Advocaten grote winnaars
Testament als fundament
van Julianaziekenhuis
Kinderen in Breukelen
eten nu nog poffertjes
uit nalatenschap van
Kees de Tippelaar
m
'■■s-
A'\r
N
s
mmMÊÊëMÊÊ:
door
Adriaan
P. de Kleuver
Postagentschap
werd uitgebreid
V
BEROEPEN
DINSDAG 12 JANUARI 1971
Deze keer gaan wij goo
chelen met miljoenen
want enorme bedragen
8poken in de hoofden van
veel mensenEr zijn er die
er nachtmerries van krij
genHet gaat vanzelf om
het aardse slijk waarvan
een ieder liefst zo veel mo
gelijk wil bezittenLaat ik
u dan verzekeren dat je
als wijlen de geleerde heer
oAïunl v~a;i Silver. cu vwr Goud h' ,1
Wat cjha lol Verderf unWcdcdv
'Daad? (riddlee\rfr op verf rot ra
rt)at drh ctoov uwe S&cht lüal stcelm;
Maar} l ied dd op kpu Sdicpoerdef,
Eu iiicnd de vreemde Goodrn nkt.
Brugmans moet praten en
dan nog houden ze aan
hun droom vastJe kunt
zulke mensen evengoed
aanpraten dat ze familie
van Napoleon zijn omdat
diens moeder en hun moe
der allebei moeders ivo
ren want ze wijken geen
duimbreed af van het
ideaal dat ze zich in het
hoofd geprent hebben9 nl.
het in de wacht slepen van
wat schimmige miljoenen
Er werd mij eens verzocht
een onderzoek naar zo'n
miljoenenschatalthans
een van een slordig mil-
joentje, in te stellen. Ik
liep tóch zo veel archieven
in en uit en dan kon ik dat
best even „meenemen".
De familieleden 9geloof-
den9 onwankelbaar in dat
geld. Gebleken is dat de
buit al lang bipnerl ge
haald was. Het betrof een
Tielse schat en die is
spoorloos verdwenen. Bin
nengehaald bedoel ik. Hoe
dat zit ga ik aan het slot
vertellen. De droom h
voorbij en het werd een
slag in de luchtVooraf
laat ik voor uw ogen een
miljoenendans opvoeren
zocds deze in de stoutste
dromen van een mens zich
maar kan afspelenEr zijn
ook echt humoristische
gevallen bij. Maar óók die
meer weg hebben van een
dance macabre. En óók
met onzinnige bepalingen
Het wordt geen droog cij
fermateriaal maar een
stukje volkshistorie uit het
volle aardse leven gegre
pen met het aardse slijk
als hoofdschotel en ont
goocheling als toet je.
GEHEIMZINNIG
WONDER
HALF MILJARD
SUIKEROOM
HOND
SPOOR ZOEK
CITROENTJES
SINISTER
*1
I
Ww JL'W
Htihcti Verlicht it\cf hccmtf schun
Begeerd yem Aoekvun(<Hi ic Zf/n.
JACHT OP TESTAMENTEN
MILJOENENERFENIS GAF
VAAK ONTGOOCHELING
Wij verdiepten ons in twee merkwaardige testamenten en ervoeren hoe met
geld arme drommels óók een beetje geluk gebracht kan worden.
In Lienden hoorde ik ook van dissonanten rond het Van Brakelt'onds tus
sen belanghebbenden onderling. Hoe durfde men! Ga maar eens naar het
Engse bos bij Ommeren. Dan ziet u, als u het bruggetje naar de rustigste plek
die ik ken overgaat, wat het lot van ieder mens is. Een laatste rustplaats in
een dichtgeschroefd huis van zes planken.
Om het geld van onze lieve Vrouwe
Clara Jansdochter van Sparwoude is
dat nooit voorgevallen. Wij kwamen
met de „erfenis" van Neeltje Pater uit
Broek op- Langendijk. Dié was rijk!
Men schatte haar vermogen op ettelijke
onverdeelde miljoenen. Vroeg men de
Paters uit Veenendaal en Renswoude
waar dat geld dan wel zat, dan wist
men alleen maar te vertellen dat het
„in Engeland op een baruk stond". Circa
•zeven miljoen. Wat gemakkelijk toch!
