Afstammelingen van Franse buis De Coligny
Verschillende geslachten in Rhenen
en Veenendaal hebben dezelfde
stamvader als koningin Juliana
ViaKliever, Klover en
Kluijver naar de Kleuver I
Nog drie dames in leven
met illustere familienaam
Guichenon de Chastillon
kleuverI
t
dolderen
LELYVELD
HOOLHORST
SANDBRINK
GUICHENONJ«CHASTHION
COLIGNY-CHATILION
STAMVADER
TERUGKEER
VREES
j
KINDERSCHAAR
ADELSYERKLARING
wA v*T?9l?91
V. VJV* */.v,
GELD
Het wapen van De Coligny staat
in een glas-en-lood"-venster afge
beeld in het Prinsenhof te Delft.
Met dit wapen is in feite maar een
persoon bedoeld: Gaspard 11 de Colig-
ny, die zo wreed in de Barthölomeus-
nacht werd vermoord.
Sheakespeare mag dan al schouderophalend gezegd hebben dat een naam niets
betekent, maar in de praktijk is het wel anders. U hebt óók liever dat ze zeg
gen dat uw grootouders zó'n nette man was. Dat doet een mens goed. 't Be
hoeven nu niet direct lofprijzingen te zijn over de vroomheid, zoals van mijn
grootvader die luidkeels psalmen zat te zingen als hij de pekdraad door de
schoenen trok. Men heeft mij ook verteld dat hij een humoristisch man was en
óók dat hij zich de kaas niet van het brood liet halen en zich daarom de toorn
van dominee Nijhuis op de hals haalde. Dat kan allemaal. Wil het goed met
je zijn dan behoren vroomheid, blijdschap en gevoel voor rechtvaardigheid één
te zijn in je geest. Want op geestesadel komt het aan.
Er is wél het ééw en ander veranderd
sinds ons land een koninkrijk geworden
is. Daarvóór heersten de calvinistische
edellieden en na 1795 het burgerdom.
Na verloop van tijd volgde dan de
emancipatie van de werkende stand. Nu
doet zich het wondere feit voor dat de
zéér velen die zich op het glibberige
pad van de genealogie begeven er
heerst nu letterlijk een hausse op stam
bomen of het een geldbelegging is
dat die zich plotseling en ongeweten
voor zéér illustere voorouders geplaatst
zien. Of de hele boel stort in een als
men stuit op een bastaard. Tja, dat kan
men vooruit ook niet weten.
Zit het „goed" dan kan het je over
komen een zeer beroemd man onder de
voorouders aan te treffen. Zo zal ieder
die in Veenendaal Van Burken heet
met zekere trots vertellen dat zij af
stammelingen zijn van de vermaarde
qrgamst/componist Jan Pieterszoon
Sweelinck uit Amsterdam, Dat zégt die
mmem toch nog iets.
WIJ doen een nog wat grotere stap/in
de historie terug en komen dan bij een
nog belangrijker man die in de geschie
denis van Frankrijk een grote rol ge
speeld heeft: Gaspard II de Coligny.
Van hem heeft iedere beleider van de
reformatorische beginselen zéker ge
hoord, Iedere Nederlander kent hem als
de vader van Louise de Coligny, vierde
echtgenote van prins Willeml van Oran
je, ons aller „vader des vaderlands".
Uit haar stamt het buis van Oran-
je-Nassau. Maar ook stammen uit Gas-
Dit zeer oude wapen spreekt voor
zichzelf: drie zandhopen op de brink,
in dit geval wel als erf bedoeld. Sant-
brinck is de oudste schrijfwijze. Dit
geslacht dat door de reformatie even
als Van Hoolhorst eerst te Wijk bij
Duurstede terecht kwam en later te
Rhenen werd ook Van Sandbrink ge
noemd.
pard II de Coligny in Zuidoost-Utrecht
bekende geslachten als Hoolhorst, Van
Hees, Lelievelt/Lelijveld, Van Dolderen,
Baars (van de laatste twee bepaalde
tak), etc.; via hun moeder twee De
Kleuvers en nog een tak Abertie e
Veenendaal. Verder te Veenendaal een
tak van de familie Van Kooten, waar
door dus wijdvertakte relaties.
