voor Veenendaal, Renswoude, Scherpenzeel, Woudenberg, Leusden en Stoutenburg.
„VOLLESHOVEN."
W. 15.
ZATERDAG 13 APRIL 1889
7de Jaargang.
9
"ftgem: E E OOSTERBAAN M/SRTDilüS,
«EEN
STOEIT
P. ilESCH, Oude Bracht,
Smeebrng, B. 41
UIT UyiRZUGHT.
Abormementaprga per jaar vrfl aan hnie of franko
per post, binnenslands
TB VEl KMDAAL.
Men|abon*eert sich voor niet minder dau voor een jaar.
Geen Advertentie wordt voor minder dan 5 regels berekend.
Afzonderlijke Nommers
Advertentiën per regel
/©,OA.
- 0,10.
I>it nummer toestaat uit
twee bladen.
Biiitonlandseh Overzicht.
De droevige gebeurtenissen, die in
de vorige week in ons land hebben
plaats gegrepen, hebben een naspel
gevonden in Luxemburg. Nadat
de Nederlandschfe Staten-Generaal, in
vereenigde zitting bijeengekomen, op
de door de grondwet voorgeschreven
wijze de verklaring hadden afgelegd,
dat Z. M. de Koning niet in staat is de
regeering waar te nemen, rustte ook
op de Luxemburgsche regeering de
plicht, om in de waarneming van het
hoogste gezaginhet groothertogdom
te voorzien. Zooals bekend is, zou
met den dood van Z. M. Willem III
de personeele unie tusschen Neder
land !en Luxemburg ophouden. De
groothertogelijke kroon gaat, niet over
op 's konings dochter, die hem in ons
land opvolgtmaar na heft overlijden
van den laatsten mannelijken afstam
meling van het huis Oranje-Nassau,
Wordt een andere tak van het ge
slacht Nassau daartoe gerechtigd, en
Wel die tak, die vertegenwoordigd is
door den thans 72-jarigen hertog
Adolf van Nassau en zijn zoon, den
erfprins Wilhelm van Nassau. Tot,
1866 |was hertog Adolf regeerend
vorst; maar ten gevolge der gebeur
tenissen van dat jaar verloor hij zijn
hertogdom, dat bij Pruisen werd in
gelijfd. Nu |is de hertog, nog vóór
het overlijden van zijn bloedverwant,
geroepen in diens naam als regent
van het groothertogdom op te treden.
Eergisteren is hij te dien einde te
Luxemburg aangekomen en heeft in
handen der vertegenwoordiging den
eed als regent afgelegd.
De scheiding tusschen Nederland
en Luxemburg is hiermede feitelijk
voltrokkenvroeger nog dan men
verwachtte. Die scheiding werd
door een droevige noodzakelijkheid
opgelegd. Men kan niet anders
dan daarin berustenzij 't dan
ook met leedgevoel, dat door den
staatsminister van Luxemburg op
treffende wijze vertolkt werd in deze
woorden: «Het leven der volkeren
telt, evenals dat der menschen, zijne
dagen van leed. Het openbaar belang
stelt somtijds harde eischen. Hoogst
smartelijk is den raadslieden der kroon
het vervallen van den plicht geweest,
die hun in dit oogenblik was opge
legd. Maar wij zouden niet gehan
deld hebben overeenkomstig den geest,
die de langdurige regeering van on
zen dierbaren en ongelukkigen vorst
bezield heeft, indien wij uit het oog
verloren hadden, dat in het openbare
leven alleen het algemeene belang en
de wet in aanmerking behooren ge
nomen te worden."
De Senaat van Frankrijk hield
gisteren zijne eerste zitting als hoog
gerechtshof, geroepen om kennis
te nemen van aanklachten wegens
aanslagen tegen de veiligheid van
den staat. De wetwaarbij de
wijze van procedeeren van dit
hooggerechtshof geregeld vtordt
gëvaardigden met 318 tegen 295 stem
men goedgekeurd. Nu de regeering
eenmaal besloten heeft tegen Bou-
langer en zijne vrienden op te treden,
dient erkend te wordendat zij er
geen gras over laat groeien. Eenigen
van 's generaals meest vertrouwde
handlangersals Rochefort, Naquet,
Laguerre en Laisant, hebben het
inmiddels voorzichtig geachtook
hunnerzijds de grens over te steken.
