voor Veenendaal, Renswoude, Scherpenzeel, Woudenberg, Leusden en Stoutenburg. „VOLLESHOVEN." W. 15. ZATERDAG 13 APRIL 1889 7de Jaargang. 9 "ftgem: E E OOSTERBAAN M/SRTDilüS, «EEN STOEIT P. ilESCH, Oude Bracht, Smeebrng, B. 41 UIT UyiRZUGHT. Abormementaprga per jaar vrfl aan hnie of franko per post, binnenslands TB VEl KMDAAL. Men|abon*eert sich voor niet minder dau voor een jaar. Geen Advertentie wordt voor minder dan 5 regels berekend. Afzonderlijke Nommers Advertentiën per regel /©,OA. - 0,10. I>it nummer toestaat uit twee bladen. Biiitonlandseh Overzicht. De droevige gebeurtenissen, die in de vorige week in ons land hebben plaats gegrepen, hebben een naspel gevonden in Luxemburg. Nadat de Nederlandschfe Staten-Generaal, in vereenigde zitting bijeengekomen, op de door de grondwet voorgeschreven wijze de verklaring hadden afgelegd, dat Z. M. de Koning niet in staat is de regeering waar te nemen, rustte ook op de Luxemburgsche regeering de plicht, om in de waarneming van het hoogste gezaginhet groothertogdom te voorzien. Zooals bekend is, zou met den dood van Z. M. Willem III de personeele unie tusschen Neder land !en Luxemburg ophouden. De groothertogelijke kroon gaat, niet over op 's konings dochter, die hem in ons land opvolgtmaar na heft overlijden van den laatsten mannelijken afstam meling van het huis Oranje-Nassau, Wordt een andere tak van het ge slacht Nassau daartoe gerechtigd, en Wel die tak, die vertegenwoordigd is door den thans 72-jarigen hertog Adolf van Nassau en zijn zoon, den erfprins Wilhelm van Nassau. Tot, 1866 |was hertog Adolf regeerend vorst; maar ten gevolge der gebeur tenissen van dat jaar verloor hij zijn hertogdom, dat bij Pruisen werd in gelijfd. Nu |is de hertog, nog vóór het overlijden van zijn bloedverwant, geroepen in diens naam als regent van het groothertogdom op te treden. Eergisteren is hij te dien einde te Luxemburg aangekomen en heeft in handen der vertegenwoordiging den eed als regent afgelegd. De scheiding tusschen Nederland en Luxemburg is hiermede feitelijk voltrokkenvroeger nog dan men verwachtte. Die scheiding werd door een droevige noodzakelijkheid opgelegd. Men kan niet anders dan daarin berustenzij 't dan ook met leedgevoel, dat door den staatsminister van Luxemburg op treffende wijze vertolkt werd in deze woorden: «Het leven der volkeren telt, evenals dat der menschen, zijne dagen van leed. Het openbaar belang stelt somtijds harde eischen. Hoogst smartelijk is den raadslieden der kroon het vervallen van den plicht geweest, die hun in dit oogenblik was opge legd. Maar wij zouden niet gehan deld hebben overeenkomstig den geest, die de langdurige regeering van on zen dierbaren en ongelukkigen vorst bezield heeft, indien wij uit het oog verloren hadden, dat in het openbare leven alleen het algemeene belang en de wet in aanmerking behooren ge nomen te worden." De Senaat van Frankrijk hield gisteren zijne eerste zitting als hoog gerechtshof, geroepen om kennis te nemen van aanklachten wegens aanslagen tegen de veiligheid van den staat. De wetwaarbij de wijze van procedeeren van dit hooggerechtshof geregeld vtordt gëvaardigden met 318 tegen 295 stem men goedgekeurd. Nu de regeering eenmaal besloten heeft tegen Bou- langer en zijne vrienden op te treden, dient erkend te wordendat zij er geen gras over laat groeien. Eenigen van 's generaals meest vertrouwde handlangersals Rochefort, Naquet, Laguerre en Laisant, hebben het inmiddels voorzichtig geachtook hunnerzijds de grens over te steken. Zij deelen nu de