Louise de Coligny had een broer
Francois de Coligny, die mét haar de
gruwelen van de beruchte Bartholo-
meusnacht te Parijs in 1572 overleefde.
Met een neef, Gaspard de Coligny,
vluchtten zij bijtijds naar Zwitserland.
Van die broer Frangois dan stammen
de Rhenense en Veenendaalse ingezete
nen af. Ieder voor zich wist men onge
veer hoe de vork in de steel zat; van
elkaar wisten de Rhenense- en Veenen
daalse takken het beslist niet.
De ontdekking was dan ook een vol
komen verrassing/ In beide gevallen
was het een vrouw die verwantschap
tot stand bracht. Doordat de komst van
beide vrouwen naar Zuidoost-Utrecht
ongeveer honderdvijftig jaar uit elkaar
ligt was dit de oorzaak dat die ver
wantschap niet bekend was.
Omdat de Rhenense afstammelingen
„oudere rechten" hebben willen wij die
voor laten gaan. Tot op zekere hoogte
in de stamlijst gaan beide takken gelijk
op.
Na de beestachtige moord op Gaspard
II de Coligny en de eerste echtgenoot
van Louise de Coligny, Charles de Té
ligny, bereikte het vluchtende viertal
(ook de tweede echtgenote van de grote
de Coligny genaamd Jacqueline gravin
d'Entremonts bevond zich bij de vluch
tenden) Zwitserland, vanwaar Louise
de wijk naar Antwerpen nam.
Later, nadat men in Frankrijk tot be
zinning gekomen was, keerde Frangois
naar zijn vaderland terug. Maar niet
eerder dan nadat de hoogste autoritei
ten van zijn land de gereformeerden
grotere vrijheden verleenden.
Wij kennen ze het best onder de ver
zamelnaam van Hugenoten. Hun belij
denis was één van de vele variaties op
het thema gereformeerd. Men bedenke
dat een Franse gereformeerde anders
geaard is dan een uit de lage landen.
Ondertussen kwam men in Frankrijk
tot zich zelf en zag men dat een ver
schrikkelijke misdaad begaan was je
gens de protestantse mannen en vrou
wen die zo koelbloedig vermoord wa
ren. Na de „bloedbruiloft" in de nacht
van 23 op 24 augustus 1572 was een
golf van terreur over het' land geko
men.
Eindelijk kwam het vermaarde
Edict van Nantes dat voor „eeu
wig" werd gesloten en men zou er
voor waken dat niet opnieuw goede
vaderlanders in Frankrijk om hun
geloof tot de dood vervolgd werden.
Zo staat dat in dat lijvige foliant. De
gereformeerde Hugenoten kregen in
1585 bepaalde vrijheden.
Men heeft met de moord op Gaspard
II de Coligny wél in de maag gezeten.
Na de terugkeer van Frangois de Co
ligny ki;eeg deze volledig eerherstel en
met. hem zijn gehele geslacht. Men ging
nog verder. Zijn zoon Gaspard III de
Coligny, die bij zijn half-oom prins
Maurits van Oranje in de krijgsleer on
derwezen was en in het Staatse leger
gediend had werd tot hertog verheven
en de heerlijkheid Chatillon sur Loing
tot hertogdom.
Zo komt het dat wij hem nadien als
due de Chatillon (sur Loing) tegenko
men. Men heeft alles gedaan om de.
schande die zijn voorgeslacht was aan
gedaan uit te wissen. Tot het getij in
Frankrijk weer ongunstiger werd en
een ijdel en ijverzuchtig vorst de he
lende wonden openritste Lodewijk
XIV,
Deze Hugenotenhater begreep blijk
baar niet dat liefde voor land en volk
beslist niet aan de een of andere gods
dienstvorm gebonden behoeft te zijn.
Deze protserige vorst hing de ceaca-
rop-apist uit en hij meende God én
Frankrijk een dienst te bewijzen door
de gereformeerde godsdienst te verbie
den. Hij sloot abrupt de eeuwigheid
van het Edict van Nantes af.
