Nota op komst over
openheid en inspraak
PROT. CHR. FRACTIES IN
UTRECHTSE STA TEN:
Hê je tebak Nee? Nou, maar:
Half pond
in de week
Trouwen
duurder
POST RHENEN-HOOG
FEESTELIJK HEROPEND
LEERSUM BEREID TOT
SUBSIDIËRING VAN
ONTWIKKELINGSHULP
Bedstee
Uit de oude
doos
door
Rik Valkenburg
Ziek
Gewestelijk
kampioenschap
biljarten
Ambulance
op de korrel
Na vragen van raadsleden:
DONDERDAG 14 JANUARI 1971
:J\
SPIRAAL
TERING
KRAMPSITUATIE
RITSELEN
INDUSTRIESCHAP
BURGERLIJKE STAND
RHENEN
UTRECHT Op de eerste zitting van de drie dagen durende begrotingsde
batten in de Provinciale Staten van Utrecht werden het college van Gedeputeer
de Staten verwijten gemaakt dat het een gebrek aan visie toont en te weinig
doet om de oude patronen van denken en doen te verlaten. Deze kritiek kwam
van het D'66-statenlid ir. Denig en in mindere mate van de KVP'er Middel-
weert. Ir. Denig was van mening dat de provincie Utrecht conservatief wordt
bestuurd. ,.Er wordt te veel gekeken naar het verleden en te weinig naar de toe
komst", aldus de D'66 woordvoerder. Hij wilde naar zijn zeggen niet meevaren
in het kielzog van de woordvoerster van de prot. chr. fracties, mej. mr. Haars,
die hij afschilderde als een bolwerk van behoudendheid.
Het zat mej. Haars in haar algemene
beschouwing op de begroting 1971 nogal
hoog dat de Statenleden maar weinig
aan de weet komen over de aard en de
resultaten van het thans veelvuldig
voorkomende interprovinciaal overleg.
„Is het niet mogelijk het IPO eenzelfde
structuur mee te geven als de Vereni
ging Nederlandse Gemeenten", zo in
formeerde zij.
Verder was zij van mening, dat de
gemeenten in de toekomst meer aan
dacht moeten gaan besteden aan meer
jarenplanning. „De gemeente leven nu
nog veel te veel van de hand in de
tand, maar waarschijnlijk verdoezelen
zij hiermee een awak beleid".
Spreekster ging in grote lijnen ak
koord met het uitgavenbeleid van Ged,
Staten. Met het college was zij van me
ning, dat enige terughoudendheid ver
eist is om te voorkomen dat de infla
tiespiraal nog verder wordt opgedraaid.
Het had haar instemming dat Ged.
Staten het instellen van een ombuds
man had afgewezen. Het „trechteren"
van klanten via het bureau voorlichting
vond zij evenwel een vreemde procedu
re. Dit bureau kon naar haar mening
nooit.de gefundeerdheid van de klanten
beoordelen.
Wel onderkende zij het belang in re
gionaal verband meer hulpverlenings
diensten in het leven te roepen. Daar
naast bepleitte zij het voortbestaan van
een vrijwillige brandweerorganisatie
vooral in kleine gemeenten.
Namens het PAK nam mevr. Venze-
laar De Boer aan de Algemene be
schouwingen deel. Zij bepleitte een be
stuurlijk aanpassing aan de maatschap
pelijke ontwikkeling een schaalver
groting, voorzover nodig over de pro
vinciale grenzen heen.
In de relatie staten-coïlege vond zij
dat de mogelijkheden tot inspraak van
de Statenleden groter geworden zijn
door de uitbreiding van het aantal en
de intensivering van het werk van de
commissies van advies en bijstand.
Daarbij pleitte mevr. Venzelaar voor
het openbreken van de commissies.
„Immers, wanneer de democratie stoelt
op het geven van vertrouwen en het
afleggen van verantwoording, dan kan
dit alleen tot zijn recht komen wanneer
de besluitvorming zo open en doorzich
tig mogelijk plaatsvindt".