ballingschap van hun hoofdman te Brussel. Deze houdt zich daar tot dusver zeer rus tig en is daartoe ook wel gedwongen, want zoo hij zich een te groote vrij heid van beweging veroorloofde, zou hij gevaar loopen, dat hem het ver der verblijf op Belgisch grondgebied werd ontzegd. De vervolging tegen de bestuur ders van den patriottenbond heeft tot een lichte veroordeeling geleid. De beklaagden zijn veroordeeld tot geld boeten wegens deelneming, niet aan een geheim genootschapmaar aan eene vereeniging, die was opgericht zonder machtiging van de regeering. In het Duitsche rijk is een nieuwe minister van oorlog opge treden. De vorige minister schijnt het niet te hebben kunnen vinden met den chef van den generalen staf graaf Waldersee, die behalve door deze gewichtige positie "ook nog we gens de nauwe persoonlijke be trekking, waarin hij tot den keizer staat, een man van grooten invloed is. Kenners van de verhoudingen graaf Waldersee zelfs als den man, aangewezen om mettertijd de hooge positie in te nemen van den nu 74- jarigen rijkskanselier vorst Bismarck. De nieuwe minister is generaal von Verdy du Vernois, laatst militair gouverneur van Straatsburg. In Rumenië is een nieuw mi nisterie opgetreden uit de partij, die steeds bij Rusland steun heeft ge zocht. Dit is een nieuw bewijs, dat Ruslands invloed in de staten van het Balkan-schiereiland wassende is. Een telegram verzonden uit het aan de oostkust van Afrika gelegen Zanzibar, weerspreekt het bericht, dat. Stanley met Emin-pacha uit Soedan naar de oostkust zou zijn opgebroken. tlïRnculaiidsch Overzicht. Omtrent den toestand van Z.M. den Koning is Woensdag een officieel bericht uitgegeven, inhoudende «Sedert het laatste bulletin is in den toestand des Konings meer kalmte ingetreden, waardoor Z.M. nu de zoo noodige rustmeer kan genieten." Nader werd nog geschreven«De algemeene toestand van Z.M. schijnt werkelijk in de laatste dagen aar merkelijk verheterdzoowel volgei offlciéele als der voor dan vroegeren daardoor is de slaap veel rustiger en verkwik kender. De krachten nemen echter nog niet toewegens het weinr^- voedselverbruik. Volgens bericht, heden ontvangeu, hebben de hoogleeraar Rozenstein en de geneesheeren des Konings gister verklaard, dat Z. M. door den méér natuurlijken slaap der laatste dagen in gunstiger toestand ver keert. Bij grootere kalmte gevoelt Z. M. zich in het algemeen aange namer hoewel zeer zwak. De geneesheeren vermoeden, dat het ziekteverloop nog lang zal kunnen duren, Die overtuiging wordt zelfs meer en meer bij hen gevestigd. Volgens berichten van het Loo lijdt H. M. de Koningin ontzet tend onder den ziektetoestand des Konings. Niet alleen heeft Zij voor veel te zorgen maar vooral is Haar liefhebbend hart diep bewogen met het lijden van Haar Gemaal. En de lieve prinses Wilhelmina die telkens naar het ziekenvertrek zich wil begeven, doch daarvan wordt teruggehouden, hoeveel leed zaj dat haar doen, nu zij haar Vader niet meer mag sprekenwiens oogappel zij was? Geruimen tijd was haaf te genwoordigheid voldoende om den Koning tot kalmte te brengen, doch eindelijk bleef Z. M. hoogst opge wonden; ook al bevond het bevallig kind zich aan 't ziekbed. De droef heid der prinses is zeer groot. Zij tobt er blijkbaar over, dat haar vader Gelukkig, dat L. m. nug m m$**> meer of min gewone dagen alle be schikkingen genomen heeft, die hij nuttig en noodig rekende voor ge malin en kind. De Koning heeft in deze zaak van diezelfde voorzichtig heid blijk gegeven, welke hem bij dergelijke handelingen