eerste rit de beste kwam te vallen) volgden op afstand. „Ik heb volledig naar dit kampioen schap toegewerkt", zei Bazen, „die an dere wedstrijden in Noorwegen be schouwde ik maar als bijzaak". De Zuidhollander toonde zich niet zo te vreden over de opzet van de strijd om het sprintkampioenschap. „We worden steeds maar tussen de klassementrij ders gestopt. Bij atletiek waardeert men de sprint toch ook net zo als de lange afstanden. In de toekomst, als er wat meer sprinters komen, zullen we toch apart moeten rijden". Drie jaar geleden ging Bazen zich op de korte afstanden toeleggen. „Toen ik in dienst was, kreeg ik van Gerard Maarse de eerste aanwijzingen. Maar het kwam vorig jaar pas goed op gang. Met de hulp van mijn supportersclub ben ik naar Noorwegen gegaan, waar Leen Pfrommer mij geweldig heeft opgevan gen. Dat was nog vóór de Nederlandse kampioenschappen. Daarna werd ik of ficieel bij de kernploeg gevoegd. Pfrommer heeft mij veel geleerd. Ik kon helemaal niets toen ik bij hem kwam. Ik zat niet diep genoeg, de bochten waren verkeerd, ik hield mijn armen niet goed, kortom er deugde niets van. Het gaat nu technisch aan zienlijk beter, maar volmaakt kan ik het nog niet noemen". Een noot van kritiek plaatste Bazen bij het gebrek aan internationale wedstrijdervaring. „Onlangs zijn in Inzeil en Innsbruck sprintwedstrijden gehouden en dit weekeinde ook nog in Cortina. Met mannen als Börjes, Keiler en König. Daar mis je wat aan als je er niet bij bent. We gaan nu wel naar Davos, waar we veel 500 meters gaan rijden. Dat moet. Anders gaat het niet vanzelf. Zijn sprinters speciale mensen? Hebben ze speciale eiegepschappen?" Bazen, die in 1967 nationaal jeugdkampioen was, meent van niet. „Er is geen peil op te trekken. Kijk maar naar het verschil tussen bijvoorbeeld een Börjes en een Suzuki en lichaamsbouw. Je moet je wel altijd goed concentreren. Dokter Lap zei laatst tegen me: „Tien telefoon tjes opnemen in één minuut of in tien minuten, ziedaar het verschil tussen de 500 meter en de 10.000 meter. Dat is het zo ongeveer wel". Jan Bazen: op volle snelheid. 500 m 1500 m 1000 m 3000 m Totaal 1. Kaiser 46.89( 3) 2.26.9( 1) 1.33.8( 1 4.57.5( 1 192.340( 1) 2. Keulen 45.85( 1) 2.29.0( 2) 1.34.4( 3 5.05.0( 4/5) 193.550( 2) 3. Rep 46.40( 2) 2.30.2( 4) 1.34.3( 2 5.06.5( 6 194.700( 3) 4. Schut 47.23( 4) 2.29.8( 3) 1.37.3( 7 5.01.6( 2 196.080( 4) 5. Falkena 47.80( 8) 2.34.2( 9) 1.36.0( 6 5.08.7( 7 198.650( 5) 6. Demming 49.48(17) 2.31.7( 5) 1.38.0(10/11) 5.02.3( 3 199.430( 6) 7. Geyssen 48.29( 9) 2.32.9( 7) 1.35.7( 5 5.14.1( 8 199.457( 7) 8. Tichelaar 49.06(13) 2.32.3( 6) 1.37.8( 9 5.05.0( 4/5) 199.560( 8) 9. V./d. Brom 47.69( 7) 2.35.4(14) 1.35.4( 4 5.15.3( 9 199.740( 9) 10. Van Dalsen 47.535) 2.34.9(12) 1.37.5( 8 5.25.1(14 202.096(10) 11. Burgmeyer 48.69(11) 2.34.4(10) 1.38.6(12 5.17.3(10 202.340(11) 12. Jongsma 48.69(11) 2.35.3(13) 1.39.0(15 5.17.5(11 202.874(12) 13. V./d. Lende 49.58(18) 2.34.4(10) 1.38.0(10/11) 5.20.7(12 203.497(13) 14. Dijkstra 47.66( 6) 2.34.1( 8) 1.38.9(14 5.32.2(15 203.844(14) 15. Willems 49.46(16) 2.37.1(16) 1.40.0(17 5.22.1(13 205.510(15) 16. Te Winkel 49.06(13) 2.36.3(15) 1.39.1(16 5.34.4(16 206.443(16) AMSTERDAM Jan Bols, de 26-jarige Hoogeveener, in wiens leven de sport zo'n grote rol speelt als wielrenner, als schaatsenrijder en als winkelier in