Begrijpelijk
maar onbillijk
Van Bethlehem en Nazareth naar Emmaüs
[ilaatZich vjndenjn
epratie
Terugblikkend op
Het Palaverfestijn
RAAD VAN KERKEN KWAM
MET „PROEVE VAN EEN
BEGINSELVERKLARING"
Allebei
TER OVERDENKING
Op de bureaus van de leidinggevende organen
van de Rooms-Katholieke kerk, de Neder
landse Hervormde kerk, de Gereformeerde
kerken, de Evangelisch-Lutherse kerk, de
Doopsgzinde Broederschap, de Remonstrant
se Broederschap, de Oud-Katholieke kerk, de
Evangelische Broedergemeente, De Quakers,
het Leger des Heils en de Nederlandse Prote
stanten Bond ligt sinds vorige week een
boeiend, in sommige opzichten zelfs uitda
gend stuk waaronder de handtekeningen van
vertegenwoordigers van deze leidinggevende
kerkelijke organen staateen „proeve van een
beginselverklaring van de Raad van Kerken in
Nederland9'. Het is een werkstuk dat in de ko
mende maanden de kerken intensief kan (en
moet) bezighouden.
Palavermarkt
Goede revolutieLaat de kiudertji
es.
jf Pas zondag!
De
van
onver
p lichte
oecumene
nu voo
rbij
Als voorzitter van de Nederlandse Raad van Kerken
heeft profdr, H. A. M. Fiolet een groot aandeel ge
had in de hier besproken „proeve",
Toen dinsdagavond het besluit van de Ne
derlandse bisschoppen bekend werd
dat zij dr. Simonis als bisschop van
Rotterdam in hun midden wilden aan
vaarden, was de eerste reactie van ve
len: „Zie je wel, ze zijn toch weer door
de knieën gegaan! Rome's wil is weer
wet gebleken en dat zal altijd wel zo
blijven. Die hele inspraak- en democra
tiseringsgedachte kunnen ze wel verge
ten zolang de paus paus blijft!"
Als eerste reactie begrijpelijk, maar daar
af o.fh nog niet billijk. Niet billijk tegenover
kardinaal Alfrink en zijn medebisschop
pen. niet billijk tegenover paus Paulus
en zeker niet billijk jegens dat zo vaak
misbruikte woord „inspraak".
Vorige week hebben wij in alle objectivi
teit en voor zover onze inlichtingen dat
toelieten, getracht de procedure te
schetsen die bij deze bisschopsbenoe
ming gevolgd is. Een procedure waarbij
heel wat mensen betrokken zijn ge
weest naar wier mening tot voor kort
helemaal niet gevraagd werd dat op
zichzelf is al een bewijs dat de rooms-
katholieke kerk zeker geen ingeslapen
kerk is. We hebben ook uiteengezet dat
er door en na het Tweede Vaticaanse
Concilie heel wat veranderd is op dit
gebied: grotere zelfstandigheid voor de
verschillende kerkprovincies en een in
tensiever „collegiaal overleg" tussen
paus en bisschoppen, op z'n minst over
zaken die de kerkprovincies raken.
Maar één ding is niet veranderd: in de
rooms-katholieke kerk blijft de paus
paus: hij is het hoofd van de kerk, de
plaatsbekleder. Het is zijn (loodzware)
taak die niemand hem van de schou
ders kan nemen.
Welnu, deze paus blijkt er vast van door
drongen te zijn dat juist in de roerige
Nederlandse kerkprovincie een figuur
als dr. Simonis de juiste man op de
juiste plaats is. Ongetwijfeld heeft hij
geweten dat die benoeming felle reac
ties zou oproepen laat niemand den
ken dat men in Vaticaanstad slecht
geïnformeerd is. Ondanks dat heeft hij
de Haagse kapelaan voor die moeilijke
post aangewezen ook wie het daar
niet mee eens is moet er bewondering
voor hebben. Deze paus Paulus had het
zich heel wat gemakkelijker kunnen ma
ken; dat hij dat niet gedaan heeft be
wijst dat het welzijn van de kerk in
Nederland hem zeer ter harte gaat en
dat hij daarvoor een conflict durft te
riskeren.
