Begrijpelijk maar onbillijk Van Bethlehem en Nazareth naar Emmaüs [ilaatZich vjndenjn epratie Terugblikkend op Het Palaverfestijn RAAD VAN KERKEN KWAM MET „PROEVE VAN EEN BEGINSELVERKLARING" Allebei TER OVERDENKING Op de bureaus van de leidinggevende organen van de Rooms-Katholieke kerk, de Neder landse Hervormde kerk, de Gereformeerde kerken, de Evangelisch-Lutherse kerk, de Doopsgzinde Broederschap, de Remonstrant se Broederschap, de Oud-Katholieke kerk, de Evangelische Broedergemeente, De Quakers, het Leger des Heils en de Nederlandse Prote stanten Bond ligt sinds vorige week een boeiend, in sommige opzichten zelfs uitda gend stuk waaronder de handtekeningen van vertegenwoordigers van deze leidinggevende kerkelijke organen staateen „proeve van een beginselverklaring van de Raad van Kerken in Nederland9'. Het is een werkstuk dat in de ko mende maanden de kerken intensief kan (en moet) bezighouden. Palavermarkt Goede revolutieLaat de kiudertji es. jf Pas zondag! De van onver p lichte oecumene nu voo rbij Als voorzitter van de Nederlandse Raad van Kerken heeft profdr, H. A. M. Fiolet een groot aandeel ge had in de hier besproken „proeve", Toen dinsdagavond het besluit van de Ne derlandse bisschoppen bekend werd dat zij dr. Simonis als bisschop van Rotterdam in hun midden wilden aan vaarden, was de eerste reactie van ve len: „Zie je wel, ze zijn toch weer door de knieën gegaan! Rome's wil is weer wet gebleken en dat zal altijd wel zo blijven. Die hele inspraak- en democra tiseringsgedachte kunnen ze wel verge ten zolang de paus paus blijft!" Als eerste reactie begrijpelijk, maar daar af o.fh nog niet billijk. Niet billijk tegenover kardinaal Alfrink en zijn medebisschop pen. niet billijk tegenover paus Paulus en zeker niet billijk jegens dat zo vaak misbruikte woord „inspraak". Vorige week hebben wij in alle objectivi teit en voor zover onze inlichtingen dat toelieten, getracht de procedure te schetsen die bij deze bisschopsbenoe ming gevolgd is. Een procedure waarbij heel wat mensen betrokken zijn ge weest naar wier mening tot voor kort helemaal niet gevraagd werd dat op zichzelf is al een bewijs dat de rooms- katholieke kerk zeker geen ingeslapen kerk is. We hebben ook uiteengezet dat er door en na het Tweede Vaticaanse Concilie heel wat veranderd is op dit gebied: grotere zelfstandigheid voor de verschillende kerkprovincies en een in tensiever „collegiaal overleg" tussen paus en bisschoppen, op z'n minst over zaken die de kerkprovincies raken. Maar één ding is niet veranderd: in de rooms-katholieke kerk blijft de paus paus: hij is het hoofd van de kerk, de plaatsbekleder. Het is zijn (loodzware) taak die niemand hem van de schou ders kan nemen. Welnu, deze paus blijkt er vast van door drongen te zijn dat juist in de roerige Nederlandse kerkprovincie een figuur als dr. Simonis de juiste man op de juiste plaats is. Ongetwijfeld heeft hij geweten dat die benoeming felle reac ties zou oproepen laat niemand den ken dat men in Vaticaanstad slecht geïnformeerd is. Ondanks dat heeft hij de Haagse kapelaan voor die moeilijke post aangewezen ook wie het daar niet mee eens is moet er bewondering voor hebben. Deze paus Paulus had het zich heel wat gemakkelijker kunnen ma ken; dat hij dat niet gedaan heeft be wijst dat het welzijn van de kerk in Nederland hem zeer ter harte gaat en dat hij daarvoor een conflict durft te riskeren. Al evenmin is het billijk het Nederlandse episcopaat een „door de knieën gaan" te verwijten. Zij hebben de zorg voor de Nederlandse kerkprovincie en dat is ze ker geen gemakkelijke taak, want net als in heel Nederland breken zich ook in de rooms-katholieke kerk de vernieu wingen soms heel hardhandig baan. En ook daar dreigt de stem der vernieu wers wel eens die van de wat nuchter der denkende meerderheid te over