sportartikelen heeft voor het eerst in zijn carrière de kampioenskroon op het hoofd gekregen. Op de Jaap Edenbaan zaterdag in een kille mist, zondag bij stralend zonnig winterweer, zelfs zonder wind reed de sympathieke kleine Drent naar het nationale kampioenschap bij de schaatsenrijders, daarmee wereld- en Europees kampioen Ard Schenk onttronend als Nederlands kam pioen. Bols, die door een sterke overwinning op de 5000 meter met een winst van vijf seconden op Schenk en een knappe 41.8 op de 500 meter de eerste dag afsloot met een zeer geringe achterstand op de titelverdediger (0.250 punt) en daarmee zeer goede uitzichten op zijn eerste kampioenschap had. zag deze aan zienlijk devalueren, toen Schenk hem zondag op de 1500 meter in een man- tegen-man-gevecht met 2.6 seconden versloeg. De lange Noordhollander schit terde in al zijn grootheid en zijn tijd van 2.04.4 stond daar als een monument voor een groot kampioen. Met een verschil van 23 seconden zou Bols Schenk op de 10.000 meter moeten verslaan om de titel, die zaterdagavond nog zo nabij scheen, te kunnen veroveren. Het scheen een onmogelijke opgave, vooral omdat zij wederom naast elkaar aan de startlijn kwamen. De verwachting was alge meen, dat Ard in een rechtstreeks duel nooit zoveel van zijn winst zou behoe ven prijs te geven om de titel te verspelen. Hoe anders zou het echter uitpakken! Kaiser kamp. van Nederland. Ard Schenk elf hierover: „Ik vertrok op een schema van 15 min. 56 sec., en ik wist, dat Jan wegging op 15.47. Een verschil van negen seconden, terwijl ik er 22 mocht verliezenIk had me zo voorgesteld eerst te trachten bij hem te blijven en daarna een gat te laten val len. Echter niet zo groot, dat ik de si tuatie niet zou kunnen blijven overzien. Immers, Jan is een sterkere stayer dan ik, maar 23 seconden zou ik toch niet op hem hoeven te verliezen. Na een rondje of vijf kreeg ik echter last van een braam op mijn rechter schaats, waarvan ik vooral in de bochten veel hinder had. Later kwam er ook nog een braam op de linker schaats bij. Het ging niet meer. Het kampioenschap heb ik toen afgeschreven en alleen nog maar getracht de tweede plaats veilig te stellen. De onmacht om in het spoor van Jan te blijven raakte me ook psychisch. Op dat moment, dat hij langs me kwam, heb ik geprobeerd hem bij te blijven. Ik mocht immers niet te veel op hem verliezen, want Verheyen, die een „vuurvreter" is, kwam ook nog en vormde een wezenlijke bedreiging voor mijn tweede plaats. Mijn rondetijden werden daardoor aan 't eind wat beter, zo van 38 1/2-39, nadat ik lange tijd ronden van 40 of zelfs meer had gere den. Jan kwam door mijn terugval in een winning mood en kreeg vleugeltjes. Die braam voer ik echter niet als ex cuus aan voor mijn nederlaag. Jan Bols is een waardig kampioen en verdient de titel alleszins. Het is knap van hem, dat hij die twee seconden verlies op de 1500 meter zó heeft teruggepakt. Twee overwinningen (op de 5000 en 10.000 meter), een tweede (500 meter) en een derde plaats (1500 meter) laten geen twijfel over Jans kampioenschap." Ard Schenk had gesproken en in zijn woorden gaf hij Jan Bols, de nieuwe kampioen, alle eer die hij verdiende. Want Bols heeft een sterk kampioen schap gereden met als enige „schoon heidsfoutje" zijn gedecideerde ntder- laag tegen Schenk op de 1500 meter. „Ik vond het wel