steeds onder scheidde. Als Z. M. mocht overlijden, dan zullen H. M. en haar dochter, afgescheiden van het inkomen van het rijk te genieten, in zeer gunsti ge geldelijke omstandigheden achter blijven. Daar dit volstrekt niet altijd met vorstelijke personen het geval isverdient de zaak wel uitdrukke lijk vermelding. Z. M. liet zich, vooral inde laatste jaren, zeer aan het gel delijk beheer gelegen liggenalles werd persoonlijk door hem^nagegaan en geregeld. Tot in de kleinste bij zonderheden moest hem alles worden duidelijk gemaakt. Bij herhaling gaf Hij te kennen, dat Hij zich daartoe verplicht rekende, omdat Hij wilde, dat Zijn Gemalin en dochter, na Zijn verscheidenin een toestand zouden verkeeren, Beider en Zijn Huis waar dig. Naar men meldt, zal het te ver wachten wetsvoorstel van den Staats raad H. M. de Koningin als regentes voocdratïeiL De Koningin r zsPrén daartegen hebben laten De Raad van State houdt zich ijvecig bezig met de afdoening der zaken, die door 's Konings ziekte blijven rusten. Sedert en naarmate bij den Raad van het Kabinet des Konings de se dert Febr. 11. onafgedane regeerings- zaken inkomen, is dat lichaam dage lijks, uitgenomen den Zondag, veelal van elf tot vijf uren, zoowel in de afdeelingen als in den vollen raad met de afdoening dier zaken bezig. Dat daarbij de noodige voortvarend heid wordt in acht genomen, bewijst reeds aanvankelijk de Staats-Courant der laatste dagen, die in de afgeloopen week heele reeksen besluiten bevatte gezwegen van de vele zakendie uit haren aard niet, of eerst later daarin worden afgekondigd. Diegene, welke eerlang tot het Regentschap zal worden geroepen, zal door de voorafgaande opruiming van dien aanzienlijken achterstand van zaken, belangrijk worden tegemoet gekomen in het vervullen eener taak, welke anders wellicht te zwaar zou blijken te zijn. De Tweede Kamer heeft onver poosd voortgewerkt aan de arbeidswet en de Zaterdag afgebroken beraad slagingen Dinsdag hervat en Donder dag ten einde gebracht. De in werking treding is bepaald op 1 Jan. 1890. Gister had de eindstemming plaats en werd de wet aangenomen met 84 stemmen tegen 1die van den heer Domela Nieuwenhuis. De wet had vooraf nog eenige kleine verduidelij kt* «*en ondersraïtn Naar v\svn\rAHvrv{? aaaïVcui ör-uclii ue cuiniuissie van rapporteurs den minister van justitie ook namens de Kamer en onder luide toejuiching dank voor zijn «onver minderden lust tot samenwerking." Vooraf werden eenige kleiner wets ontwerpen behandeld en aangenomen eu daaronder een wetsontwerp tot onteigening voor een pontveer van Druten naar den Ochtenschen dijk: De kamer is voor de viering van het Paaschfeest uiteengegaan, doch zal spoedig na Paschen weder bijeen komen. Tot de onderwerpendie alsdan het eerst in behandeling zullen komen, behoort de boterwet. De leden van de Provinciale Staten, in de prov. Utrecht, die dit jaar aan de beurt van aftreding zijn, en waar voor tie volgende maand de verkie zingen zullen plaats hebben, zijn voor de prov. Utrecht de navolgende hh. Voor het hoofdkiesdistrict Utrecht jhr. mr J. L. B. De Muralt, mr. W. J. M. Bosch van Ameliswaard, mr. C. G. Berger van Hengst, mr. W. J. Roijaards van den Ham, H. Elink Schuurman, A. C. J van Eelde en J. C. van Eelde. Voor het hoofdkiesdistrict Amers foort: mr. A. W. van Beeck Cal- koenmr. J. M Richelle D. P. Ha- "Vöbr net höofdkfesdistricf Ame- rongenjhr. A. Th. M. van Asch van Wijck, W. A. van Beeck Cal- koen, H. G. van der Poel en G. J. Roghair. Voor het hoofdkiesdistrict IJselstein jhr. J. J. van