Je haalde het er zó af zo redeneerde ik.
Om meer aan de weet te komen houd
je je dan maar een beetje dom. Dan
„vang" je het meeste op.
Natuurlijk waren er ook mededingers
die niet de naam Pater droegen. Die
moesten dan maar eens aantonen dat
„ze" ook van Neéltje waren. Daar sloeg
men aan het samenstellen van stambo
men dat het een lieve lust was. Al dat
geploeter was uiteindelijk voor niks ge
daan. Nooit is er iets van terecht geko
men. Er werd een familievereniging op
gericht en een lijfblad, „Ons Recht" ge
noemd, uitgegeven. Advocaten trekken
ten velde en verdienden er dik aan. En
de zaak maar aanhouden 'jongens! Hoe
verder men groef hoe minder de buit
bleek te zijn. Tot de „kopstukken" de
kwestie liquideerden toen bleek dat
men hersenschimmen had nagejaagd.
De erfenis was al kort na haar dood
tussen de rechthebbenden verdeeld.
Van een dozijn „pakhuizen" in Amster
dam geen spoor...
Twee geruchtmakende erfenissen wa
ren die van Duitse emigranten die in de
VS steenrijk geworden waren. Daar
over is in ons land óók heel wat verga
derd. Dat ging héél geheimzinnig. Men
was met een stuk of acht. Tot één van
hen een losse opmerking maakte die
een krantenman te weten kwam. Ineens
werd het voorpaginanieuws. En daar
had je de poppen aan het dansen. Over
al vandaan doken mededingers op. In
ons land al een paar honderd. Ze be
hoorden tot de „Erbengemeinschaft" te
Darmstadt, die uit ruim 2200 leden be
stond. Daarbij ging het om het fabel
achtige vermogen van driekwart mil
jard gulden 750.000.000) die afkom
stig waren van de rond 1920 overleden
Frans Valenin Emmerich.
Op zondag 20 mei 1962 vergaderde de
Nederlandse afdeling maar eens in
Krasnapolsky te Amsterdam. De stuk
ken vlogen er af. Men wilde haring of
kuit. Die Nederlanders hadden in de
aanvang (1959) maar acht leden en door
dat krantenbericht werden het er onge
veer 200 en nog steeds meldden zich
mensen aan. Toen besloot men dat pu
bliciteit taboe zou zijn. Na afloop van
de vergadering zwegen alle leden als
het graf. Op straffe van uitsluiting
hadden ze allemaal een stuk moeten
ondertekenen en moeten verklaren dat
ze anoniem zouden blijven. Ook was
men bang dat anders de speling te dun
zou worden. Het begon zó.
De oorsprong van dit niet te geloven
vermogen moeten wij zoeken in Phila
delphia (VS) waar in 1816 de multimil-
1 ionair John Nicolas Emmerich over
leed. Hij was in het Duitse stadje Gros
Umstadt geboren en trok op jeugdige
leeftijd naar de Nieuwe Wereld. Daar
zette hij met zijn landgenoot Astor een
pelshandel op en verdiende er schatten
mee. Dat er miljoenen dieren het leven
voor moesten laten is vers twee. Het
gaat nu om de herkomst van dat ver
mogen.
De enorme erfenis werd goed belegd
bij banken en scheepvaartmaatschap
pijen.
Zijn enige zoon erfde het vermogen
en ook diens zoon kreeg het monsterka
pitaal welhaast ongeschonden in bezit
maar beleefde er weinig plezier aan.
Hij verloor het leven bij de ondergang
van de Titanic. Diens zoon dan was de
rond 1920 overleden Frans Valenin Em
merich die zonder nakomelingen over
leed,
Wat moest men met de miljoenen
doen. Als door een wonder vond men in
1928 in de voering van een lederen kof
fer een testament dat de Emmerich-
erfgenamen testeerde. Onderwijl rezen
de spanningen en toen de ?e Wereld
oorlog uitbrak „bevroor" Amerika het
vermogen als zijnde Duits kapitaal.