schreeuwen. In deze situatie hadden zij liever een andere bisschop van Rotter dam gezien dan dr. Simonis, dat is wel duidelijk geworden. Maar uit hun com muniqué mag men niet lezen dat zij het per se met de paus oneens zijn dat zij alleen maar voor macht zijn gezwicht en niet voor argumenten. En tenslotte is het onredelijk om nu de hele inspraak maar ineens te verguizen. In de begrijpelijk drift naar democrati sering vergeten sommigen dat inspraak iets anders is dan het doen van de beslissende uitspraak. Binnen de in spraak ligt altijd tegenspraak als ie dereen het al van te voren met iedereen eens was zou er geen inspraak-proce dure nodig zijn. Uit die logischerwijs tegenstrijdige inspraakmeningen moet gekozen worden en in de kerk van Rome is het de paus die kiest. Men kan dat goed of fout vinden maar dat is nu eenmaal structuur èn het geloof van de rooms-katholieke kerk. De bisschoppen hebben met hun verkla ring getracht deze hele affaire uit de sfeer van winnaars-en-verliezers te ha len. We mogen aannemen dat dr. Simo nis het hiermee eens is en daarnaar zal handelen. Pas de toekomst zal leren of paus Paulus met zijn beslissing goed dan wel fout gehandeld heeft. Voor het welzijn van de gehele Kerk (met een hoofdletter) hopen we het eerste. „De kerken die tot de Raad van Kerken zijn toegetreden spreken hun geloof uit dat de Kerk in Jezus Christus één is; zij erkennen dat zij deze eenheid in Christus als voortdurend actuele gave van de Vader hebben verloochend in de verdeeldheid van hun historische gestalten en in hun onderlinge strijd ten gevolge van de on trouw aan de opgave om de waarden van het Rijk van God concreet te vertalen in de menselijke samenleving; zij erkennen aantal plaatselijke kerkelijke gemeenten hun schuld dat ten gevolge van hun ver deeldheid geen enkele kerk deze aangebo den gave van verzoening en verlossing in Christus in volheid aan de wereld kan voorleven", aldus de proeve. Geconstateerd wordt dat de kerken de laatste jaren op verschillende wijzen ge stalte hebben trachten te geven aan de beginnende herontdekking van hun een heid in Christus. „Deze herontdekking vol trok zich op lokaal en nationaal niveau en in de vele bewegingen binnen de kerken. In de Oecumenische raad van kerken is een aantal kerken via hun vertegenwoor digers met elkaar in een geloofsgesprek en in actie gekomen. In de wederzijdse doop- erkenning hebben vier kerken elkaar nog kritische geloofsvragen te stellen. Tussen andere kerken heeft deze erkenning zich langs andere wegen voltrokken. De kerken zijn zich nu bewust dat deze wederzijdse erkenning in vele vormen hen dwingt tot andere en verdergaande consequenties". Heel nadrukkelijk wordt gesteld dat het stadium van de onverplichte oecumene voorbij is. „In hun gezamenlijke betrok kenheid op de ethische, sociale en politieke problemen van de huidige samenleving willen zij hun eigen identiteit inbrengen en laten corrigeren in een verplichtende dialoog over het belijden en het functione ren van de Kerk van Jezus Christus in deze tijd". In de proeve staan duidelijke richtin- x gaanwijzers naar de praktijk van het kerkelijk leven: „De gemeenten en paro chies zullen samen een plan opstellen hoe zij in fasen kunnen komen tot een integra tie van hun verantwoordelijkheden en functies; ...de kerken zullen hun eigen or ganen, hun mankracht en financiën gelei delijk in de Raad van Kerken oecumenise- ren, d.w.z. niet langer exclusief in dienst stellen van de eigen gemeenschap maar ook in dienst van de Kerk van Jezus Christus in haar geheel". Wat dit laatste (onder meer) inhoudt is te lezen in de „spelregels voor de secties van de Raad van Kerken": „Het is de op dracht van de .secties om zoveel mogelijk de activiteiten van de kerkelijke organen én van de bewegingen binnen de deelne mende kerken te