ALGEMEEN BESCHOUWD ALS ÉÉN VAN NEDERLANDS BEST GEKLEDE VROUWEN
Tussen Keulen
en Parijs
Mooi gekleed zijn
geen kwestie van
veel geld
Voorjaars- en
zomermode
voor haar en
hem in 1971
Welke geheimen schui
len achter dit goed ge
kleed gaan Liesbeth
List vertelt in een open
hartig gesprek wat zij
onder de mode ver
staat en vooral hoe zij
de mode gebruikt en
niet gebruikt. Dat is
het geheim van Lies
beth Listde zangeres
die de mode af en toe
aan haar laars lapt
Een aantal bekende
Nederlanders noemden
deze week in een mini-
enquête het meest één
van Nederlands po
pulairste zangeressen9
Liesbeth List, als „de
best geklede vrouw van
1970".
AMSTERDAM Liesbeth
List vindt het begrip mode op
z'n minst erg aantrekkelijk. Zij
wil in het dragen van haar kie
ren vooral zichzelf zijn.
Modieus of minder modieus.
,.lk vind het een van de voor
waarden om er ook echt goed
gekleed uit te kunnen zien. Je
moet je lekker voelen in wat je
draagt. Mode komt daarom
voor mij eigenlijk pas op de
tweede plaats.
Behagen
Eigen stijl
Niet groot
Overal in de mode-hoofdste
den is het op het ogenblik de
tijd van de shows waarin de
coutouriers hun ideeën voor
de mode van het aanstaande
voorjaar en zomer tonen.
Uit de grote massa modellen
hiernaast twee voorbeelden:
Links twee creaties van de
Londense mode-ontwerper
Michael voor haar, waaruit
blijkt dat Michel een over
tuigd aanhanger is van de
groep mode-ontwerpers, die
geloven dat na de mini-rok nu
de beurt is aan de mini-short.
Rechts een pak voor hem.
compleet met plusfour, opge
stikte zakken en een ceintuur
tje. Volgens het Romeinse
modehuis Coccoli zal dit ge
durende de volgende zomer
maanden DE dracht voor
mannen zijn.
LIESBETH LIST:
JE LEKKER VOELEN IN WAT JE DRAAGT
ij Dit plissé broekpak is ook afkomstig van de cou
turier Holthaus en kan uitstekend op informele
parties worden gedragen.
Dick Holthaus ontwierp dit avondensemble, waar
van de broek groen is en de robe rose met licht
groene figuurtjes. De struisveren kwast zorgt voor een
speels effect.
"ft Deze in Londen gekochte namiddagjurk is van ve- Deze lakleren jas met bont gevoerd en afgezet
lours. De ceintuur bestaat uit zilveren schakels. werd door Liesbeth in Parijs gekocht.
Een beetje verlegen, maar ook ver
rast reageert zangeres Liesbeth List
op de uitslag van de mini-enquête.
Een aantal bekende Nederlanders
noemden haar deze week het meest
als „de best geklede Nederlandse
vrouw van 1970".
„Nou ja, ik doe gewoon mijn best
om er zo leuk mogelijk uit te zien.
Het is erg fijn als het anderen opvalt
dat je goed gekleed gaat. Het is een
soort beloning waar een vrouw geloof
ik, erg veel waarde aan moet hechten.
Ik doe dat in ieder geval wel. Daarom
ben ik erg blij met de uitslag van die
enquête".
„Het is natuurlijk oer-ouderwets,
maar de vrouw is er onbewust
misschien nog steeds op uit om de
man te behagen. Dat uit zich vooral
in haar kleding. En waarom ook niet?
Het fijne van de laatste tijd vind ik
dat je aan kunt trekken wat je wilt.
Niemand zal meer zeggen: kijk daar
eens. Dat is gewoon fijn.
Op straat zie je nu hippies in veel
kleurige kleren, maar ook deftige da
mes met bontmantels. Dat fleurt de
boel tenminste op. Het straatbeeld is
zo veel vrolijker".
Liesbeth List besteedt de meeste
aandacht aan de kleren die zij bij
haar optreden draagt. Dick Holthaus
ontwerpt die voor haar. Liesbeth:
„Hij heeft een eigen stijl voor me op
gebouwd. Heel eenvoudig hoor, maar
vooral goedzittend. In die kleren voel
ik me gewoon kiplekker".
In m'n vrije tijd draag ik het liefst
leker vlotte kleren. De zigeuner-look
bijvoorbeeld, die vind ik meesterlijk.