veel, die 22 seconden achterstand op de 10 km. Maar ik ging van het standpunt uit, dat als Ard een beetje minder zou rijden dan normaal en ik daarentegen wat beter, zou het toch een haalbare kaart moeten zijn", aldus Jan Bols zelf. „Ik heb gegokt, al les of niets. KnallenNa ongeveer 15 ronden kreeg ook ik iets aan mijn schaats. Gelukkig achterop, waardoor ik er weinig van gemerkt heb." De 1500 meter van Ard Schenk en de 10.000 meter van Jan Bols waren de hoogtepunten van een mooi, sportief toernooi, dat tenslotte toch een verras sende ontknoping kreeg. Zaterdag, toen de mistsluiers steeds dikker werden en de rijders tenslotte nog slechts in vage contouren waren te onderscheiden, leenden de omstandigheden er stond bovendien een venijnige wind zich, vooral op de 5000 meter, allerminst voor topprestaties. Niettemin kwam Ard Schenk tot een goede 41.04 sec. op de 500 meter, op welke afstand hij het dichtst benaderd werd door.... Jan Bols, die weliswaar niet aan Schenks tijd .v.v sport ot>>>Kwb»X'■Xw>w..%w>>KwKw?K,.w.<%vKwK*IwK w>»>w>:.»WoN%v.%v-v.v.v,w Een gedesillusioneerde Schenk na de 10 km. Ard kon tippen (41.80), maar voor zijn doen toch zeer sterk uit de startblokken was gekomen. Een andere lange-afstand- specialist, Eddy Verheyen, werd met 42.03 derde en oud-wereldkampioen Kees Verkerk werd door de Devente- naar, wiens voortreffelijker vorm reeds eerder tot uiting was gekomen in de landenwedstrijd Noorwegen-Nederland en in de nieuwjaarswedstrijden te Oslo, met 0,01 sec. verschil verwezen naar de vierde plaats. De leden van de kern ploeg voerden toen reeds de boventoon. Alleen Jan Palsma (42.63 en zesde) en Harm Kuipers (42.9 en achtste) wisten zich tussen hen te plaatsen. Op de 5000 meter, gewonnen door Jan Bols in 7.38.5 met op de tweede plaats Ard Schenk (7.43.5), was het meest opzienbarende de bescheiden prestatie in tijd: 8.00.2, en in klasse ring: achtste van Kees Verkerk, eens de gevierde vedette, nu stil nageoogd na zijn rit door de duizenden, toeschou wers, die de afgang (want dat was het) 500 m 5000 m 1500 m 10.000 m Totaal 1. Jan Bols 41.80( 2) 7.38.5( 1) 2.07.0( 3) 15.29.4( 1) 176.433 2. Schenk 41.04( 1) 7.43.5( 2) 2.04.4( 1) 16.15.2(10) 177.617 3. Verheyen 42.03( 3) 7.48.8( 5) 2.07.0( 3) 15.45.0( 2) 178.493 4. Verkerk 42.04( 4) 8.00.2( 8) 2.06.5( 2) 16.04.4( 5) 180.477 5. Nottet 42.23( 5) 7.48.7( 4) 2.09.4( 5) 16.09.8( 7) 180.723 6. Nooitgedagt 42.87( 7) 7.52.4( 6) 2.10.3( 6) 15.49.0( 3) 180.993 7. Van Dijk 43.00( 9) 7.48.1( 3) 2.10.3( 6) 15.58.8( 4) 181.183 8. Kleine 43.36(11) 8.04.0( 9) 2.10.5( 8) 16.14.3( 9) 183.975 9. Vink 44.21(20) 7.55.1( 7) 2.14.4(14) 16.09.3( 6) 184.985 10. Kuipers 42.90( 8) 8.07.6(12) 2.12.5( 9) 16.40.0(11) 185.827 11. Derksen 43.91(16) 8.06.3(10) 2.14.8(16) 16.13.8( 8) 186.163 12. Palsma 42.63( 6) 8.15.1(16) 2.13.8(11) 17.14.5(15) 188.465 13. De Koning 43.35(10) 8.11.7(14) 2.13.3(10) 16.44.4(12) 189.153 14. Hekman 44.19(19) 8.14.9(15) 2.16.5(19) 16.56.9(13) 190.025 15. Klos 44.17(18) 8.11.6(13) 2.18.7(24) 17.05.1(14) 190.818 16. Giling 44.67(24) 8.07.2(11) 2.17.4(20) 17.19.0(16) 191.140 1. Jan Bols kamp. van Nederland. van de grote Keessie niet konden ver werken. De Puttershoeker, die zovele malen in het verleden het publiek in extase bracht, draaide plichtsgetrouw zijn rondjes. Ook zij, die nog hoopten op Verkerks fameuze „eindschot", wer den diep teleurgesteld. Kees had hier toe niet de macht. Zijn eigen trai- ningsopzet had hem parten gespeeld. „Het heeft Kees ontbroken aan vol doende tempotraining", was het oordeel van oud-schaatscoach Henk Lamberts. Verkerk hierover: „Bij de IJssel Cup ging het aardig, maar Ard had toen nog niet zoveel getraind. Ik ben toen gaan Stien Kaiser (32) vierde een grandioze come-back AMSTERDAM Geen mens ter wereld aan wie Stien Kaiser haar geheimpje wilde verklappen. Het hoofd gestoken in een enorme lauwerkrans onderging ze stralend van blijdschap de huldiging. Zwaaiend met de bloemen reed ze haar ererondje, zichtbaar genietend van de ovatie, die de meest standvastige tribune klanten haar na een veertienurige schaatssession brachten. Stien („net als Fran se wijn, hoe ouder hoe beter", meende de speaker te moeten opmerken), was overduidelijk gelukkig met het behalen van haar zesde nationale titel. Maar hoe blij ook, ze bleef tevens gesloten. Weg was ze, als iemand naderde, die haar de vraag had kunnen stellen. Want dat ene, de drijfveer van alles, wenste Stien Kaiser, de 32-jarige secretaresse van de gemeente-pol it ie in Delft, voor zichzelf te bewaren. Namelijk het antwoord op de vraag, hoe het kwam dat zij, die de laatste twee jaar volkomen tevreden scheen met een rol op het tweede plan en nauwelijks extra aanzette als zich reële titelkansen voordeden, nu zo furieus te keer ging. Haar eindschot was even krachtig als zeven jaar geleden, toen zij de technische commissie en een meewarig publiek nog van haar capaciteit en de mogelijkheden van het damesschaatsen in het algemeen moest overtuigen. De wijze, waarop zij haar races opende zelfs beter. Gerenommeerde snelle starters als Elly van de Brom en Atje Keulen- Deelstra gunde ze op de 1500 en 3000 meter geen centimeter. Het was Stien, die van het begin af elke race dicteer de. Kees Broekman gewaagde van het steed aan de korte afstanden. Maar de feit, dat er nogal wat aandacht is be- oorzaak lag elders: in de bronnen van de inspiratie. En wat dat betreft, kon iedereen zien, wat Stien niet wilde zeg gen: de bebaarde Deventer onderwijzer Guido Baars, sinds Kertmis de verloof de van Stien Kaiser. „Als ze even snel trouwen als ze zich verloofd hebben schaatst Stien niet lang meer", grinnik te Kees Broekman. Stiens dadendrang kwam tot uiting in een dubbel kampioenschap, of beter ge zegd in een titel, die op twee wijzen werd behaald: via het klassement en door het winnen van drie afstanden. Tijdens het schimmenspel van zaterdag sloeg ze een gat van ruim twee secon den op de 1500 meter tussen zichzelf en Atje Keulen. In het volle zonlicht van zondag dook ze op de 3000 meter als enige onder de in Nederland nog niet doorbroken vijf minuten-grens (4.57.5). Aan het sterke rijden van Stien Kai ser zou men een luchtige prognose voor het komende Europese kampioenschap (Leningrad) en de strijd om het wereld kampioenschap (Helsinki) kunnen kop pelen, ware het niet, dat enkele aspec ten om bezinning vragen. Van de „gou den" ploeg, die drie jaar geleden in Helsinki één, twee en drie werd bij het wereldkampioenschap heeft Kees Broekman alleen de twee meest erva ren leden, Stien Kaiser en Ans Schut, kunnen vasthouden. Willy Burgmeyer viel vorig jaar reeds uit de Zwanen burg-erfenis (ze deed een vergeefse po ging terug te