Al evenmin is het billijk het Nederlandse
episcopaat een „door de knieën gaan"
te verwijten. Zij hebben de zorg voor de
Nederlandse kerkprovincie en dat is ze
ker geen gemakkelijke taak, want net
als in heel Nederland breken zich ook
in de rooms-katholieke kerk de vernieu
wingen soms heel hardhandig baan. En
ook daar dreigt de stem der vernieu
wers wel eens die van de wat nuchter
der denkende meerderheid te over
schreeuwen. In deze situatie hadden zij
liever een andere bisschop van Rotter
dam gezien dan dr. Simonis, dat is wel
duidelijk geworden. Maar uit hun com
muniqué mag men niet lezen dat zij het
per se met de paus oneens zijn dat
zij alleen maar voor macht zijn gezwicht
en niet voor argumenten.
En tenslotte is het onredelijk om nu de
hele inspraak maar ineens te verguizen.
In de begrijpelijk drift naar democrati
sering vergeten sommigen dat inspraak
iets anders is dan het doen van de
beslissende uitspraak. Binnen de in
spraak ligt altijd tegenspraak als ie
dereen het al van te voren met iedereen
eens was zou er geen inspraak-proce
dure nodig zijn. Uit die logischerwijs
tegenstrijdige inspraakmeningen moet
gekozen worden en in de kerk van
Rome is het de paus die kiest. Men kan
dat goed of fout vinden maar dat is nu
eenmaal structuur èn het geloof van de
rooms-katholieke kerk.
De bisschoppen hebben met hun verkla
ring getracht deze hele affaire uit de
sfeer van winnaars-en-verliezers te ha
len. We mogen aannemen dat dr. Simo
nis het hiermee eens is en daarnaar zal
handelen. Pas de toekomst zal leren of
paus Paulus met zijn beslissing goed
dan wel fout gehandeld heeft. Voor het
welzijn van de gehele Kerk (met een
hoofdletter) hopen we het eerste.
„De kerken die tot de Raad van Kerken
zijn toegetreden spreken hun geloof uit
dat de Kerk in Jezus Christus één is; zij
erkennen dat zij deze eenheid in Christus
als voortdurend actuele gave van de Vader
hebben verloochend in de verdeeldheid
van hun historische gestalten en in hun
onderlinge strijd ten gevolge van de on
trouw aan de opgave om de waarden van
het Rijk van God concreet te vertalen in
de menselijke samenleving; zij erkennen
aantal plaatselijke kerkelijke gemeenten
hun schuld dat ten gevolge van hun ver
deeldheid geen enkele kerk deze aangebo
den gave van verzoening en verlossing in
Christus in volheid aan de wereld kan
voorleven", aldus de proeve.
Geconstateerd wordt dat de kerken de
laatste jaren op verschillende wijzen ge
stalte hebben trachten te geven aan de
beginnende herontdekking van hun een
heid in Christus. „Deze herontdekking vol
trok zich op lokaal en nationaal niveau en
in de vele bewegingen binnen de kerken.
In de Oecumenische raad van kerken is
een aantal kerken via hun vertegenwoor
digers met elkaar in een geloofsgesprek en
in actie gekomen. In de wederzijdse doop-
erkenning hebben vier kerken elkaar nog
kritische geloofsvragen te stellen. Tussen
andere kerken heeft deze erkenning zich
langs andere wegen voltrokken. De kerken
zijn zich nu bewust dat deze wederzijdse
erkenning in vele vormen hen dwingt tot
andere en verdergaande consequenties".
Heel nadrukkelijk wordt gesteld dat het
stadium van de onverplichte oecumene
voorbij is. „In hun gezamenlijke betrok
kenheid op de ethische, sociale en politieke
problemen van de huidige samenleving
willen zij hun eigen identiteit inbrengen
en laten corrigeren in een verplichtende
dialoog over het belijden en het functione
ren van de Kerk van Jezus Christus in
deze tijd".