Eerst in 1952 werd te Darmstadt de
„Erbengemeinschaft" gesticht om per
sonen die aanspraak konden maken op
dat geld te helpen.
De Nederlandse afdeling gelooft er
niet meer in. Na de bijeenkomst te
Amsterdam hebben leden-juristen ij
verig gespeurd en zij voeren er als
enigen wel bij omdat ze betaald wer
den uit het inschrijfgeld' van de le
den. Wat er wél door ontstonden?
Ongelukkige huwelijken en echt
scheidingen die geen doorgang kregen
omdat, zo de vrouw descendete was,
de man weigerde te scheiden om zo
doende een deel van het geld in te
pikken. Geld dat misschien nooit op
de proppen komt...
Heeft in 1923 een grappenmaker ad
vertenties in de streekbladen van Maas
en Waal geplaatst met de mededeling
dat er 60.000.000 dollars te verdienen
waren? Het had er alle schijn van. In
y- - y-
-V' v.M
Kees de Tippelaar als dieren
vriend.
1780 werd te Afferden aan de Maas
Comelis van Leeuwen geboren die als
koloniaal naar Indië vertrok, het daar
niet naar zijn zin had, mogelijk deser
teerde en naar Amerika ging.
Een echte avonturier dus, maar een
die het wél rooide en bij zijn overlij
den, zo stond in dat krantenberichtje,
de ronde som van 60.000.000 dollars na
gelaten Had aan de derde generatie na
hem.
Omdat men h«m als het zwarte
schaap in de familie beschouwde zou
den de eerste twee generaties naar zijn
geld kunnen fluiten. Zo'n krantenbe
richtje kreeg een achternichtje in han
den, maar ieder bespotte haar. Tot een
tweede bericht over de schat van de
Van Leeuwens in de kranten verscheen.
Toen verstomde het lachen en drong
het tot de familie door dat er toch iets
te halen was.
Naarstig ging men aan het zoeken
naar de bewuste advertentie maar die
was onvindbaar. Daarin stond het adres
waar men zich kon vervoegen. Navraag
bij de streekbladen leverde niets op.
Bij de één was het hele archief ver
brand en weer bij anderen ontbraken
aan de jaargang 1923 diverse nummers.
Notaris na notaris werd aangeschre
ven, alle staten van Noord-Amerika
werd om inlichtingen verzocht, maar in
Amerika wist men evenmin iets over
Comelis van Leeuwen of over het tes
tament aan de weet te komen.
Vandaag de dag zouden die 60.000.000
dollars rente op rente gerekend een be
drag van 500.000.000 gulden (een half
miljard gulden dus) belopen. Zo zoeken
de Van Leeuwens uit Druten nog naar
stig verder naar de stapel geld. Naar
mijn mening tevergeefs zodat ook dit
geval wel op een wensdroom zal uitlo
pen.
Deze geruchtmakende miljoenenge
schiedenissen inspireerde een volks
dichter tot het aardige, liedje: „Dat is
mijn neef uit Canada, uit 't hartje van
Amerika". Als men het mij vraagt
woonden die lui aan de Poolzee want ze
lieten die arme Nederlanders maar le
lijk in de kou zitten. Ja maar... goed,
goed, zet maar door en maak maar
breed uitwaaierende stambomen ten
bewijze van uw recht op zulk onvind
baar geld. Wij leven toch in een stam
bomenperiode en als dat maar goed ge
daan wordt leveren die miljoenen ge
schiedenissen nog aardige historische
bijdragen op.
Er waren ook van die goeie lieverds
(mag ook wel lieve goeierds) die met
niet eens zo heel veel geld échte vreug
de rond zich verspreidden. Daaronder
had je de luisterrijke grappenmaker
Kees de Tippelaar. Dat was een type.
In de testamentengeschiedenis is
er één die op het plan staat van
mej. Hofman uit Gouda. De naam
van wijlen mevrouw Elizabeth Jo
hanna van Doorn geb. Hootsén be
hoef ik maar te noemen en duizen
den lezers zullen zich afvragen:
Waar heb ik die naam meer gele
zen?". Tien tegen één dat men zal
zeggen„In de hal van het Julia
naziekenhuis aan de Cuneraweg."