Het protestantse volksdeel van
Frankrijk vreesde dat de dagen weer
terug zouden keren toen het afgehou
wen hoofd van Gaspard II de Coligny
met een ijlbode door diens jeugdvriend
kardinaal de Guise naar de paus gezon
den was die van „blijdschap" in Rome
alle klokken liet luiden.
Die vrees was niet ongegrond want in
1679 werden al opnieuw vervolgingen
tegen de hervormden ingezet. Een
stroom van de edelste en beste zonen
en dochters van de Franse natie
vluchtte het land uit en onder deze re
fugiés bevond zich een generaal-majoor
uit het Franse leger en om deze figuur
gaat het in feite.
Hij noemde zich Guichenon de Chas-
tillon. Chastillon is de oud-franse
schrijfwijze voor Chatillon; Guichenon
kan de naam geweest zijn van de in
Frankrijk reeds overleden éérste echt
genote.
Men zal zich afvragen „Waarom die
vermomming onder een andere naam?"
Hij was een zoon van Gaspard de Cha
tillon, zoals Gaspard III de Coligny zich
na zijn verheffing tot hertog noemde
(men noemt zich naar de hoogste titel)
en een gezien militair.
Hij diende Frankrijk trouw. Tot Lo
dewijk XIV aan het bewind kwam.
Spoedig al maakte hij zich uit de voe
ten en ging naar zijn Nederlandse fa
milie. Stadhouder Willem III was zijn
achterneef en aangekomen in het nieu
we vaderland meldde hij zich bij de
Heren Staten te 's-Gravenhage.
Zoals óók al weer gebruikelijk werd
zijn rang die van kapitein. Maar hij
maakte een bliksemcarrière en werd al
spoedig generaal-majoor in het leger
ten dienste van de Hoog Edel Mogende
Staten-Generaal van de Verenigde Ne
derlanden.
Hij moet in zijn jeugd reeds in de
Nederlanden geweest zijn. Die vrije
Nederlanden trokken duizenden Fran
sen tot zich en velen gingen van hier
naar Zuid-Afrika en Amerika.
Frankrijk rechten op titel en bezit kun
nen laten gelden.
Erger nog! Het laat zich aanzien dat
Lodewijk XVI.die zoon uit het huis Co
ligny als de pest haatte. Hoe de vork in
de steel zat bemerkte men pas toen de
Zonnekoning in de Nederlanden uitge
schenen was.
Onder een andere naam en stukken
zegelende met een aangenomen wapen
verbleef hij in de gastvrije Nederlan
den zoals zo velen. Naam en zegel be
hield het geslacht nadien.
Dat zegel wijst tóch onbetwist naar
de grote Gaspard II. Die was admiraal
van Frankrijk en men ziet ankers aan
gebracht. Verder twee ridderorden die
aan de geëerde voorvader verleend
werden-. Zéér piëteitsvol.
In het dagelijkse doen werd hij ge
woon Chatillon genoemd. Dat deden
Hoolhorst, etc, en in Veenendaal beide
zoons van schrijver en enige leden van
de familie Albertie. Zoals reeds is op
gemerkt beginnen wij om chronologi
sche redenen met Willem Frederik Gui
chenon de Chastillon.
Willem Frederik werd gedoopt in de
Gereformeerde kerk te Maastricht op 1
maart 1696 en als doopgetuigen fun
geerden de prins van Oranje en Frede-
rique de Rohan. Het kind kreeg hun
roepnamen (de prins heette Hendrik
Willem). De naam Willem Frederik
bleef bij de families Hoolhorst, Ten
Boske, Lelievelt en De Kleuver in hoge
ere.
Merkwaardig is dat men aanvanke
lijk helemaal niet wist waar die naam
vandaan kwam. Er is wat de spot ge
dreven met de steeds uitgesproken be-
ook zijn nakomelingen. Schrijver kreeg wering door karreman Willem Frederik
daarvan frappante bewijzen in handen
brieven, documenten, magescheiden en
huwelijksinschrijvingen onder meer. U
zult al wel begrepen hebben dat deze
Zacharias Guichenon de Chastillon de
spil is waarom alles gaat draaien.