In de proeve staan duidelijke richtin-
x gaanwijzers naar de praktijk van het
kerkelijk leven: „De gemeenten en paro
chies zullen samen een plan opstellen hoe
zij in fasen kunnen komen tot een integra
tie van hun verantwoordelijkheden en
functies; ...de kerken zullen hun eigen or
ganen, hun mankracht en financiën gelei
delijk in de Raad van Kerken oecumenise-
ren, d.w.z. niet langer exclusief in dienst
stellen van de eigen gemeenschap maar
ook in dienst van de Kerk van Jezus
Christus in haar geheel".
Wat dit laatste (onder meer) inhoudt is
te lezen in de „spelregels voor de secties
van de Raad van Kerken": „Het is de op
dracht van de .secties om zoveel mogelijk
de activiteiten van de kerkelijke organen
én van de bewegingen binnen de deelne
mende kerken te coördineren door ze te
richten op gezamenlijke verantwoordelijk
heid voor alle kerken en voor de nationale
en internationale samenleving en door ze
te brengen tot effectieve samenwerking;
...voor de uitvoering van hun taak zullen
de secties in het algemeen géén eigen bu
reaus oprichten; de kerken zullen overwe
gen op welke wijze zij hun eigen organen
met mankracht en apparatuur kunnen in
brengen als uitvoerende organen van de
secties".
Deze spelregel is heel essentieel: con
creet wordt het streven naar eenheid tot
uitdrukking gebracht: geen „oecumenische
sectie" nóast de secties van de kerken af
zonderlijk zodat de oecumenische sectie
een eigen afgezonderd leven gaat
leiden, maar in de kerken ingebouwd. Zo
wordt bijv. de sectie sociale vragen van de
Raad van Kerken ondergebracht in de
Raad voor de zaken van overheid en sa
menleving van de Nederlandse Hervormde
Kerk.
De andere secties (al bestaand of in op
richting) zijn: oecumenische actie (in nau
we samenwerking met het Oecumenisch
Actiecentrum in Driebergen), theologische
vragen, internationale zaken, dienst, voor
lichting en publiciteit, jeugdzaken, onder
wijs en vormingswerk en kerkelijke finan
ciën.
De Raad van Kerken wil beslist geen
superkerk zijn, maar evenmin een federa
tie van los naast elkaar werkende kerken.
In het moderamen van de Raad van Ker
ken zitten anders dan indertijd in het
dagelijks bestuur van de Oecumenische
Raad de leidinggevende mensen uit de
aangesloten kerken, o.a. de praesides van
de generale synodes van de Ned. Herv.
Kerk (ds. J. A. G. van Zanten) en de Ge-
ref. Kerken (dr. P. G. Kunst), de rk Breda
se bisschop mgr. H. Ernst en de oud-
katholieke aartsbisschop mgr. M. Kok. Dr.
Kunst presideert het moderamen,
jLfinstens even boeiend als wat op het lan-
delijke vlak gebeurt zijn de plaatselij
ke ontwikkelingen; de sectie oecumenische
actie heeft in dit proces een belangrijke
taak. Het gaat er nu niet meer om een
en parochies in een soort federatie te ver
enigen; het zal de proeve spreekt ook
wat dit betreft duidelijke taal moeten
komen tot een integratie van verantwoor
delijkheden en functies.
Tot dusver is plaatselijk de praktijk (in
vele gevallen) dat boven of naast het ge
wone kerkelijke werk „de oecumene"
komt als een soort „extra" waar men vrij
blijvend aan kan deelnemen, of niet. Maar
een lokale raad van kerken mag geen li
chaam meer zijn waar men alleen maar
wat interessant kan discussiëren.