Zij deelen nu de ballingschap van
hun hoofdman te Brussel. Deze
houdt zich daar tot dusver zeer rus
tig en is daartoe ook wel gedwongen,
want zoo hij zich een te groote vrij
heid van beweging veroorloofde, zou
hij gevaar loopen, dat hem het ver
der verblijf op Belgisch grondgebied
werd ontzegd.
De vervolging tegen de bestuur
ders van den patriottenbond heeft tot
een lichte veroordeeling geleid. De
beklaagden zijn veroordeeld tot geld
boeten wegens deelneming, niet aan
een geheim genootschapmaar aan
eene vereeniging, die was opgericht
zonder machtiging van de regeering.
In het Duitsche rijk is een
nieuwe minister van oorlog opge
treden. De vorige minister schijnt
het niet te hebben kunnen vinden
met den chef van den generalen staf
graaf Waldersee, die behalve door
deze gewichtige positie "ook nog we
gens de nauwe persoonlijke be
trekking, waarin hij tot den keizer
staat, een man van grooten invloed
is. Kenners van de verhoudingen
graaf Waldersee zelfs als den man,
aangewezen om mettertijd de hooge
positie in te nemen van den nu 74-
jarigen rijkskanselier vorst Bismarck.
De nieuwe minister is generaal
von Verdy du Vernois, laatst militair
gouverneur van Straatsburg.
In Rumenië is een nieuw mi
nisterie opgetreden uit de partij, die
steeds bij Rusland steun heeft ge
zocht. Dit is een nieuw bewijs, dat
Ruslands invloed in de staten van
het Balkan-schiereiland wassende is.
Een telegram verzonden uit het
aan de oostkust van Afrika gelegen
Zanzibar, weerspreekt het bericht,
dat. Stanley met Emin-pacha uit
Soedan naar de oostkust zou zijn
opgebroken.
tlïRnculaiidsch Overzicht.
Omtrent den toestand van Z.M. den
Koning is Woensdag een officieel
bericht uitgegeven, inhoudende
«Sedert het laatste bulletin is in den
toestand des Konings meer kalmte
ingetreden, waardoor Z.M. nu de zoo
noodige rustmeer kan genieten."
Nader werd nog geschreven«De
algemeene toestand van Z.M. schijnt
werkelijk in de laatste dagen aar
merkelijk verheterdzoowel volgei
offlciéele als
der voor dan vroegeren daardoor
is de slaap veel rustiger en verkwik
kender. De krachten nemen echter
nog niet toewegens het weinr^-
voedselverbruik.
Volgens bericht, heden ontvangeu,
hebben de hoogleeraar Rozenstein
en de geneesheeren des Konings
gister verklaard, dat Z. M. door den
méér natuurlijken slaap der laatste
dagen in gunstiger toestand ver
keert. Bij grootere kalmte gevoelt
Z. M. zich in het algemeen aange
namer hoewel zeer zwak.
De geneesheeren vermoeden, dat
het ziekteverloop nog lang zal kunnen
duren, Die overtuiging wordt zelfs
meer en meer bij hen gevestigd.
Volgens berichten van het Loo
lijdt H. M. de Koningin ontzet
tend onder den ziektetoestand des
Konings. Niet alleen heeft Zij voor
veel te zorgen maar vooral is Haar
liefhebbend hart diep bewogen met
het lijden van Haar Gemaal.
En de lieve prinses Wilhelmina
die telkens naar het ziekenvertrek
zich wil begeven, doch daarvan wordt
teruggehouden, hoeveel leed zaj dat
haar doen, nu zij haar Vader niet
meer mag sprekenwiens oogappel
zij was? Geruimen tijd was haaf te
genwoordigheid voldoende om den
Koning tot kalmte te brengen, doch
eindelijk bleef Z. M. hoogst opge
wonden; ook al bevond het bevallig
kind zich aan 't ziekbed. De droef
heid der prinses is zeer groot. Zij
tobt er blijkbaar over, dat haar vader
Gelukkig, dat L. m. nug m m$**>
meer of min gewone dagen alle be
schikkingen genomen heeft, die hij
nuttig en noodig rekende voor ge
malin en kind. De Koning heeft in
deze zaak van diezelfde voorzichtig
heid blijk gegeven, welke hem bij
dergelijke handelingen steeds onder
scheidde. Als Z. M. mocht overlijden,
dan zullen H. M. en haar dochter,
afgescheiden van het inkomen van
het rijk te genieten, in zeer gunsti
ge geldelijke omstandigheden achter
blijven. Daar dit volstrekt niet altijd
met vorstelijke personen het geval
isverdient de zaak wel uitdrukke
lijk vermelding. Z. M. liet zich, vooral
inde laatste jaren, zeer aan het gel
delijk beheer gelegen liggenalles
werd persoonlijk door hem^nagegaan
en geregeld. Tot in de kleinste bij
zonderheden moest hem alles worden
duidelijk gemaakt. Bij herhaling gaf
Hij te kennen, dat Hij zich daartoe
verplicht rekende, omdat Hij wilde,
dat Zijn Gemalin en dochter, na Zijn
verscheidenin een toestand zouden
verkeeren, Beider en Zijn Huis waar
dig.