komen) en zondag volg den de oudwereldrecordhoudster op de 1000 meter, Elly van de Brom, en de Olympische 1000 meter-kampioene Car ry Geysseu Leeftijden van de drie meisjes resp. 23, 21 en 24 jaar. Elly van de Brom, zo van de finish van de 3 kilometer de kleedkamer binnengere den voor een verolssende huilbui, be kende nog nooit zo serieus te hebben getraind als juist dit seizoen. Carry, die vandaag 24 wordt was daarentegen te vreden met haar prestaties. Voor haar was het des te zuurder, dat zij uitein delijk met minimaal verschil moest wijken voor Rieneke Demming. „Twee maanden heb ik last gehad van pijn in de rug. Pas de laatste veertien dagen ben ik klachtenvrij. Voor mij is dit kampioenschap net iets te vroeg geko men". Kees Broekman voerde daar naast nog aan, dat een kaak-ontsteking Elly van de Brom een trainingsachter stand van veertien dagen heeft bezorgd. De open gevallen plaatsen werden in genomen door de onlangs twintig jaar geworden jeugdkampioene Trijnie Rep (van wie dat algemeen verwacht was) en de 23-jarige stijl-rijdster Akke Fal- kena, die het vorig jaar na een eindelo ze reeks selectie-wedstrijden zelf voor de eer bedankte en bij die gelegenheid zwoer terug te zullen komen en dat ook deed dankzij de hulp van Klaas Visser, Henk Lamberts en ook dankzij Kees Broekman. Met Atje Keulen-Deelstra minder sterk dan aan het eind van het vorige seizoen Akke Falkena en Trijnie Rep heeft jeugd- en Fries land-trainer Visser thans beslag gelegd op drie startplaatsen bij het Europees kampioenschap. Het had er nog minder florissant voor Kees Broekman uitgezien, als Vis ser zijn plannetje helemaal ten uitvoer had kunnen brengen. „Trijnie Rep had plaats Nederlands kampioene moeten worden", sprak de man, die verleden jaar Atje Keulen-Deelstra verrassend naar de titel voerde. „Ze heeft te ge spannen gereden. Ze keek hoog op te gen de leden van de kernploeg. Ik heb er hard voor moeten praten om haar wat meer vertrouwen in eigen kunnen te geven". Desondanks reed het Zaanse meisje vlot naar de derde plaats in de eindrangschikking. Ze won zaterdag in een aansprekend duel op de 1500 meter van Atje Keulen en demonstreerde zondag op de 3000 meter in de rit tegen Ans Schut over „kleverscapaciteiten", te beschikken. Met Vissers plannen strookten daar entegen niet de vroegtijdige lancering van de achttienjarige Sipke Tigchelaar. die zich dankzij een formidabele 3000 meter (een verbetering van het per soonlijk record met twaalf seconden) binnen schootsafstand reed van Riene ke Demming, die de zesde plats bezet hield. „Voor Sipke zouden de interna tionale wedstrijden een te grote belas ting hebben betekend. Laat haar maar langzaam groeien", aldus Visser. En Henk Lamberts voegde eraan toe: „Dat is de toekomstige kampioene". Kees Broekman was van mening, dat deze nieuwe infiltratie in zijn kern groep het gevolg was van het ineenge- Stien Kaiser op de 1000 meter in actie tegen Ans Schut. schoven niveau. „De verschillen zijn zó gering geworden", verduidelijkte hij, „dat een kleine misslag al fatale gevol gen kan hebben". Meer kritisch inge stelde begeleiders spraken van een in eenstorting van het niveau. Henk Lam berts, sportdirecteur van de gemeente Deventer, die de dames heeft getraind, toen Broekman met Kerstmis naar Noorwegen reisde en ook daarna bij el ke training aanwezig was, verklaarde