Net als vrijwel alle andere sprekers
Mevr. s' JACOB
sociologisch onderzoek
schonk de PAK-woordvoerster aan
dacht aan de nieuwbouwplannen pro
vinciehuis. Zij wilde het nieuwe huis
van e provincie ook een taak geven
als ontmoetingscentrum voor de bevol
king. Om dit'te effecturen was zij voor
standster voor de bouw in het centrum
van Utrecht.
Beslist oneens was zij het met de
door Ged. Staten voorgestelde bezuini
ging in de welzijnssector. Voor de toe
komst wilde zij een behoefte-inventari
satie aan de hand van beleidsnota's met
een zo nauwkeurig mogelijke cijferma
tige benadering. „Pas dan zal tot een
evenwichttge afweging van prioriteiten
gekomen kunnen worden", aldus mevr.
Venzelaar.
Gemeenten leven nog te veel
van de hand in de tand en
Zonder pruim kom ik
de bedstee niet uit'
Mevr. TELLEGEN-VELDSTRA
krampsituatie
provincie met het geraamde structurele
tekort van rond vier miljoen gulden op
de begroting maar een slecht voorbeeld
gaf aan de gemeenten in dit gewest. Op
principiële overwegingen was hij er te
genstander van dat bij de opzet van de
begroting de mens en de rechten van
de mens centraal zijn gesteld, „Dat
leidt tot nihilisme", zo was zijn overtui
ging. De provincie moet er zijns inziens
ook aan meewerken, dat het gezag met
straffe hand wordt gehandhaafd. „Ge
beurt dat niet dan leidt dit tot anar
chie", aldus de SGP-woordvoerder.
„Niet het verzorgingsniveau centraal
stellen", zo was zijn mening, „maar de
tering naar de nering zetten".
De heer Schreuders (CPN) haakte op
dat laatste gretig in. „In de dertiger
jaren werd ons ook voorgehouden,
dat we de tering naar de nering
moesten zetten. Het gevolg was: de
nering ging naar de bliksem en de
tering bleef over", aldus de heer
Schreuders.
Hij vond verder de snelheid waarmee
de provinciale taken van de grond ko
men maar een slakkegang vergeleken
bij de stormachtige ontwikkeling in de
industriële sector. De schuld hiervan
schoof hij op het bord van de regering.
Hij waarschuwde het college dat bij
bestuurlijke herindeling de afstand be
stuurder-bestuurde groter wordt. Hij
pleitte voor kleine bestuurlijke eenhe
den die nauw met de gemeentenaren
verbonden zijn.
Mr. Smits (GPV) vroeg zich af of de
wens bij de bevolking naar inspraak
wel zo groot is. „De opkomst bij de
jongste verkiezingen maken dat op zijn
minst twijfelachtig", aldus de GPV-er,
die inspraak verder beschouwde als een
remmende factor voor een slagvaardig
beleid.
Ten aanzien van de subsidiëring in
zijn totaliteit vond hij dat Ged. Staten
nauwgezet moeten bekijken of er wel
een algemeen belang wordt nagestreefd
door de instellingen en verenigingen
die een subsidieberoep doen op de pro
vinciale kas.
In haar antwoord op de verschillende
vragen uit de Staten met betrekking tot
het interprovinciaal overleg (IPO) ver
telde Gedeputeerde mevr. Tellegen-
Veldstra, dat het ondoenlijk is eerst
over verschillende zaken die het inter
provinciaal overleg aangaan Me Staten
te raadplegen. Hierdoor zou het inter
provinciaal overleg volgens haar me
ning in een soort krampsituatie terecht
komen.
Gedeputeerde mr. Hooft Graafland
kon een geruststellend geluid laten ho
ren met betrekking tot de afwikkeling
van de beroepschriften inzake de Alge
mene Bijstandswet.
Binnenkort zal de beroepstermijn
A.B.W. van acht maanden naar circa
vier maanden worden ingekort door
een verkorte redactionele tekst van het
antwoord", o deelde hij mede.
verdoezelen zo zwak beleid
Er zfjn altijd wel mensen geweest die ergens aan verslaafd waren en
daardoor de meest uiteenlopende offers wisten te brengen of te vragen
van anderen. Daar waren ook vroeger reeds bijzonder excentrieke mensen
onder, die soms op een ongelooflijke wijze aan hun verslaving bleven
vasthouden in de meest onmogelijke omstandigheden. Zijn er nu jongeren
die per se drugs wilden en later moeten gebruiken, zowel zachte als harde,
vroeger (en ook nu nog wel) was er het kauwen van pruimtabak.