Het zal nu moeten komen tot duidelijke
integratie, aldus een van de meest essen
tiële onderdelen van de proeve. Een con
creet voorbeeld: in nieuwe wijken van ste
den gaat men steeds meer otfer tot ge
meenschappelijke kerkbouw. Daarbij zal
het niet meer kunnen blijven: in dergelij
ke wijken zullen de herken ook pastoraal
moeten samenwerken, o.a. via pastorale
teams, aldus de secretaris van de Raad
van Kerken, prof. dr. H. A. M. Fiolet (RK),
in een toelichting op de proeve. Een predi
kant en een priester in een stadswijk of
dorp zijn er niet alleen voor de. „eigen"
mensen maar voor de héle wijk en het
héle dorp. Ook is het nodig dat de kerke
lijke financiën (vrijwel alle kerken kam
pen met grote financiële problemen) geïn
tegreerd worden. Om van integratie van
diakonia en charitas maar niet eens te
spreken.
Tie proeve is een bescheiden stuk maar
heeft een belangwekkende inhoud en
straalt beloften uit. De geestelijke vader
van de proeve is ongetwijfeld de 50-jarige
secretaris, prof. Fiolet die deze functie
sinds vorig jaar maart bekleedt.
De visie die uit de proeve naar voren
treedt wordt niet, zoals sommige tegen
standers en sceptici zeggen, „door de
maatschappelijke veranderingen en niet
door Gods Woord gedicteerd". Naar mijn
mening en deze indruk is vorige week
in een gesprek tussen het moderamen van
de Raad van Kerken en de pers in Utrecht
nog versterkt wil de Raad van Kerken
de bijbelse weg gaan (overwinning van
de verdeeldheid) en in een periode van
grote maatschappelijke veranderingen zijn
werk eigentijds verrichten
Zo kan Maliebaan 88 in Utrecht waar
de Raad van Kerken gevestigd is na
twee-en-een-half jaar stilzwijgen een ac
tiecentrum gaan worden dat een indrin
gende functie in het kerkelijk leven in Ne
derland vervult. Ook plaatselijk en regio
naal kunnen de consequenties van de
„proeve" zeer groot zijn als de kerken na
het vrijblijvende onderlinge gesprek de
weg van de integratie kiezen!
E. J. MATHIES.
Het was toch
allemaal
Een besneeuwde Domstad ont
ving zaterdag 2 januari 1971 in
de Jaarbeurshallen niet minder
dan 20.000 gasten. Ze waren ge
komen voor het Pala verf eest, dat
beoogde de jeugd te confronteren
met de bij bei.
De jongeren van de Volle
Evangelie Gemeente Gods te
Utrecht hadden kennelijk niet
zoveel fiducie in de wijze
waarop die confrontatie zou
plaatsvinden. Bij de ingang ver
spreidden ze pamfletten met het
opschrift „Met de bijbel in de
hand naar de hel". Een realis
tische tekening liet geen twijfel,
welk lot de Palavergangers te
wachten stond
Er is in de maanden die aan
Palaver '71 voorafgingen nogal
wat kritiek geuit op de opzet van
deze manifestatie. Die kritiek
kwam vooral uit orthodox-pro
testantse kringen. Een eigentijdse
verkondiging van het evangelie,
jawel, als het maar geen aange
past, verwaterd evangelie werd.
Palaver '71 kondigde een re-
11-popsongfestival aan en dat as
socieerden velen met de happe
ning die dit voorjaar in het Kra-
lingse Bos plaats vond. De mede
deling van de organisatoren van
Palaver op een persconferentie,
dat een drug-team aanwezig zou
zijn, verterkte die indruk alleen
maar. Door sommigen werd deel
name aan Palaver ontraden en
tegenactie overwogen.
Het is allemaal toch even an
ders verlopen dan velen ver
wachtten en ook vreesden. Aan
het einde van de dag wisten de
aanvankelijk felle critici ook veel
positiefs te vertellen. Hoe dat
kwam, zullen we in het vervolg
proberen te achterhalen.
even anders...