Zacharias huwde in ons land met de
Asperense patriciërsdochter Anna Ma
ria d'Ivoy, vermoedelijk óók een Huge-
note. Haar vader was Maximiliaan d'I
voy, ereburger van de stad Genève om
de daar door hem uitgevoerde vesting
werken. Later werd hij genoemd Genlis
gezegd d'Ivoy, welke naam na onze ko-
rniVPIQrATTïT ninkri3ksverklaring nog uitgebreid
CUArloLA HU werd tot Van Hangest baron(esse) Gen
lis gezegd d'Ivoy.
De familie (Van) Hoolhorst stamt
van de hofstede. Groot en Klein)
Hoolhorst in de gemeente Stouten-
burg. De bewoners namen waarschijn
lijk het wapen met de doorkruiste
roos over van de hofstede zelf. Later
is het persoonlijk wapen of dat van
een echtgenote eraan toegevoegd.
Hoolhorst dat de Hoolhorsten oud
Frans en adellijk blauw bloed in de
aderen hadden.
In Frankrijk ging het al slechter. Lo
dewijk XIV kreeg het hoog in de pit en
begon aan een veroveringskrijgstocht.
Vooraf had hij veel bezittingen van de
Hugenoten geconfisceerd. Daaronder
bevond zich ook het hertogdom Chatil
lon sur Loing en de afstammelingen
van de Coligny werden van de titel due
vervallen verklaard.
In feite is de zoon van Gaspard de
Chêtillon de laatste due de Chatillon
geweest toen hij op achtjarige leeftijd
Toch zit aan de naam een verdacht
luchtje. Maar er zullen wel meer onder
officieren tot grote mannen geworden
zijn. Zei Napoleon niet dat iedere sol
daat de maarschalksstaf in zijn ransel
draagt!
Het gezin Guichenon de Chastillon/
d'Ivoy kreeg een talrijke kinderschaar.
Voor ons in Zuidoost-Utrecht werden
twee zoons belangrijk Jean Samuel
overleed. De broer Zacharias zat veilig waarvan leden van de familie Van
in Den Haag. maar Zacharias Guiche- Kooten afstammen en dé ,wat jongere
non de Chastillon, opgeklommen tot .ge- Willem Frederik. met als afstammelin-
neraal-majoor, zou nimmer meer in gen leden van het Rhenense geslacht
Een bakkersfamilie te Veenendaal
is weer langs geheel andere weg tot
de familierelatie Guichenon de
Chastillon gekomen. Directer zou ik
willen zeggen. Barend van Kooten,
bakker te Geldersch-Veenendaal,
was gehuwd met Alida Barendina
Frederika Guichenon de Chastillon
die op 29 augustus 1876 te 's-Gra-
venhage geboren werd en op 30
maart 1941 .aan het Boveneinde
overleed. Zij werd op de Algemene
begraafplaats te Veenendaal begra
ven. Nog in leven zijn drie vrouwen
die deze illustere naam dragen. Zij
was dus een van de laatste. Met be
doelde drie, onderwie een hoogbe
jaarde zuster van wijlen mevrouw
Van Kooten, zal de oude naam voor
goed verdwijnen.
Wij- maakten al kennis met het
boek van mr. W. J. van Ham over
de laatste Coligny. Daarmede werd
bedoeld de kleinzoon van Jean Sa
muel Guichenon de Chastillon, broer
van Willem Frederik, en griffier van
Kamperland. Altijd waren het offi
cieren of regeringsambtenaren ge
weest en uit een Venlose tak die
rooms werd zijn zelfs kruisheren
voortgekomen. Een werd in de adel
stand verheven door koning Lode
wijk Napoleon tot graaf de Chastil
lon die nog kamerheer bij keizer
Napoleon geweest is en als officier
in 1813 in Rusland sneuvelde.
De vader van dat wiegekind was,
zoals in de archivalia van 's-Gra
venhage vermeld staat, schoenlapper
van beroep. Nu heb ik, zoals men
wel begrijpen kan, niets tegen
schoenmakers, maar het is en blijft
een raadsel hoe het kwam dat. een
zoon van de griffier van Kamper
land in de schoenlapperij verzeild
raakt en nog minder dat zijn vrouw
een „water- en vuurzaakje" dreef.