De heer Joh. van Bameveld, per
soneelschef van Hollandia-Tricot,
stond ter reproductie een zeldzame
prentbriefkaart af waarop de ex
ploitanten van het familie-pension
„Villa Bergzicht" met een aantal
gasten vereeuwigd staan. De he er
en mevrouw Van Doorn-Hootsen
staan in het midden. Er was nog
een medeexploitante, voor mij om
mijn vriendschap met Kees van
der Jaght „tante Margreet". Ik
heb jarenlang heel wat voetstap
pen daar staan want wij hadden
een strijkje en mochten in de win
tertijd daar repeteren. Ze waren
op dat terrein altijd gul.
Voor de rest door en door zake
lijk. Zo probeerden ze altijd zo
goedkoop mogelijk in te kopen.
Een groentenman werd dat een
beetje zat en zei op een keer toen
één van de zusters naar de prijs
van een geweldig grote rode kool
vroeg: „Die hebt V vandaag voor
niets", waarop ze vroeg„Hebt u
er dan nog een kleintje bij". Dat is
historisch. Zo U wilt kan ik U man
en paard (een heuse hit) noemen.
Toen ik van de schenking hoorde
deed me dat wat. „Tante Bets
was de goedheid zelve en het ver
baasde mij niets. Vorig jaar werd
ik in het Juliana Ziekenhuis ver
pleegd. Al die meelevende specia
listen en al die lieve zusters wer
ken voort in de geest van de
schenkster. Hier wordt goedheid
nagestreefd en goedheid beloond.
Dat staat zo piëteitsvol op de me
moriesteen in de hal. Daarop leest
U:
Ter eerbiedige, nagedachtenis
aan
Elisabeth Johanna van Doom
geboren Hootsen,
geboren te Heivoort 6 februari
1869,
overleden te Rhenen 26 januari
1942,
die door het schenken van het ter
rein en enige gebouwen het moge
lijk heeft gemaakt dit ziekenhuis
te stichten.
Wandelen was zijn lieve lust, vandaar
de bijnaam, want hij heette in de bur
gerlijke stand L. C. Dudok de Wit en
woonde op het buiten Slangenvecht aan
de Vecht.
Hij was zo rijk geworden door een
échte suikeroom uit Indië die een sui
kerplantage bezat. In de „wandeling"
dan Kees genoemd zijnde was hij een
meester in het organiseren van dave
rende feesten. Die man was de gulheid
zelve. Dan reed hij in een open rijtuig
door Breukelen en strooide snoep en
stuivertjes rond zich. Voor zijn deftige
huis zette hij rond tafeltjes gemakkelij
ke stoelen. Vreemden die langs de
mooie Vecht (nu ook al zo'n stinkend
geval als bij ons de grift) kwamen za
gen dat en meenden dat het een uit
spanning was.
Met een uitgestreken gezicht kwam
Kees dan informeren wat men wenste.
Een wit servet had hij dan over de arm
geslagen. Nét echt! Als men dan ge
smuld had van hetgeen hij ze voorgezet
had en men om de rekening vroeg dan
zei Kees: ,;Er is geen rekening; u was
te gast bij Kees de Tippelaar". Vanzelf
viel dan de mond open van verbazing.
In het dorp vertelde men dat hij in
de wei een paard had lopen met een
strooien hoed op en dat het soms met
Kees aan tafel zat.
Hij was dol op kinderen. Ik bezit
daarvan de tastbare bewijzen. Een kind
kon hem een prentbriefkaart zenden en
prompt kreeg men er een terug met
Kees er op in de een of andere toe
stand. Zo heb ik uit de nalatenschap
van mijn schoonmoeder een tweetal
kostelijke kaarten van Kees de Tippe
laar.
Zo bracht de opening van het testa
ment óók een verrassing. Hij reserveer
de de som van 8.000,- om ieder jaar
alle Breukelense kinderen op 3 oktober
op poffertjes te trakteren. En dat ge
beurt nóg. Ze eren Kees nog als de
béste Breukelenaar en nog altijd klinkt
het Breukelense volkslied: „Er is geen
beter Breukelenaar, dan onze Kees de
Tippelaar".