In de speakerscorner was het druk. Men ziet hier de evangelist
George Bruchs in gesprek gewikkeld.
en betrokken bij veel ander so
ciaal werk. „Ik ben ongehuwd.
Toch heb ik vierhonderd vijftig
kinderen. Kinderen uit de straten
van Napels. Ik heb ervaren, dat
je in het geloof geweldige dingen
kunt doen. Onze hoop is geves
tigd op de komst van het Rijk
hier en nu". Hij besluit: „Geef
dat ene leven voor anderen!" (Er
wordt langdurig geapplaudiseerd),
Ds. Matimoe komt uit In
donesië. Hl vervult een be
langrijke functie in het evangeli
satiewerk daar. „Geloof, hoop en
liefde moeten we in daden om
zetten. God heeft ons iets te zeg
gen. Zijn woord is de bron van
het leven. Ik roep U toe: „Stop
met Palaver..." D. C. Lewis neemt
het over van Ds. Matimoe en zet
de door Jan Filius geschreven
Palaversong in, waarvan Hans
Sommige groepen waren gekomen om ,,zo maar" te zingen.
Veel gevraagd lied: „Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht..."
Onbekommerd blijkbaar
niet onder de indruk van het
pamflet dat hun in handen was
gegeven stroomde de jeugd de
Marijkehal binnen. Een jeugd die
in uiterlijk weinig gemeen had
met die van het Kralingse Bos.
Lange haren zag je nauwelijks.
De kleding van het merendeel
was heel conventioneel. De mees
ten waren beneden de twintig.
Had je niet beter geweten, je zou
verondersteld hebben, dat een of
andere Jongerenbond zijn Bonds
dag belegde.
Het interieur van de Marijke
hal maakte echter duidelijk, dat
hier toch iets anders aan de hand
was. Het stond er vol met
kraampjes met waar van de
meest uiteenlopende aard. Hier
stond een stand, waar informatie
werd gegeven over de Zuidafri-
kaanse apartheidspolitiek. Vlak
daarnaast kon je je handtekening
kwijt, als je wilde protesteren te
gen de processen in Rusland. Me
dewerkers van de evangelist Jo-
han Maasbach droegen hun over
tuiging uit in de onmiddellijke
nabijheid van een stand van de
PSVG (Protestantse Stichting ter
bevordering van Verantwoorde
Gezinsvorming). Achter een ta
feltje in de stand van de PSVG,
waarop diverse voorbehoedmid
delen waren uitgestald, zaten
twee dames verlegen te zijn met
de wat verbaasde blikken van de
jeugd.
Opmerkelijk was, dat CH- en
KVP-jongeren elkaar hadden ge
vonden aan één stand, terwijl de
ARJOS er een eigen kraampje op
na hield.
Martine Bijl was een van de graag beluisterde zangeressen.
Henk van der Molen was haar begeleider.
Kies voor Jezus Christus
Als we een twintig meter door
lopen, komen we in de spea
kers-corner, waar Ds. Albert van
de Heuvel vertelt, dat niet hij de
bijbel, maar veeleer de bijbel
hem gekozen heeft. Een boeiende
discussie komt op gang.
Ook de directeur van Youth for
Christ, George Brucks, vertelt
wat de bijbel en het geloof voor
hem betekenen. Hij vraagt de
jongeren, hóé Jezus Christus het
antwoord in hun leven is.
Er komt een meisje naar voren,
dat een fervent aanhangster
blijkt van de Lou-beweging. „Ik
bezocht allerlei kerken en sprak
met mensen van de meest uiteen
lopende geloofsovertuiging. Toen
ik echter in contact kwam met
Lou wist ik het: Lou is God! (Ze
spreekt met stemverheffing,
schreeuwt bijna). Ik heb het li
chamelijk ervaren l Ik kan niet
anders dan getuigen van mijn
Vader en Moeder, van Lou en
Mien....".
Ook andere Lou-zonen en
dochters getuigen van hun God,
maar ze worden uitgefloten.