coördineren door ze te richten op gezamenlijke verantwoordelijk heid voor alle kerken en voor de nationale en internationale samenleving en door ze te brengen tot effectieve samenwerking; ...voor de uitvoering van hun taak zullen de secties in het algemeen géén eigen bu reaus oprichten; de kerken zullen overwe gen op welke wijze zij hun eigen organen met mankracht en apparatuur kunnen in brengen als uitvoerende organen van de secties". Deze spelregel is heel essentieel: con creet wordt het streven naar eenheid tot uitdrukking gebracht: geen „oecumenische sectie" nóast de secties van de kerken af zonderlijk zodat de oecumenische sectie een eigen afgezonderd leven gaat leiden, maar in de kerken ingebouwd. Zo wordt bijv. de sectie sociale vragen van de Raad van Kerken ondergebracht in de Raad voor de zaken van overheid en sa menleving van de Nederlandse Hervormde Kerk. De andere secties (al bestaand of in op richting) zijn: oecumenische actie (in nau we samenwerking met het Oecumenisch Actiecentrum in Driebergen), theologische vragen, internationale zaken, dienst, voor lichting en publiciteit, jeugdzaken, onder wijs en vormingswerk en kerkelijke finan ciën. De Raad van Kerken wil beslist geen superkerk zijn, maar evenmin een federa tie van los naast elkaar werkende kerken. In het moderamen van de Raad van Ker ken zitten anders dan indertijd in het dagelijks bestuur van de Oecumenische Raad de leidinggevende mensen uit de aangesloten kerken, o.a. de praesides van de generale synodes van de Ned. Herv. Kerk (ds. J. A. G. van Zanten) en de Ge- ref. Kerken (dr. P. G. Kunst), de rk Breda se bisschop mgr. H. Ernst en de oud- katholieke aartsbisschop mgr. M. Kok. Dr. Kunst presideert het moderamen, jLfinstens even boeiend als wat op het lan- delijke vlak gebeurt zijn de plaatselij ke ontwikkelingen; de sectie oecumenische actie heeft in dit proces een belangrijke taak. Het gaat er nu niet meer om een en parochies in een soort federatie te ver enigen; het zal de proeve spreekt ook wat dit betreft duidelijke taal moeten komen tot een integratie van verantwoor delijkheden en functies. Tot dusver is plaatselijk de praktijk (in vele gevallen) dat boven of naast het ge wone kerkelijke werk „de oecumene" komt als een soort „extra" waar men vrij blijvend aan kan deelnemen, of niet. Maar een lokale raad van kerken mag geen li chaam meer zijn waar men alleen maar wat interessant kan discussiëren. Het zal nu moeten komen tot duidelijke integratie, aldus een van de meest essen tiële onderdelen van de proeve. Een con creet voorbeeld: in nieuwe wijken van ste den gaat men steeds meer otfer tot ge meenschappelijke kerkbouw. Daarbij zal het niet meer kunnen blijven: in dergelij ke wijken zullen de herken ook pastoraal moeten samenwerken, o.a. via pastorale teams, aldus de secretaris van de Raad van Kerken, prof. dr. H. A. M. Fiolet (RK), in een toelichting op de proeve. Een predi kant en een priester in een stadswijk of dorp zijn er niet alleen voor de. „eigen" mensen maar voor de héle wijk en het héle dorp. Ook is het nodig dat de kerke lijke financiën (vrijwel alle kerken kam pen met grote financiële problemen) geïn tegreerd worden. Om van integratie van diakonia en charitas maar niet eens te spreken. Tie proeve is een bescheiden stuk maar heeft een belangwekkende inhoud en straalt beloften uit. De geestelijke vader van de proeve is ongetwijfeld de 50-jarige secretaris, prof. Fiolet die deze functie sinds vorig jaar maart bekleedt. De visie die uit de proeve naar voren treedt wordt niet, zoals sommige tegen standers en sceptici zeggen, „door de maatschappelijke veranderingen en niet door Gods Woord gedicteerd". Naar mijn mening en deze indruk is vorige week in een gesprek tussen het moderamen van de Raad van Kerken en de pers in Utrecht nog versterkt wil