Advocaten grote winnaars Testament als fundament van Julianaziekenhuis Kinderen in Breukelen eten nu nog poffertjes uit nalatenschap van Kees de Tippelaar m '■■s- A'\r N s mmMÊÊëMÊÊ: door Adriaan P. de Kleuver Postagentschap werd uitgebreid V BEROEPEN DINSDAG 12 JANUARI 1971 Deze keer gaan wij goo chelen met miljoenen want enorme bedragen 8poken in de hoofden van veel mensenEr zijn er die er nachtmerries van krij genHet gaat vanzelf om het aardse slijk waarvan een ieder liefst zo veel mo gelijk wil bezittenLaat ik u dan verzekeren dat je als wijlen de geleerde heer oAïunl v~a;i Silver. cu vwr Goud h' ,1 Wat cjha lol Verderf unWcdcdv 'Daad? (riddlee\rfr op verf rot ra rt)at drh ctoov uwe S&cht lüal stcelm; Maar} l ied dd op kpu Sdicpoerdef, Eu iiicnd de vreemde Goodrn nkt. Brugmans moet praten en dan nog houden ze aan hun droom vastJe kunt zulke mensen evengoed aanpraten dat ze familie van Napoleon zijn omdat diens moeder en hun moe der allebei moeders ivo ren want ze wijken geen duimbreed af van het ideaal dat ze zich in het hoofd geprent hebben9 nl. het in de wacht slepen van wat schimmige miljoenen Er werd mij eens verzocht een onderzoek naar zo'n miljoenenschatalthans een van een slordig mil- joentje, in te stellen. Ik liep tóch zo veel archieven in en uit en dan kon ik dat best even „meenemen". De familieleden 9geloof- den9 onwankelbaar in dat geld. Gebleken is dat de buit al lang bipnerl ge haald was. Het betrof een Tielse schat en die is spoorloos verdwenen. Bin nengehaald bedoel ik. Hoe dat zit ga ik aan het slot vertellen. De droom h voorbij en het werd een slag in de luchtVooraf laat ik voor uw ogen een miljoenendans opvoeren zocds deze in de stoutste dromen van een mens zich maar kan afspelenEr zijn ook echt humoristische gevallen bij. Maar óók die meer weg hebben van een dance macabre. En óók met onzinnige bepalingen Het wordt geen droog cij fermateriaal maar een stukje volkshistorie uit het volle aardse leven gegre pen met het aardse slijk als hoofdschotel en ont goocheling als toet je. GEHEIMZINNIG WONDER HALF MILJARD SUIKEROOM HOND SPOOR ZOEK CITROENTJES SINISTER *1 I Ww JL'W Htihcti Verlicht it\cf hccmtf schun Begeerd yem Aoekvun(<Hi ic Zf/n. JACHT OP TESTAMENTEN MILJOENENERFENIS GAF VAAK ONTGOOCHELING Wij verdiepten ons in twee merkwaardige testamenten en ervoeren hoe met geld arme drommels óók een beetje geluk gebracht kan worden. In Lienden hoorde ik ook van dissonanten rond het Van Brakelt'onds tus sen belanghebbenden onderling. Hoe durfde men! Ga maar eens naar het Engse bos bij Ommeren. Dan ziet u, als u het bruggetje naar de rustigste plek die ik ken overgaat, wat het lot van ieder mens is. Een laatste rustplaats in een dichtgeschroefd huis van zes planken. Om het geld van onze lieve Vrouwe Clara Jansdochter van Sparwoude is dat nooit voorgevallen. Wij kwamen met de „erfenis" van Neeltje Pater uit Broek op- Langendijk. Dié was rijk! Men schatte haar vermogen op ettelijke onverdeelde miljoenen. Vroeg men de Paters uit Veenendaal en Renswoude waar dat geld dan wel zat, dan wist men alleen maar te vertellen dat het „in Engeland op een baruk stond". Circa •zeven miljoen. Wat gemakkelijk toch! Je haalde het er zó af zo redeneerde ik. Om meer aan de weet te komen houd je je dan maar een beetje dom. Dan „vang" je het meeste op. Natuurlijk waren er ook mededingers die niet de naam