Dat wiegekind moest het beter
krijgen dan de vader Frederik Tho
mas. Het ging er mr. Van Harn om
door de verkoop van het boekje een
studiebeurs voor de zoon Frederik
Thomas Guichenon de Chastillon in
de wacht te slepen.
Ondertussen blerde die zoan van
de adelijke schoenlapper als ieder
ander kind. Mr. Van Harn kreeg zijn
zin niet en wij vinden hem later als
ambtenaar bij de posterijen. Uit
diens huwelijk met Barendina Maria
Witschey werd dan de echtgenote
van Barend van Kooten geboren.
Er bestaan geen mannelijke dra
gers van de naam Guichenon de
Chastillon meer. Het gaat niet zoals
dat fet een mannelijke telg uit het
huis van Oranje-Nassau gaat. Die
noemt men prins van Oranje, óók al
bracht de oude stam drie generaties
lang alleen maar vrouwen voort.
Wij allemaal zijn maar doodgewo
ne mensen. En daar tussen door lo
pen er rie onvervalst „blauw" bloed
in de aderen hebben, 't Is vanzelf
hetzelfde bloed als van ieder ander
mens, maar als je nu weet van zulke
„hoge komaf' te zijn, dan geeft zo'n
familieverbondenheid toch een beet
je fleur aan het leven van alle dag.
Wat fen er voor koopt? Niets!
Ben je aan zo'n genealogie bezig dan
zijn er altijd wel die het zaakje niet
vertrouwen. Daar steekt vast een
kapitale erfenis achter. Ach arme, ik
heb zo'n tien stambomen tegelijk
onderhanden. Het is allemaal om de
lol die ik daar nou aan beleef. Het
scherpt je denken. Ik zou menen dat
dit in onze nuchtere tijd geen over
bodige luxe is.
Sacharina Wilhelmina Guichenon
de Chastillon, zo staat zij aangege
ven in haar overlijdensacte, te Rhe
nen opgemaakt, waaruit blijkt dat
zij op 24 april 1819 in haar huis aan
de Herenstraat te Rhenen overleed.
Een figuur die tot de verbeelding
spreekt alléén al door die deftige
naam. Wij lazen over haar afstam
ming en ook over hen die na haar
kwamen.
Ruim tweehonderd jaren geleden
huwde zij in de Cunerakerk en tal
rijk zijn haar nazaten. Een geziene
vrouw ook. Men behandelde haar
met achting. Van haar vond ik een
merkwaardig geval toen zij als ge
tuige bij de geboorte-inschrijving
van haar kleindochter Christina
Wilhelmina Hoolhorst optrad. Ieder
staat in die dikke folianten gewoon
als b.v. Jan Baars of Jansje Hool
horst. Zij werd deftig in het geboor
teregister van de goede stad Rhenen
mejuffrouw Zacharina Wilhelmina
de Chatillon genoemd.
ik maar
toen het
Dat mejuffrouw kwam
één maal anders tegen
overlijden van de burgemeesters
vrouw Martina Metz geb. Van Voor
thuizen ingeschreven werd. Ook de
huwelijksinschrijving in het Trouw
boek van de Cunerakerk op 10 mei
1767 noemt haar „Chatillon".
In het magescheid van 17 augustus
1777, waarbij Willem Hoolhorst,
haar echtgenoot, en zij in het bezit
gesteld werden van het huis aan de
Herenstraat, staat haar naam ver
meld als Chattiljon. Over dat laatste
moet men zich maar niet verwonde
ren. Ook nu zijn de verschrijvingen
de wereld nog niet uit.
Willem Hoolhorst was tabaksplan
ter en oefende zijn beroep uit op
„De Del," gelegen tussen de wegcou-
pure van de Oude Veenendaalseweg
en de Cuneraweg waar nu de toeris
tische autoweg langs gaat. De zoons
heetten Jan en Willem Frederik. U
bemerkt hoe de naam Willem Fre
derik bij de familie begon in te bur
geren.
Uit Jan Hoolhorst stamt dan een
tak Dortmond en via Wilhelmina
Dortmond een tak Alberti te Vee
nendaal.