Men zegt dat een pruimer het
moeilijker heeft om zijn tabak te la
ten staan dan een roker. Het schijnt
praktisch onmogelijk te zijn het
pruimpje te laten staan. Nu is er
heel wat verschil in het kauwen er
van. Sommigen laden bijna de helft
van een ons tabak achter de ge
bruinde tanden, anderen nemen ge
noegen met enkele bescheiden
In de oude tijd woonde er een
verstogt pruimer in de omtrek van
het Veen waar iemand een opval
lend verhaal over wist te vertellen,
waarvan hij mij met nadruk verze
kerde dat het echt gebeurd is en dat
hij de naam ook nog wel wist.
Een oude Veenendaler: „De man
die ik bedoel pruimde per week een
half pond tabak, dat zijn vrouw al
tijd meenam van de Veenendaalse
markt, die ook toen elke dinsdag
morgen gehouden werd. Tijdens de
eerste wereldoorlog werden de cen
tjes schaars, dus zei zijn vrouw op
zekere dag, dat ze geen pruimtabak
meer zou meebrengen. Het kostte te
veel geld en haar man kon best zon
der, vond ze.
„Als je geen pruimtabak meer
meeneemt", dreigde de man, „dan ga
ik naar bed en ik kom er niet meer
af. Laat je dat gezegd zijn..,"
Er werd verder niet meer over ge
praat. De volgende dinsdag brak
aan. Als gewoonlijk ging de vrouw
naar de markt, waar je toentertijd
zo'n beetje van alles kopen kon. On
der aan de Markt stond toen het ho
tel van de familie Van Lent en het
heette „De Roskam". Het was aan
vankelijk het eigendom van de heer
Van Altena. Het tegenwoordige ho
tel „De Korenbeurs" was oorspron
kelijk eigendom van de familie Van
der Meij den en later van Van de
Hoef. De bovenzaal van dit hotel
was in het begin van onze eeuw in
gebruik als socitëeit. Voordien was
deze gevestigd in het gebouw „Ami-
citia" aan de Nieuweweg, op het ter
rein van de tegenwoordige Scheep-
j es wolf abrieken, In dit decor stond
dus vroeger de markt, waar soms
een levendige handel gedreven
werd.
De vrouw an vde bewuste tabak
spruimer was er ook druk doende en
kwam bij de tabakskraam. .Zou ze?
Nee, flink zijn nu. Andere dingen
waren veel harder nodig. Enige tijd
later komt ze thuis. De eerste vraag
van haar man: „Hê je tabak?,.,"
„Nee, dat heb ik je toch gezeid..."
Doodbedaard staat de man van
zijn stoel op en begint zich uit te
kleden. Dan duikt hij achter de bed
steedeuren en gromt: „Hier kom ik
niet meer uit, of ik moet een pruim
achter de kiezen hebben..."
De familieleden besluiten om pa
maar even te laten aanrommelen.
Na één of twee dagen gomt hij er
best wel uit. Maar dat was een mis
rekening. De man bleef liggen waar
hij lag en deed geen stap buiten de
bedsteedeuren. Zelfs moest men hem
nalopen met de „pot". Want ook het
„piesen en poepen" moest op bed
gebeuren. Hij kwam er beslist niet
voor van het bed af. Het werd me
een situatie. Wat hield die kerel vol.
En wat men ook soebatte of dreigde,
de man blééf op bed.
„Eerst een pruim achter de kie
zen" was en bleef zijn ultimatum. Er
kwam een nare sfeer te hangen in
het voorheen zo goed functionerende
gezin. Moeder de vrouw kreeg al
lang spijt geen pruimtabak meege
nomen te hebben van de markt.
Toen het weer dinsdag werd, had
de man nog geen voet buiten het
bed gestoken. Het leek er zelfs op
dat hij hard ziek begon te worden,
door het ontberen van het pruimpje.