Vrouwen als Clara Jansdr van Spar
woude zijn er meer geweest. Ik ken
zelfs een voorbeeld dat in dierenliefde
haar weerga niet heeft. Zo overleed in
1953 te Papendrecht mej. Johanna
Hoogwinkel, een gepensioneerde onder
wijzeres. Ze hield een schat van een
hond en nu was juffrouw Hoogwinkel
zo begaan met het lot van het dier na
haar dood dat ze vroeg aan de notaris
of ze haar hond tot universeel erfge
naam kon maken. Maar neen, dat was
toch te gek. Ze nam toen een ander
besluit en vermaakte heel haar bezit
aan het dierenassiel te Dordrecht onder
beding dat haar hond daar een onbe
zorgde levensavond zou gemeten. Zo
werd Blecky van juf het troeteldier van
deze instelling. De hele menagerie daar
voer er wel bij. Om er stil bij te wor
den.
Andermaal was er een weduwe te
Leerdam die in 1761 haar testament be
sprak met een notaris. Zij heette Maria
Ponderus en haar overleden man Pieter
van Aaerden. Er moest van haar nage
laten bezit een hofje van 12 woninkjes
gebouwd worden met één regentenka-
Familie Spies vist achter t net
In Veenendaal en In de Midden-Betuwe
zou een flinke portie uit het vette
spaarvarken van een Tielse zalmvis
ser terecht gekomen zijn als... ja als!
Wat er helemaal precies gebeurd is
zal wel nooit aan het licht komen.
Maar voor zo ver ik uit een op ver
zoek van de heer H. L. Spies te Vee
nendaal uitgevoerd onderzoek heb
kunnen opmaken zal de familie Spies
c.s. wel voorgoed achter het net vis
sen.
Er moest een steekproef uitgevoerd
worden op genealogisch terrein, de
stamreeks van de fam. Spies dus, om
uit te kunnen maken of onze Veenen-
daalse familie relaties had met Cuini-
ra Dina Spies uit Eek en Wiel die
gehuwd was met Abraham de Kleyn,
de bedoelde stinkend rijk geworden
Tielse zalmvissen. zalmvisser, zat wel
snor en als weduwe van Abraham de
Kleijn, die op 12 maart üf te Tiel
overleed, bleef zij eenzaam achter. Al
spoedig gonsde het in de Betuwe van
de geruchten over de onmetelijke
rijkdom van Cuinira Dina Spies.
Er zou een dik testament van De
Kleijn-Spies moeten bestaan. Vijfen
veertig jaar geleden is nog gepoogd
de buit binnen te halen. Het resultaat
was bedroevend: nul op het request,
't Geld was onvindbaar. Er zijn nog
leden van de familie Spies die er in
geloven. Daar zal het wel bij blijven.
Want ik weet zeker dat van die hele
geschiedenis nooit meer iets terecht
komt.
Het is een vreemde en ook wel een
beetje trieste geschiedenis.
In Gorinchem en Zalt-Bommel woonde
de rijke juweliersfamilie De Kleijn.
Uit dit geslacht nu stamde Abraham
de Kleijn. De extracten uit de archie
ven liegen daar niet om. Maar dan
wordt de zaak plotseling zéér, zéér
geheimzinnig In tweede huwelijk
dan had Abraham de Kleijn de doch
ter Cuinira Dina van de Eek en Wiel-
se herbergier Rutger Spies en van
Christina van Heer. Zij was weduwe
van Jan Hendrik Jonkers. Het won
derlijke doet zich voor dat na de
dood van Abraham de Kleijn in 1827
ieder spoor van Cuinira Dina Spies
zoek is.
Noch haar overlijdensacte, noch de na
haar dood ingediende memorie van
successie zijn te vinden, 't Is of zij in
de lucht is, opgelost. Alle nasporingen
lopen dood op die ene aantekening in
het notariële archief van het Alge
meen Rijksarchief - Depot Gelder
land, waar laconiek vermeld staat: is
verloren gegaan-
Dat toch is op z'n minst een vreemde
zaak. Juist de notariële stukken moe
ten aantonen hóé rijk dan wel dat
echtpaar De Kleijn/Spies was! Men
spreekt van miljoenen guldens. Maar
wie zal het ooit kunnen bewijzen?