Uitgebreider nakomelingschap
komt voort uit Willem Frederik
Hoolhorst en diens echtgenote Pie-
tronella van Voorthuizen uit Ingen,
die zuster was van die deftige me
juffrouw Martina Metz geb. van
Voorthuizen.
Hieruit dan de reeds genoemde
Rhenense geslachten en ook in Vee
nendaal de beide zoons van schrij
ver. Ook andere families buiten
Rhenen behoren tot deze familiere
latie. Zoiets is als een sneeuwbal die
al groter wordt naarmate men hem
door de sneeuw rolt.
Rhenen zal zelden zo'n begrafenis
meegemaakt hebben als die van
haar. Tegenwoordig was een afge
vaardigde van koning Willem I, le
den van het provinciaal bestuur van
Utrecht, afgevaardigden van de Al
gemene Weeskamer te Utrecht, de
magistraat van Rhenen en talloze
belangstellenden. Zo wordt alleen
iemand ten grave gedragen die alge
meen bemind en geacht is.
Al wat De Kleuver heet is uitein
delijk van één stam. Dat men wel
eens te snel met een publicatie
komt ondervond schrijver bij het
onderzoek naar de herkomst van
het geslacht De Kleuver. Dat het
beslist niet van Vlaamse herkomst
is stond al vast. Door nu de stam
Kleuver (zonder „de" dus!) op te
nemen en uit te werken deed ik
een hoogst opmerkelijke ontdek
king.
Meende ik steeds dat alleen wij
(de twee zoons en ik) nog in rech
te lijn van de wat ik zou willen
noemen „oervader" De Kleuver
stammen, na ongeveer twintig
jaar naarstig zoeken en nu ook
door onderling uitwisselen van ge
gevens vond ik de oplossing te
Maarn.
Daar vestigde zich zekere Jaco
bus Petersz de Kliever, die via
Amsterdam uit Haarlem kwam.
Deze had vijf zoons die bekend
werden onder de namen De Kleu
ver, De Klaver en De Kluijver.
Nadien ontstonden nog de familie
namen Kleuver en Klover. Doch
ters héb ik niet aangetroffen.
Een zo idiote naamsverbastering
trof ik slechts één maal te Rhenen
waar tussen 1840 en 1850 de fami
lienaam Rothert uit Osnabrück
verbasterd werd tot De Rhoter, De
Rooder en De Roder.
De tak Kleuver kwam via Scher-
penzeel Woudenberg en Leusden
weer te Maarn en vandaar naar
Zeist, etc., etc. De namen De
Kleuver en De Kluijver smolten te
Veenendaal samen tot De Kleuver.
Er is wel degelijk verwantschap.
Het boerengeslacht Van Dolderen
uit Achterberg koos als wapenfiguur
een gevruchte(appel)boom en in
het schildhoofd een barensteeldie
op een verandering of verdeling van
het oorspronkelijke bezit duidt.
Er was een indrukwekkend document overleden waren was hij de laatste
met zeven uithangende zegels waar dat mannelijke drager van de familienaam
in stond. In 't Frans uiteraard. Er was in zijn tak. Hij zal zijn zuster Sacharina
een vertaling van gemaakt ook. Omdat Wilhelmina te Rhenen ift het bezit ge-
wij niet wisten dat Willem Frederik A. steld hebben van de familiepapieren.
G. de Kleuver de eerste twee namen
respectievelijk van een grote Oranje- transscriptie m het Nederlands
tj.._vertaald moet bij de oom Jean Samuel
terecht gekomen zijn. Pieter Dirk was
met diens dochter Maria Theodora Gui-
telg en een Franse adellijke Hugenoot
meegegeven waren, was de verrassing
des te groter.
Willem Frederik Guichenon de Chas
tillon huwde te Asperen met de burge
meestersdochter Gerardina Boellaard.
Hij was daar gelegerd als kapitein. Hun
dochter Sacharina Wilhelmina Guiche
non de Chastillon (zij heette naar
grootvader Zacharias!) huwde op 10
mei 1767 te Rhenen in de oude Cunera
kerk met Willem Hoolhorst, die zoon
was van Jan van Hoolhorst en van Eli
sabeth van Sandbrink. Nadien werd het
Hoolhorst en Sandbrink. Gezeten Rhe
nense burgers dus en Sacharina bracht
oud blauw bloed in Rhenen, want zij
zou op dit moment honderden nazaten
aantreffen. Hoe dat verder ging is een
verhaal apart op deze pagina.