Asch van Wijck, mr. C. M. Blankenheijm en jhr. mr. W. H. de Beaufort, te Driebergen. Voor het hoofdkiesdistrict Br enke len: G. H. L. baron van Boetzelaer, J. van der Bijl, J. Bos Az. en mr. W. C. baron van Boetzelaer. Naar men meldt, ligt bij het mi nisterie van binnenlandsche zaken een ontwerp tot herziening der pro vinciale wet. De wijziging beoogt o. a. eene nieuwe regeling van de gel delijke verhouding tusschen Staat en provincie. Er zou nog meer behoefte bestaan aan eene betere regeling der gemeentelijke geldmiddelen. V erkoopingen, verpachtingen, verhurin gen en aanbestedingen. Verkoopingen Baambrugge. Woensdag 17 April, 's middags 12 ureeen huis, bij D. L. Schaap. Kreukelen -St. PietersDinsdag 16 April, voorm. half 11 ureeen ver- warmings-machine, enz. op «Vrede en Rust." Breukelen-St. Pieters. Vrijdag 19 April, voorm. 10 ure: paarden, koeien, enz., op «Weltevreden." B reukelen., Dinsdag 23 April, voorm. 10 ureverschillende hout waren, aan de Portengensche brug, Haarzuilens. Woensdag 17 April, voorm. 10 urei hoornvee, paard, enz., Hetsdingen. Woensdag 17 April, voorm. 9 urepaardenhoornvee enz., bij G. de Vor Czn. IJselstein. Dinsdag 16 Aprilboel huis bij J. A. de Vor. Kamerik. Dinsdag.16 April, voorm. 10 ure: paard, koeien, enz., bij G. Klever. LexmondDinsdag 16 April, voorm. 10 urepaarden, hoornvee, enz., bij de erven Klein. Maarsen. Donderdag 18 April, voorm. 9 urepaard, koeien, enz., bij E. Niekerk. Maarsenbroek. Dinsdag 16 April, voorm. 10 ure paarden, koeien, enz., bij. A. van Deijl. Montfoort. Dinsdag 16 April, 's mid dags 12 ure: een boerenhofstede, in »De Zwaan." Mijdrecht, Dinsdag 16 April: huizen bij J. Breebaart. Nieuwer-Amstel, Zaterdag 20 April: hoornvee, paard, enz. bij C. de Jong. Ouder-Amstel. Woensdag 17 April, voorm. 10 ure: paard, hoornvee, enz., bij de wed. J. Verweij. Oudewater. Dinsdag 16 April, voorm. 10 urehoornvee enz., bij J. de Veen. Snelrewaard. Woensdag 17 April hoornvee, enz. bij A. van Vliet. ure verschillende vaste goederen, Achter St. Pieter. Vinkeveen. Dinsdag 16 April, voorm. 10 ure: inboedel, bij L. v. Kreuningen. Woerden. Dinsdag 16 April, voorm. 9 urepaard, koeien, enz., bij J. Zeijerveld. Zeist. Woensdag 17 April, nam. 1 ureeen huis, in «De Zwaan." Zeist. Donderdag 18 April, voorm. 9 ure paarden, hoornvee, enz.,bij G. van Dijk. Verpachtingen. Bhenen. Donderdag 18 April: spoor- weggronden, in de «Koning van De nemarken". (RECLAMES). 7—5 regels f 1.50iedere regel meer 20 ets. Men zie onder de adver- tentien die „der O^rcjoto Magazijnen van den Prin- temps te Parijs." Gevaarlijke" klucht. Zekere Max P.die bij eene we duwe H. te Berlijn inwoonde, wilde den 1. April niet laten voorbijgaan zonder de dame des huizes eene kool te stovendie hem ongelukkiglijk bijna het leven kostte. Zoodra hij haar 's morgens met zijn ontbijt hoorde naderenhing hij zich in zijne kamer op. Toen de vrouw in de kamer kwamliet zij verschrikt, den heelen boel vallen en begon uit al hare krachten om hulp te roepen. Nu wilde de spotvogel zich losma ken maar bedroog zich en trok in tegendeel den strop vaster toe, zoo dat hij eenige oogenblikken later wezenlijk in doodsgevaar verkeerde. Hij zou zeker dood geweest zijn, als de op het geschreeuw der vrouw toegeloopen personen de koord niet hadden doorgesneden. Sr&uiititon. C. E. KLOPFER. Hij ging er haastig op afhet whs een vilten hoeddezelfde die Don Mendez gewoonlijk droeg. Toen hij bukte om den hoed op te rapen, zag hij opeens een paar voeten. In de grootste gejaagdheid naderde