Pater droegen. Die moesten dan maar eens aantonen dat „ze" ook van Neéltje waren. Daar sloeg men aan het samenstellen van stambo men dat het een lieve lust was. Al dat geploeter was uiteindelijk voor niks ge daan. Nooit is er iets van terecht geko men. Er werd een familievereniging op gericht en een lijfblad, „Ons Recht" ge noemd, uitgegeven. Advocaten trekken ten velde en verdienden er dik aan. En de zaak maar aanhouden 'jongens! Hoe verder men groef hoe minder de buit bleek te zijn. Tot de „kopstukken" de kwestie liquideerden toen bleek dat men hersenschimmen had nagejaagd. De erfenis was al kort na haar dood tussen de rechthebbenden verdeeld. Van een dozijn „pakhuizen" in Amster dam geen spoor... Twee geruchtmakende erfenissen wa ren die van Duitse emigranten die in de VS steenrijk geworden waren. Daar over is in ons land óók heel wat verga derd. Dat ging héél geheimzinnig. Men was met een stuk of acht. Tot één van hen een losse opmerking maakte die een krantenman te weten kwam. Ineens werd het voorpaginanieuws. En daar had je de poppen aan het dansen. Over al vandaan doken mededingers op. In ons land al een paar honderd. Ze be hoorden tot de „Erbengemeinschaft" te Darmstadt, die uit ruim 2200 leden be stond. Daarbij ging het om het fabel achtige vermogen van driekwart mil jard gulden 750.000.000) die afkom stig waren van de rond 1920 overleden Frans Valenin Emmerich. Op zondag 20 mei 1962 vergaderde de Nederlandse afdeling maar eens in Krasnapolsky te Amsterdam. De stuk ken vlogen er af. Men wilde haring of kuit. Die Nederlanders hadden in de aanvang (1959) maar acht leden en door dat krantenbericht werden het er onge veer 200 en nog steeds meldden zich mensen aan. Toen besloot men dat pu bliciteit taboe zou zijn. Na afloop van de vergadering zwegen alle leden als het graf. Op straffe van uitsluiting hadden ze allemaal een stuk moeten ondertekenen en moeten verklaren dat ze anoniem zouden blijven. Ook was men bang dat anders de speling te dun zou worden. Het begon zó. De oorsprong van dit niet te geloven vermogen moeten wij zoeken in Phila delphia (VS) waar in 1816 de multimil- 1 ionair John Nicolas Emmerich over leed. Hij was in het Duitse stadje Gros Umstadt geboren en trok op jeugdige leeftijd naar de Nieuwe Wereld. Daar zette hij met zijn landgenoot Astor een pelshandel op en verdiende er schatten mee. Dat er miljoenen dieren het leven voor moesten laten is vers twee. Het gaat nu om de herkomst van dat ver mogen. De enorme erfenis werd goed belegd bij banken en scheepvaartmaatschap pijen. Zijn enige zoon erfde het vermogen en ook diens zoon kreeg het monsterka pitaal welhaast ongeschonden in bezit maar beleefde er weinig plezier aan. Hij verloor het leven bij de ondergang van de Titanic. Diens zoon dan was de rond 1920 overleden Frans Valenin Em merich die zonder nakomelingen over leed, Wat moest men met de miljoenen doen. Als door een wonder vond men in 1928 in de voering van een lederen kof fer een testament dat de Emmerich- erfgenamen testeerde. Onderwijl rezen de spanningen en toen de ?e Wereld oorlog uitbrak „bevroor" Amerika het vermogen als zijnde Duits kapitaal. Eerst in 1952 werd te Darmstadt de „Erbengemeinschaft" gesticht om per sonen die aanspraak konden maken op dat geld te helpen. De Nederlandse afdeling gelooft er niet meer in. Na de bijeenkomst te Amsterdam hebben leden-juristen