Daarop reageren zij fel: „Ook Je
zus werd door de theologen uit
de tempel gesmeten, zelfs ge
dood".
Andere jongeren getuigen van
de verlossing door Jezus Chris
tus. Zij krijgen veel applaus.
Terwijl we langs de stands lo
pen, begint zo maar ergens op de
Palavermarkt een groepje jonge
lui met combo-begeleiding te zin
gen: „Daar zijn geen grenzen aan
Jezus' macht". Al gauw vormt
zich rond hen een grote kring
aandachtige toehoorders. Als het
lied uit is komt een lid van de
groep naar voren. Met behulp
van een megafoon brengt hij een
boodschap a la Billy Graham:
„Wij hebben in ons leven ont
dekt, dat Jezus nog steeds een le
vende en machtige Heiland is.
Hij is het enige en afdoende ant
woord. Neem een goede beslis
sing. Kies een goede revolutie.
Omstreeks half twaalf begon in
de Irenehal het reli-popsongfesti-
val na een optreden van de Leger
des Heilsgroep de Joy Strings uit
Londen. De presentatie was in
handen van Eddie Becker. Zes
groepen hadden ingeschreven,
maar de Duitse deelname verviel.
Over bleven vertegenwoordigers
van België, Engeland, Frankrijk,
Italië en Nederland. De Interna
tionale jury kende Liselore Ger
ritsen de eerste prijs toe voor
haar (niet weinig commerciële)
song „Laat de kindertjes tot Mij
komen...".
Het middagprogramma had
nogal wat wijzigingen ondergaan.
Het Farce Majeurteam zou ko
men, maar dat ging niet door.
Kees van Kooten en Wim de Bie,
Aart Staartjes en Cliff Richard
waren al evenmin aanwezig.
Er waren veel bijbellezingen,
verzorgd door Nora Roerema!
Cees Peypers wist te vertellen,
dat 2/3 deel van de wereld niet in
alle opzichten bij de rest achter
loopt. Het heeft 100 maal zoveel
analfabeten, 12 maal zoveel on
dervoede mensen en gaat 2 maal
zo gauw dood.
Jules de Corte, vergezeld van
zijn hond Emma, zong zijn cyni
sche liedjes („Straks krijg ik in
de hemel een stoel, met uitzicht
op de hel"). De Belgische zanger
Louis Neefs zong en ook Martine
Bijl die werd begeleid door Henk
van der Molen.
Na het optreden van de Rivals
onder leiding van Rob van Dijk
was het woord aan de buiten
landse gasten. Het waren de
meest indrukwekkende momen
ten van deze dag.
Een rooms-katholieke Vietna
mees sprak over het lijden van
zijn volk. „Het beste wat ik kan
doen voor mijn land is in Viet
nam blijven, om deel te hebben
aan zijn lijden".
Een Belgische priester, werk
zaam in Venezuela: „Hun armoe
de is Uw rijkdom. Hun onwe
tendheid zijn Uw Hogescholen. Je
vraagt je af: God, hoe is dat mo
gelijk. Een antwoord moeten we
niet verwachten van een politie
ke partij of een dictator. Het ant
woord komt van God".
De drie minuten spreektijd zijn
al weer voorbij en D.C. Lewis zet
met zijn Combo en koor uit
Odijk de Palaversong in: „So
let's stop our Palaver and let's do
what Jesus says. Let's put love
into action. (Laten we nu ophou
den met Palaver en laten we
doen wat Jezus zegt. Laten we
liefhebben met de daad).
Een priester uit Angola
spreekt, een Nederlandse land
bouwkundige uit Ghana en ook
Ds. Santi uit Napels. Hij is direc
teur van een weeshuis in Napels
van Hemert de muziek voor zijn
rekening nam.
Ondertussen zoeken we Jan
van (Japelleveen, de publiciteits-
man van Palaver, op in zijn
Perscentrum. Hij is zichtbaar
vermoeid, maar niet minder
dankbaar over het verloop van
deze dag.