de Raad van Kerken de bijbelse weg gaan (overwinning van de verdeeldheid) en in een periode van grote maatschappelijke veranderingen zijn werk eigentijds verrichten Zo kan Maliebaan 88 in Utrecht waar de Raad van Kerken gevestigd is na twee-en-een-half jaar stilzwijgen een ac tiecentrum gaan worden dat een indrin gende functie in het kerkelijk leven in Ne derland vervult. Ook plaatselijk en regio naal kunnen de consequenties van de „proeve" zeer groot zijn als de kerken na het vrijblijvende onderlinge gesprek de weg van de integratie kiezen! E. J. MATHIES. Het was toch allemaal Een besneeuwde Domstad ont ving zaterdag 2 januari 1971 in de Jaarbeurshallen niet minder dan 20.000 gasten. Ze waren ge komen voor het Pala verf eest, dat beoogde de jeugd te confronteren met de bij bei. De jongeren van de Volle Evangelie Gemeente Gods te Utrecht hadden kennelijk niet zoveel fiducie in de wijze waarop die confrontatie zou plaatsvinden. Bij de ingang ver spreidden ze pamfletten met het opschrift „Met de bijbel in de hand naar de hel". Een realis tische tekening liet geen twijfel, welk lot de Palavergangers te wachten stond Er is in de maanden die aan Palaver '71 voorafgingen nogal wat kritiek geuit op de opzet van deze manifestatie. Die kritiek kwam vooral uit orthodox-pro testantse kringen. Een eigentijdse verkondiging van het evangelie, jawel, als het maar geen aange past, verwaterd evangelie werd. Palaver '71 kondigde een re- 11-popsongfestival aan en dat as socieerden velen met de happe ning die dit voorjaar in het Kra- lingse Bos plaats vond. De mede deling van de organisatoren van Palaver op een persconferentie, dat een drug-team aanwezig zou zijn, verterkte die indruk alleen maar. Door sommigen werd deel name aan Palaver ontraden en tegenactie overwogen. Het is allemaal toch even an ders verlopen dan velen ver wachtten en ook vreesden. Aan het einde van de dag wisten de aanvankelijk felle critici ook veel positiefs te vertellen. Hoe dat kwam, zullen we in het vervolg proberen te achterhalen. even anders... In de speakerscorner was het druk. Men ziet hier de evangelist George Bruchs in gesprek gewikkeld. en betrokken bij veel ander so ciaal werk. „Ik ben ongehuwd. Toch heb ik vierhonderd vijftig kinderen. Kinderen uit de straten van Napels. Ik heb ervaren, dat je in het geloof geweldige dingen kunt doen. Onze hoop is geves tigd op de komst van het Rijk hier en nu". Hij besluit: „Geef dat ene leven voor anderen!" (Er wordt langdurig geapplaudiseerd), Ds. Matimoe komt uit In donesië. Hl vervult een be langrijke functie in het evangeli satiewerk daar. „Geloof, hoop en liefde moeten we in daden om zetten. God heeft ons iets te zeg gen. Zijn woord is de bron van het leven. Ik roep U toe: „Stop met Palaver..." D. C. Lewis neemt het over van Ds. Matimoe en zet de door Jan Filius geschreven Palaversong in, waarvan Hans Sommige groepen waren gekomen om ,,zo maar" te zingen. Veel gevraagd lied: „Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht..." Onbekommerd blijkbaar niet onder de indruk van het pamflet dat hun in handen was gegeven stroomde de jeugd de Marijkehal binnen. Een jeugd die in uiterlijk weinig gemeen had met die van het Kralingse Bos. Lange haren zag je nauwelijks. De kleding van het merendeel was heel conventioneel. De mees ten waren beneden de twintig. Had je niet beter geweten, je zou verondersteld hebben, dat een of andere Jongerenbond zijn Bonds dag belegde. Het interieur van de Marijke hal maakte echter duidelijk, dat hier toch iets anders aan de hand was. Het stond er vol met kraampjes met waar van de meest uiteenlopende aard. Hier stond een stand, waar informatie werd gegeven over de Zuidafri- kaanse apartheidspolitiek. Vlak daarnaast kon je je handtekening kwijt, als je wilde protesteren te gen de processen in