hij nog meer, boog het hooge gras uit elkander en zag een bewegingloos lichaam, met het gelaat naar beneden gekeerd, op den grond liggen. Aan het hoofdhaar en de, kleederen her kende Malfi terstond zijn zwager. Bevende aan alle leden, boog Malfi zich omlaag en hief den oogenschijn- lijk doode op. Hij zette hem recht overeind tegen den muur en bemerkte daarbij groote donkere plekken in het neergedrukte gras en aan de kleederen van den ongelukkige. Het was bloed. .Bij eene nadere beschouwing zag hij, dat, Don Mendez een ^gapende wond in de borst had, waarvan het geronnen bloed vermengd was met grashalmen en vochtige aarde. Malfi hief het hoofd van de gekwetste op en veegde met zijn zakdoek de dauw en het zand van diens gelaat weg. Daarna liep hij na een naburige sloot, schepte zijn hoed vol water en wiesch daarmede het gelaat en de slapen van den bewusteloozein wien hij nog eenig leven meende te bespeuren. Zijne moeite werd met een gun- stigen uitslag bekroond, want na een angstig wachten sloeg Don Mendez inderdaad de oogen op. Hij wilde spreken, maar zijne stem begaf hem, hij kon slechts met moeite door een gebaar te kennen geven, dat hij wilde drinken. Malfi bracht den hoed aan zijne lippen en de gewonde dronk met lange teugen het koele water. «In 's hemels naam, zwager, spreek toch, wie heeft u in dezen vreeselij- ken toestand gebracht?" Maar Mendez was niet in staat een verstaanbaar woord uit te brengen. Hij bracht bevende, zijne hand aan de gewonde borst, zuchtte smartelijk en zonk met gesloten oogen weer bewusteloos tegen den muur aan. Malfi, die niet anders meende, dan dat het vonkje leven, dat er nog in Don Mendez gloordeop 't punt stond uitgedoofd te wordenriep luid om hulp en goot den bewuste looze het water dat hij nog in den hoed had, over het hoofd. Gelukkig kwamen er juist twee ezeldrijvers met hunne lastdieren den weg langs en snelden dadelijk Malfi te khulp. Zij tilden den zwaar gekwetste op een ezel en vervoerden hem met groote voorzichtigheid, hetgeen zijn verschrikkelijke toestand ook noodig maakte, naar de stad, in het huis van zijn zwager, waar Faustina de terug- keerende met een angstig gelaat tegemoet kwam. Men kan zich hare smart en hare ontsteltenis voorstellen, toen zij de wat er gebeurd was. Mendez werd ontkleed en te bed gebracht, terwijl zijne zuster dadelijk een arts liet halen. Eerst nu be merkte Malfi, dat zijn zwager niet meer in 't bezit van zijn gouden hor loge was; ook zijne portefeuille had hij niet meer bij zich. De arts legde een verband, en het gaf Malfi's vrouw niet weinig vreug de, toen zij hoordedat de wond van haar broeder naar alle waar schijnlijkheid spoedig genezen zou zijn, daar die niet bijzonder diep was en niet met eene vaste, bedreven hand was toegebracht. «Dat was een ongeoefende ban diet," verklaarde de dokter, «anders zou Don Mendez niet meer inleven zijn Malfi wierp zijne vrouw een blik van verstandhouding toe. Zondereen woord te spreken wist toch elk, wat er in 't gemoed van den ander omging. Toen Mendez eindelijk voor eenige minuten tot bewustzijn terugkeerde, naderde zijne zuster hem, en zich tot den zieke voorover buigende, fluisterde zij: «Niet waar, Gaspar! Guiseppe Riga is de misdadiger Mendez klemde de tanden op elkaar en knikte met het hoofd daarna steunde hij een nauwelijks hoorbaar «ja Guiseppe, die geen dag voorbij liet gaan, zonder eens even zijne Bianca te gaan zien, wilde na het middag eten weer naar Formi wandelen, om op het gewone uur aan te komen. Juist ging hij de deur uit, toen