„De mensen van de ICCC heb
ben van te voren gezegd, dat het
godslasterlijk was wat we deden.
We zijn blij dat ze er nu
ook zijn. Het is goed, dat er
informatie komt zowel van de
kant van de orthodox-piëtische
kringen als van de actie-mensen.
Het hoort beide bij elkaar. Het
één kan niet zonder het ander".
Persoonlijk was Van Capelle-
veen niet zo erg gelukkig met de
inrichting van de stand van de
PSVG. „Ik had veel liever voor
behoedmiddelen. gezien in de zin
van: Wat zegt de bijbel over de
liefde, in plaats van een demon
stratie van voorbehoedmiddelen.
Er zijn trouwens wel meer stands
waarvoor ik mijn hand niet in
het vuur zou steken". Jan van
Capelleveen betreurt het, dat de
bedoelingen van Palaver aanvan
kelijk niet goed zijn over geko
men. „Er kwamen heel wat plan
nen op tafel, die nog getoetst
moesten worden. Velen dachten,
dat ze óók zo gerealiseerd zouden
worden".
Als Les Humphries Singers de
duizenden tot enthousiasme bren
gen, spreken wij met jongeren op
de Palavermarkt, die organisaties
vertegenwoordigen uit wier mid
den veel kritiek is gekomen. Het
zijn de mensen van het ICCC-
jongerencontact (de ICCC is de
Internationale Raad van Christe
lijke Kerken, orthodox-protes
tantse tegenhanger van de We
reldraad van Kerken), van het
Reformatorisch Politiek Jongere-
norgaan Concreet, medewerkers
van de evangelist Johan Maas
bach (Volle Evangelie-groep), en
leden van de Evangelische Stu
dentenbeweging Ichtus.
Zij betwijfelen of de jeugd
wel dichter bij de bijbel is ge
bracht. Een meisje zegt: „Mis
schien ondanks de pop-song, niet
dank zij...".
Toch kwamen ze naar Palaver.
Eén van hen motiveert dat zo:
„Wij vinden het geweldig het
evangelie te kunnen brengen.
Onze opdracht is: „Ga uit waar
de zondaars zijn. Waar kun je
meer zondaars vinden dan hier?".
Zij kregen de kans om te ge
tuigen. Hadden goede gesprek
ken. Opbouwende lectuur werd
uitgereikt. Tja, het was allemaal
toch even anders....
Als we naar de uitgang
lopen, komen we langs de muur
kranten. Ieder kon daar z'n me
ning publiek maken. Daar werd
ook gretig gebruik van gemaakt:
Is een homofiel ook een mens?
Jezus is een uitstekende tim
merman;
God klopt, maar U doet niet
open, want U had Hem pas zon
dagmorgen verwacht.
Jezus stierf ook voor jouw
zonden.
Juist komt er een heilssoldate
aangelopen. Onder de uitroep:
„Wie is in Godsnaam Jezus
Christus?" zegt ze heel simpel:
„Lees de bijbel!"... Korter is de
bedoeling van dit Palaverfeest
niet uiteengezet!
Van Kerstmis naar „Emmaüs" lijkt een he
le sprong. Maar daar op die weg hanteert
Christus zelf de snoeischaar die rondom
Kerstmis maar zo vaak werd verdonkere
maand door ons. Hij hanteert daar die schaar
tot de harde kern van het Woord bloot komt.
En ook de donkere kern van het menselijk
hart. Voor die twee discipelen was Jezus' le
ven op de bittere ontgoocheling van het Kruis
uitgelopen.
De berichten aangaande de opstanding had
den hun niets te zeggen. Omdat ze de Kruisi
ging alleen maar hadden verstaan als de zo
veelste mislukking en desillusie.
Daarom worden als de „vreemdeling" zich
bij hen voegt hun ogen „bevangen". Ze zijn
er niet aan toe Hem te zien. Ze moeten eerst
een en al oor zijn. Ook voor het verwijt van
onverstand en traagheid van hart als het er
om gaat de Schriften te geloven. Blijkbaar
een kwestie van het hart, het diepe innerlijk
van de mens waaruit zijn inzichten en beslis
singen opkomen.