Naar men meldt, zal het te ver
wachten wetsvoorstel van den Staats
raad H. M. de Koningin als regentes
voocdratïeiL De Koningin
r zsPrén daartegen hebben laten
De Raad van State houdt zich
ijvecig bezig met de afdoening der
zaken, die door 's Konings ziekte
blijven rusten.
Sedert en naarmate bij den Raad
van het Kabinet des Konings de se
dert Febr. 11. onafgedane regeerings-
zaken inkomen, is dat lichaam dage
lijks, uitgenomen den Zondag, veelal
van elf tot vijf uren, zoowel in de
afdeelingen als in den vollen raad
met de afdoening dier zaken bezig.
Dat daarbij de noodige voortvarend
heid wordt in acht genomen, bewijst
reeds aanvankelijk de Staats-Courant
der laatste dagen, die in de afgeloopen
week heele reeksen besluiten bevatte
gezwegen van de vele zakendie
uit haren aard niet, of eerst later
daarin worden afgekondigd.
Diegene, welke eerlang tot het
Regentschap zal worden geroepen, zal
door de voorafgaande opruiming van
dien aanzienlijken achterstand van
zaken, belangrijk worden tegemoet
gekomen in het vervullen eener taak,
welke anders wellicht te zwaar zou
blijken te zijn.
De Tweede Kamer heeft onver
poosd voortgewerkt aan de arbeidswet
en de Zaterdag afgebroken beraad
slagingen Dinsdag hervat en Donder
dag ten einde gebracht. De in werking
treding is bepaald op 1 Jan. 1890.
Gister had de eindstemming plaats
en werd de wet aangenomen met 84
stemmen tegen 1die van den heer
Domela Nieuwenhuis. De wet had
vooraf nog eenige kleine verduidelij
kt* «*en ondersraïtn Naar v\svn\rAHvrv{?
aaaïVcui ör-uclii ue cuiniuissie van
rapporteurs den minister van justitie
ook namens de Kamer en onder luide
toejuiching dank voor zijn «onver
minderden lust tot samenwerking."
Vooraf werden eenige kleiner wets
ontwerpen behandeld en aangenomen
eu daaronder een wetsontwerp tot
onteigening voor een pontveer van
Druten naar den Ochtenschen dijk:
De kamer is voor de viering van
het Paaschfeest uiteengegaan, doch
zal spoedig na Paschen weder bijeen
komen. Tot de onderwerpendie
alsdan het eerst in behandeling zullen
komen, behoort de boterwet.
De leden van de Provinciale Staten,
in de prov. Utrecht, die dit jaar aan
de beurt van aftreding zijn, en waar
voor tie volgende maand de verkie
zingen zullen plaats hebben, zijn voor
de prov. Utrecht de navolgende hh.
Voor het hoofdkiesdistrict Utrecht
jhr. mr J. L. B. De Muralt, mr. W.
J. M. Bosch van Ameliswaard, mr.
C. G. Berger van Hengst, mr. W. J.
Roijaards van den Ham, H. Elink
Schuurman, A. C. J van Eelde en
J. C. van Eelde.
Voor het hoofdkiesdistrict Amers
foort: mr. A. W. van Beeck Cal-
koenmr. J. M Richelle D. P. Ha-
"Vöbr net höofdkfesdistricf Ame-
rongenjhr. A. Th. M. van Asch
van Wijck, W. A. van Beeck Cal-
koen, H. G. van der Poel en G. J.
Roghair.
Voor het hoofdkiesdistrict IJselstein
jhr. J. J. van Asch van Wijck, mr. C.
M. Blankenheijm en jhr. mr. W. H.
de Beaufort, te Driebergen.