ij verig gespeurd en zij voeren er als enigen wel bij omdat ze betaald wer den uit het inschrijfgeld' van de le den. Wat er wél door ontstonden? Ongelukkige huwelijken en echt scheidingen die geen doorgang kregen omdat, zo de vrouw descendete was, de man weigerde te scheiden om zo doende een deel van het geld in te pikken. Geld dat misschien nooit op de proppen komt... Heeft in 1923 een grappenmaker ad vertenties in de streekbladen van Maas en Waal geplaatst met de mededeling dat er 60.000.000 dollars te verdienen waren? Het had er alle schijn van. In y- - y- -V' v.M Kees de Tippelaar als dieren vriend. 1780 werd te Afferden aan de Maas Comelis van Leeuwen geboren die als koloniaal naar Indië vertrok, het daar niet naar zijn zin had, mogelijk deser teerde en naar Amerika ging. Een echte avonturier dus, maar een die het wél rooide en bij zijn overlij den, zo stond in dat krantenberichtje, de ronde som van 60.000.000 dollars na gelaten Had aan de derde generatie na hem. Omdat men h«m als het zwarte schaap in de familie beschouwde zou den de eerste twee generaties naar zijn geld kunnen fluiten. Zo'n krantenbe richtje kreeg een achternichtje in han den, maar ieder bespotte haar. Tot een tweede bericht over de schat van de Van Leeuwens in de kranten verscheen. Toen verstomde het lachen en drong het tot de familie door dat er toch iets te halen was. Naarstig ging men aan het zoeken naar de bewuste advertentie maar die was onvindbaar. Daarin stond het adres waar men zich kon vervoegen. Navraag bij de streekbladen leverde niets op. Bij de één was het hele archief ver brand en weer bij anderen ontbraken aan de jaargang 1923 diverse nummers. Notaris na notaris werd aangeschre ven, alle staten van Noord-Amerika werd om inlichtingen verzocht, maar in Amerika wist men evenmin iets over Comelis van Leeuwen of over het tes tament aan de weet te komen. Vandaag de dag zouden die 60.000.000 dollars rente op rente gerekend een be drag van 500.000.000 gulden (een half miljard gulden dus) belopen. Zo zoeken de Van Leeuwens uit Druten nog naar stig verder naar de stapel geld. Naar mijn mening tevergeefs zodat ook dit geval wel op een wensdroom zal uitlo pen. Deze geruchtmakende miljoenenge schiedenissen inspireerde een volks dichter tot het aardige, liedje: „Dat is mijn neef uit Canada, uit 't hartje van Amerika". Als men het mij vraagt woonden die lui aan de Poolzee want ze lieten die arme Nederlanders maar le lijk in de kou zitten. Ja maar... goed, goed, zet maar door en maak maar breed uitwaaierende stambomen ten bewijze van uw recht op zulk onvind baar geld. Wij leven toch in een stam bomenperiode en als dat maar goed ge daan wordt leveren die miljoenen ge schiedenissen nog aardige historische bijdragen op. Er waren ook van die goeie lieverds (mag ook wel lieve goeierds) die met niet eens zo heel veel geld échte vreug de rond zich verspreidden. Daaronder had je de luisterrijke grappenmaker Kees de Tippelaar. Dat was een type. In de testamentengeschiedenis is er één die op het plan staat van mej. Hofman uit Gouda. De naam van wijlen mevrouw Elizabeth Jo hanna van Doorn geb. Hootsén be hoef ik maar te noemen en duizen den lezers zullen zich afvragen: Waar heb ik die naam meer gele zen?". Tien tegen één dat men zal zeggen„In de hal van het Julia naziekenhuis aan de Cuneraweg." De heer Joh. van Bameveld, per