Wij moeten nog iets mededelen over
een „testament" dat nooit een testa
ment maar een officiële adelsverklaring
geweest kan zijn. Uit de beschikbare
gegevens berustte het document bij de
broer Pieter Dirk Guichenon de Chas
tillon die in 1804 als gepensioneerd ka
pitein te Den Haag overleed.
Doordat zijn twee zoons Frederik
Thomas en Willem Frederik voor hem
V». KL£
'i «jmR,
Het Ziiidhollandse geslacht Van
Lelyveld is via Scherpenzeel in Rhe
nen terecht gekomen. Het schildhoofd
is weer „sprekend" en is beladen met
drie blauwe zogenaamde Franse le
lies gestileerden als hoofdfiguur
een doorstoken everzwijn. Via Lelie-
velt (in Rhenen verloren alle families
het „Van") en Hoolhorst kwamen
twee leden van de oude stam De
Kleuver aan de verwantschap met
het geslacht De Coligny.
chenon de Chastillon gehuwd, zijn
nicht dus, waar een translaat in die tak
bewaard werd.
Het moet uitermate slecht vertaald
zijn geweest, want toen Mr. W. J. van
Ham het in handen kreeg schreef hij
er een boekje over dat in 1852 ver
scheen onder de titel „De laatste Colig
ny", Het werkje maakte opgang want
onder de intekenaren bevond zich prins
Hendrik der Nederlanden! Wij zullen in
een kader nog zien wat de bedoeling
van de jurist geweest is.
Edoch! Hij keek bij het schrijven één
ding over het hoofd. Hij zag de 8 jarige
Henri Gaspard als vader... van Zacha
rias aan. Het waren evenwel broers.
Wij memoreerden deze verwantschap
reeds. Henri Gaspard de Chatillon (sur
Loing) overleed in 1657 en het is wel
zeker dat Zacharias Guichenon de
Chastillon uit overwegingen van be
zorgdheid geen aanspraak meer liet
gelden op het voorvaderlijk bezit.
Reeds voor de inval van Lodewijk
XIV (1672) verbleef hij in de Nederlan
den. In de door mij opgestelde genealo
gie De Coligny Guichenon de Chastil
lon maak ik bedenkingen inzake twee
dochters en een zoon omdat de laatste
ca. 1680 geboren moet zijn en dan zéker
in ons land en uit een onbekend huwe
lijk.
Toen Zacharias h uwde met Anna
Maria d' Ivoy was hij 38 jaar ouder
dan zijn 25-jarige vrouw. Dat kwam in
die dagen vqel voor. Vooral in de patri
ciërskringen waar vooral geld een
woordje meesprak. Zacharias Guiche
non de Chastillon was ongeveer 65 jaar
bij het aangaan van dit huwelijk. Hij
stierf ruim 75 jaar oud zijnde. Alle kin
deren geraakten op goede posten.
Meester W. J. van Harn werd al di
rect op de vingers getikt en een jaar
later plaatste hij in een herdruk een
groot vraagteken. Toch lag de oplossing
dicht bij de hand onderzoek op de
juiste plaats. Wij gaan naar een depot
van het Algemene Rijksarchief en vin
den een keur van deugdelijke gegevens
of schrijven desnoods buitenlandse ar
chieven aan.
Dat vraagstuk werd opgelost met be
hulp van tientallen archiefambtenaren
en zelfs publicaties die uit het buiten
land naar Nederlandse bibliotheken
kwamen. Nu ben ik er zeker van dat
het bedoelde document dat bij de fami
lie Hoolhorst aan de Molenstraat te
Rhenen berustte en in de mei-dagen
1940 met het huis mede in de vlammen
op ging het gewaarmerkte stuk was dat
de afstamming uit het huis Coligny be
vestigde.
Wij beschikken gelukkig nog over
een translaat in de Nederlandse taal
dat na een grondig onderzoek verbeterd
kon worden.