Voor het hoofdkiesdistrict Br enke
len: G. H. L. baron van Boetzelaer,
J. van der Bijl, J. Bos Az. en mr. W.
C. baron van Boetzelaer.
Naar men meldt, ligt bij het mi
nisterie van binnenlandsche zaken
een ontwerp tot herziening der pro
vinciale wet. De wijziging beoogt o.
a. eene nieuwe regeling van de gel
delijke verhouding tusschen Staat en
provincie. Er zou nog meer behoefte
bestaan aan eene betere regeling der
gemeentelijke geldmiddelen.
V erkoopingen,
verpachtingen, verhurin
gen en aanbestedingen.
Verkoopingen
Baambrugge. Woensdag 17 April,
's middags 12 ureeen huis, bij D.
L. Schaap.
Kreukelen -St. PietersDinsdag 16
April, voorm. half 11 ureeen ver-
warmings-machine, enz. op «Vrede
en Rust."
Breukelen-St. Pieters. Vrijdag 19
April, voorm. 10 ure: paarden, koeien,
enz., op «Weltevreden."
B reukelen., Dinsdag 23 April,
voorm. 10 ureverschillende hout
waren, aan de Portengensche brug,
Haarzuilens. Woensdag 17 April,
voorm. 10 urei hoornvee, paard, enz.,
Hetsdingen. Woensdag 17 April,
voorm. 9 urepaardenhoornvee
enz., bij G. de Vor Czn.
IJselstein. Dinsdag 16 Aprilboel
huis bij J. A. de Vor.
Kamerik. Dinsdag.16 April, voorm.
10 ure: paard, koeien, enz., bij G.
Klever.
LexmondDinsdag 16 April, voorm.
10 urepaarden, hoornvee, enz., bij
de erven Klein.
Maarsen. Donderdag 18 April,
voorm. 9 urepaard, koeien, enz.,
bij E. Niekerk.
Maarsenbroek. Dinsdag 16 April,
voorm. 10 ure paarden, koeien, enz.,
bij. A. van Deijl.
Montfoort. Dinsdag 16 April, 's mid
dags 12 ure: een boerenhofstede, in
»De Zwaan."
Mijdrecht, Dinsdag 16 April: huizen
bij J. Breebaart.
Nieuwer-Amstel, Zaterdag 20 April:
hoornvee, paard, enz. bij C. de Jong.
Ouder-Amstel. Woensdag 17 April,
voorm. 10 ure: paard, hoornvee, enz.,
bij de wed. J. Verweij.
Oudewater. Dinsdag 16 April, voorm.
10 urehoornvee enz., bij J. de Veen.
Snelrewaard. Woensdag 17 April
hoornvee, enz. bij A. van Vliet.
ure verschillende vaste goederen,
Achter St. Pieter.
Vinkeveen. Dinsdag 16 April, voorm.
10 ure: inboedel, bij L. v. Kreuningen.
Woerden. Dinsdag 16 April, voorm.
9 urepaard, koeien, enz., bij J.
Zeijerveld.
Zeist. Woensdag 17 April, nam. 1
ureeen huis, in «De Zwaan."
Zeist. Donderdag 18 April, voorm.
9 ure paarden, hoornvee, enz.,bij
G. van Dijk.
Verpachtingen.
Bhenen. Donderdag 18 April: spoor-
weggronden, in de «Koning van De
nemarken".
(RECLAMES).
7—5 regels f 1.50iedere regel
meer 20 ets.
Men zie onder de adver-
tentien die „der O^rcjoto
Magazijnen van den Prin-
temps te Parijs."
Gevaarlijke" klucht.
Zekere Max P.die bij eene we
duwe H. te Berlijn inwoonde, wilde
den 1. April niet laten voorbijgaan
zonder de dame des huizes eene kool
te stovendie hem ongelukkiglijk
bijna het leven kostte. Zoodra hij
haar 's morgens met zijn ontbijt
hoorde naderenhing hij zich in
zijne kamer op. Toen de vrouw in
de kamer kwamliet zij verschrikt,
den heelen boel vallen en begon uit
al hare krachten om hulp te roepen.
Nu wilde de spotvogel zich losma
ken maar bedroog zich en trok in
tegendeel den strop vaster toe, zoo
dat hij eenige oogenblikken later
wezenlijk in doodsgevaar verkeerde.
Hij zou zeker dood geweest zijn, als
de op het geschreeuw der vrouw
toegeloopen personen de koord niet
hadden doorgesneden.
Sr&uiititon.