Rusland. Me dewerkers van de evangelist Jo- han Maasbach droegen hun over tuiging uit in de onmiddellijke nabijheid van een stand van de PSVG (Protestantse Stichting ter bevordering van Verantwoorde Gezinsvorming). Achter een ta feltje in de stand van de PSVG, waarop diverse voorbehoedmid delen waren uitgestald, zaten twee dames verlegen te zijn met de wat verbaasde blikken van de jeugd. Opmerkelijk was, dat CH- en KVP-jongeren elkaar hadden ge vonden aan één stand, terwijl de ARJOS er een eigen kraampje op na hield. Martine Bijl was een van de graag beluisterde zangeressen. Henk van der Molen was haar begeleider. Kies voor Jezus Christus Als we een twintig meter door lopen, komen we in de spea kers-corner, waar Ds. Albert van de Heuvel vertelt, dat niet hij de bijbel, maar veeleer de bijbel hem gekozen heeft. Een boeiende discussie komt op gang. Ook de directeur van Youth for Christ, George Brucks, vertelt wat de bijbel en het geloof voor hem betekenen. Hij vraagt de jongeren, hóé Jezus Christus het antwoord in hun leven is. Er komt een meisje naar voren, dat een fervent aanhangster blijkt van de Lou-beweging. „Ik bezocht allerlei kerken en sprak met mensen van de meest uiteen lopende geloofsovertuiging. Toen ik echter in contact kwam met Lou wist ik het: Lou is God! (Ze spreekt met stemverheffing, schreeuwt bijna). Ik heb het li chamelijk ervaren l Ik kan niet anders dan getuigen van mijn Vader en Moeder, van Lou en Mien....". Ook andere Lou-zonen en dochters getuigen van hun God, maar ze worden uitgefloten. Daarop reageren zij fel: „Ook Je zus werd door de theologen uit de tempel gesmeten, zelfs ge dood". Andere jongeren getuigen van de verlossing door Jezus Chris tus. Zij krijgen veel applaus. Terwijl we langs de stands lo pen, begint zo maar ergens op de Palavermarkt een groepje jonge lui met combo-begeleiding te zin gen: „Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht". Al gauw vormt zich rond hen een grote kring aandachtige toehoorders. Als het lied uit is komt een lid van de groep naar voren. Met behulp van een megafoon brengt hij een boodschap a la Billy Graham: „Wij hebben in ons leven ont dekt, dat Jezus nog steeds een le vende en machtige Heiland is. Hij is het enige en afdoende ant woord. Neem een goede beslis sing. Kies een goede revolutie. Omstreeks half twaalf begon in de Irenehal het reli-popsongfesti- val na een optreden van de Leger des Heilsgroep de Joy Strings uit Londen. De presentatie was in handen van Eddie Becker. Zes groepen hadden ingeschreven, maar de Duitse deelname verviel. Over bleven vertegenwoordigers van België, Engeland, Frankrijk, Italië en Nederland. De Interna tionale jury kende Liselore Ger ritsen de eerste prijs toe voor haar (niet weinig commerciële) song „Laat de kindertjes tot Mij komen...". Het middagprogramma had nogal wat wijzigingen ondergaan. Het Farce Majeurteam zou ko men, maar dat ging niet door. Kees van Kooten en Wim de Bie, Aart Staartjes en Cliff Richard waren al evenmin aanwezig. Er waren veel bijbellezingen, verzorgd door Nora Roerema! Cees Peypers wist te vertellen, dat 2/3 deel van de wereld niet in alle opzichten bij de rest achter loopt. Het heeft 100 maal zoveel analfabeten, 12 maal zoveel on dervoede mensen en gaat 2 maal zo gauw dood. Jules de Corte, vergezeld van zijn hond Emma, zong zijn cyni sche liedjes („Straks krijg ik in de hemel een stoel, met uitzicht op de hel"). De Belgische zanger Louis Neefs zong en ook Martine Bijl die werd begeleid door Henk van der Molen. Na het optreden van de Rivals onder leiding van Rob van Dijk was het woord aan de buiten landse gasten. Het waren de meest indrukwekkende momen ten van deze dag. Een rooms-katholieke Vietna mees sprak over het lijden van zijn volk. „Het beste wat ik kan doen voor mijn land is in Viet nam