Soms maakte hij een geluid dat de
anderen deed vrezen dat het zou
islopen. Toch zei hij niets, toen
zijn vrouw ale gewoonlijk naar de
markt ging.
Eindelijk was ze terug.
Uit de grote tas haalde ze een pak.
Een half pond pruimtabak. Ze gaf
het haar man. Hij nam er eerst een
fikse pruim uit en-stapte toen uit
bed en kleedde zich aan. Hij was op
slag beter en ging weer aan het
werk. Een zorgelijke week was ach
ter de rug..,"
Hoofdstraat-Markt omstreeks 1910.
.„We ritselen maar wat aan de franje
en dat is het dan". Aldus ir. Denig
(D'66) in zijn visie op de invloed van
Provinciale Staten bij het bepalen en
uitvoeren van het provinciaal beleid.
„Ik geloof niet als ik overdrijf als ik
zeg, dat negentig procent van het be
leid al vastligt voordat wij op het
restant je worden losgelaten". Het
rendement van de Statenleden vond
hij daardoor nogal bedenkelijk ook
wat betreft hun bijdrage aan de be
grotingsbehandeling.
„Bovendien hebben de burgers van
Utrecht niets aan nietszeggende ant
woorden als „wij beraden ons nog",
„deze vragen zullen mede onder ogen
worden gezien", „het belang zal moeten
worden afgewogen" en „het is nu een
maal de gewoonte", antwoorden die
door het college zijn gegeven bij het
afdelingsonderzoek.
Ir. Denig betreurde het dan ten aan
zien van de openbaarheid van de ver
gaderingen van de provinciale Planolo
gische Commissie nog een uitsluitsel is
gegeven. „Wij achten met name de de
mocratisering bij de ruimtelijke orde
ning van het grootste belang. Analoog
aan wat er bij de ruilverkavelingen ge
beurt moet het mogelijk zijn belang
stellende burgers reëel bij de voorbe
reidingen te betrekken".
Ir. Denig had weinig waardering voor
het ontbreken van een prioriteitenaf
weging bij het uitgeven van de provin
ciale gelden. ,Hier wreekt zich het ont
breken van duidelijke beleidsdoelstel
lingen en D'66 geeft u in overweging
hierover in 1971 een nota uit te bren
gen.
2 15 13 V: Uithoorn-Mijdrecht Spre
ker stelde bij latere behandeling van de
begroting pen motie van zijn fractie n
het vooruizicht om twee miljoen te be
sparen door de aanleg van de weg Uit-
hoord-Mijdrecht uit te stellen. D'66 is
landelijk en provinciaal voor een
langzamere uitbreiding van het wegen
net en wil daarmee vrijkomende gelden
gebruiken voor het openbaar vervoer
en het milieubehoud".
De heer Middelweert (KVP) verzocht
het college de Staten niet te vergeten
als er initiatieven worden genomen ten
aanzien van voorlichting, inspraak en
openheid. Hij hoopte dat de hierover op
handen zijnde nota inspirerend zou
werken op de bestuurlijke instanties
aan de basis. Verder toonde hij zich
voorstander van een wat stringenter
provinciale bemoeiing bij het aantrek
ken van nieuwe industrieën door de ge
meente teneinde eenzijdige structuren
tegen te gaan. In dit kader dacht hij
aan het creëren van industrieschappen
of een provinciaal beleidsorgaan, dat op
dit terrein werkzaam zou moeten zijn.
Het kwam hem vervolgens de rechts
zekerheid niet ten goede, dat de uitsla
gen op de beroepschriften ingevolge de
Algemene Bijstandswet zo lang op zich
laten wachten. „Kan de huidige termijn
van circa acht maanden niet wat wor
den ingekort", zo vraagt hij het college.
Volgens de heer Schuttevaer (WD)
die de taak van de provinciale overheid
aan een beschouwing onderwierp onder
het motto „leiding geven aan verande
ring" moet er voor worden gewaakt,
dat de oordeekvorming bij gemeentelij
ke herindelingen door Provinciale Sta
ten vanuit een dwangpositie moet wor
den genomen.