soneelschef van Hollandia-Tricot, stond ter reproductie een zeldzame prentbriefkaart af waarop de ex ploitanten van het familie-pension „Villa Bergzicht" met een aantal gasten vereeuwigd staan. De he er en mevrouw Van Doorn-Hootsen staan in het midden. Er was nog een medeexploitante, voor mij om mijn vriendschap met Kees van der Jaght „tante Margreet". Ik heb jarenlang heel wat voetstap pen daar staan want wij hadden een strijkje en mochten in de win tertijd daar repeteren. Ze waren op dat terrein altijd gul. Voor de rest door en door zake lijk. Zo probeerden ze altijd zo goedkoop mogelijk in te kopen. Een groentenman werd dat een beetje zat en zei op een keer toen één van de zusters naar de prijs van een geweldig grote rode kool vroeg: „Die hebt V vandaag voor niets", waarop ze vroeg„Hebt u er dan nog een kleintje bij". Dat is historisch. Zo U wilt kan ik U man en paard (een heuse hit) noemen. Toen ik van de schenking hoorde deed me dat wat. „Tante Bets was de goedheid zelve en het ver baasde mij niets. Vorig jaar werd ik in het Juliana Ziekenhuis ver pleegd. Al die meelevende specia listen en al die lieve zusters wer ken voort in de geest van de schenkster. Hier wordt goedheid nagestreefd en goedheid beloond. Dat staat zo piëteitsvol op de me moriesteen in de hal. Daarop leest U: Ter eerbiedige, nagedachtenis aan Elisabeth Johanna van Doom geboren Hootsen, geboren te Heivoort 6 februari 1869, overleden te Rhenen 26 januari 1942, die door het schenken van het ter rein en enige gebouwen het moge lijk heeft gemaakt dit ziekenhuis te stichten. Wandelen was zijn lieve lust, vandaar de bijnaam, want hij heette in de bur gerlijke stand L. C. Dudok de Wit en woonde op het buiten Slangenvecht aan de Vecht. Hij was zo rijk geworden door een échte suikeroom uit Indië die een sui kerplantage bezat. In de „wandeling" dan Kees genoemd zijnde was hij een meester in het organiseren van dave rende feesten. Die man was de gulheid zelve. Dan reed hij in een open rijtuig door Breukelen en strooide snoep en stuivertjes rond zich. Voor zijn deftige huis zette hij rond tafeltjes gemakkelij ke stoelen. Vreemden die langs de mooie Vecht (nu ook al zo'n stinkend geval als bij ons de grift) kwamen za gen dat en meenden dat het een uit spanning was. Met een uitgestreken gezicht kwam Kees dan informeren wat men wenste. Een wit servet had hij dan over de arm geslagen. Nét echt! Als men dan ge smuld had van hetgeen hij ze voorgezet had en men om de rekening vroeg dan zei Kees: ,;Er is geen rekening; u was te gast bij Kees de Tippelaar". Vanzelf viel dan de mond open van verbazing. In het dorp vertelde men dat hij in de wei een paard had lopen met een strooien hoed op en dat het soms met Kees aan tafel zat. Hij was dol op kinderen. Ik bezit daarvan de tastbare bewijzen. Een kind kon hem een prentbriefkaart zenden en prompt kreeg men er een terug met Kees er op in de een of andere toe stand. Zo heb ik uit de nalatenschap van mijn schoonmoeder een tweetal kostelijke kaarten van Kees de Tippe laar. Zo bracht de opening van het testa ment óók een verrassing. Hij reserveer de de som van 8.000,- om ieder jaar alle Breukelense kinderen op 3 oktober op poffertjes te trakteren. En dat ge beurt nóg. Ze eren Kees nog als de béste Breukelenaar en nog altijd klinkt het Breukelense volkslied: „Er is geen beter Breukelenaar, dan onze Kees de