C. E. KLOPFER.
Hij ging er haastig op afhet
whs een vilten hoeddezelfde die
Don Mendez gewoonlijk droeg. Toen
hij bukte om den hoed op te rapen,
zag hij opeens een paar voeten. In
de grootste gejaagdheid naderde hij
nog meer, boog het hooge gras uit
elkander en zag een bewegingloos
lichaam, met het gelaat naar beneden
gekeerd, op den grond liggen. Aan
het hoofdhaar en de, kleederen her
kende Malfi terstond zijn zwager.
Bevende aan alle leden, boog Malfi
zich omlaag en hief den oogenschijn-
lijk doode op. Hij zette hem recht
overeind tegen den muur en bemerkte
daarbij groote donkere plekken in
het neergedrukte gras en aan de
kleederen van den ongelukkige.
Het was bloed.
.Bij eene nadere beschouwing zag
hij, dat, Don Mendez een ^gapende
wond in de borst had, waarvan het
geronnen bloed vermengd was met
grashalmen en vochtige aarde. Malfi
hief het hoofd van de gekwetste op
en veegde met zijn zakdoek de dauw
en het zand van diens gelaat weg.
Daarna liep hij na een naburige sloot,
schepte zijn hoed vol water en wiesch
daarmede het gelaat en de slapen van
den bewusteloozein wien hij nog
eenig leven meende te bespeuren.
Zijne moeite werd met een gun-
stigen uitslag bekroond, want na een
angstig wachten sloeg Don Mendez
inderdaad de oogen op.
Hij wilde spreken, maar zijne stem
begaf hem, hij kon slechts met moeite
door een gebaar te kennen geven, dat
hij wilde drinken.
Malfi bracht den hoed aan zijne
lippen en de gewonde dronk met
lange teugen het koele water.
«In 's hemels naam, zwager, spreek
toch, wie heeft u in dezen vreeselij-
ken toestand gebracht?"
Maar Mendez was niet in staat een
verstaanbaar woord uit te brengen.
Hij bracht bevende, zijne hand aan
de gewonde borst, zuchtte smartelijk
en zonk met gesloten oogen weer
bewusteloos tegen den muur aan.
Malfi, die niet anders meende, dan
dat het vonkje leven, dat er nog in
Don Mendez gloordeop 't punt
stond uitgedoofd te wordenriep
luid om hulp en goot den bewuste
looze het water dat hij nog in den
hoed had, over het hoofd.
Gelukkig kwamen er juist twee
ezeldrijvers met hunne lastdieren den
weg langs en snelden dadelijk Malfi
te khulp.
Zij tilden den zwaar gekwetste op
een ezel en vervoerden hem met
groote voorzichtigheid, hetgeen zijn
verschrikkelijke toestand ook noodig
maakte, naar de stad, in het huis van
zijn zwager, waar Faustina de terug-
keerende met een angstig gelaat
tegemoet kwam.
Men kan zich hare smart en hare
ontsteltenis voorstellen, toen zij
de wat er gebeurd was.
Mendez werd ontkleed en te bed
gebracht, terwijl zijne zuster dadelijk
een arts liet halen. Eerst nu be
merkte Malfi, dat zijn zwager niet
meer in 't bezit van zijn gouden hor
loge was; ook zijne portefeuille had
hij niet meer bij zich.
De arts legde een verband, en het
gaf Malfi's vrouw niet weinig vreug
de, toen zij hoordedat de wond
van haar broeder naar alle waar
schijnlijkheid spoedig genezen zou
zijn, daar die niet bijzonder diep
was en niet met eene vaste, bedreven
hand was toegebracht.
«Dat was een ongeoefende ban
diet," verklaarde de dokter, «anders
zou Don Mendez niet meer inleven
zijn
Malfi wierp zijne vrouw een blik
van verstandhouding toe. Zondereen
woord te spreken wist toch elk, wat er
in 't gemoed van den ander omging.
Toen Mendez eindelijk voor eenige
minuten tot bewustzijn terugkeerde,
naderde zijne zuster hem, en zich
tot den zieke voorover buigende,
fluisterde zij: «Niet waar, Gaspar!
Guiseppe Riga is de misdadiger
Mendez klemde de tanden op
elkaar en knikte met het hoofd
daarna steunde hij een nauwelijks
hoorbaar «ja
Guiseppe, die geen dag voorbij liet
gaan, zonder eens even zijne Bianca
te gaan zien, wilde na het middag
eten weer naar Formi wandelen, om
op het gewone uur aan te komen.