Zijn fractiegenote mevr. s'Jacob
drong in latere instantie aan om bij
gemeentelijke herindelingen sociolo
gisch na te gaan welke gemeenten
het best bij elkaar passen. „Daarbij
moeten we goed luisteren naar de
burgers van die gemeenten omdat in
kleine gemeenten de afstand bestuur
der-bestuurde nog niet zo groot is als
in de steden".
Verder wilde mevr. s'Jacob weten of
er studies over effeciency en bezuini
ging zijn verschenen van gemeenten die
in het verleden betrokken waren bij
gemeentelijke herindelingen. Daarnaast
vroeg zij aandacht voor de positie van
de ambtenaren van die gemeente die
bij gemeentelijke herindeling betrok
ken zijn.
e heer De Kruijf (SGP) vond dat de
RHENEN Het gewestelijk kam
pioenschap van het oosten groep 2
wordt zaterdag 16 en zondag 17 januari
gehouden in „De Driehoek" te Rhenen.
De deelnemers zijn afkomstig uit
Utrecht, Nijmegen, Arnhem, Veenen-
daal (J. Terschegget), De Betuwe, Eem-
land, Apeldoorn (J. M. Timmer) en Die
ren.
De heer A. G. Wennekes, lid van de
biljartvereniging „De Driehoek" werd
geplaatst voor de finale vierde klasse
libre Nederland 70/71. Deze finale
wordt gespeeld op 16 en 17 januari in
Eindhoven. De heer Wennekes heeft
vijf mede-kandidaten.
LEERSUM De Leersumse raads
commissie die de begroting voor 1971
heeft onderzocht vindt dat trouwen in
de gemeente te goedkoop is. Men stelt
voor de bedragen te verdubbelen. B. en
W. voelen ook voor een verhoging en
stellen voor het zgn. „boordengeld" te
verhogen met ingang van 1 januari van
dit jaar. In Leersum zijn in het afge
lopen jaar overigens slechts 22 huwelij
ken gesloten, aanzienlijk minder dan het
voorafgaande. B. en W. kondigen verder
aan dat een algehele herziening van de
legesverordening in voorbereiding is.
LEERSUM Bij de plaatselijke art
sen in Leersum zal vanwege het ge
meentebestuur worden geïnformeerd
naar de ervaringen met het huidige sys
teem van ambulancevervoer. Het ligt
tevens in de bedoeling over deze zaak
contact op te nemen met Amerongen.
B. en W. delen dit de gemeenteraad mee
naar aanleiding van een vraag van de
commissie voor begrotingsonderzoek.
RHENEN GEBOREN: Daniëlle
Dirkje Elisabeth, d.v. D. J. de Visser en
A. A. E. de Jongh, Veenendaal; Zijtje,
d.v¥ G, van Laar en H. van Dijk;
Arend, z.v, A. D. Versteeg en G. van
Deelen, Veenendaal; Maria, d.v, G. J.
Bosch en J. van Leijen; Aaltje Bertha
Maria, d.v. B. Oppenman en M. van In-
gen; Maria Johanna Hendrika, d.v. D.
J. Middag en M. van Ingen.
ONDERTROUWD: C. H. Rijksen
(Rhenen) en B, Teunissen (Rhenen); M.
I, Elenbaas (Amerongen) en L, J. van
de Scheur (Rhenen).
OVERLEDEN: R. J. Stegmeijer, 84
jr., geh. gew. met D. C. Stuijvenberg
(Eist); Th. van den Heuvel, 80 jr., geh.
gew. met W. van Elk; G. Arends, 66 jr.,
echtg. v, A. H. van de Scheur, Veenen
daal.
ELDERS GEBOREN: Nijmegen: Jfcn
Pieter, z.v. R. A. Slotboom en J. van
Kleef; Wageningen: Jorden, z.v. J. van
Ee en G. P. Jansen; Arnhem: Gerrit-
Jan, z.v. R. H. Reiling en A. M. van
Suillicehm, Eist
ELDERS OVERLEDEN: Epe G.