Eén persoon slechts, die de bewijzen uit
de archiefstukken na Cuiniras dood
de memorie van successie wegsneed
en zo alle gegevens weg nam. Wie?
Ik weet het niet en niemand zal dat
ooit aan de weet komen. Tenzij
men de persoon vindt die in de tien
jaarlijkse tafels van Tiel en omlig
gende gemeenten een spoor heeft
achter gelaten in de vorm van pot
lood streepjes bij ieder die De Kleijn
heette.
Iemand moet aan de stamboom van de
De Kleijn's hebben zitten prutsen.
Een ambtenaar van het archief die ik
mijn vondst toonde zei: „Dat is niet
zoekgeraakt maar zal wel zoekge
maakt zijn". Maar met dat al zit die
hele zaak zo vast als een muur. Waar
bleven de bewijsstukken? Wie zwen
delde zo? Het waren verduveld han
dige knapen. Dat staat vast!
Vooral in 1925-'26 is er héél wat om te
doen geweest toen de „arme tak" van
de familie Spies wat geld bij elkaar
bracht voor een onderzoek. Een advo
caat uit Utrecht zou zich er mee gaan
bemoeien. Een héél vreemde geschie
denis werd het. Nooit is één van de
mensen op het kantoor van „mijn
heer de advocaat" geweest.
De bijeenkomsten vonden steeds
plaats in café's en de citroentjes en
brandewijntjes met suiker stroomden
liederlijk. Het ging in die Utrechtse
café's zoals het spreekwoord zegt: ze
dronken een glas en deden een plas
en mijnheer de advocaat liet de zaak
zoals die was.
Toen de laatste dubbeltjes er door ge
draaid waren kreeg de familie Spies
te horen dat zonder geld er geen ver
der onderzoek zou plaats hebben. Een
schuimige streek, want die advocaat
had zich toch óók kunnen vergewis
sen dat de bewijzen verdonkere
maand waren. Door één dag gedegen
onderzoek had die mensen een misse
lijke belevenis bespaard kunnen wor
den. Bij alles voegde zich dan nog
een charlatan van wie men niet eens
weet of het wel een echte „advocaat"
was. 't Geval bloedde dood
Geen officieel stuk zal ooit de ware
toedracht helpen ontcijferen omdat er
geen meer is. De familie Spies vist al
sinds de nergens te vinden overlij-
densgegevens van die rijke suiker
tante Cuinira Dina, achter... het net.
Abraham de Kleijn ving er tenminste
nog zalmen in.
mer. In die kamer moest een ijzeren
kistje staan waarin het originele testa
ment en de obligaties bewaard dienden
te worden.
Het uur van sterven van deze goede
vrouw, die in haar ouderdom aan wat
arm en gebrekkig was dacht, betekende
voor twaalf arme, oude mensen in suc
cessie tot de dag van vandaag, gratis
onderdak en zes gulden in de maand
(tóén een weekloon van 1,50 plus gra
tis woning iets geweldigs) een uitkomst.
Bovendien moesten die twaalf men
sen op haar verjaardag en sterfdag een
„blijde dag" hebben en ontvingen daar
toe vier pond vlees, een tarwebrood en
een fles wijn. Bovendien schonk zij uit
haar bezit voor ieder huisje een schil
derij en een gemakkelijke stoel. Als die
er nog zijn zou ik de recente kunst
waarde wel eens willen weten.
Meester Marthijn Jacobsz van
Heemskerk, ook genaamd Maarten van
Veen, was in zijn dagen een beroemd
schilder die te Haarlem zijn atelier had.
Maar ook een uitdenker van malle ge
vallen. Zijn complete testament bleef
bewaard en daarin komt een vreemd
soortige, haast sinistere huwelijksgift
voor.