Juist ging hij de deur uit, toen hij
plotseling voor twee gerechtsdienaars
stond, die het huis binnen wilden
komen. Guiseppe verbleekte, toen hij
hen zag. en ging onwillekeurig een
stap achteruit.
«Aha", zei de een, «ge schijnt ons
al verwacht te hebben."
«Zijt gij Guiseppe Riga vroeg de
ander kortaf.
Guiseppe antwoordde met een
hoofdknik.
«Dan moet gé mij volgen in
naam der wet
«Ge neemt mij in hechtenis.
«Onder aanklacht, den landeige
naar Don Gaspar Mendez gister avond
op den weg van Formi naar Aquila
verraderlijk overvallen en hem doo-
delijk gewond te hebben."
«Dus is hij niet doodriep Gui
seppe snel, een uitroep, die later
noodlottig voor hem zou worden
daar hij eene indirecte schuldbeken
tenis in zich opsloot.
«Goddank neen, hij leeft en zal
vermoedelijk ook wel niet sterven.
Volg ons nu
«Mijn hemelhad ik maar gewe
ten, dat Mendez nog leefde.
«Dan zoudt ge hem zeker wel
beter geraakt hebben."
Guiseppe zag den gerechtsdienaar
een oogenblik verstrooid aan, als be
greep hij diens woorden niet.
«Wat zegt ge?" vroeg hij einde
lijk. «Toen ik gister avond langs
den binnenweg ging, vond ik daar
Don Mendez liggen, dien ik voor
dood hield. Nu hoor ik, dat hij het
niet is, en dat stelt mij gerust, want
nu kan hij zeggen wie de moorde
naar is,"
«Dat heeft hij reeds gedaan."
«Nu, en
«Hij zegt, dat gij het zijt."
Guiseppe deed een stap achter
waarts, als door een donderslag ge
troffen.
«O, Goddan ben ik verloren En
toch zweer ik, bij alles wat mij hei
lig is, dat ik onschuldig ben."
«Dat kunt ge voor den rechter
verklaren," merkte de politie-agent
op, met een ongeloovig lachje. «We
hebben nu geen tijd te verliezen met
allerlei praatjes; vooruit!"
Zij namen Guiseppe in hun mid
den en brachten hem weg, gevolgd
door een steeds aangroeienden volks
hoop.
Wordt vervolgd.
Het vernuftige snijdertje.
Dezer dagen is in Saksen het vol
gende voorgevallen. Een jongmensch
te Kolditz, die te Leipzig op eene
bruiloft genoodigd was, had zijn kleer
maker gelast, hem voor het vertrek
van den eersten trein op den bewusien
bruiloftsdag zijn nieuwen rok te be
zorgen, dien hij sedert acht dagen
in de maak had. De kunstenaar met
de naald verpandde zijn woord, dat
hij voor 's morgens zes uur het on
ontbeerlijk kleedingstuk zou bren
gen Maar de mensch wikt en
bier beschikt. Onze kleermakersbaas
was 's avonds wat boven zijn thee
water, maar daeht toch aan den rok
en zeide tot zijne vrouw: «Nu kom
aan, ik sta morgen vroeg om 3 uur
op in twee uur is de rok klaar.
Onze baas verzonk evenwel m den
slaap der rechtvaardigen entoen hij
wakker werd was het halt zes.
Welk een schrikMaar onze wak
kere kleermaker wist wel raad. riij
gelastte een van zijn knechts den
nog niet voltooiden rok in te pakken,
deed toen zijn werkpak aan, ging
met zijn klant in den trein en maakte
gedurènde de reis die twee uren
duurde, in den spoorwagen den rok
tot den laatsten naad af l oen de
halte Borsdorf gepasseerd was, be
hoefden nog alleen de knoopen aan
gezet te worden.
Te Leipzig aangekomen, snelde de
flinke kleermaker naar een vakbroeder
om het kleedingstuk te Persei?' eJJ
een half uur later zat de rok als
gegoten om het lichaam van den
bruilofsgast.
HET NIEUWS
WEEKBLAD
is.Dinsdag ji dom- (ifK:.moj wuat
aall liet Duitsche hef beschouwen
1)0 staat van omnst "Komt Vee! mil^
Knrw- t>h»t hcp-piEu
vuren.
Dij UL/ YT UU. O. vc»r» rïcï*^ 2VX- -
is zoo versterkend als het merk
Hoofd-Agent te UTRECHT
Eene ware geschiedenis, naar
gerechtelijke stukken verhaalddoor