Tippelaar". Vrouwen als Clara Jansdr van Spar woude zijn er meer geweest. Ik ken zelfs een voorbeeld dat in dierenliefde haar weerga niet heeft. Zo overleed in 1953 te Papendrecht mej. Johanna Hoogwinkel, een gepensioneerde onder wijzeres. Ze hield een schat van een hond en nu was juffrouw Hoogwinkel zo begaan met het lot van het dier na haar dood dat ze vroeg aan de notaris of ze haar hond tot universeel erfge naam kon maken. Maar neen, dat was toch te gek. Ze nam toen een ander besluit en vermaakte heel haar bezit aan het dierenassiel te Dordrecht onder beding dat haar hond daar een onbe zorgde levensavond zou gemeten. Zo werd Blecky van juf het troeteldier van deze instelling. De hele menagerie daar voer er wel bij. Om er stil bij te wor den. Andermaal was er een weduwe te Leerdam die in 1761 haar testament be sprak met een notaris. Zij heette Maria Ponderus en haar overleden man Pieter van Aaerden. Er moest van haar nage laten bezit een hofje van 12 woninkjes gebouwd worden met één regentenka- Familie Spies vist achter t net In Veenendaal en In de Midden-Betuwe zou een flinke portie uit het vette spaarvarken van een Tielse zalmvis ser terecht gekomen zijn als... ja als! Wat er helemaal precies gebeurd is zal wel nooit aan het licht komen. Maar voor zo ver ik uit een op ver zoek van de heer H. L. Spies te Vee nendaal uitgevoerd onderzoek heb kunnen opmaken zal de familie Spies c.s. wel voorgoed achter het net vis sen. Er moest een steekproef uitgevoerd worden op genealogisch terrein, de stamreeks van de fam. Spies dus, om uit te kunnen maken of onze Veenen- daalse familie relaties had met Cuini- ra Dina Spies uit Eek en Wiel die gehuwd was met Abraham de Kleyn, de bedoelde stinkend rijk geworden Tielse zalmvissen. zalmvisser, zat wel snor en als weduwe van Abraham de Kleijn, die op 12 maart üf te Tiel overleed, bleef zij eenzaam achter. Al spoedig gonsde het in de Betuwe van de geruchten over de onmetelijke rijkdom van Cuinira Dina Spies. Er zou een dik testament van De Kleijn-Spies moeten bestaan. Vijfen veertig jaar geleden is nog gepoogd de buit binnen te halen. Het resultaat was bedroevend: nul op het request, 't Geld was onvindbaar. Er zijn nog leden van de familie Spies die er in geloven. Daar zal het wel bij blijven. Want ik weet zeker dat van die hele geschiedenis nooit meer iets terecht komt. Het is een vreemde en ook wel een beetje trieste geschiedenis. In Gorinchem en Zalt-Bommel woonde de rijke juweliersfamilie De Kleijn. Uit dit geslacht nu stamde Abraham de Kleijn. De extracten uit de archie ven liegen daar niet om. Maar dan wordt de zaak plotseling zéér, zéér geheimzinnig In tweede huwelijk dan had Abraham de Kleijn de doch ter Cuinira Dina van de Eek en Wiel- se herbergier Rutger Spies en van Christina van Heer. Zij was weduwe van Jan Hendrik Jonkers. Het won derlijke doet zich voor dat na de dood van Abraham de Kleijn in 1827 ieder spoor van Cuinira Dina Spies zoek is. Noch haar overlijdensacte, noch de na haar dood ingediende memorie van successie zijn te vinden, 't Is of zij in de lucht is, opgelost. Alle nasporingen lopen dood op die ene aantekening in het notariële archief van het Alge meen Rijksarchief - Depot Gelder land, waar laconiek vermeld staat: is verloren gegaan- Dat toch is op z'n minst een vreemde zaak. Juist de notariële stukken moe ten aantonen hóé rijk dan wel