Maar die mode is helaas al weer
voorbij. Nou trek ik me daar trou
wens maar weinig van aan. Ik draag
gewoon wat ik leuk vind. Dat vind ik
veel belangrijker dan mode. Wat dat
betreft lap ik de mode aan mijn laars.
Natuurlijk, wat je draagt moet wel
modieus zijn, maar kleren die erg aan
mode onderhevig zijn koop ik bijna
nooit. Ik probeer mijn eigen keus
voorrang te geven".
Haar dagelijkse kleren koopt Lies
beth meestal in boetiekjes. Vaak bij
René Gerritsen in Amsterdam. Over
hem zegt ze: Die is fijn creatief. In
zijn kleren vind je nog een eigen stijl
terug. tTa,T is misschien wel haute-
couture, maar dan toch vooral voor de
jeugd. Natuurlijk koop ik mijn kleren
ook wel in andere leuke winkeltjes.
Trouwens, altijd mooi gekleed zijn,
gaat gauw vervelen. Soms heb ik zo
maar zin om er lekker slobberig bij te
lopen. In een spijkerbroek of zo. Die
heb ik trouwens met vakantie altijd
aan. In uitgaan in mooie kleren heb
ik dan geen zin".
De garderobe van Liesbeth List is
niet zo groot als misschien velen zul
len denken. Zij legt uit: „Ieder jaar
ruim ik er het grootste deel van op.
Ik geef dan de meeste kleren aan
vriendinnen of zo. Als je op t.v. een
paar keer dezelfde japon hebt aange
had, kun je die eigenlijk zelf niet
meer gebruiken. Ja, een enkele keer
in Duitsland. Maar aan het eind van
het jaar hou ik opruiming".
De prijzen van Liesbeths jurken va
riëren van 150 tot 1000 gulden per
stuk. Ze heeft ze ook wel van 65 gul
den of minder, maar als ze optreedt
heeft ze die nooit aan.
'n Voorkeur voor kleuren? „Ik treed
meestal in het wit op. Het is de kleur
van de jurk waarin ik als zangeres
begonnen ben. Nou, daar ben ik ge
loof ik aan gehecht geraakt. Alleen in
een kleuren tv-uitzending trek ik na
tuurlijk wel eens wat kleurigs aan.
Dat moet nu eenmaal. Wat betreft
mijn vrijetijdskleding heb ik geen
kleuren-voorkeur. Alleen eigeel en
een bleke grijze kleur staan me per se
niet".
Mooi gekleed zijn, is, volgens Lies
beth List, niet een kwestie van veel
geld hebben. „Je kunt beter een jurk
van honderd gulden kopen die je
staat dan één van duizend gulden die
niet bij je past. Ook al is die duurdere
dan misschien veel beter en mooier.
De mensen zouden ook op het ge
bied van de mode veel meer aan zich
zelf moeten denken dan aan anderen.
Kleren moet je in de eerste plaats ko
pen omdat je ze zelf mooi vindt en
niet omdat het mode is".
Het kwam allereerst door die grote wand vol Keuls
aardewerk, dat wij beiden wat verbaasd het trottoir
blokkeerden. Keulse kannetjes en potjes staan natuurlijk weer hoog
genoteerd, nu oma's spullen zo gretig worden opgedolven uit hun
schuilhoeken. Hoewel, de stoere kruiken en boterpotten zijn niet alleen
ouder maar ook veel eerlijker dan die petroleumlampen met kralenfranjz
en schoorsteenvazen met landschappen.
Al wat echt Keuls was blijkt louter onverdacht handwerk en
dagelijks gebruiksartikel. Geen pottenbakker die het op de draaischijf
zette dacht ook maar aan kunstwaarde of functionaliteit. Welnee: een
buikige grijze kruik met een fors handvat werd als goedkope stevige
schenkkan op tafel gezetEen eendere pot met fikse oren kreeg als
prozaïsch opschrift: Zout. Een zwierige blauwe krul of simpelweg
een paar ringen vormden de decoratie, en de pottenschuit zorgde verder
wel voor de verkoop.
Zo kwamen deze kannen als alledaags keukengerei op de doeken
van Oudhollandse meesters terecht, soms vanwege de kleurstelling op
een oosters tafelkleed naast een tinnen schaal met citroenen. Wat
gans niet misplaatst was, want het tapijt en de schaal waren ook
louter eerlijk ambachtswerk.