blijven, om deel te hebben aan zijn lijden". Een Belgische priester, werk zaam in Venezuela: „Hun armoe de is Uw rijkdom. Hun onwe tendheid zijn Uw Hogescholen. Je vraagt je af: God, hoe is dat mo gelijk. Een antwoord moeten we niet verwachten van een politie ke partij of een dictator. Het ant woord komt van God". De drie minuten spreektijd zijn al weer voorbij en D.C. Lewis zet met zijn Combo en koor uit Odijk de Palaversong in: „So let's stop our Palaver and let's do what Jesus says. Let's put love into action. (Laten we nu ophou den met Palaver en laten we doen wat Jezus zegt. Laten we liefhebben met de daad). Een priester uit Angola spreekt, een Nederlandse land bouwkundige uit Ghana en ook Ds. Santi uit Napels. Hij is direc teur van een weeshuis in Napels van Hemert de muziek voor zijn rekening nam. Ondertussen zoeken we Jan van (Japelleveen, de publiciteits- man van Palaver, op in zijn Perscentrum. Hij is zichtbaar vermoeid, maar niet minder dankbaar over het verloop van deze dag. „De mensen van de ICCC heb ben van te voren gezegd, dat het godslasterlijk was wat we deden. We zijn blij dat ze er nu ook zijn. Het is goed, dat er informatie komt zowel van de kant van de orthodox-piëtische kringen als van de actie-mensen. Het hoort beide bij elkaar. Het één kan niet zonder het ander". Persoonlijk was Van Capelle- veen niet zo erg gelukkig met de inrichting van de stand van de PSVG. „Ik had veel liever voor behoedmiddelen. gezien in de zin van: Wat zegt de bijbel over de liefde, in plaats van een demon stratie van voorbehoedmiddelen. Er zijn trouwens wel meer stands waarvoor ik mijn hand niet in het vuur zou steken". Jan van Capelleveen betreurt het, dat de bedoelingen van Palaver aanvan kelijk niet goed zijn over geko men. „Er kwamen heel wat plan nen op tafel, die nog getoetst moesten worden. Velen dachten, dat ze óók zo gerealiseerd zouden worden". Als Les Humphries Singers de duizenden tot enthousiasme bren gen, spreken wij met jongeren op de Palavermarkt, die organisaties vertegenwoordigen uit wier mid den veel kritiek is gekomen. Het zijn de mensen van het ICCC- jongerencontact (de ICCC is de Internationale Raad van Christe lijke Kerken, orthodox-protes tantse tegenhanger van de We reldraad van Kerken), van het Reformatorisch Politiek Jongere- norgaan Concreet, medewerkers van de evangelist Johan Maas bach (Volle Evangelie-groep), en leden van de Evangelische Stu dentenbeweging Ichtus. Zij betwijfelen of de jeugd wel dichter bij de bijbel is ge bracht. Een meisje zegt: „Mis schien ondanks de pop-song, niet dank zij...". Toch kwamen ze naar Palaver. Eén van hen motiveert dat zo: „Wij vinden het geweldig het evangelie te kunnen brengen. Onze opdracht is: „Ga uit waar de zondaars zijn. Waar kun je meer zondaars vinden dan hier?". Zij kregen de kans om te ge tuigen. Hadden goede gesprek ken. Opbouwende lectuur werd uitgereikt. Tja, het was allemaal toch even anders.... Als we naar de uitgang lopen, komen we langs de muur kranten. Ieder kon daar z'n me ning publiek maken. Daar werd ook gretig gebruik van gemaakt: Is een homofiel ook een mens? Jezus is een uitstekende tim merman; God klopt, maar U doet niet open, want U had Hem pas zon dagmorgen verwacht. Jezus stierf ook voor jouw zonden. Juist komt er een heilssoldate aangelopen. Onder de uitroep: „Wie is in Godsnaam Jezus Christus?" zegt ze heel simpel: „Lees de bijbel!"