dat echtpaar De Kleijn/Spies was! Men spreekt van miljoenen guldens. Maar wie zal het ooit kunnen bewijzen? Eén persoon slechts, die de bewijzen uit de archiefstukken na Cuiniras dood de memorie van successie wegsneed en zo alle gegevens weg nam. Wie? Ik weet het niet en niemand zal dat ooit aan de weet komen. Tenzij men de persoon vindt die in de tien jaarlijkse tafels van Tiel en omlig gende gemeenten een spoor heeft achter gelaten in de vorm van pot lood streepjes bij ieder die De Kleijn heette. Iemand moet aan de stamboom van de De Kleijn's hebben zitten prutsen. Een ambtenaar van het archief die ik mijn vondst toonde zei: „Dat is niet zoekgeraakt maar zal wel zoekge maakt zijn". Maar met dat al zit die hele zaak zo vast als een muur. Waar bleven de bewijsstukken? Wie zwen delde zo? Het waren verduveld han dige knapen. Dat staat vast! Vooral in 1925-'26 is er héél wat om te doen geweest toen de „arme tak" van de familie Spies wat geld bij elkaar bracht voor een onderzoek. Een advo caat uit Utrecht zou zich er mee gaan bemoeien. Een héél vreemde geschie denis werd het. Nooit is één van de mensen op het kantoor van „mijn heer de advocaat" geweest. De bijeenkomsten vonden steeds plaats in café's en de citroentjes en brandewijntjes met suiker stroomden liederlijk. Het ging in die Utrechtse café's zoals het spreekwoord zegt: ze dronken een glas en deden een plas en mijnheer de advocaat liet de zaak zoals die was. Toen de laatste dubbeltjes er door ge draaid waren kreeg de familie Spies te horen dat zonder geld er geen ver der onderzoek zou plaats hebben. Een schuimige streek, want die advocaat had zich toch óók kunnen vergewis sen dat de bewijzen verdonkere maand waren. Door één dag gedegen onderzoek had die mensen een misse lijke belevenis bespaard kunnen wor den. Bij alles voegde zich dan nog een charlatan van wie men niet eens weet of het wel een echte „advocaat" was. 't Geval bloedde dood Geen officieel stuk zal ooit de ware toedracht helpen ontcijferen omdat er geen meer is. De familie Spies vist al sinds de nergens te vinden overlij- densgegevens van die rijke suiker tante Cuinira Dina, achter... het net. Abraham de Kleijn ving er tenminste nog zalmen in. mer. In die kamer moest een ijzeren kistje staan waarin het originele testa ment en de obligaties bewaard dienden te worden. Het uur van sterven van deze goede vrouw, die in haar ouderdom aan wat arm en gebrekkig was dacht, betekende voor twaalf arme, oude mensen in suc cessie tot de dag van vandaag, gratis onderdak en zes gulden in de maand (tóén een weekloon van 1,50 plus gra tis woning iets geweldigs) een uitkomst. Bovendien moesten die twaalf men sen op haar verjaardag en sterfdag een „blijde dag" hebben en ontvingen daar toe vier pond vlees, een tarwebrood en een fles wijn. Bovendien schonk zij uit haar bezit voor ieder huisje een schil derij en een gemakkelijke stoel. Als die er nog zijn zou ik de recente kunst waarde wel eens willen weten. Meester Marthijn Jacobsz van Heemskerk, ook genaamd Maarten van Veen, was in zijn dagen een beroemd schilder die te Haarlem zijn atelier had. Maar ook een uitdenker van malle ge vallen. Zijn complete testament bleef bewaard en daarin komt een vreemd soortige, haast sinistere huwelijksgift voor. De in 1574 overleden meester, die leerling van de vermaarde Utrechtse meester Jan van Scorel was, bepaalde