De in 1574 overleden meester, die
leerling van de vermaarde Utrechtse
meester Jan van Scorel was, bepaalde
in zijn vele folio's tellende testament
dat van de rente die voorvloeiden uit
twee weilanden „twee schamele ar
me)- maaghden" een kostenloos „hillick"
huwelijk) zouden mogen aangaan
met twee serieuze jongemannen.
Er waren twee bijzondere voorwaar
den, le (en ik kan mij van zon be
roemd geworden schilder moeilijk iets
anders verwachten) ten le dan moesten
het welgeschapen meisjes zijn en ten
tweede moest het huwelijk op zijn ar
duinstenen grafzerk gesloten worden.
Van 1574 tot 1750 werden zowel Haar
lemse als Heemskerkse meisjes op dez«
wijze in de echt verbonden.
Dan blijkt het legaat spoorloos ver
dwenen te zijn en wist men de lande
rijen niet eens meer aan te wijzen. Zo
ligt het „schamele gebeente" van de
meester eenzaam in Haarlems oude
Sint-Baaf en er komen geen maaghden
meer hun jawoord geven.
In Gouda bestaat nog steeds de
Stichting Gaarkeuken van mej. Hen-
riette Helena Hoffman. Zij was rijk. die
ongehuwde dame, en na haar overlij
den in 1886 bleek dat ze haar hele ver
mogen vermaakt had aan een in het
leven te roepen Stichting Gaarkeuken.
Het was haar bedoeling dat mensen die
in'Gouda kwamen werken en ver van
huis waren in de schafttijden voor een
prikje een warme hap konden beko
men. Dat gebeurt te Gouda dan ook
nog dagelijks.
Zo zou je door kunnen gaan, want
het zijn er maar een paar van die ik
heb weten op te sporen. Drie belangrij
ke in Zuidoost-Utrecht en de Mid
den-Betuwe gingen \-oorafbaron Van
Brakell met zijn „Meertense fonds",
vrouwe Clara Jansdr van Sparwoude
en haar huwelijksfonds, Neeltje Pater
met haar onvindbare Amsterdamse
pakhuizen en zwevende miljoenen. El
ders op deze pagina een affaire die zich
in onze streek afspeelde en waarbij de
Veenendaalse descendenten, de erfge
namen dus, volledig achter het net vis
ten. Van alle testamentaire beschikkin
gen is dit zeker de meest trieste voop
de leden van het Veenendaals-
Neder-Betuwse geslacht Spies.
Vy
y1''
De adreszijde en de voorkant van
de zeldzame prentbriefkaart, die
Kees uit Breukelen verzond aan zijn
vriendinnetje „Tulp", (de naamge
ving was van Kees de Tippelaar) Ali-
da Wïllemina de Rhoter, zijn schoon
moeder. Zij had toen een dienstje bij
dokter Waller (p.a. monsieur Waller)
aan de Heerenstraat te Rhenen. L.
C(ornelis) Dudok de Wit had een ty
pisch zeer persoonlijk handschrift.
Maar liefst drie privé-stempels sie
ren de adreszijde. De andere zijde van
de kaart toont Kees, klaar voor 't
mes. Op de tafel een schat aan an
tiek.
RHENEN Het postagentschap Rhe-
nen-Hoog, gevestigd in het pand van de
heer Joh. Klaassen aan de Valleiweg
10-12 in het bestemmingsplan „Domi-
neesberg" heeft een algehele vernieu
wing ondergaan. Niet alleen de wer
kruimte is tweemaal vergroot, maar in
de moderne balie zijn twee loketten
aangebracht, waardoor een snelle af
handeling van de werkzaamheden is
gewaarborgd.
Rhenen-hoog heeft hiermede een
kantoor van formaat gekregen dat aan
alle eisen voldoet en in deze nog steeds
groeiende wijk in een grote behoefte
voorziet. De heropening is woensdag
om 5 uur.
<M» HUMS-viWNöKVeeHT. aftKV&ËLRN. S.'N'J- PiTCCKBS.
KEES, klaar /por 't mes. yi
EDERVEEN De. kerkeraad van de
Herv. kerk te Ederveen heeft een be
roep uitgebracht op ds. C. J. Klop uit
Lage Vuursche. De beroepen predikant
zal zondagavond 17 januari de avond
dienst leiden.