Drost, 63 geh. gew. met C. de Kruiff,
RHENEN Het postagentschap Rhe-
nen-Hoog is woensdagmiddag feestelijk
heropend. De familie Klaassen begon
zeven jaar geleden met een heel klein
kantoortje in een gesloten woning aan
de Nieuwe Veenendaalseweg. Enkele
jaren geleden werd een pand ingebruik
genomen in het winkelcentrum aan de
Valleiweg en gisteren was het dan zo
ver, dat vanwege de steeds groter wor
dende drukte aan dit agentschap éen
uitbreiding ingebruik werd gesteld.
De groei van dit postagentschap loopt
parallel met de groei van de bevolking
in het bestemmingsplan „Domiknees-
berg". Waren er tot voor kort slechts
beperkte mogelijkheden, thans is het
agentschap ingericht met twee loketten,
zodat niemand meer lang behoeft te
wachten om geholpen te worden.
Het Bouwbedrijf W. Klaassen zorgde
voor de aangebrachte vernieuwingen.
De PTT richtte het agentschap in met
meubilair. Voor het publiek is er nu
voldoende wachtruimte. Voor alle post
zaken men er terecht, met uitzondering
van buitenlandse postpakketten, dit in
De heer en mevrouw Klaassen,
beheerders van het grotere en
nieuwere postagentschap in Rhenen-
Hoog.
verband met invoerrechten en geld
waarden,
van geldeaarden.
De gepensioneerd directeur de heer J.
Huisman, en de oud-directeur de heer
G. de Jong, thans directeur in Zwijn-
drecht, gaven blijk van belangstelling.
De huidige directeur van het Rhenense
postkantoor, de heer Bastiaanse, sprak
de openingsrede uit.
Hij hield een leuke inleiding bij deze
heropening. Daarin memoreerde hij dat
vanaf het eerste jaar van dit agent
schap tot heden het aantal handelingen
was verdriedubbeld! „U gaat het hoofd
kantoor op de Markt zo langzamerhand
concurrentie aandoen", aldus de heer
Bastiaanse, „maar ik ben daar helemaal
niet jaloers op."
„Anderhald jaar geleden besloot de
hoofddirectie van de PTT dat de agent
schappen in aanmerking zouden kun
nen komen voor modem kantoormate
riaal", aldus de heer Joh. Klaassen, die
het agenschap beheert. „Ik ben daarop
onmiddellijk ingegaan met als resul
taat, dat we nu volledig compensatie
hebben gekregen voor de veel te klein
behuisde outillage. Hadden we tot voor
kort slechts één loket, nu zijn het er
twee geworden in een veel grotere
ruimte. Daarvoor heb ik zelf moeten
zorgen, met hulp van mijn broer, maar
de rest is in bruikleen van de PTT."
Dat nieuwe kantoor met z'n beide lo
ketten en z'n moderne installatie, als
mede een publieke telefooncel, mag ge
zien worden. Aan belangstelling be
stond gistermiddag geen gebrek. Bo
vendien was het hele agentschap ver
sierd met bloemen en bloemstukken.
LEERSUM Het college van bur
gemeester en wethouders van Leersum
is bereid een subsidie te verlenen aan
projecten voor ontwikkelingshulp, als
bijvoorbeeld de plaatselijke scholen
zich aaneen zouden sluiten om geza
menlijk een ontwikkelingsproject ter
hand te nemen.
Het college antwoordt dh op schrifte
lijke vragen van de raadsleden me
vrouw E. G. Schenk-Klein Kranenbarg
(PH *70) en drs. A. G. W. Schapenk
(ARP-CHU).
Mevrouw Schenk dringt verder aan
op een beleidsnota voor de komende
vier jaar. Hierop antwoordt het college
dat de hoofdlijnen van het beleid zijn
opgenomen in de begroting en de aan
biedingsbrief, en de kapitaalsnota. In
het kader van de op handen zijnde sa
menwerking met Amerongen en Maam
is het niet mogelijk een beleid op lan
gere termijn aan te geven.
B. en W„ delen voorts mee, eveneens
naar aanleiding van een vraag van me
vrouw Schenk, dat wordt overwogen de
voormalige kleuterschool beschikbaar
te stellen voor het jeugd- en jongeren
werk. Zodra het nodig is zal de ge
meenteraad om een krediet worden ge
vraagd.