Dat hart had moeten verstaan wat „Mozes
en de profeten" vanaf Genesis 3 te verstaan
gaven: tussen ons die het doodsgebied inge-
bannen zijn en de Levensboom gloeien niet
wat kerstboompjes maar flitst een dodelijk
zwaard. Dat is wel een mededeling om het
hart te raken.
Het betekent dat wat voor menselijke en
religieuze aspiraties wij ook hebben er voor
ons geen weg terug is. Die dikke Bijbel die
dan na Genesis 3 nog komt behelst het uit
voerige verhaal van Gods weg naar óns toe.
De weg van Bethlehem. En Golgotha. De weg
van Hem „die is nedergedaald naar de lagere
aardse gewesten" (Ef. 4:9) om voor ons en
met ons door dood en verlorenheid heen de
weg open te breken naar God toe, naar het
leven en de heerlijkheid.
„Dat de Christus lijden moest en zó in zijn
heerlijkheid ingaan" dat moest niet omdat
het nou eenmaal in de bijbel stond. Maar
omgekeerd: dat stond in de bijbel omdat het
zo moest en niet anders kon. Omdat U en ik
geen weg naar God meer hebben dan door
het gericht heen. En wie kan dan bestaan. De
weg van Christus is de weg van de verlore
nen. Dat is de weg van Israël; door de zee,
door de dood; waar geen weg is en niemand
gaan kan.
Als ze dan werkelijk een en al oor gewor
den zijn voor dit de mens ontluisterend en op
zijn plaats zettend Woord stelt Hij, bij hun
huis gekomen, hen even op de proef, doet of
Hij wil doorgaan. Pas als ze ja zeggen tegen
de bitterheid kan dat bittere voor hen zoet
worden. En inderdaad, ze willen van Hem
niet scheiden. Dat is: het Woord geloven.
Commentaren willen doen geloven dat ze
daarna aan tafel de verwonde handen hebben
gezien. Kan het nog platvloerser? Alsof ze
dan niet evenzeer te voren zijn gelaat en
stem hadden moeten herkennen. Maar er is
een moment dat Hij kiest om hen de schellen
van de ogen te nemen en hen deelgenoot te
maken van Zijn Leven. Dat is als ze aanlig
gen. Maaltijd betekent gemeenschap. Als hun
ogen opgen gaan weten ze: zijn dood was
onze dood. Ze herkennen Hem en weten als
Hij het brood breekt en deelt: Zijn leven is
ons leven. Hij is de Grote Gastheer die leven
en leeftocht schenkt.
En daarna worden hoe kan het anders
de voeten bevleugeld. Jeruzalem en de ge
meente gezocht. Om daar een nieuw stuk op
standingsleven te zien met een blijde Petrus
in het midden. Genade is levensherstel en
garandeert het ingaan tot de „heerlijkheid".
Door de enge poort. Om opnieuw weer te
mogen eten van „het geboomte des Levens",
(openb. 22:14).
Na al het voorgaande zit ik nog met een
vraag. Velen hebben vandaag, meer dan ooit,
moeite met de opstanding en alles wat daar
verder volgt. En daar wordt het leven niet
vrolijker van.
Paulus wist dat als Hij niet waarlijk is
opgestaan we al het andere, van Bethlehem
en Golgotha en dus heel die verdere Bijbel
ook wel kunnen vergeten.
Ik vraag me af: kan het zijn dat veel ogen
vandaag „bevangen" blijven, er niet aan toe
zijn Hem te mogen kennen als de levende
Gastheer, omdat het hart, het „trage" hart
dat andere niet waar wil hebben? Ik bedoel:
die „harde kern" die ons te na komt door ons
de waarheid over ons zelf te onthullen?
Het is duidelijk dat het één alles met het
andere te maken heeft.
Renswoude Ds. J. C. Jonkers