zonder omwegen: „Ik zie de toekomst met zorg tegemoet. De Noorse meisjes maken momenteel tijden, die ongeveer gelijkwaardig zijn aan wat onze meis jes presteren. De Russinnen zijn nog een klasse beter. Zoiets zou onbestaan baar moeten zijn. Onze meisjes behoren veruit aan de top te staan. Wij hebben een overvloed aan talent en de beste faciliteiten". Over de oorzaken wilde Lamberts geen oordeel uitspreken. „Wel weet ik, dat onze meisjes momen teel een trainingsachterstand van ruim een maand hebben. Daarmee bedoel ik de specifieke ijstraining, want de con ditionele basis was ruim voldoende". Kees Broekman haakte daarop onge wild in toen hij verklaarde: „Ik ben blij, dat we in Davos tenminste rustig kunnen werken". twijfelen, of ik niet te vroeg in vorm was. Ik heb daarna wel een beetje ver stoppertje gespeeld. Ik geloof, dat de vorm nu in opgaande lijn is. De condi tie is er in ieder geval, heeft de dokter gezegd. Zondag moest het wel gebeu ren, want Pfrommer heeft mij zater dagavond gezegd, dat als ik mij niet zou plaatsen voor de kernploeg, ik thuis kon blijven". Deze harde woorden waren niet voor dovemansoren gesproken. Ofschoon Verkerk de tweede dag weliswaar ook niet vermocht te imponeren kwam hij toch aanzienlijk beter voor het voet licht met een tweede plaats in 2.06.5 op de 1500 meter en een vijfde op de 10 km in 16.04.4. Zijn vierde plaats in het eindklassement gaf hem toegang tot het Europese kampioenschap over twee weken in Heerenveen, maar van zijn oude glorie wist hij hiermee toch niets terug te winnen. Schenk-BolsDit was het grote duel, dat zondag over de titel zou be slissen en waarvoor 8000 toeschouwers naar de Jaap Edenbaan waren geko men. Eèn vol huis! Toen Schenk in een machtige race, waarin hij een demon stratie gaf van zijn grote klasse, een vergeefs terugvechtende Jan Bols ruimschoots verslieg in de voor Neder landse begrippen onwaarschijnlijke tijd van 2.04.4 (het baanrecord stond op 2.11.3scheen de strijd beslist. Ver kerk werd tweede in 2.06.5 en met Bols kwam ook Eddy Verheijen uit op 2.07.0. Verkerk rukte door deze prestatie op van de zesde naar de vierde plaats in het algemeen klassement, doch speelde verder geen rol in het hoge spel om te titel, dat zijn apotheose kreeg op de 10.000 meter. De ontknoping hiervan hebben wij reeds geschetst. Het werd voor Jan Bols een triomftocht. Hij werd ovationeel toegejuicht door het publiek, dat een nieuwe held had ge vonden. Elke ronde liep Bols verder weg van de vertwijfeld terugvechtende Schenk. Na twaalf ronden (4800 meter) stond Schenk al op een achterstand van 20 seconden en na achttien ronden moest hij nog terug voor het behoud van de tweede plaats, in welke opzet hij slaagde. Verheijen, overigens alles zins tevreden met zijn derde plaats, heeft slechts even gepoogd Schenk nog verder terug te dringen, maar gaf het spoedig op. Daarvoor was de kloof toch te groot. Ronnie Nooitgedagt, Verheij- ens directe tegenstander, ging evenals de Deventenaar stralend door de finish. Met zijn tijd van 15 min. 49.5 sec., was hij er juist in geslaagd de zesde plaats in het eindklassement te bereiken en nam daarmee de plaats van een ont goochelde Jappie van Dijk in de selec- tieploeg voor de naderende internatio nale kampioenschappen in.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1971 | | pagina 7