... Korter is de bedoeling van dit Palaverfeest niet uiteengezet! Van Kerstmis naar „Emmaüs" lijkt een he le sprong. Maar daar op die weg hanteert Christus zelf de snoeischaar die rondom Kerstmis maar zo vaak werd verdonkere maand door ons. Hij hanteert daar die schaar tot de harde kern van het Woord bloot komt. En ook de donkere kern van het menselijk hart. Voor die twee discipelen was Jezus' le ven op de bittere ontgoocheling van het Kruis uitgelopen. De berichten aangaande de opstanding had den hun niets te zeggen. Omdat ze de Kruisi ging alleen maar hadden verstaan als de zo veelste mislukking en desillusie. Daarom worden als de „vreemdeling" zich bij hen voegt hun ogen „bevangen". Ze zijn er niet aan toe Hem te zien. Ze moeten eerst een en al oor zijn. Ook voor het verwijt van onverstand en traagheid van hart als het er om gaat de Schriften te geloven. Blijkbaar een kwestie van het hart, het diepe innerlijk van de mens waaruit zijn inzichten en beslis singen opkomen. Dat hart had moeten verstaan wat „Mozes en de profeten" vanaf Genesis 3 te verstaan gaven: tussen ons die het doodsgebied inge- bannen zijn en de Levensboom gloeien niet wat kerstboompjes maar flitst een dodelijk zwaard. Dat is wel een mededeling om het hart te raken. Het betekent dat wat voor menselijke en religieuze aspiraties wij ook hebben er voor ons geen weg terug is. Die dikke Bijbel die dan na Genesis 3 nog komt behelst het uit voerige verhaal van Gods weg naar óns toe. De weg van Bethlehem. En Golgotha. De weg van Hem „die is nedergedaald naar de lagere aardse gewesten" (Ef. 4:9) om voor ons en met ons door dood en verlorenheid heen de weg open te breken naar God toe, naar het leven en de heerlijkheid. „Dat de Christus lijden moest en zó in zijn heerlijkheid ingaan" dat moest niet omdat het nou eenmaal in de bijbel stond. Maar omgekeerd: dat stond in de bijbel omdat het zo moest en niet anders kon. Omdat U en ik geen weg naar God meer hebben dan door het gericht heen. En wie kan dan bestaan. De weg van Christus is de weg van de verlore nen. Dat is de weg van Israël; door de zee, door de dood; waar geen weg is en niemand gaan kan. Als ze dan werkelijk een en al oor gewor den zijn voor dit de mens ontluisterend en op zijn plaats zettend Woord stelt Hij, bij hun huis gekomen, hen even op de proef, doet of Hij wil doorgaan. Pas als ze ja zeggen tegen de bitterheid kan dat bittere voor hen zoet worden. En inderdaad, ze willen van Hem niet scheiden. Dat is: het Woord geloven. Commentaren willen doen geloven dat ze daarna aan tafel de verwonde handen hebben gezien. Kan het nog platvloerser? Alsof ze dan niet evenzeer te voren zijn gelaat en stem hadden moeten herkennen. Maar er is een moment dat Hij kiest om hen de schellen van de ogen te nemen en hen deelgenoot te maken van Zijn Leven. Dat is als ze aanlig gen. Maaltijd betekent gemeenschap. Als hun ogen opgen gaan weten ze: zijn dood was onze dood. Ze herkennen Hem en weten als Hij het brood breekt en deelt: Zijn leven is ons leven. Hij is de Grote Gastheer die leven en leeftocht schenkt. En daarna worden hoe kan het anders de voeten bevleugeld. Jeruzalem en de ge meente gezocht. Om daar een nieuw stuk op standingsleven te zien met een blijde Petrus in het midden. Genade is levensherstel en garandeert het ingaan tot de „heerlijkheid". Door de enge poort. Om opnieuw weer te mogen eten van „het geboomte des Levens", (openb. 22:14). Na al het voorgaande zit ik nog met een vraag. Velen hebben vandaag, meer dan ooit, moeite met de opstanding en alles wat daar verder volgt. En daar wordt het leven niet vrolijker van. Paulus wist dat als Hij niet waarlijk is opgestaan we al het andere, van Bethlehem en Golgotha en dus heel die verdere Bijbel ook wel kunnen vergeten. Ik vraag me af: kan het zijn dat veel ogen vandaag „bevangen" blijven, er niet aan toe zijn Hem te mogen kennen als de levende Gastheer, omdat het hart, het „trage" hart dat andere niet waar wil hebben? Ik bedoel: die „harde kern" die ons te na komt door ons de waarheid over ons zelf te onthullen? Het is duidelijk dat het één alles met het andere te maken heeft. Renswoude Ds. J. C. Jonkers

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1971 | | pagina 11