in zijn vele folio's tellende testament dat van de rente die voorvloeiden uit twee weilanden „twee schamele ar me)- maaghden" een kostenloos „hillick" huwelijk) zouden mogen aangaan met twee serieuze jongemannen. Er waren twee bijzondere voorwaar den, le (en ik kan mij van zon be roemd geworden schilder moeilijk iets anders verwachten) ten le dan moesten het welgeschapen meisjes zijn en ten tweede moest het huwelijk op zijn ar duinstenen grafzerk gesloten worden. Van 1574 tot 1750 werden zowel Haar lemse als Heemskerkse meisjes op dez« wijze in de echt verbonden. Dan blijkt het legaat spoorloos ver dwenen te zijn en wist men de lande rijen niet eens meer aan te wijzen. Zo ligt het „schamele gebeente" van de meester eenzaam in Haarlems oude Sint-Baaf en er komen geen maaghden meer hun jawoord geven. In Gouda bestaat nog steeds de Stichting Gaarkeuken van mej. Hen- riette Helena Hoffman. Zij was rijk. die ongehuwde dame, en na haar overlij den in 1886 bleek dat ze haar hele ver mogen vermaakt had aan een in het leven te roepen Stichting Gaarkeuken. Het was haar bedoeling dat mensen die in'Gouda kwamen werken en ver van huis waren in de schafttijden voor een prikje een warme hap konden beko men. Dat gebeurt te Gouda dan ook nog dagelijks. Zo zou je door kunnen gaan, want het zijn er maar een paar van die ik heb weten op te sporen. Drie belangrij ke in Zuidoost-Utrecht en de Mid den-Betuwe gingen \-oorafbaron Van Brakell met zijn „Meertense fonds", vrouwe Clara Jansdr van Sparwoude en haar huwelijksfonds, Neeltje Pater met haar onvindbare Amsterdamse pakhuizen en zwevende miljoenen. El ders op deze pagina een affaire die zich in onze streek afspeelde en waarbij de Veenendaalse descendenten, de erfge namen dus, volledig achter het net vis ten. Van alle testamentaire beschikkin gen is dit zeker de meest trieste voop de leden van het Veenendaals- Neder-Betuwse geslacht Spies. Vy y1'' De adreszijde en de voorkant van de zeldzame prentbriefkaart, die Kees uit Breukelen verzond aan zijn vriendinnetje „Tulp", (de naamge ving was van Kees de Tippelaar) Ali- da Wïllemina de Rhoter, zijn schoon moeder. Zij had toen een dienstje bij dokter Waller (p.a. monsieur Waller) aan de Heerenstraat te Rhenen. L. C(ornelis) Dudok de Wit had een ty pisch zeer persoonlijk handschrift. Maar liefst drie privé-stempels sie ren de adreszijde. De andere zijde van de kaart toont Kees, klaar voor 't mes. Op de tafel een schat aan an tiek. RHENEN Het postagentschap Rhe- nen-Hoog, gevestigd in het pand van de heer Joh. Klaassen aan de Valleiweg 10-12 in het bestemmingsplan „Domi- neesberg" heeft een algehele vernieu wing ondergaan. Niet alleen de wer kruimte is tweemaal vergroot, maar in de moderne balie zijn twee loketten aangebracht, waardoor een snelle af handeling van de werkzaamheden is gewaarborgd. Rhenen-hoog heeft hiermede een kantoor van formaat gekregen dat aan alle eisen voldoet en in deze nog steeds groeiende wijk in een grote behoefte voorziet. De heropening is woensdag om 5 uur. <M» HUMS-viWNöKVeeHT. aftKV&ËLRN. S.'N'J- PiTCCKBS. KEES, klaar /por 't mes. yi EDERVEEN De. kerkeraad van de Herv. kerk te Ederveen heeft een be roep uitgebracht op ds. C. J. Klop uit Lage Vuursche. De beroepen predikant zal zondagavond 17 januari de avond dienst leiden.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1971 | | pagina 5