hij plotseling voor twee gerechtsdienaars stond, die het huis binnen wilden komen. Guiseppe verbleekte, toen hij hen zag. en ging onwillekeurig een stap achteruit. «Aha", zei de een, «ge schijnt ons al verwacht te hebben." «Zijt gij Guiseppe Riga vroeg de ander kortaf. Guiseppe antwoordde met een hoofdknik. «Dan moet gé mij volgen in naam der wet «Ge neemt mij in hechtenis. «Onder aanklacht, den landeige naar Don Gaspar Mendez gister avond op den weg van Formi naar Aquila verraderlijk overvallen en hem doo- delijk gewond te hebben." «Dus is hij niet doodriep Gui seppe snel, een uitroep, die later noodlottig voor hem zou worden daar hij eene indirecte schuldbeken tenis in zich opsloot. «Goddank neen, hij leeft en zal vermoedelijk ook wel niet sterven. Volg ons nu «Mijn hemelhad ik maar gewe ten, dat Mendez nog leefde. «Dan zoudt ge hem zeker wel beter geraakt hebben." Guiseppe zag den gerechtsdienaar een oogenblik verstrooid aan, als be greep hij diens woorden niet. «Wat zegt ge?" vroeg hij einde lijk. «Toen ik gister avond langs den binnenweg ging, vond ik daar Don Mendez liggen, dien ik voor dood hield. Nu hoor ik, dat hij het niet is, en dat stelt mij gerust, want nu kan hij zeggen wie de moorde naar is," «Dat heeft hij reeds gedaan." «Nu, en «Hij zegt, dat gij het zijt." Guiseppe deed een stap achter waarts, als door een donderslag ge troffen. «O, Goddan ben ik verloren En toch zweer ik, bij alles wat mij hei lig is, dat ik onschuldig ben." «Dat kunt ge voor den rechter verklaren," merkte de politie-agent op, met een ongeloovig lachje. «We hebben nu geen tijd te verliezen met allerlei praatjes; vooruit!" Zij namen Guiseppe in hun mid den en brachten hem weg, gevolgd door een steeds aangroeienden volks hoop. Wordt vervolgd. Het vernuftige snijdertje. Dezer dagen is in Saksen het vol gende voorgevallen. Een jongmensch te Kolditz, die te Leipzig op eene bruiloft genoodigd was, had zijn kleer maker gelast, hem voor het vertrek van den eersten trein op den bewusien bruiloftsdag zijn nieuwen rok te be zorgen, dien hij sedert acht dagen in de maak had. De kunstenaar met de naald verpandde zijn woord, dat hij voor 's morgens zes uur het on ontbeerlijk kleedingstuk zou bren gen Maar de mensch wikt en bier beschikt. Onze kleermakersbaas was 's avonds wat boven zijn thee water, maar daeht toch aan den rok en zeide tot zijne vrouw: «Nu kom aan, ik sta morgen vroeg om 3 uur op in twee uur is de rok klaar. Onze baas verzonk evenwel m den slaap der rechtvaardigen entoen hij wakker werd was het halt zes. Welk een schrikMaar onze wak kere kleermaker wist wel raad. riij gelastte een van zijn knechts den nog niet voltooiden rok in te pakken, deed toen zijn werkpak aan, ging met zijn klant in den trein en maakte gedurènde de reis die twee uren duurde, in den spoorwagen den rok tot den laatsten naad af l oen de halte Borsdorf gepasseerd was, be hoefden nog alleen de knoopen aan gezet te worden. Te Leipzig aangekomen, snelde de flinke kleermaker naar een vakbroeder om het kleedingstuk te Persei?' eJJ een half uur later zat de rok als gegoten om het lichaam van den bruilofsgast. HET NIEUWS WEEKBLAD is.Dinsdag ji dom- (ifK:.moj wuat aall liet Duitsche hef beschouwen 1)0 staat van omnst "Komt Vee! mil^ Knrw- t>h»t hcp-piEu vuren. Dij UL/ YT UU. O. vc»r» rïcï*^ 2VX- - is zoo versterkend als het merk Hoofd-Agent te UTRECHT Eene ware geschiedenis, naar gerechtelijke stukken verhaalddoor

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

Het Nieuws | 1889 | | pagina 1