In mijn jonge jaren waren de echte Keulse boterpotten nog in gebruik
en de kannen en kruiken als bloemvazen bijzonder in trek. Met de
rechtlijnige geestdrift der jeugd kocht ik er zomaar drie tegelijk van
mijn eerste maandsalaris. Een hele uitgave, toen al, maar wie betreurt
,een paar rijksdaalders in ruil voor een ,,joy for ever": drie grijze
kruiken die het hele jaar door een lust voor het oog zijn, met rode
tulpen, gele zonnebloemen, goudbruine chrysanten en glanzend groen-
met-rode hulst. Nu vormen de drie getrouwen stuk voor stuk een
voorwerp van aanhoudende naijver der toeschouwers. Die zich met
het beheer ervan volgaarne willen belasten, mocht ik ooit eens genoeg
van het Keulse drietal krijgen.
Nooit van mijn levenal bood men mij hun gewicht in rijksdaalders.
Zij zijn mij veel te echt en te eerlijk om te verruilen voor snoezelig nikkel.
En nu liggen daar onverwacht hun nazaten zomaar in een mand
op het trottoir, en willen mij wijsmaken dat zij van dezelfde degelijke
ambachtelijke komaf zijn. Het mocht wat: is dat een zuiver blauwgrijs
fond. en werd dat bladmotief soms door een vaste hand geschilderd?
Het blauw ervan is zelfs uitgelopen door de haast, er gaat geen rust
meer uit van dit namaakspul.
De vrouw naast mij is toch wel een beetje onder de indruk, van de
prijzen niet het minst. Hoe is het mogelijk dat zoiets hu opeens
antiek is, vroeger keek niemand er naar om. Haar grootmoeder
Ik kan het niet laten mijn treurig hoofd te schudden. Dit is
net zo min antiek als de metalen druipkaarsen met gloeilicht of het
zogeheten gotisch dressoir met metaalbeslag. Het echte Keuls
aardewerk voldeed aan een werkelijke vraag naar deugdelijk gerei.
De maker ervan speculeerde niet op modezieke klanten die vooral niet bij
de anderen wilden achterblijven. Zijn afnemers waren lieden van
allerlei slag die iets bruikbaars en degelijks wensten: een kan of pof
die tegen een stootje kon en drank of zuivel koel kon bewaren. In
een tijd die geen haast kende veranderde de publieke smaak niet zo snel,
Keulen lag dichtbijen Parijs, waar de modezucht begon, leek nog ver.
De vrouw naast mij, op het oog een bescheiden degelijke huis-
moedér, verzucht dat zij geen verstand van en geen geld heeft voor
al dat antiek, waar iederene tegenwoordig zo mee wegloopt. Het enige
fraaie stuk dat zij bezit is haar authentieke staartklok, al meer dan
honderd jaar in de familie, het jaartal heeft zijn maker binnenin
gegrift. Hij loopt nog prachtig, die bejaarde klokop de minuut af.
en er ïs geen barstje of krasje op te bekennen. De scheepjes wiegen
boven de wijzerplaat, liet uurwerk tikt. statig en toch huiselijk in haar
vestibule, precies als in overgrootvaders voorhuis.Er zijn haar al be
hoorlijke prijzen voor geboden, maar zij wil haar oude huisvriend
voor geen goud missen. Haar jongen zal fiem erven, en dat welver
diend. Hij is even wijs met het knappe werkstuk als zijn moeder.
Zo jong als hij is steekt er al een knappe meubelmaker in hem.
Je moet hem met een stuk hout in de weer zien.
Gefeliciteerd, zeg ik van harte. We hebben al veel te weinig van
dat goede gilde over. Misschien komt het vak toch nog eens in ere,
met al die balpoottafels en boerenstoelen.
Zij stapt op haar fiets met een kleurtje van plezier, een klein stevig
stukje degelijkheid in haar dikk winterjas en sneeuwlaarsjes.
Zij laat haar zoon in alle geval heel wat kostbaars na, behalve die
staartklok. Een gestadig voorbeeld van zuinigheid met vlijt: al wat zij
kan oversparen, verklapte zij, is voor de opleiding van de jongen
en de woonboot van vader.
Want wat is er nu mooier dan bij niemand je hand op te
houden en met vrije dagen het water op te gaan om vpn het mooie
eigen land te genieten, Tussen Keulen en Parijs vaart zij tenminste
nog een rechte, koers.
SASKIA